Stationsplein wordt Adeleine Hus-plein: verschil tussen versies

Uit Kunsterfgoed
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Stationsplein wordt Adeleine Hus-plein<br /> Jaak Jansen<br /> De familie Jansen-Hus vroeg aan het gemeentebestuur van Balen om het stationsplein voortaan<br /> Ade...')
(geen verschil)

Versie van 4 jul 2025 om 14:39

Stationsplein wordt Adeleine Hus-plein
Jaak Jansen
De familie Jansen-Hus vroeg aan het gemeentebestuur van Balen om het stationsplein voortaan
Adeleine Husplein te noemen. Tot hiertoe was het stationsplein een onderdeel van de Stationsstraat.
De Stationsstraat was de plaats waar Adeleine Hus was geboren waar ze gewoond en gewerkt heeft.
De nieuwe naam zou de gelegenheid geven om haar verhaal te vertellen over haar verzet tegen het
Duitse regime tijdens de Tweede Wereldoorlog 1940-1945. De bevrijding in 1945 was het eindpunt
van een periode van bezetting door een onmenselijk regime. De bevrijding in 1945 heeft voor de
familie Jansen-Hus wel een bijzondere betekenis. Had de oorlog nog wat langer geduurd dan hadden
wij misschien geen moeder meer gehad. De grootouders waren beide al omgekomen in de Duitse
concentratiekampen en het kampregime was zo erbarmelijk dat ook ons moeder er zou aan
tenonder gegaan zijn als ze langer in het concentratiekamp had moeten zitten. Haar terugkeer negen
maanden na haar aanhouding was dan ook een grote opluchting voor de familie, de geburen en het
dorp.
De bevrijding na de bezetting door de Duitse troepen was voor het dorp een gelukkige gebeurtenis
waarbij veel onaangename rampen een einde kenden: het militaire regime van de Duitse
nationaalsocialistische macht was angstaanjagend; de gedwongen inlijving van jongeren en ouderen
om in het leger te dienen of om in Duitsland te gaan werken; het fusilleren van Belgen; de
inbeslagnames van voedsel, paarden, vervoersmiddelen; het terreuroptreden en de razzia’s van de
SS (ShutzStafeln) tegen de vijanden van de Duitse overheid; de bonnekes van de ravitaillering
(controle en gebrek van het voedsel en allerlei andere zaken); de inbeslagneming en roof van de
klokken of andere materialen voor de Duitse oorlogsindustrie; de NAZI-theorieën over de übermensh
en de untermensh; de vervolging van sommige bevolkingsgroepen op basis van herkomst of ras; de
gevaarlijke bombardementen van de twee kampen; het gebrek of schaarste aan voedsel en
benodigdheden; de onwettige aanwezigheid van militairen en aanverwante structuren die terreur
zaaiden. Dat was de bezetting waarvan het dorp bevrijd werd.

Foto Adeleine als kind met moemoe Julia Hus

Wie was Adeleine Hus?
Adeleine Hus (°Balen 1912-+Geel 1987) was de dochter van Jan Hus (°Balen 1883-+Behndorf 1945) en
Julia Van Genechten (°Balen 1882-+Ravensbrück 1944). Jan Hus was houthandelaar en baatte in de
Statiestraat, samen met zijn vrouw het café “In den Alcazar” uit; naast het café was er een winkeltje
“In de kleine winst”. Achter het café was er een zaaltje voor feesten, toneelspelen en repetities van
de fanfare; later werd er ook stommefilm gespeeld. Er waren twee kinderen. Zoon Louis Hus was de
oudste; hij was gehuwd met Maria Reyns en zou tijdelijk de “Alcazar” uitbaten; later woonde hij op
de Markt waar hij het café “In de ton” open hield. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden de
grootouders reeds meerdere verzetsdaden gesteld1. Adelein Hus verwijst er naar in haar verslag over
de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog:

1 Kamiel Mertens, Balen tijdens de Eerste Wereldoorlog, Balen, 2008, p. 526-531.



2

Kort verslag en reden der aanhouding van vader en moeder , beiden in
Duitsland overleden. door Adeleine Hus 13/05/1950
Mijn ouders hebben in den Oorlog 14/18 Amerikaanse vliegers, zijnde: Donalson, Anderson
en Thelinghast, verborgen. Deze drie heeft vader , na ze maanden verzorgd te hebben, naar
Holland gebracht. Deze oorlog 40/45 waren het ontvluchte Russen, die alhier in de mijnen
tewerk gesteld waren door de Duitsers. Deze Russen leefden alhier in de bossen, waar ik hen
door hulp van moeder eten en kleren verschafte. Er waren alhier gekantonneerde SS
waaronder verschillende Russen, verplicht ingelijfden, doch zonder wapens. Een ervan met
name Theo , hielpen mijne ouders ontvluchten door hem burgerkleren te geven. Deze Theo
werd nooit door de SS weergevonden. We werden alle drie aangehouden door een valse
ontvluchtingpoging van een andere ingelijfde Rus, zoogezegd een vriend van Theo, die ons
heeft verraden.
Mijn ouders werden alhier (in Balen) onderhoord door de Gestapo, daarna niet meer, noch in
de Begijnenstraat , noch in Duitsland. Ik persoonlijk werd nog ondervraagd in een gebouw op
de Elisabethlaan, deze ondervraging draaide gans over Theo; door mij werd altijd
volgehouden deze niet gezien te hebben. Moeder en ik bleven samen te Ravensbruck, waar
zij overleed.

FOTO Eerste Wereldoorlog


Adeleine Hus trouwde met Maurice Jansen (°1909-+1984). Eerst woonden ze in Rijsberg toen
Maurice werkte als bediende in het Glasfabriek in Gompel; later soliciteerden beiden in Wezel om
gerant te zijn in het casino; het casino was toen de regelmatige, tijdelijke verblijfplaats voor
ingenieurs of voor belangrijke gasten in dienst van de fabrieken in Wezel. Kort daarop verhuisden ze
terug naar het centrum (Stationsstraat) en werkte Maurice als bediende op het gemeentehuis. De
kroost was inmiddels uitgebreid met drie zonen: Paul, Jan en Jacques. In 1940 was de Duitse
bezetting begonnen. Grootmoeder Julia Van Genechten hielp dochter Adeleine als lid van het
Geheime leger. Grootmoeder Julia was hierbij niet aan haar proefstuk want tijdens de Eerste
Wereldoorlog had zij samen met Jan Hus ook verzetsdaden gesteld.
Vanaf 15 juni 1943 was moeder Adeleine lid van het geheim Leger. Zij bracht hulp, schoeisels, kleren
en voedsel aan ondergedoken krijgsgevangenen (vooral Witrussen) die in de streek van Hoolst en
Holven in kuilen onder de grond of in de bossen verbleven; meestal ging het om gevangen Russische
soldaten die in de Limburgse mijnen moesten kolen opgraven. Zij zorgde voor deze voortvluchtige
gevangen en hielp ze verder vluchten naar Nederland. Sommige gevangenen zoals Wasily Berukof
bleven ter plaatse en zouden zich definitief in ons dorp vestigen. Verder zou moeder Adeleine ook
sluikpers verspreid hebben tijdens de bezetting. Voor het Geheim Leger bekleedde zij de functie van
verpleegster-onderofficier, aldus de officiële papieren (lidmaatschap nr 209564). Ze zou
verscheidene eretekens en erkenningen ontvangen: attest van gewapende weerstander en politiek
gevangene, lid van het Geheime Leger (Leopoldsburg), recht op het Kruis van politiek gevangene
1940-1945, ridder in de Orde van Leopold II met de palm, Oorlogskruis 1940 met de palm



3


Op 3 juli 1944 werd de aanhouding verricht van grootvader Jan Hus, grootmoeder Julia Van
Genechten en hun dochter Adeleine Hus; zij werden naar Antwerpen overgebracht voor
ondervraging. Alleen moeder Adeleine werd herhaaldelijk ondervraagd maar zij bleef ontkennend
antwoorden op de vraag of zij iets van vluchteling Theo afwist. Onderwijzer Leonneke Geerts zag de
aanhouding in de Stationstraat gebeuren vanuit de klas in de Oude Gemeenteschool: de razzia in de
Statiestraat met veel soldaten en SS-ers, zij omsingelde het huis en vielen binnen; er werd een kogel
door de ruit geschoten; er werd gezocht naar bewijsmateriaal (wapens, kogels). De buurt keek
verschrikt toe. Adeleine beschrijft het als ’t volgt:
Kort verslag en reden mijner aanhouding , door Adeleine Hus 21/08/1948
Er lag hier te Balen Neet een compagnie SS, waarvan een tiental Russen deel uitmaakten;
deze Russen kwamen regelmatig in de herberg van mijn ouders; één daarvan is hier het leger
ontvlucht. Er bevonden zich hier in Balen reeds Russische krijgsgevangenen, welke tewerk
gesteld waren in de mijnen te Beringen, doch ontsnapt. Deze ontsnapten verscholen zich in
de bossen en de weiden alhier in de omtrek; deze werden door mij en andere personen
gevoed en gekleed. De ontvluchte Rus had deze ontsnapten vervoegd. De SS vertrokken uit
het dorp; doch drie weken later kwam een Rus welke bij de SS ingelijfd was en dus met de
anderen vertrokken was, bij mij vragen om hem bij de ontvluchte Rus te brengen. Hij gaf mij
zijn munitie en ik moest hem burgerkleren bezorgen; deze zou ik hem binnen drie dagen ter
hand doen doch twee dagen later werd ons huis omsingeld door SS en Gestapo van de
Elisabethlei te Antwerpen. Mijn ouders en ik werden samen mede genomen en naar
Antwerpen vervoerd. Mijn vader werd beschuldigd van wapensmokkel voor de Witte Brigade
en werd geboeid, doch ik alleen maakte deel uit van de Witte Brigade. Mijn ouders en ik
werden samen mede genomen en naar Antwerpen vervoerd en opgesloten in de
Begijnenstraat dit was op 03/08/1944, daar zijn wij ongeveer een maand opgesloten
geweest; ik alleen ben ondervraagd geweest. Daarna hebben ze ons naar Duitsland gebracht;
mijn moeder en ik naar Ravensbruck; daar is mijn moeder overleden; ik ben langs Zweden
terug gekeerd. Mijn vader is te Helmstad overleden.
'
Foto en tekening Ravensbruck


Ravensbrück:
Het uitroeiingskamp van Ravensbruck ligt in Noord-Duitsland, op 90 kilometer van Berlijn. Het is één
van de beruchtste uitroeiingskampen van de nationaalsocialistische regering van Duitsland. Tussen
1939 (stichting) en 1945 (einde) werden er ongeveer 132.000 mensen opgesloten: vooral vrouwen,
maar ook mannen en kinderen, gedeporteerd vanuit heel bezet Europa, vooral Joden, Polen. De
gevangenen droegen allen een ster of teken (driehoekig of zeshoekig) : gele ster= Joden; zwart=
asocialen, dienstweigeraars, zwakzinnigen, prostituees; bruin= zigeuners; rood= politiek gevangenen;
groen= criminelen; violet= getuigen van Jehova; roze = homosekselen. De kampbewoners moesten
zwaar werk doen, vaak in functie van de oorlogsindustrie. De bewoners sliepen in overvolle



4

barakken, waren schamel gekleed, totaal ondervoed en overgeleverd aan kou, ziekten en
ongedierte. De kampdokter voerde medische experimenten uit. In de laatste faze werden de
gaskamers geinstalleerd om zowel dode als “overtollige” gevangen te laten verdwijnen. Adeleine
moest aanvankelijk in de bossen werken en voor wegenaanleg zorgen. Ze werd ziek en kwam
helemaal verzwakt in het ziekenhuis terecht. Daar genas ze stilaan en werd opgevangen door een
doctores die haar beter werk verschafte in de kliniek.
Een getuige uit het kamp zegt hierover het volgende:
Getuigenis van Mathilde Brauns:
Ondergeteekend, Brouns Mathilde verklaar dat Hus Julia Adeleine met my medegevangene
was te Ravensbrück (Duitsland). Zy werkte met my in de bosschen waar ze zware verkoudheden
opliep daar we onvoldoende gekleed waren en in koude, sneeuw en regen moesten werken. By de
dagelycksche morgend appèl uren is zy herhaalde malen flauw gevallen, ten gevolge van de koude en
de ontbeeringen, en den ziekelycken toestand harer moeder, welke medegevangene was; zy is naar
het Rivier gebracht met gezwollen ledematen en zware koorts. Gedurende haar verblijf in het Rivier is
haar moeder gestorven zonder zorgen by ons in de barak. Zy was uiterst zwak by het verlaten van de
Rivier en heeft dan ook nogmaals hartaandoeningen gehad in februari 1945.

Tekening Kamp



Op 25 april 1945 werd Ravensbrück bevrijd. Het Deense Rode kruis nam verscheidene gevangenen in
bescherming; de gevangenen werden overgebracht naar Zweden waar ze werden onderzocht en
waar ze konden herstellen van de ellende. Op 28 juni werd Adeleine met het vliegtuig terug naar
België gebracht waar ze in Zaventem werd opgewacht door de familie en de geburen. In Balen werd
ze vol blijdschap en vol emoties onthaald. Met tientallen gelukwensen en tientallen geschenken
wilden de Balenaars delen in het vreugdevolle weerzien. Nu was de oorlog zeker gedaan, al bleven er
nog veel littekens en waren alle wonden nog niet geheeld. Dokter Stuyck onderzocht ons moeder
nog herhaaldelijk en noteerde in zijn verslag:
Onderzoek van dokter D. STUYCK: Balen den 18/05/1946
'
Voornoemde is lydend aan periodieke hartstoornissen (tachycardie), bloedarmoede
en chronische bronchitis. Ze lydt daarby aan algemeen spier rhumatisme. Deze aandoeningen zyn een
gevolg der ontberingen, slechte behandelingen en gemoeds aandoeningen van haar gevangenschap.
Na de oorlog zouden Adeleine Hus en Maurice Jansen de Alcazar overnemen en samen met Anna
Segers en echtgenoot een nieuw gebouw zetten. Anna Segers bouwde een woonhuis en erachter de
cinemazaal Alcazar. Adeleine werd de uitbaatster van café Alcazar en een winkel van kruideniers-
waren, snoepgoed en ijskreem. Later bouwden Maurice en Adeleine een nieuw huis in de Benoit
Belmansstraat en namen zoon Jan en echtgenote Mit Mannaerts de winkel over om er een bakkerij
en patisserie te vestigen.



5

Besluit
De toekenning van een nieuwe benaming aan het statieplein is een gelegenheid om de gruwelen van
de oorlog en de bezetting in herinnering te brengen. In deze herinnering ligt zeker de afkeuring
besloten van de ellende van de Tweede Wereldoorlog en de afkeuring van de onmenselijke
basisgedachten waarvan het nationaalsocialisme vertrok. Oorlog is afschuwelijk; bezetting en
verdrukking is niet goed te praten; alleen verzet is hier een antwoord op, ook verzet zonder
wapengekletter.


Woordverklaring
Gestapo: Geheimes Statspolizei; taak: vervolging en onschadelijkmaking van de vijanden van het
NAZI-regime
SS: SchutzStaffeln: beschermingstroepen, elitetroepen ter bescherming van de partij en in het
bijzonder de persoon van Hitler; wie aangeworven werd was overtuigd van de ideologie van het
superieure Arische ras. De SS had aandeel in de organisatie van de concentratiekampen.
Ravitaillering: Om de bevoorrading van de goederen (vooral levensmiddelen) onder controle te
houden , organiseerde het Duitse Regime de ravitaillering; ze werd uitgevoerd door de
gemeentebesturen. Aan de hand van zegeltjes per persoon werd de hoeveelheid van goederen
(eetwaren) gecontroleerd en beperkt. Vooral in de steden leidde dit tot gebrek en schaarste.
Übermensch: is een Duits woord dat ideaalmens betekent, een mens met eigenschappen en
kwaliteiten die bij gewone mensen niet voorkomen. Hitler en het Nazi-regime gaven er een andere
betekenis aan door het te koppelen aan ras en zuiverheid van ras. In de lijst van de rassen stond het
Duitse Arische ras bovenaan de top. De tegenhanger was de Untermensch; de betekenis werd
ingevuld door de Nazi’s. De Untermenschen droegen vaak een ster; de witte Davidsster van de Joden
is hierbij het meest gekend. Toch werden er nog aan andere bevolkingsgroepen sterren en kleuren
toegekend zoals wij hoger gezien hebben in de concentratiekampen.



AFBEELDINGEN

1. Grootmoeder Julia Van Genechten en dochter Adeleine Hus
2. Grootvader (rechts) Jan Hus en Gustaaf Hus met drie Amerikaanse piloten J.O.
Donaldson, R.A. Anderson en T.E. Tilunghast, tijdens Wereldoorlog I op 15 oktober 1918.
3. Hulde Adeleine Hus
4. Foto Ravensbruck
5. Tekening leven in de barakken