Tongerlo
INVENTARIS VAN HET ROEREND KUNSTPATRIMONIUM VAN DE NORBERTIJNENABDIJ VAN TONGERLO Deel 2
DOOR JAAK JANSEN en CHRISTINA CEULEMANS
FOTO’S DOOR JEAN-LUC ELIAS EN MARLEEN STERCKX
KONINKLIJK INSTITUUT VOOR HET KUNSTPATRIMONIUM BRUSSEL
ABDIJ DER NORBERTIJNEN
TONGERLO
2009
Lay-out en druk: Gedrukt op duurzaam papier Alle rechten voorbehouden Copyright KIK Brussel
Foto’s: KIK Brussel; kleuropnamen door Jean-Luc Elias, zwart-wit opnamen met nrs . M en N door Marleen Sterckx
Kleurencorrectie en omslag: Olivier De Pauw
INHOUDSTAFEL
I. Bibliografie
II. Inventaris van het kunstpatrimonium. Deel II
III Personenindex
I. Bibliografie
Abt Paul Meyfoort, in Tongerlo, 3, 2002, p. 4-5.
BAUWENS J., Een bezoek aan Tongerloo, in Jaarboek Vereniging van de Oudheidkundige en Geschiedkundige Kringen van België. Congres Antwerpen 32ste zitting, 1947, p. 127-135.
IDEM, In memoriam Hugo Lamy, in Pro Nostris, 16, 1950, p. 15-19.
IDEM, De “Restauratie” van Da Vinci’s “Laatste Avondmaal” en de kopie te Tongerlo, in Wetenschappelijke tijdingen, 8, 12, oktober 1952, p. 290-295.
BELLINCKX K.J., Man van bouwen, in Tongerlo, 2, 2003, p. 10-11.
BORTIER B.L., Man van vertrouwen, in Tongerlo, 2, 2003, p. 8.
BURIE L., Een partiële kopie van het Liber Floridus in de norbertijnerabdij van Tongerlo, in Academische Tijdingen van de Katholieke Universiteit Leuven, 4, 1970, p. 1-7.
CARDON B., Aantekeningen bij de Annunciatie uit het voormalig cellebroedersklooster te Diest, thans in het Stedelijk Museum aldaar (inv. nr. S/38), in Arca Lovaniensis, 15-16, 1986-1987, p. 29-67.
CLEIREN I., Abba Antonius, in Toren, 1, 1996, p. 17-21.
IDEM, Abt Joost Boel. Te Deum Laudamus, in Tongerlo, 2, 2003, p. 7.
COECK A., Kunstschilder Ernest Vanden Panhuysen (1874-1929), in Jaarboek van de Aarschotse Kring voor Heemkunde, 30, 1964, p. 41-47.
COEKELBERGHS D., Les peintres belges à Rome de 1700 à 1830, Brussel-Rome, 1976.
COOLS J. (red.), De begijnhofkerk van Herentals, Herentals, 2010.
CORTHOUTS J., Inventaris van de handschriften in het abdijarchief te Tongerlo, in Bibliotheca Analectorum Praemonstratensium, 17, Tongerlo, 1987.
CROOY L. en F. CROOY, L’orfèvrerie religieuse en Belgique, Brussel-Parijs, 1911.
IDEM, Trésor de l’art flamand du moyen âge au 18e siècle, in Mémorial de l’Exposition d’art flamand ancien à Anvers, 2, 107, Brussel, 1932.
Dankbare hulde aan Monseigneur Dr. Hubertus Noots bij zijn gouden kloosterjubileum 1905-1955, in Toren, juni, 1955, p. 1-6.
DE BRABANDER K., In witte gewaden. H. Siardus van Mariëngaard (+13.11.1230), in Toren-Tongerlo, 52, 6, 1996, p. 10-16.
DE CLERCK, D. en G. WOLF, Hagiologion. Levensbeelden van heiligen, zaligen en gedenkwaardige personen van de premonstratenzerorde, Windberg, 2001.
DE CUYPER J., Als een kind zijt gij gekomen, in Tongerlo, 3, 2003, p. 10-11.
IDEM, Joannes-Chrysostomus De Swert, vijftigste abt van Tongerlo (1867/1868-1887). Een inleiding tot zijn leven en werken, licentieverhandeling KUL, Leuven 1981.
DEKKERS W., Hoogw. Heer Prelaat Dr. Em. Alph. Stalmans, 54ste abt van Tongerlo, in Toren, mei-juni 1953, p. 23-41.
DELEN A.J.J., De grafische kunsten door de eeuwen heen, Antwerpen-Amsterdam, 1956.
DE MAYER J., De Sint-Lucasscholen en de neogotiek 1862-1814, Leuven, 1988.
DE PILLECYN C.J., Inwijding, in Toren, 22, november, 1966, p. 24-27.
IDEM, Een norbertijnse stichting te Tongerlo, in Tongerlo, een abdij van Norbertijnen 1130-1980. Een kijk-, lees- en luisterboek, Westerlo-Tongerlo, 1980, p. 13-19.
DE REN L., A.-M. CLAESSENS-PERE en W. NYS, De Zilvercollectie, Antwerpen-Deurne, 1997.
DE RIDDER-SYMONS H., Streyters, Arnold, in Nationaal Biografisch Woordenboek, 5, Brussel, 1972, 866.
DESWERT A.J., De Heilige Siardus, in Toren, november, 1953, p. 57-60.
DE WITTE K., Leonardo da Vinci te Tongerlo, in Toren, augustus 1958, p. 1-5.
Diamanten professiejubileum van Z. Exc. Mgr. Vanuytven, in Toren, oktober, 1960, p. 3-4.
Dictionnaire des peintres belges, internetsite www.kikirpa.be, BENEZIT met aanvullingen.
DONNET F., Spaendock (Gérard van), in Biographie nationale, 23, Brussel, 1921-1924, kol. 287-290.
DUGNOILLE J., L’Orfèvrerie en Haînaut. Ath, Tielt-Antwerpen, 1958.
ENGELS J.B., De parochiekerk van Tongerlo en de Eredienst van O.L.Vrouw, Tongerlo, [1956].
ERENS A., De H. Siardus en zijn reliquiën ter abdij Tongerlo, Tongerlo, 1917.
IDEM, L’héritage scientifique de Drunaeus (+1602), in Analecta Praemonstratensia, II, 4, 1926, p. 406-412.
FARNEL S., Daniel Seghers, Twee bloemstukken, in Bulletin Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium Brussel, 18, 1980/81, p. 222.
G.V., Z. Exc. Mgr. A.C. Vanuytven 50 jaar priester, in Toren, januari, 1954, p. 17-19.
GAREAU M., Charles Lebrun: premier peintre du roi Louis XIV, Parijs, 1992.
GEPTS-BUYSAERT G., Guillielmus Ignatius Kerricx Antwerps beeldhouwer 1682-1745, in Gentse Bijdragen tot de kunstgeschiedenis, 14, 1953, p. 253-338.
GERITS T.J., Gids voor Vlaanderen, Antwerpen, 1985.
IDEM, De ikonografie van de Heilige Norbertus, in catalogus Sint Norbertus in de Brabantse kunst, Averbode, 1971, p. 11-20.
GORIS J.-M., Een kaartboek van de abdij Tongerlo 1655-1794, Brussel, 2001.
GOOVAERTS L., Ecrivains, artistes et savants de l’ordre de Prémontré. Dictionnaire bio-bibliographique, 4 delen, Brussel 1899-1909.
GYSELEN G., De Brugse tak van de familie Grossé en haar kunstatelier, in Biekorf, 70, 1-2, 1969, p. 5-15.
HAIRS M.L., Les peintres flamands de fleurs au XVIIe siècle, Brussel, 1965.
IDEM, Dans le sillage de Rubens. Les peintres d’histoire au XVIIe siècle, Luik, 1977.
HÄRTING U., Adriaen van Stalbemt als Figurenmaler, in Oud Holland, 1, 95, 1981, p. 3-15.
HEINRICH A., Thomas Willeboirts Bosschaert, Turnhout, 2002.
HEYNS P., Kallist Fimmers. Norbertijn van Tongerlo, Kasterlee, [1956].
HOUTMAN E., Prieuré Het Besloten Hof à Herentals, in Monasticon belge VIII. Province d’Anvers I, Luik, 1992, p. 377-395.
IDEM, Prieuré de Leliëndael à Hombeek, in Monasticon belge VIII. Province d’Anvers I, Luik, 1992, p. 397-418.
In memoriam Kallist Lode Fimmers, in Toren, 25, november, 1969, p. 6-9.
In memoriam Monseigneur Hubertus Noots, in Toren, 23, september, 1967, p. 8-12.
In memoriam Zijne Exc. Mgr. G.D. Raeymaekers, bisschop van Buta (Kongo), in Toren, november, 1960, p. 1-5.
JACOBS P.M.J.E., Beeldend Benelux, Hilversum, 2000.
JANSEN A. en C. VAN HERCK, Kerkelijke kunstschatten, Antwerpen, 1949.
JANSEN J., Antwerpse paneelmakersmerken (vanaf 1617) in de Kempen en elders, in Taxandria, 80 NR, 1998, p. 5-38.
JANSEN J. en H. JANSSENS, Beeldhouwkunst in de Premonstratenzerabdij van Averbode, Herent, 1999.
JANSEN J.E., Overzicht der geschiedenis van de Premonstratenser Abdij van Tongerloo, Leuven, 1904.
JANSEN J.E. en A. ERENS, De norbertijner abdij van Tongerloo 1133-1933, Turnhout, 1933.
JANSSEN L., Karikaturen van kloosterlingen tijdens en na het bewind van de Verenigde Nederlandse Staten (catalogus), Brussel, 1990.
JANSSENS B., Liersche Kunstschilders uit Vorige Eeuwen, Lier, 1942.
JANSSENS H., Heiligen in de premonstratenzerorde, in JANSEN J. en H. JANSSENS, Beeldhouwkunst in de Premonstratenzerabdij van Averbode, Herent, 1999, p. 91-108.
KENNES H. en R. STEYAERT, Westerlo/Tongerlo. Nr. 40 Norbertijnenabdij, in Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het Cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 16N2. Arrondissement Turnhout. Kanton Westerlo, Turnhout, 2000, p. 169-179.
KOYEN M.H., Bij het honderdjarig bestaan van de abdijkerk van Tongerlo, in Pro Nostris. Ephemerides Norbertinae trimestres, 23, 1958, p. 101-115; hernomen in M.H. KOYEN, Een keuze uit het geschiedkundig werk, Averbode, 2002, p. 131-145.
IDEM, De abdij van Tongerlo in schrift en beeld (catalogus), Brussel, 1966.
IDEM, Abbaye de Heylissem à Opheylissem, in Monasticon belge IV. Province de Brabant III, Luik, 1969, p. 747-771.
IDEM, Tongerlo door de eeuwen heen, in KOYEN M.H. en L.C. VAN DYCK, Kennismaking met de abdij Tongerlo, 1973, p. 7-59; hoofdstukken overgenomen in Toren, 29, 6, 1973, p. 13-22, p. 17-23, Toren, 29, 7, 1973, p. 49-58, Toren, 29, 8, 1973, p. 27-30, Toren, 29, 9, 1973, p. 27-31, Toren, 29, 10, 1973, p. 13-18, Toren, 30, 1, 1974, p. 33-36, Toren, 30, 2, 1974, p. 27-30, Toren, 30, 3, 1974, p. 40-42, Toren, 30, 4, 1974, p. 40-42; herdruk in 1984; hernomen in verzamelwerk M.H. KOYEN, Een keuze uit het geschiedkundig werk, Averbode, 2002, p. 399-459.
IDEM, De Norbertijnenabdij van Tongerlo, in Vlaanderen, 131, 22, 1973, p. 34-37; herdruk in M.H. KOYEN, Een keuze uit het geschiedkundig werk, Averbode, 2002, p. 369-371.
IDEM, Lamy, Hugues, in Biographie Nationale, 42, 2, 1982, kol. 478-483.
KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, Abbaye de Tongerlo, in Monasticon belge IV. Province d’Anvers, 8, 1, Luik, 1992, p. 263-376.
LAMY H., L’abbaye de Tongerlo depuis sa fondation jusqu’en 1263, Lier, [1918].
IDEM, Une compétition de sculpteurs pour l’exécution de la statue de Saint-Norbert dans la basilique de
Saint-Pierre à Rome, in Belgisch iijdschriftt voor Oudheidkunde en Kunstgeschiedenis, 11, 1, 1941, p. 71-77.
LEFEVRE P., Les portraits conservés dans les abbayes norbertines de Belgique, Brussel, 1917.
LOISE F., Habbeke, Gaspard Maximilien Van, in Biographie nationale, 8, 1884-1885, kol. 589-591.
MARIJNISSEN R.H., Het da Vincidoek van de abdij van Tongerlo, Tongerlo, 1959.
MAUQUOY-HENDRICKX M., Les estampes des Wiericx-I, Brussel, 1978.
MEEUSEN M., Het merkwaerdig avondmael door Leonardo da Vinci, in Toren, 2, 1992, p. 26-31; 4, 1992, p. 22-27; 6, 1992, p. 18-21; 2, 1993, p. 24-28; 6, 1993, p. 22-27; 2, 1994, p. 24-27; 4, 1994, p. 21-25; 2, 1995, p. 17-22; 4, 1995, p. 8-10.
MÖLLER E., Das Abendmahl des Lionardo da Vinci. Die Abendmahl-Kopie in Tongerlo, Baden-Baden, 1952.
Necrologium monasterii S. Mariae Sanctique Joannis Baptistae in Averbode Ordinis Praemonstratensis, ed. G.
Slechten, in Analecta Praemonstratensia, 57 (1981), 3-4 , p. 240; 58 (1982), 1-2, p. 241.
NIJS W. en A.M. CLAESSENS-PERE, Zilver uit Antwerpen, Deurne, 2007.
PAS W. en G., Biografisch lexicon. Plastische kunst in België, 2 delen, Antwerpen, 2000.
PEETERS D. en anderen, Kallist Fimmers, Antwerpen, 1967.
PIRON P., De Belgische beeldende kunstenaars, 2 delen, Brussel, 2000.
RICHARDEAU L., Le portrait dans le Namurois au XXe siècle, in Portrait en Namurois, o.l.v. JACQUES TOUSSAINT, Namen, [2002].
ROSENBERG M., Der Goldschmiede Merkzeichen, Berlijn, 1928.
SAUR, Allgemeines Künstlerlexicon, 60 banden, München-Leipzig, 1983-2008.
SIMON F., Corselis, Frans Thomas, in Nationaal Biografisch Woordenboek, 5, Brussel, 1972, kol. 234-239.
SNEYERS E., Bijdrage tot de geschiedenis van Retie, 1972.
STINCKENS V., Een buitengewoon duo. De restauratie van twee monumentale schilderijen van Jan Erasmus
Quellin, in M&L, 29/2, 2010, p. 26-42.
TARCIES MORJAEN, Uit de sacristie geklapt, in Toren, 2, 1993, p. 29-31 (abtsstaf en sacristiedecoratie); 3, 1993, p. 32-34 (liturgische gewaden); 6, 1993, p. 17-19 ( Siardusschrijn en –gewaad); 1, 1994, p. 48-51 (liturgische gewaden); 2, 1994, p. 36-39 (ciborie en processiekruis); 4, 1994, p. 26-29 (boekband); 1, 1995, p. 42-43 (reliekkastje); 2, 1995, p. 55-56 (stralenmonstrans).
THIEME-BECKER, Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart, 36 banden, Leipzig, 1907-1947.
Tongerlo, een abdij van Norbertijnen 1130-1980. Een kijk-, lees- en luisterboek, Westerlo-Tongerlo, 1980.
Tot vroom aandenken van ereprior M. Wendelen, in Toren, april 1958, p. 1-4.
VALVEKENS E., “La canonisation” de Saint Norbert en 1582, in Annalecta Praemonstratensia, 10, 1, 1934, p. 10-47.
VAN DAMME E., e.a., Catalogus schilderkunst Oude Meesters, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, Antwerpen, 1988.
VAN DAMME J., De Antwerpse paneelmakers en hun merken. Identificatie en betekenis, in Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, 1990, p. 193-235.
VAN DE CRUYS M., M. SCHAUWERS en M. CHERON, Heraldiek van abdijen en klooster. 15 De Onze-Lieve-Vrouwabdij van Tongerlo, Wijnegem, 2007.
VAN DEN NIEUWENHUYZEN J., Portretten van prelaten van de Antwerpse Sint-Michielsabdij, in Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, 1990, p. 193-235.
IDEM, Abbaye de Saint-Michel à Anvers, in Monasticon belge VIII. Province d’Anvers I, Luik, 1992, p. 195-261.
VAN DEN ABEELE A., Grossé van Brugge, in Brugs Ommeland, 1984, p. 115-154.
VAN DEN WIJNGAERT, Inventaris der Rubeniaanse prentkunst, Antwerpen, 1940.
VAN DER MEER F., Kallist Fimmers, in Toren, 25, december, 1969, p. 43-57.
VAN DYCK L.C., Premonstratenzer leven en spiritualiteit, in M.H. KOYEN en L.C.
VAN DYCK, Kennismaking met de abdij van Tongerlo, Tongerlo, 1973, p. 61-94.
IDEM, De grafschriften uit de oude abdijkerk van Tongerlo, in Tongerloana, 1979, in L.C. VAN DYCK, De abdij van Tongerlo. Gebundelde historische studies, Averbode, 1999, p. 635-647.
IDEM, Mannen van Tongerlo, in Tongerlo, een abdij van Norbertijnen 1130-1980. Een kijk-, lees- en luisterboek, Westerlo-Tongerlo, 1980, p. 24-34.
IDEM, Mensen uit het verleden. Tongerlo’s provisor Judocus Thijs (+1824) en de eed van trouw aan de Franse republiek, in Toren, 6, 1980, p. 24-34.
IDEM, Een Tongerlose astronoom Geeraard Adriaens van Drunen (+1603), in Toren, 37, 1, 1981, p. 40-48.
IDEM, Evermodus P.H. Backx, de tweede stichter van de abdij van Tongerlo. Bijdrage tot een levensschets (1835-1845), in De Lindeboom, 5, Tilburg, 1981, p. 158-204; hernomen in L.C. VAN DYCK, De Abdij van Tongerlo. Gebundelde historische studies, Averbode, 1999, p. 499-540.
IDEM, De abtsverkiezing van Thomas Ludovicus Heylen op 1 juni 1887, in Toren, 43, 5, 1987, p. 41-47; hernomen in L.C. VAN DYCK, De abdij van Tongerlo. Gebundelde historische studies, Averbode, 1999, p. 606-611.
IDEM, Abt Godfried Hermans van Tongerlo en de Brabantse Omwenteling, in Taxandria, 61 NR, 1989, p. 279-304; hernomen in L.C. VAN DYCK, De Abdij van Tongerlo. Gebundelde historische studies, Averbode, 1999, p. 361-388.
IDEM, zie KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, Abbaye de Tongerlo, in Monasticon belge IV. Province d’Anvers, 8, 1, Luik, 1992, p. 263-376.
IDEM, Welkom in Tongerlo. Een kennismaking, in Toren. Abdijnummer, 49, 4, 1993, p. 3-59: hernomen in VAN
DYCK L.C., De abdij van Tongerlo. Gebundelde historische studies, Averbode, 1999, p. 1-24; hernomen in Abdijnummer, in Tongerlo, 3, 2001.
IDEM, De Norbertijnenabdij van Tongerlo. Beelden uit verleden en heden, Westerlo-Tongerlo, 1994.
IDEM, Visitator Frans Thomas Corselis en de norbertijnen. De Vaticaanse dossiers (1841-1848), in Trajecta, 3, 1994, p. 328-346; hernomen in L.C. VAN DYCK, De abdij van Tongerlo. Gebundelde historische studies, Averbode, 1999, p. 585-606.
IDEM, De prelaten van de abdij van Tongerlo. Historische en juridische kanttekeningen bij de prelatenlijst van de abdij van Tongerlo, in L.C. VAN DYCK, De abdij van Tongerlo. Gebundelde historische studies, Averbode, 1999, p. 43-127.
IDEM, De abdijkerk van Tongerlo, in Tongerlo, 2, 1999, p. 14-17 (herneming van de gegevens van M.H. KOYEN 1958).
IDEM, Norbertus in Rome. Het Norbertusbeeld in de Sint-Pietersbasiliek te Rome, in Tongerlo, 2, 2001, p. 29-31.
IDEM, Vis en vasten, in Tongerlo, 1, 2002, p. 9-11.
VAN DYCK L.C. en H. JANSSENS, Woordenlijst betreffende de orde van Prémontré (Instrumenta Praemonstratensia fasc. V), Averbode, 2000.
VAN HEIJST C., Abdijschilfertjes. Haast u langzaam, in Toren, 35, 4, 1979, p. 31-33.
VAN HERCK J., Claes Frans, in Nationaal Biografisch Woordenboek, 3, 1968, kol. 158-161.
VAN HOVE J., Joost Boel, in Toren, 34, 5, 1978, p. 2-12.
VAN MINGROOT E., De stichtingsoorkonde van de abdij van Tongerlo: echt of vals?, in Achief- en Bibliotheekwezen in België, 43, 3-4, 1972, p. 615-654.
VANNOPPEN H., Het kasteel van Westerlo en de prinsen de Merode, 1989.
VAN SPILBEECK I., Arbres hagiologiques de l’Ordre de Prémontré, in Messager des sciences historiques de Belgique, 67, 1893, p. 2-36, p. 37-60.
IDEM, Arbres généalogiques de l’Ordre de Prémontré, in Messager des sciences historiques de Belgique, 1895, p. 37-60.
IDEM, Série de gravures représentant la vie de Saint-Norbert, in Messager des sciences historiques de Belgique, 70, 1897, p. 1-96.
IDEM, Gravures représentant les Saints de l’ Ordre de Prémontré, par JD Hertz, in Bulletin de l’Académie royale d’ Archéologie de Belgique, 1900, p. 3-14.
IDEM, Une relique de Saint Norbert, in Bulletin de l’Académie royale d’ archéologie de Belgique, 1900, p. 527-531.
IDEM, Les images des Saints de l’Ordre de Prémontré, par Ab. Van Diepenbeeck, in Bulletin de l’Académie royale d’ Archéologie de Belgique, 1902, p. 3-16.
IDEM, Les images des Saints de l’Ordre de Prémontré, in Bulletin de l’Académie royale d’ Archéologie de Belgique, 1902, p. 3-23.
VAN SPILBEECK W., De wapenschilden der abten van Tongerloo, in Norbertijnsche mengelingen, Antwerpen, 1881, p. 1-16; Eenige plaatsneden van Abraham Van Diepenbeeck, p. 38-42; Zegels der Abdij van Tongerloo, p. 46-85.
IDEM, De voormalige abdijkerk van Tongerloo en hare kunstschatten, Antwerpen, 1883.
IDEM, De abdij van Tongerloo. Geschiedkundige navorsingen, Lier-Geel, 1888.
IDEM, Les martyrs de Tongerloo au XVIe siècle. Les VV. Pierre Janssens, Arnould Vessem, Henri Bosch, Brussel, 1890.
IDEM, Het Herentalsch klooster Onze-Lieve-Vrouwen Besloten Hof der Orde van Premonstreit, Averbode, 1892.
IDEM, Necrologium Ecclesiae B.M.V. de Tongerloo Ordinis Praemonstratensis, Tongerlo, 1902.
VERREZEN R., Gravin Jeanne de Merode en haar kasteel, in Jaarboek Heemkring Ansfried Westerlo, 1983, p. 35-48.
WAMBACQ B.N., De kerk..., in Tongerloana, 1, 1980, p. 8-15.
WEYNS G. , Abbaye de Grimbergen, in Monasticon belge. Province de Brabant 3, Luik, 1969, p. 721-746.
WEYNS N.J., Wichmans (Wijchmans), Augustinus Franciscus, abt en geestelijk schrijver, in Nationaal Biografisch Woordenboek, 5, Brussel, 1972, 1003-1009.
IDEM, Craywinckel, Joannes, in Nationaal Biografisch Woordenboek, 5, Brussel, 1972, p. 258-262.
IDEM, Heylen Thomas-Louis, in Nationaal Biografisch Woordenboek, 6, Brussel, 1974, 461-469.
IDEM, Thijs, J.F. (1749-1824), in Nationaal Biografisch Woordenboek, Brussel, 7, 1977, 954-960.
Tentoonstellingen
1910 BRUSSEL Exposition internationale d’art ancien et de l’art belge au 17e siècle
1922 TURNHOUT Oude kunst in de Kempen
1930 ANTWERPEN Wereldtentoonstelling. Afdeling Oud-Vlaamsche kunst
1948 ANTWERPEN Kerkelijke kunst
1954 ANTWERPEN De Madonna in de kunst
1955 ANTWERPEN Antwerpens Gouden Eeuw
1955 DEURNE-BRUSSEL Zilveren kunstschatten
1956 ANTWERPEN Scaldis
1960 DOORNIK La madonne dans l’art
1961 HILVARENBEEK Kunstschatten uit Kempische abdijen
1962 BRUSSEL Ile de france-Brabant
1962 MECHELEN Mechelen en de farmacie
1963 DEURNE Oude kerkelijke kunst in de provincie Antwerpen
1964 DEURNE De gedekte tafel
1965 ANTWERPEN Scaldis
1966 TONGERLO De abdij van Tongerlo in schrift en beeld
1967 AVERBODE St. Jan de Doper
1969 LEUVEN Erasmus en Leuven
1970 BRUSSEL Van Koningin Blanche tot Koningin Astrid
1971 AVERBODE Sint Norbertus in de Brabantse kunst
1971 AARSCHOT ???
1973 HEVERLEE De glans van Prémontré
1973 LEUVEN Drinken in het verleden
1974 AVERBODE Retrospectieve Ernest Vanden Panhuysen
1976 ANTWERPEN Langs de Schelde
1976 LEUVEN 550 jaar universiteit Leuven
1978 GRIMBERGEN 850 jaar abdij van Grimbergen
1978 OOSTENDE 7 X Antwerpen
1979 ANTWERPEN Keur van tin uit de havensteden Amsterdam, Antwerpen en Rotterdam
1984 GRIMBERGEN Kallist Fimmers
1987 HOOGSTRATEN Retrospectieve Kallist Fimmers
1988 ANTWERPEN Zilver uit de Gouden Eeuw van Antwerpen
1988 ANTWERPEN Maria-jaarkrans. Mariale kunst uit Oost en West
1990 BRUSSEL Karikaturen van kloosterlingen tijdens en na het bewind van de Verenigde Nederlandse Staten
1990 SINT-TRUIDEN Kunstwerkplaats Esser 1838-1938
1992 VALKENSWAARD De Heilige Kempen
1994 BRUSSEL Hooglied (P. VANDENBROECK)
1995 VALKENSWAARD Kunst uit norbertijnerabdijen in Brabant
1998 TURNHOUT De Boerenkrijg 1798
1998-1999 ANTWERPEN Fascinerende facetten van Vlaanderen
2000 MECHELEN Mechels houtsnijwerk in de eeuw van Keizer Karel
2004 ANTWERPEN Een zee van toegelaten lust
2005 ANTWERPEN ???
Deel II Inventaris van het kunstpatrimonium
BLAZOEN
1. Wapenschild
in de voorgevel van de abdijhoeve
van abt Theodoor Verbraeken (1629-1644)
1640
zandsteen, hoogte ca. 88 cm
Wapenschild met devies AGENDO ET PATIENDO, geplaatst op drapering die op de hoeken is geknoopt. Boven het wapenschild de abtelijke pontificalia: mijter, abtsstaf en pallium. Wapenschild van de abt: keper van keel vergezeld van drie braken op gouden veld (voor biografie zie deel I, p. 37).
Bibliografie: M.H. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen te horen, 1973, p. 5; L.C. VAN DYCK, 1993, p. 20; M. VAN DE CRUYS, 2007, p. 26.
Foto: ensemble M277982 (1991).
2. Wapenschild
in fronton van de gevel van de prelatuur
van abt Jozef Vander Achter (1723-1745)
Willem Ignatius Kerricx (°1682-+1745 )
1725-1728
zandsteen
Wapenschild met devies FESTINA LENTE is omringd door architecturale versiering: schelpen, bloemslingers, voluten; boven het wapenschild mijter en dubbele abtsstaf. Gevierendeeld wapenschild van de abt: in het 1ste en 4de kwartier een vliegend hert van zilver op keel, in het 2de en 3de kwartier een schildpad van keel op zilver (voor de biografie zie deel I, p. 41).
Willem Ignatius Kerricx (°1682-+1745) was de ontwerper van de prelatuur en was ongetwijfeld ook de tekenaar van het ontwerp voor het wapenschild. Hij was Antwerps kunstschilder, architect en beeldhouwer (biografie zie deel I, p. 67, nr.7).
Bibliografie: M.H. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 53; C. VAN HEIJST, 4, 1979, p. 31-33; L.C. VAN DYCK, 1993, p. 2-3; M. VAN DE CRUYS, 2007, p. 28.
Foto: ensemble M277983 (1991), X000452 (2003).
3. Wapenschild
van abt Godfried Hermans (1780-1799)
1796-1799
geschilderd en verguld hout, hoogte 44 cm, breedte 33 cm
Wapenschild met blanke tekstband onderaan; bovenaan mijter en twee afgebroken abtsstaven; flankerende versiering met bladwerk. Wapenschild van de abt: op grond van azuur een keper van goud vergezeld in het hoofd van twee ossenkoppen en in de middelbasis een liggend lam (biografie zie deel I, p. 43). De gebroken abtsstaven brengen de sluiting van de abdij in herinnering (1796).
Foto: ensemble Z004795 (2002).
4. Wapenschild
in de achtergevel van het convent
van abt Jan Chrysostomus De Swert (1868-1887)
met datering 1868
zandsteen, hoogte ca. 88 cm, breedte ca. 58 cm
Wapenschild met devies MITIS ET HUMILIS CORDE, bekroond met mijter en abtsstaf en pallium. Zie ook vorig nummer.
Foto: ensemble M277990 (1991).
5. Wapenschild
van abt Jan Chrysostomus De Swert (1868-1887)
1868-1887
geverniste eik, hoogte 76,5 cm
Ovaal medaillon op ovale plank; wapenschild met devies MITIS ET HUMILIS CORDE. Versierd met schelp en twee strikken. Gevierendeeld wapenschild van de abt: in het 1ste en 4de kwartier een hart van keel op gouden grond met ingeplant kruis, in het 2de en 3de kwartier op goud drie kepers van keel (biografie zie deel I, p. 45).
Foto: ensemble Z007145 (2003).
6. Wapenschilden van de abten (31)
geplaatst in de muren van de kloostergang
signatuur P KERKSTOEL M PLEKKER
Petrus Kerkstoel (° - + ) ???
1904, met latere aanvullingen
steen
In 1904 gaf abt Adriaan Deckers (1899-1915) de opdracht om de wapenschilden van de erkende abten van Tongerlo in het kloosterpand aan te brengen. Een aantal zijn voorzien van hun devies. De reeks werd na 1904 aangevuld. De dateringen verschillen soms enigszins van deze opgenomen in het historisch overzicht in deel I, p. 19-54, waar ook de wapenschilden beschreven staan (zie ook W. VAN SPILBEECK 1881, L.C. VAN DYCK 1999).
Petrus Kerkstoel was een vondeling uit het Antwerpse; hij werd geplaatst te Westerlo waar hij een succesvolle toekomst zou uitbouwen als stucadoork Hij noemde zichzelf meester-plekker. De latere familie zou in dezelfde sector van stucwerk en bouwvakken actief blijven in de Kempen; zoon ??? Leonard Kerkstoel zou na de brand van de abdij in 1929 een groot deel van het stucwerk voor zijn rekening nemen (mededeling).
Bibliografie: zie VAN DE CRUYS, 2007.
Foto: wapenschilden
van abten Jan Brief van Grave (1385-1400) en Jan Geerts (1401-1428), breedte 96 cm Z004740 (2002);
van abt Diederik van Haren (1428-1447), breedte 65 cm Z004741 (2002);
van abten Hendrik van Voren (1447-1458) en Jan Kinschots (1470-1477), breedte 93 cm Z004742 (2002);
van abt Jan Jansz. S’Mans van Westerhoven (1487-1501), breedte 78 cm Z004743 (2002);
van abt Peter Mans van Westerhoven (1501-1504), breedte 57 cm Z004744 (2002);
van abten Antoon Tsgrooten (1504-1530) en Arnold Streyters (1530-1560), breedte 89 cm Z004745 (2002);
van abten Jakob Mijs, Franciscus Vanden Velde, Laurentius Metsius en Wouter van Corsworm, telkens met devies, breedte 88 cm Z004746 (2002);
van abt Nicolaas Mutsaerts (1592-1608), met devies, breedte 69 cm Z004747 (2002);
van abten Adriaan Stalpaerts (1608-1629) en Diederik Verbraecken (1629-1644), telkens met devies, breedte 92 cm Z004748 (2002);
van abten Augustinus Wichmans (1644-1661) en Albert Ursino (1663-1664), telkens met devies, breedte 87 cm Z004749 (2002);
van abt Jakob Crils (1664-1695), met devies, breedte 69 cm Z004750 (2002);
van abten Gregorius Piëra (1695-1723) en Jozef Vander Achter (1724-1745), telkens met devies, breedte 85 cm Z004751 (2002);
van abten Siard Vanden Nieuweneijnde (1746-1779) en Godfried Hermans (1780-1799), telkens met devies, breedte 78 cm Z004752 (2002);
van abt Jan Chrysostomus De Swert (1867-1887), met devies, breedte 60 cm Z004753 (2002);
van abten Thomas Heylen (1887-1899) en Adriaan Deckers (1899-1915), telkens met devies, breedte 74 cm Z004754 (2002);
van abten Hugo Lamy (1915-1937) en Emiel Stalmans (1937-1953), breedte 76 cm Z004755 (2002);
van abt Joost Boel (1953-1981), breedte 55 cm Z004756 (2002);
van abten Hermenegild Noyens (1981-1993) en Reinout Meyfroot (1993-2002 ), breedte 74 cm Z004757 (2002).
BOEKBAND
7. Boekband, van evangeliarum
met voorstelling Calvarie
met merken op cartouche: Antwerpen (hand), decanale letter K en meesterteken sfeer met kruisje
Hiëronymus I Mannacker (°1493-+1555)
gedateerd 1543, 1544 nieuwe stijl
verguld zilver, hoogte 39 cm, breedte 29 cm
Rijkelijk versierd voorplat in de vorm van een renaissance portiektravee, in het midden Jezus aan het kruis, geflankeerd door twee nissen met Maria en Johannes. Bovenaan beeldjes van de evangelisten en reliëfs voorstellend De Koperen Slang en Abraham offert Isaak; onderaan de vier westerse kerkvaders en de wapenschilden van de abdij van Tongerlo en abt Arnold Streyters (1530-1560). Gedateerd opschrift van de opdrachtgever onder midden: ME FECIT FIERI RPD ARNOLDUS DIEST ABB TONGERLEN ANO 1543. Rijke renaissance-decoratie met acanthusranken, maskers, vogels, engelenkoppen, hermen, vazen en voluten. Onderaan het kruis: later toegevoegde reliek van het H. Kruis.
De gegevens op de boekband werden aangevuld door archiefbronnen; op 15 februari 1544 werden aan Hiëronymus Mannacker 228 Rijnsgulden betaald voor dit boekplat (AAT, 7F47, 1).
Hiëronymus I (vanden) Mannacker (°1493-+1555) behoorde bij de bekwame drijvers te Antwerpen. Hij was de zoon van Peeter Mannacker en Margriete Cobbe, dochter van Herman Cobbe, meester-particulier van de Munt. Hiëronymus I was zilversmid en stempelsnijder van de Munt; hij had twee zonen die bij hem een opleiding volgden: Hiëronymus II en Jan Baptist. In 1536 werkte Hiëronymus I reeds voor Tongerlo toen hij veranderingen aanbracht aan een gekochte kromstaf. In 1526 en 1531 leverde hij kandelaars en monstransen aan kanunnik Alexander Gallenoy van Aberdeen in Schotland (catalogus 1988 Antwerpen Zilver uit de Gouden Eeuw van Antwerpen, nr. 19).
Bibliografie: F.W. VAN SPILBEECK, 1888, p. 319-320; L. en F. CROOY, 1911, p. 28 en 174; M. ROOSENBERG, 1928, 4, nr. 5089; J. BAUWENS, 1947, p. 130; Ad. JANSEN en Ch. VAN HERCK, 1949, nr. 331; M.H. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 55; M.H. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo, 1973, p. 37; M.H. KOYEN(+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 322, noot 728; TARCIES, 1994, 4, p. 26-29.
Tentoonstelling: 1922 Turnhout, nr. 282; 1930 Antwerpen, dl. 2, nr. F22; 1948 Antwerpen, nr. 715; 1955 Antwerpen, nr. 191; 1956 Antwerpen, nr. 988; 1961 Hilvarenbeek, nr. 57; 1962 Brussel, nr. 450; 1966 Tongerlo, nr. 359; 1970 Brussel; 1973 Heverlee, nr. 206; 1976 Antwerpen; 1988 Antwerpen Zilver uit de Gouden Eeuw van Antwerpen, nr. 19; 1998-1999 Antwerpen, nr. C17.
Foto: ensemble C002816 (ca. 1920), B156781 (1955), Z004122 (2002); details: merk gekroonde hand X000706 (2004), merken: meesterteken en jaarletter X000707 (2004), De Koperen Slang en evangelisten Johannes en Lucas X000708 (2004), Abraham offert Isaak en evangelisten Marcus en Mattheus X000709 (2004), wapenschild van abt Streyters en HH. Augustinus en Gregorius X000710 (2004), wapenschild van de abdij en HH. Gregorius en Ambrosius X000711 (2004), Jezus aan het kruis X000712 (2004).
8. Boekband, van missaal
met wapenschild van abt Jozef Vander Achter (1723-1745)
1736
leder en zilver, hoogte 37,5 cm, breedte 25 cm
Centrale plaat met ovaal medaillon, met wapenschild en devies FESTINA LENTE van abt Jozef Vander Achter (1723-1745) (biografie zie deel I, p. 41); versierd met voluten en acanthusbladeren. Hoekplaten en sluitingsplaten versierd met schelpen en acanthusbladeren.
Foto: ensemble B97090 (1945), M277783 (1991), Z004205 (2001), Z004206 (2001).
9. Boekband, van graduale
1779
leder, hout, koperbeslag, hoogte 50 cm, breedte 36 cm
Gedateerd opschrift: VENETIIS SVMPTIBUS HEREDIS NICOLAI PEZZANA MDCCLXXIX;
geschonken in 1779 door bemiddeling van de familie van Nicolaas Pezzana; deze laatste was een Italiaans drukker uit de tweede helft van de 18de eeuw. In leder gedrukte versiering met geometrische patronen.
Herkomst: schenking Guilielmus Cope.
Foto: ensemble Z004207 (2001).
CERAMIEK
10. Plateel, schotel
Delft
18de eeuw
plateel, blauw en roze geglazuurd, lengte 33 cm x breedte 26 cm x hoogte 7,3 cm
Langwerpige, achtzijdige, diepe schotel; rand versierd met ruiten waarin vierpassen; bodem met Chinees landschap: een meer met eilandjes. Gebarsten.
Foto: ensemble Z004164 (2001).
11. Plateel, schotel
Delft
18de eeuw
plateel, roze en blauw geglazuurd, diameter 28,5 cm
Schotel met schuinoplopende boord met gelobde rand. Versierd met bloempot, bloemen, bladmotieven en hekje.
Foto: ensemble Z004165 (2001).
12. Plateel, visschotel met deksel
met merk onderaan: initialen VP
Brussel
18de eeuw
plateel, rood, groen, geel, purper en zwart geglazuurd, hoogte 21 cm, breedte 33 cm
Ovale schotel met gegolfde rand en deksel, op vier poten, versierd met bloemen. Op de uiterste hoeken een salamander; bovenop het deksel: vissen en mosselen. In de abdij werd er dikwijls vis gegeten; hiervoor waren ter plaatse de nodige bedrijfseconomische voorzieningen aanwezig (L. VAN DYCK, 2002).
Foto: ensemble Z004185 (2001).
13. Plateel, bord (1van 2)
19de eeuw
plateel, blauw, rood, groen en grijs geglazuurd, diameter 23,2 cm
Diep bord met schuine boord. Versiering met bloemen en takken.
Foto: ensemble Z004167 (2001).
14. Plateel, reukvaas
China
19de eeuw
plateel, roze, groen, blauw en geel geglazuurd, hoogte 66,5 cm
Ronde vaas met bredere voet en vernauwende hals; met openingen in de zijwanden en de afdekking bovenaan. Versiering met bloemen, ranken en banderollen.
Foto: ensemble Z004186 (2001).
15. Plateel, vaas (2)
niet geïdentificeerd merkteken in de voet
Brussel
19de eeuw, Louis-Philip-stijl
geglazuurd plateel, hoogte 36 cm
Ronde, conische voet met parels; ronde, ingebogen romp met geschilderde bloemen; ronde ingebogen hals eindigend in grote gelobde bladeren; vanuit de hals vallen bloemstengels met bladeren naar beneden en vormen de twee handvaten.
Foto: ensemble A92801 (1945), A92802 (1945).
16. Pateel, vaas
Delft
19de eeuw
plateel, bruin, groen en blauw geglazuurd, hoogte 15 cm
Eenvoudige vaas met vernauwende en uitgroeiende hals. Romp versierd met boompje waarin een vogel zit.
Foto: ensemble Z004169 ( 2001).
17. Plateel, vaas (1 van 2)
19de-20ste eeuw
plateel, zwart, rood en goud geglazuurd, hoogte 71,5 cm
Ronde vaas met lange hals en brede opening met gegolfde rand. Romp versierd met kraanvogels, riviertje, waaiers, geometrische motieven.
Foto: ensemble Z004187 (2001).
18. Porselein, scheerbekken
Japan, Imari-stijl
einde 17de eeuw
porselein, blauw, rood, groen en beige geglazuurd, diameter 26,5 cm
Bord met inkeping voor de hals, opstaande platte rand; plat versierd met bloemenvaas en hekjes, op boord takken, vogels, voluten, hekjes. Met barsten.
Foto: ensemble Z004177 ( 2001).
19. Porselein, bord
Chinees, famille verte Kangxi (1662-1722)
einde 17de-begin 18de eeuw
porselein, groen, rood, blauw, geel en grijs geglazuurd, diameter 35,3 cm
Bord met schuine, opstaande rand; versiering met pauwen, bloemen, hek, vogels, insekt, vis. Met barsten.
Foto: ensemble Z004180 (2001).
20. Porselein, bord
Chinees, famille rose
midden 18de eeuw
porselein, paars, rood, groen en beige geglazuurd, diameter 38,2 cm
Rond bord met platte boord, dieper plat. Versiering op plat: rotstuin met boom en hekje, op de boord bloemenranken. Met barsten.
Foto: ensemble Z004179 (2001).
21. Porselein, kopje en ondertas
portret van Godefridus Verberck
gedateerd 1786
porselein, groen en goud gekleurd, hoogte kopje 3,5 cm; diameter ondertas 13,3
Cirkelvormige ondertas, in het plat symbolen van de misviering en opschrift G: VERBERCK PROV: TONGS DELM ROM: ANNO 1786 AET. 29; rand versierd met bladfries. Kopje met portret van de opdrachtgever G. Verberck.
Godefridus Engelbertus Verberck (°Zoerle 1757-+Tilburg 1823) trad binnen in 1777, werd assistent in de parochie Essen-Nispen na zijn studies te Rome (1783-1786). Nadien werd hij kapelaan te Tilburg in 1788-1793. In 1793 werd hij op het landgoed De Greef privésecretaris van abt Hermans die hem later rechtstreeks tot provisor aanstelde (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 17.330).
Foto: ensemble ondertas Z005943 (2002); detail van het kopje, portret van G. Verberck Z005947 (2002).
22. Porselein, bord (1 van 2)
met niet geïdentificeerd wapenschild
18de eeuw
porselein, blauw, oranje en goud geglazuurd, diameter 26,2 cm
Rond bord, platte boord met opstaande rand, diep plat; versierd met niet geïdentificeerd wapenschild, vogels, bandwerk, bladornamenten en bloemen; het bandwerk vormt een Sint-Andrieskruis en vier compartimenteringen.
Foto: ensemble M277767 (1991), Z004173 ( 2001).
23. Porselein, bord (1 van 8)
Delft
18de eeuw
poselein, blauw geglazuurd, diameter 33 cm, hoogte 7,3 cm
Rond bord met ondiep plat, lichtgebogen boord. Eenvoudig versierd op de boord; in het plat een landschapje met figuurtje.
Foto: ensemble Z004166 (2001).
24. Porselein, bord (1 van 2)
Delft
18de eeuw
porselein, rood, blauw, groen en beige geglazuurd, diameter 30,5 cm
Rond schotel met geribde bodem en wand, gelobde boord. Versiering met vogels in een boom, bloemenvaas, bladornamenten.
Foto: ensemble Z004174 (2001).
25. Porselein, schotel
met merk: ovaal met twee strepen
China of Delft
18de eeuw
porselein, rood, blauw, groen, oranje en goud geglazuurd, diameter 46,5 cm, hoogte 7 cm
Gelobde en gegolfde boord; diep plat. Centraal medaillon met bloemenvaas en hekje; errond drievoudige versiering met leeuwen, medaillons, planten en bloemen.
Foto: ensemble M277768 (1991), Z004181 (2001).
26. Porselein, kommetje (1 van 2)
18de-19de eeuw
porselein, paars, blauw, groen en beige geglazuurd, diameter 10,3 cm, hoogte 6 cm
Rond kommetje met gebogen, schuine wanden; versierd met bloemen en bladornamenten.
Foto: ensemble Z004168 (2001).
27. Porselein, bord (1 van 2)
19de eeuw
porselein, blauw geglazuurd, diameter 23 cm
Ondiep bord; in het plat Chinees landschap met drie Chinese figuren; boord versierd met vegetale en geometrische motieven.
Foto: ensemble Z004170 (2001).
28. Porselein, fruitschotel
in voet: onleesbaar opschrift, =2
19de eeuw
porselein, groen, mauve en geel geglazuurd, diameter 39 cm x 34 cm
Ovale witte schotel met diep plat, geribbelde opstanden en boord; met bloemenversiering; vergulde, licht gegolfde rand.
Foto: ensemble Z004182 (2001).
29. Porselein, vaas
onderaan Chinese tekens
Chinees
19de eeuw
porselein, wit, rood, blauw, groen en grijs geglazuurd, hoogte 29 cm
Ronde, bolle vaas met standring, lange, smalle hals met licht uitbuigende rand bovenaan. Met voorstellingen van drie personages, een berglandschap; versierd met bloemen, pauwen en bladmotieven.
Foto: ensemble Z004171 (2001).
30. Porselein, vaas
met Japanse tekens
Japans
19de eeuw
porselein, rood, geel, grijs, wit en goud geglazuurd, hoogte 60 cm
Hoge, conische vaas met inbuigende hals met bredere rand bovenaan; versierd met figuren van Japanse edelen; versiering met opgelegde punten.
Herkomst: schenking bij testament in 1938 door Mevrouw E. Leroux-Van Spilbeeck (AAT, Brief van 24.11.1938).
Foto: ensemble ene zijde Z004183 (2001), andere zijde Z004184 (2001).
31. Porselein, bord (1 van 2)
19de-20ste eeuw
porselein, blauw geglazuurd, diameter 26,5 cm
Ondiep bord met schuine, gebogen boord; versierd met bloemen en landschapjes, in het plat een vogel in een boom.
Foto: ensemble Z004172 (2001).
CULTUSOBJECT
32. Ampullen (2)
merken: Antwerpen, gekroonde decanaatsletter Q (1742-1743) en meesterteken: bij
Jan Baptist Cassé (°1712-+1777)
1742-1743, Lodewijk XIV-stijl
zilver, hoogte 19 cm
Balustervormig, met acht, afwisselend gebogen en rechte zijden voor voet, stam, recipiënt en deksel. De rechte zijden zijn versierd met schubben, schijven, punten en lijnen; de gebogen zijde van het deksel is alleen versierd met lijnen in schelpvorm. De recipiënt heeft bovenaan een ver uitstekende, hoekige giettuit en een volutevormig handvat, in het midden is er rondom een profilering en versiering met ruitvormige motieven. De deksels zijn getopt met een kleine vaas. Verder dragen de ampullen respectievelijk een letter A van aqua en een vogel; of anderzijds een V van vinum en een klauwende leeuw.
Opschrift onder op de voetrand FR. M. DE FOURMESTREAULX PASTOR IN NISPEN & ESSCHEN. Norbertijn Marc de Fourmestraux werd geboren te Antwerpen in 1683; priester gewijd te Tongerlo in 1701; 1715 vicarius te Roosendaal; 1727 rector te Nieuwmoer; pastoor in Essen en Nispen (1740-1763); overleed op 17 november 1763 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 17.021).
Jan Baptist Cassé werd te Brussel geboren in 1712 en stierf te Antwerpen in 1777 (L. DE REN, 1997, p. 281).
Tentoonstelling: 1963 Deurne, nr. 210.
Foto: ensemble A93662 (1945), Z004113 (2002); detail: merken meesterteken en decanale letter X000717 (2004).
33. Ampullen (1 van 2)
met Hollandse merken (1814-1831) en meesterteken: ruit met V
meester met letter V
1814-1831
zilver, hoogte 13,5 cm
Eenvoudige kan op ronde voet en stam, uitgroeiende recipiënt met brede, gelengde, snavelvormige tuit en aangepast, gebogen deksel; bovenaan en op de voetrand is er een sierband. Slechts één ampul is nog aanwezig.
Foto: ensemble A93661 (1945).
34. Ampullen
1ste helft 20ste eeuw
metaal
Ronde, geprofileerde voet; ronde recipiënt met gegaveerd kruisje; verbredende hals met snavelgeut. S-vormig handvat. Deze ampullen behoorden vroeger tot het bezit van de abdij.
Foto: ensemble A93660 (1945).
35. Ampullenschaal
Antwerpen
2de helft 17de eeuw
gedreven zilver, lengte 38,5 cm, breedte 27,5 cm
Ovale schotel; brede, vlakke boord versierd met wijnranken en korenaren, waartussen engeltjes. Met gegraveerde inscriptie achteraan: LDL, mogelijk de initialen van Lambertus De Leeuw (°’s Hertogenbosch 1616-+Retie 1689), deed de eeuwige professie in 1636, 1642 currator en novicemeester, supprior in 1648, prior in 1658, pastoor te Retie van 1663 tot zijn overlijden in 1689 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 16.122).
Tentoonstelling: 1963 Deurne, nr. 206.
Foto: ensemble A93663 (1945), Z004116 (2002).
36. Chrismatorium
16de eeuw
zilver
Cilindervormige bus, onder, midden en boven versierd met ringen; puntig deksel, rand versierd met kantelen.
Dit chrismatorium behoorde vroeger tot het bezit van de abdij.
Foto: ensemble A93664 (1945).
37. Ciborie
met voorstellingen: Christus, Norbert van Prémontré, Evermodus van Ratzeburg, O.-L.-Vrouw, Isfried van Ratzeburg, Augustinus van Hippo
met Belgische merken (1831-1868) en meesterteken vierkant met letter S en erboven pijl naar rechts
meester met de letter S en pijl
gedateerd 1862
zilver, hoogte 37 cm
Voet in de vorm van een geprofileerde zespas, op de versmallende, gebogen vlakken voorstellingen van Christus, Norbert van Prémontré, Evermodus van Ratzeburg, O.-L.-Vrouw, Isfried van Ratzeburg, Augustinus van Hippo; zeszijdige stam met platgedrukte greep versierd met zes ruiten; ronde, bolvormige cuppa met devotieopschrift en siercuppa met neogotische bladdecoratie; laag, rond deksel bekroond met zeszijdig lantaarntje met kruis, versiering met passiewerktuigen.
In de voet gedateerd opdrachtopschrift van superior Evermodus Backx: ME FIERI FECIT REV ADM DNS E BACKX SUPERIOR ABBATIAE TONGERLOENSIS Ao 1862.
Evermodus Backx (1805-1867), gekleed in 1835, onderpastoor te Broechem, in 1839 tot superior gekozen van de jonge gemeenschap die zich in het Kasteel van Bossenstein had gevestigd. Kort daarop trekt hij terug in te Tongerlo, nadat in december 1839 de gebouwen terug waren gekocht. In 1847 begon men aan de bouw van de zuidelijke vleugel, de refter en de bibliotheek; in 1852 legde de nuntius Gonella de eerste steen van de neogotische kerk. Hij wordt wel eens de tweede stichter van Tongerlo genoemd (biografie zie deel I, p. 43-45; L.C. VAN DYCK, 1981).
De H. Evermodus was bisschop van Ratzeburg (1145); een van de eerste volgelingen van Norbert (1120), proost in het klooster te Maagdenburg in 1138. Als bisschop organiseerde hij zijn bisdom en begon met de bouw van de domkerk te Ratzeburg omstreeks 1173. Hij overleed in 1178 (zie deel 1, p. 69, nr. 9; H. JANSSENS 1999, p. 95).
Biografie: Norbert zie deel 1, p. 68, nr. 8; Isfried van Ratzeburg zie deel 1, p. 122, nr. 67.
Bibliografie: TARCIES MORJAEN 1994 (2), p. 36-39.
Foto: ensemble X001348 (2005).
38. Ciborie
op voet medaillons met voorstellingen Jezus aan het kruis, HH. Norbert van Prémontré, Milo van Terwaan en Herman-Jozef van Steinfeld
1898
zilver en verguld zilver, hoogte 25,5 cm
Ronde, vlakke voet; cilindervormige stam met grote, platgedrukte, bolvornige greep; conische cuppa; eenvoudig, licht gebogen deksel bekroond met benedictuskruis.
Inschrift in de voet: FAMILIA SUA CLARISSIMO MILONI BERTRAM ORD PRAEM IN DIE PRIMILIARUM 18 APRILIS MDCCCXCVIII. Geschonken door de familie van Milo Bertram bij gelegenheid van zijn eerste H. Mis op 18 april 1898. Milo Bertram (°Lüftelberg 1871 -+ Basel 1933) werd novice in 1892, priester in 1898; kunstschilder in de abdij; werd in 1915 als ongewenste Duitser uitgewezen. Wilde tevergeefs in Zwitserland de norbertijnenabdij van Bellelay heroprichten. Hij bekleedde in dat land verscheidene pastoorsplaatsen; aanvankelijk was hij er als aalmoezenier en leraar actief. Stelde zijn schilderstalent ten dienste van de abdij van Tongerlo. Deze schoonheidsminnende man was een bloedverwant van orgelbouwer Johan Klais senior ( AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 18.133; zie ook deel I, p.79).
Milo van Terwaan werd geboren omstreeks 1080; hij kreeg zijn opleiding vermoedelijk aan een kapittelschool en werd pastoor. Hij was de stichter van verscheidene gemeenschappen van reguliere kanunniken. In 1131 werd hij in tegenwoordigheid van paus Innocentius II tot bisschop gewijd. Hij stierf in 1158 (H. JANSSENS, 1999, p. 104-105).
Herman-Jozef van Steinfeld werd geboren omstreeks 1160; hij trad binnen in de abdij van Steinfeld; werd er refectorist en sacrist. Zijn levenswijze werd gekenmerkt door ascetische gestrengheid; hij had een grote devotie voor Maria. Hij stierf in 1241 (zie deel 1, p. 70, nr. 9; H. JANSSENS, 1999, p. 99-100).
Foto: ensemble Z004108 (2002).
39. Ciborie
merken: ruit met lopend dier en letters D FRS, mannenhoofd
meester met letters D FRS en lopend dier
einde 19de-begin 20ste eeuw, neogotisch
verguld zilver, parels en email, hoogte 21,2 cm
Cirkelvormige voet, balusterstam en halfbolle kuip. Versierd met ruiten, palmetten, bandwerk, driepassen, bloemmotieven met sierstenen.
Schenkingsopschrift op de voetrand: RDO DNO SULPITIO MACKEN CAN TONGERLSI QUI SACRA LIBANDO PER CARIS MEIS PARENTIBUS ANNIS XX SANCTO FUIT SOLATIO JOANNA COMITSA DE MERODE. Geschonken door gravin Jeanne de Merode Westerlo aan E.H. Sulpitius Macken kanunnik van de abdij van Tongerlo, die gedurende twintig jaren de religieuze diensten opdroeg en aldus een troost was voor de dierbare ouders van de gravin.
Sulpitius Macken (°1833-+1907) was geboren in Diest; hij trad binnen in 1858, werd priester in 1864 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 18.055; biografie zie deel I, p. 110, nr. 52).
Gravin Jeanne de Merode Westerlo (°1853-+1944) was een grote weldoenster voor Westerlo. Zij woonde in Westerlo in het neogotische kasteel dat in haar opdracht werd gebouwd door architect Pieter Langerock (°1859-+1923). De architect liet zich inspireren door de architectuur van Rombout Keldermans in de abdij van Tongerlo (R. VERREZEN, 1983).
Foto: ensemble zonder deksel Z004112 (2002); detail: merk meesterteken X000719 (2004).
40. Ciborie
op voet Christus met kelk en H. Johannes; op greep H.Hart van Jezus en H. Margaretha Maria Alacocque, wapenschild en devies OPERE ET VERITATE van Jan Van Cauwenbergh
wapenschilden van de Stad Lier en de Sint-Gummaruskerk te Lier
Petrus Bertels en zonen
1944
gehamerd edelmetaal en ivoor, hoogte 28,5 cm
Ronde, conische voet met platte voetrand; ronde, ivoren greep; cilindervormige cuppa; conisch deksel met brede, platte boord. De H. Margaretha Maria Alacoque (1647-1690) kreeg verschijningen van het H. Hart van Jezus.
De kelk werd in 1944 geschonken door de Stad Lier aan haar stadsgenoot Jan Van Cauwenbergh, hulpbisschop van Kardinaal Van Roey, bij gelegenheid van de vijfenzestigste verjaardag van de hulpbisschop (1879-1944).
Herkomst: tijdelijk bewaard in de parochie van het Onbevlekt Hart van Maria te Balen (Olmen-Stotert).
Foto: ensemble Z004106 (2002).
41. Hostieschaal
met voorstellingen: Wonderbare visvangst, Roeping van Petrus, Bruiloft te Cana en Vermenigvuldiging der broden en der vissen
Egino Weinert (°1920)
ca. 1966
zilver, email, diameter 23,3 cm
Ronde schaal met vlakke boord en gebogen plat. Voorstellingen in email op de boord.
Egino Weinert is een Duits kunstenaar geboren in Berlijn (Schöneberg). Als kloosterleerling trad hij in 1934 binnen bij de benedictijnen-missionarissen. Hij kreeg een opleiding als edelsmid tussen 1941 en 1944. In 1941 kwam hij tijdelijk in de gevangenis omdat hij te Wurzburg had geweigerd de Hitlergroet te brengen. In 1945 verloor hij zijn rechterhand bij de ontploffing van een projectiel. Het jaar daarop maakte hij ondanks zijn handicap een paxtafel. Vanaf 1947 mocht hij met instemming van abt Burkhard Urz een verdere opleiding volgen aan de kunstschool te Keulen. Hij was actief in de edelsmeedkunst, de schilderkunst en de beeldhouwkunst. In 1952 richt hij een studio voor religieuze kunst op in Duitsland, in 1963 een tweede in Spanje (Internetinfo).
Foto: ensemble M277902 (1991), Z004117 (2002), Z009621 (2004).
42. Kelk
met proefsteek in de voet
15de eeuw
zilver, hoogte 22,1 cm
Achtlobbige, geprofileerde voet versierd met cirkels en vierpassen, verder acht verjongende vlakken met kruisje, zonder versiering; achtzijdige stam met gegraveerde lijnversiering, platgedrukte knoop met lobben en ruiten versierd; onversierde cuppa met uitbuigende rand.
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 131; M.H. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 56; M.H. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo, 1973, p. 37.
Tentoonstelling: 1955 Antwerpen, nr. 2; 1961 Hilvarenbeek, nr.63.
Foto: ensemble B156752 (1955), B169470 (1957), Z004061 (2002).
43. Kelk
met voorstellingen op voet: Calvarie en Aanbidding van de herders
merken: Antwerpen, gekroonde E; twee proefsteken
met inscriptie: IA
Antwerpen
1615-1616
verguld zilver, hoogte 24 cm
Zeslobbige, geprofileerde voet met zes verjongende, gebogen vlakken waarin: Calvarie, Aanbidding van de herders en engelenkoppen; balustervormige stam met grotere, centrale knoop; versiering met bladornamenten, bandwerk, bloempjes en engelenkoppen; cuppa met uitbuigende rand; sierkelk met bladornamenten, bandwerk, bloempjes en engelenkoppen.
Foto: ensemble M277879 (1991), Z004069 (2002).
44. Kelk
voorstellingen op voet: O.-L.-Vrouw met Kind, H. Catharina van Alexandrië en H. Donatus van Munstereifel
ged. eigendomsinscriptie 1626
1626
zilver, hoogte 26,5 cm
Ronde, geprofileerde voet met gebogen, verjongende vlakken met gegraveerde voorstellingen in medaillons: O.-L.-Vrouw met Kind, H. Catharina van Alexandrië en H. Donatus van Munstereifel, met gegraveerde versiering; balustervormige stam met eivormige, met ringen versierde knoop; uitbuigende cuppa met sierkelk waarop acanthusbladeren.
In de voet gedateerde eigendomsinscriptie: ADRIAEN VANDER BLOCKERYEN 1626; met zijn wapenschild en devies: NIET SONDER GODT.
Foto: ensemble A93656 (1945), Z004062 (2002).
45. Kelk
op voet HH. Norbert van Prémontré, H. Norbert ontvangt de regel van Sint-Augustinus en H. Norbert
ontvangt het ordekleed van O.-L.-Vrouw
met inscriptie en wapenschild van prelaat Theodorus Verbraeken (1629-1644)
tussen 1629-1644; gerestaureerd in 1862
zilver, hoogte 31 cm
Ronde, geprofileerde en gewelfde voet; op de welving drie voorstellingen gescheiden door engelenkoppen; balustervormige stam met eivormige greep; uitgebogen cuppa met sierkelk waarop wapenschild en devies van prelaat Theodorus Verbraecken (1629-1644): AGENDO ET PATIENDO (biografie zie deel I, p. 37). Versiering met engelenkoppen, schelpen, bladornamenten en parels.
Met inscriptie: ME FIERI FECIT RDUS ADM AC AMPL DNUS T VERBRAEKEN CAENOB TONGERLOEN ABB XXXVII RESTAURARI AUTEM ET PENITUS RENOVARI RDUS ADM DNUS E BACKX EJUSD ABBATICE SUPERIOR Ao 1862. De kelk werd vervaardigd in opdracht van abt T. Verbraeken (1629-1644) van Tongerlo, hersteld en vernieuwd in 1862 in opdracht van superior Evermodus Backx (1840-1867).
Bibliografie: M.H. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 56.
Tentoonstelling: 1955 Deurne-Brussel, nr. 14.
Foto: ensemble A93655 (1945), Z004068 (2002); details: voorstelling H. Norbert X000721 (2004), H. Norbert ontvangt het ordekleed uit handen van O.-L.-Vrouw X000722 (2004), H. Norbert ontvangt de regel van Sint Augustinus X000723 (2004).
46. Kelk
voorstelling op voet: Calvarie
met wapenschild van Tousiour Leusne en wapenschild met devies van de abdij van Tongerlo.
merk: letter B en proefsteek
datering op voet: 1640
deels verguld zilver, hoogte 25,5 cm
Zeslobbige, geprofileerde voet met zes gebogen, versmallende vlakken; opschrift AEGIDIUS IUNIUS RELIGIOSUS TONGERLONSIS ET PASTO....; bovenaan de voet datering 1640, voorstelling van Calvarie, wapenschild van "TOUSIOUR LEUSNE", wapenschild en leuze VERITAS VINCIT van de abdij; diep geprofileerde stam met eivormige nodus; cuppa met licht uitbuigende rand.
Foto: ensemble A93658 (1945), Z004065 (2002).
47. Kelk
met voorstellingen: Calvarie, H. Norbert van Prémontré en H. Barbara
merken: Antwerpen, gekroonde decanaatsletter L en meesterteken: peer met twee blaadjes
meester met peer met twee blaadjes
Antwerpen
1643-1644
verguld zilver, hoogte 28,5 cm
Zeslobbige, gebombeerde en geprofileerde voet met voorstellingen van Calvarie, H. Norbert van Prémontré en H. Barbara; balustervormige stam met eivormige greep; cuppa met uitbuigende rand en sierkelk. Versiering met engelenkoppen, bladornamenten, vruchten, parels en schelpmotieven. Op sierkelk wapenschild van schenker Mattheus Van der Biest (°Duffel 1607-+1667), pastoor te Tongerlo (1639), te Kalmthout (1641) en proost van O.-L.-Vrouw Besloten Hof te Herentals (1645-1667) (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 16.076).
Bibliografie: M.H. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 56.
Tentoonstelling: 1955 Deurne-Brussel, nr. 16; 1971 Averbode, nr. 69; 1978 Grimbergen, nr. 317; 1995 Valkenswaard, nr. 55.
Foto: ensemble B156755 (1955), M66832 (1971), Z004067 (2002); detail: merken op de voetrand X000718 (2004).
48. Kelk
proefsteek
2de kwart 17de eeuw
verguld zilver, hoogte 26 cm
Zeslobbige, geprofileerde voet; balustervormige stam met eivormige greep; cuppa met uitbuigende rand. Onversierd.
Foto: ensemble M277875 (1991), Z004066 (2002).
49. Kelk
met merken: stadsmerk ’s Hertogenbosch, letter F, gekroonde Q en meesterteken PT
meester met initialen PT
midden 17de eeuw
zilver, hoogte 25,3 cm
Zeslobbige voet, balustervormige stam, cuppa met sierkelk. Versierd met engelenkoppen, bladornamenten, vruchten, palmetten, accolades, lijstwerk. Met proefsteek.
Foto: ensemble Z004082 (2001).
50. Kelk
merken: Antwerpen, meesterteken JJ HENNEKIN, jaarcijfer H
Joannes Josephus II Hennekin
1732-1733
zilver, hoogte 27
Bijna onversierde kelk met ronde, geprofileerde voet, balustervormige stam met peervormige greep, cuppa met schuine wand. Versieringen: op voet parellijst, op stam bladmotieven en parellijst. Voet met wapenschildmet wolf (?); geflankeerd door de letters D en B.
Joannes Josephus II Hennekin (°Antwerpen 1689-+Antwerpen 1758) kreeg zijn opleiding bij zijn vader Josephus I Hennekin (1643-1720); meester vermoedelijk in 1720; mededeken in 1721; deken in 1722. Werd na 1748 lid van de Meerse als koopman in brandewijn en siroop.
Foto: ensemble Z004081 (2001).
51. Kelk
op voetrand 3 niet-geïdentificeerde merken
2de kwart 18de eeuw
zilver, cuppa verguld, hoogte 27 cm
Ronde, gebogen voet met vlakke rand, versierd met accolades, bladornamenten, voorstellingen van Brandoffer, Toonbroden en Vijgeboom. Balustervormige stam, met vaasvormige greep, versierd met bladornamenten en bloemenlijsten. Licht uitbuigende cuppa, sierkelk met druivenranken en korenaren.
Foto: ensemble Z004083 (2001).
52. Kelk
1ste helft 18de eeuw
verguld zilver, hoogte 28 cm
Zeslobbige, geprofileerde voet; balustervormige stam met brede, platgedrukte greep; cuppa met uitgebogen rand en sierkelk. Decoratie met engelenkoppen, bladornamenten en fruit.
Foto: ensemble M277877 (1991), Z004070 (2002).
53. Kelk
merken op voetrand: Antwerpen, jaarcijfer 86 en meesterteken: verstrengelde letters VB
Jan Baptist I Verberckt (°1735-+1819)
Antwerpen
1786
verguld zilver, hoogte 27,5 cm
Ronde, geprofileerde, verjongende voet, straalsgewijs versierd met laurierbladeren, op de rand dubbele meander met roosjes; balustervormige stam versierd met parelsnoer, laurierbladeren en rankwerk; cuppa met uitbuigende rand, sierkelk met rankwerk en drie medaillons met Jezus aan het kruis en twee monniken.
De Antwerpse zilversmid Jan Baptist I Verberckt was aanvankelijk werkzaam in het atelier van zijn vader Michiel Verberckt. Hij volgde lessen aan de Antwerpse academie. Hij werd meester in 1771 en nam het atelier van zijn vader over in 1775. Hij was tevens professor aan de academie. Zijn zoon Jan Baptist II Verberckt nam zijn atelier over in 1811 (L. DE REN, 1997, p. 496).
Foto: ensemble A93654 (1945), Z004071 (2002); detail: merken X000720 (2004).
54. Kelk
einde 18de eeuw
tin, hoogte 24,2 cm
Ronde, geprofileerde voet; balustervormige stam versierd met ringen, greep bestaande uit twee tegen elkaar staande klokvormen; cuppa met vlakke bodem, rechte wand, licht uitbuigende rand.
Foto: ensemble Z004812 (2002).
55. Kelk
einde 18de eeuw
tin, hoogte 26 cm
Ronde, geprofileerde voet; balustervormige stam versierd met peervormige greep; cuppa met gebogen bodem, rechte wand.
Foto: ensemble Z004813 (2002).
56. Kelk
einde 18de eeuw
tin, hoogte 26 cm
Vierzijdige voet met rechte en gebogen rand, ingezonken en versmallend naar de stam toe; balustervormige stam met peervormige greep versierd met getorste lijnen; cuppa met schuine bodem, schuine wand en licht uitbuigende rand, versierd met drie evenwijdige lijnen.
Herkomst: verworven uit de collectie C. van Heijst uit Nijmegen.
Foto: ensemble Z004814 (2002).
57. Kelk
einde 18de eeuw
tin, hoogte 22,8 cm
Ronde, geprofileerde voet met ingezonken en versmallende vlakken naar de stam toe; ronde versmallende stam met ringvormige greep; cuppa met gebogen bodem en rechte wand.
Herkomst: verworven uit de collectie C. van Heijst uit Nijmegen.
Foto: ensemble Z004815 (2002).
58. Kelk
einde 18de eeuw
tin, hoogte 25,2 cm
Ronde, geprofileerde voet, verjongend naar de stam toe; stam versierd met ringen, greep bestaande uit twee tegen elkaar staande klokvormen; cuppa met gebogen bodem en rechte wand, evenwijdige sierlijnen op de cuppa.
Foto: ensemble Z004817 (2002).
59. Kelk
einde 18de eeuw
tin, hoogte 27,5 cm
Ronde, geprofileerde voet, verjongend naar de stam toe; lange, ronde stam met bolvormige geprofileerde knoop; cuppa met gebogen bodem en licht ingebogen wand.
Herkomst: bruikleen van Museum De Ghulden Roos te Roosendaal (inv. 2353).
Foto: ensemble Z004820 (2002).
60. Kelk
met engelmerk met inscriptie FI MATTHYS
Frans Josephus Matthys (°1755-+1798)
Antwerpen
4de kwart 18de eeuw
tin, hoogte 24,3 cm
Ronde, geprofileerde voet, tweemaal verzinkend en verjongend naar de stam toe; lange, ronde stam; cuppa met gebogen bodem en rechte wand.
In 1768 werd Frans Matthijs leerjongen bij de Antwerpse tinnegieter Jacobus Cockelet; hij werd meester- tinnegieter en loodgieter in 1785. Gommarus van Cuyck werd leerjongen bij hem in 1788. Frans Josephus Matthijs bleef vermeld tot in 1793 toen het ambacht werd opgeheven (catalogus Antwerpen 1979, p. 318).
Herkomst: bruikleen van Museum De Ghulden Roos te Roosendaal (inv. 2354).
Foto: ensemble Z004819 (2002); detail: merk Z008114 (2003).
61. Kelk
Hollandse merken (1814-1831) en meesterteken V met bloempje erboven
Jan Baptist II Verberckt (°1774)
1814-1831
verguld zilver, hoogte 25,5 cm
Ronde, geprofileerde en verjongende voet met vier hogere banden waartussen voorstellingen van De voetwassing, Calvarie, H. Carolus Borromeus brengt de communie aan de pestlijders; balustervormige stam met peervormige greep, versierd met lobben, acanthusbladeren; cuppa met uitbuigende rand, sierkelk met wolken, engelenkoppen en medaillons met de Drie Goddelijke Deugden.
Jan Baptist II was de zoon van zilversmid Jan Baptist I Verberckt. In Antwerpen nam hij in 1811 het atelier van zijn vader over. Hij had twee zonen die in zijn sporen zouden lopen: Jan Baptist III en Hypolite Michel (L. DE REN, 1997, p. 496).
Foto: ensemble A93657 (1945), Z004072 (2002); detail: merken X000724 (2004).
62. Kelk
merken: ovaal met gekroond kruisje en letter R; ruit met niet-geïdentificeerd merk
1ste helft 19de eeuw
zilver, cuppa verguld, hoogte 24,5 cm
Ronde, geprofileerde voet versierd met lijstwerk; balustervotmige stam met eivormige greep, versierd met lijstwerk; hoge, uitbuigende cuppa met opliggende sierband en lijstwerk. Merken op voet en op cuppa.
Foto: ensemble Z004087 (2001).
63. Kelk
voorstellingen op voet: Calvarie, Jezus in het graf en O.-L.-Vrouw Onbevlekt Ontvangenis
op voetrand: Belgische merken (1831-1868) en meesterteken V met gekruist bestek ?
in de voet: signatuur en datering: I.P.A. VERSCHUYLEN ME FECIT ANTVERPIAE 1857
Jan Pieter Antoon Verschuylen (°1801-+1865)
Antwerpen
1857
verguld zilver, hoogte 28,5 cm
Ronde, geprofileerde, verjongende voet, met drie opliggende sierbanden, waartussen de voorstellingen van Calvarie, Jezus in het graf en O.-L.-Vrouw Onbevlekt Ontvangenis, omringd door schubben, parels, bandwerk en schelpen; op de grillig uitgewerkte sierbanden: acanthusbladeren, druiven, maïskolven; peervormige greep versierd met schelpen, voluten en symbolen van de eucharistie; cuppa met uitgebogen rand, sierkelk met voorstellingen van HH. Anna met Maria, Jozef met Jezuskind en Georgius van Capadocië, decoratie met schelpen, bandwerk en symbolen van de eucharistie.
Twee inscripties verduidelijken de verdere geschiedenis van het cultusobject. De kelk werd gemaakt tot vrome gedachtenis van een oom langs moederszijde Josephus Peeters pastoor van de O.-L.-Vrouweparochie van Borgerhout: IN PIAM MEMORIAM DESIDERATISSIMI AVUNCULI SUI RD JOSEPHI PEETERS QUONDAM PAROCHIO ECCLESIAE BMV IN BORGERHOUT. In 1890 werd de kelk doorgegeven door de nieuwe eigenaar, priester Edmundus Dockx aan zijn broer Basilius: DILECTO FRATRI SUO FR BASILIO CAN ECCLESIAE TONGERLOENSIS EDMUNDUS DOCKX SAC DD 1890.
Jan Pieter Antoon Verschuylen was een Antwerps zilversmid. Hij volgde les aan de Antwerpse academie en kreeg een opleiding bij Charles Aulit en Joseph Lecocqmartin. Hij huwde in 1835 Regine Monteyremar (°1805-+1847). Hij was de leermeester van Lambert I Van Rijswijck. Vanaf 1821 betaalde hij een patentbelasting (L. DE REN, 1997, p. 497).
Basilius Dockx (°Turnhout 1846-+Tongerlo 1920) kreeg zijn priesterwijding in 1874; hetzelfde jaar trok hij naar de nieuwe stichting Crowle (Engeland), keerde terug in 1881, werd onderpastoor te Tongerlo, in 1882 cellier en provisor tot in 1910 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 18.077).
Foto: ensemble M277876 (1991), Z004073 (2002); detail: merken Janushoofd 2 en meesterteken X000725 (2004), voorstelling Jezus in het graf X000726 (2004), Anna en Maria X000727 (2004).
64. Kelk
op voetrand: Belgische merken (1831-1868) en meesterteken: ruit met letter B met hamer(?) erboven
meester met letter B met hamer(?) erboven
1831-1868
deels verguld zilver, hoogte 28 cm
Ronde, geprofileerde, verjongende voet; balustervormige stam; cuppa met uitbuigende rand en sierkelk. Versiering met bandwerk, acanthusbladeren, lobben en schijven; op de voet tussen het bandwerk voorstelling van de symbolen der Drie Goddelijke Deugden.
Foto: ensemble M277874 (1991), Z004074 (2002); detail: merken Janushoofd 2 en meesterteken X000728 (2004).
65. Kelk
Belgische merken (1831-1868) en meesterteken: letter W (?)
meester met letter W
op voetrand: gedateerd schenkingsinscriptie 1866
1866
deels verguld zilver, hoogte 26 cm
Ronde, geprofileerde voet, versierd met schelpornamenten, symbolen van de eucharistie, hoorns van de overvloed en bladornamenten; balustervormige stam met bladversiering; cuppa met uitgebogen rand, sierkelk met Jezusmonogram, Mariamonogram en de H. Harten van Jezus en Maria, versiering met bladornamenten en schelpen.
Met schenkingsinscriptie: OFFERT AU TRES REVERENT MICHEL VAN SPILBEECK D' ANVERS VICAIRE DE LA PAROISSE NOTRE DAME A VERVIERS POUR SON DEVOUMENT PENDANT LE CHOLERA DE 1866. LES PAROISSIENS RECONNAISSANTS. De kelk werd uit dankbaarheid geschonken aan onderpastoor Michiel Van Spilbeeck door de parochianen van de O.-L.-Vrouwparochie te Verviers, omwille van zijn toegewijde bijstand tijdens de cholera-epidemie in 1866 (biografie zie deel I, p. 107, nr. 49).
Foto: ensemble M277878 (1991), Z004075 (2002).
66. Kelk
niet geïdentificeerd merk
gedateerde schenkingsinscriptie 1869
1869
zilver, hoogte 24,4 cm
Zeslobbige, geprofileerde voet met drie medaillons: O.-L.-Vrouw, H. Jacobus de Meerdere en H. Stanislas Kostka, versiering met druivenranken, bladfriezen en parellijst; centrale greep van cilindervormige stam, versiering met druivenranken; conische cuppa met sierkelk, versiering met druivenranken en bladornamenten.
In de voet schenkingsinscriptie: GEDACHTENIS ONZER OUDERS J.M. ANTHONY & THA VERHOEVEN AAN PATER STANISLAS KOSTKA TER GELEGENHEID ZIJNER 1ste H. MISSE 1869
Foto: ensemble M277881 (1991), Z004078 (2002).
67. Kelk
met merken: mannenhoofd, vrouwenhoofd en meesterteken LG in ruit
meester met de initialen LG in een ruit
1897, neogotisch
zilver en email, hoogte 25 cm
Zeslobbige, geprofileerde voet, met zes medaillons voorstellend: HH. Augustinus van Hippo, Gummarus, Evermodus van Ratzeburg, Herman-Jozef van Steinfeld, Albertus van Leuven (?), Leopold III van Oostenrijk (?), gescheiden door draken. Zeslobbige stam met platte, ronde greep, met bladornamenten en opschriften SPES – CARITAS – FIDES. Schuine cuppa met sierkelk in filigraanwerk; medaillon met H. Adriaan van Hilvarenbeek.
Schenkingsopschrift van de Brabantse circarie aan novicemeester Adriaan Deckers 1872-1897: CIRCARIA BRABANTIA DD REV. DNO. ADRIANO DECKERS MAG. NOV. 1872-1897. Biografische gegevens prelaat Deckers (1899-1915) zie deel I, p. 47.
Adriaan Jansen (°Hilvarenbeek ca. 1528), norbertijn van de abdij van Middelburg (NL), pastoor te Aagtenkerk, later te Monster (1572); werd samen met zijn kapelaan Jacob Lacops gevangen genomen door de watergeuzen; nadien opgehangen te Den Briel in 1572 (H. JANSSENS 1999, p. 92). Zie ook nr. 179.
Foto: ensemble Z004085 (2001).
68. Kelk
gedateerd 1891
zilver, cuppa verguld, hoogte 21,5 cm
Ronde voet met geprofileerde rand; ronde stam met ronde platgedrukte knoop; schuine cuppa met sierkelk. Versierd met bloemen en lijnen.
Gedateerde schenkingsinscriptie in de voet: GESCHONKEN AAN DEN EERW. PIUS (EDMOND) MERTENS OP 8 JUNI 1891 DOOR ZIJNE BROEDERS EN ZUSTERS.
Edmundus M. (kloosternaam Pius) Mertens (°Oevel 1867-+Tongerlo 1945) trad in het klooster in 1886, priester gewijd in 1891. Werd onderpastoor te Vissenaken (1896), te Stelen (1901), co-adjutor te Spalbeek en onderpastoor te Roost-Kremwich (1904), pastoor te Spalbeek (1906). In 1934 keert hij terug naar de abdij (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 18.114).
Foto: ensemble Z004101 (2001).
69. Kelk
merken: schild met drie kruisjes, niet geïdentificeerd merk en gehaltemerk 800
gedateerd 1895, neogotisch
verguld zilver, email, hoogte 22,5 cm
Voet in de vorm van een zespas, met opengewerkte, geprofileerde rand, met zes vlakken waarop drie medaillons met voorstellingen van buste van Christus, buste van O.-L.-Vrouw en H. Jozef van Nazareth; met gestyleerd rankwerk. Ronde stam en zeslobbige knoop versierd met bladornamenten en druivenranken. Schuine cuppa, sierkelk met kruisbloemen.
Met schenkingsinscriptie: RDO. ADM. DOMO. FERDINANDO GEUKENS PASTORI IN EXEL DD.
Gedateerd door chronogram: CALIX SANGUINIS QUEM PASSUS EFFUDIT CRUCE JESUS (1895).
Foto: ensemble Z004100 (2001) detail: merken X000733 (2004).
70. Kelk
merken in de voet: BOURDON GAND, B met anker en gehaltemerk 800
Bourdon
Gent
gegraveerde datering 1896
zilver en email, hoogte 22 cm
Zeslobbige voet met geprofileerde rand, met zes medaillons voorstellend: Jezus aan het kruis, O.-L.-Vrouw en vier evangelisten. Met rankwerk. Zeszijdige stam versierd met venstertjes, platgedrukte knoop met zes edelstenen, versierd met druivenranken. Schuine cuppa met devotietekst, sierkelk met bladornamenten. Onder voetrand eigendpmsinscriptie: H.J. DE CLERCK.
Jozef Pieter Catharina (kloosternaam Hippoliet) De Clerck (°Herentals 1913-+Heist-op-den-Berg 1988) trad in het klooster in 1932, priester gewijd in 1938. Hij werd vicarius in 1942 te Itegem, in 1944 te Nieuwmoer, in 1956 te Manchester; pastoor te Manchester in 1976. 1978 in priorij te Storrington, 1981 terug te Tongerlo als hulp in de bibliotheek en het documentatiecentrum (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 19.247).
Foto: ensemble Z004092 (2001).
71. Kelk
Kruisje op de voet
19de
zilver, cuppa verguld, hoogte 22,5 cm
Onversierde kelk met geprofileerde, achtzijdige voet met vier gebogen en vier rechte randen; met eenvoudig ingegraveerd kruisje; balusterstam met achtlobbige greep; eenvoudige cuppa met uitbuigende rand.
Foto: ensemble M277880 (1991), Z004077 (2002).
72. Kelk
gedateerde schenkingsinscriptie 1901
1901, neogotisch
verguld zilver, hoogte 24 cm
Neogotische kelk versierd met traceerwerk, engelen, rozetten en bladornamenten. Voet in de vorm van een zespas, met verjongende vlakken; zeszijdige stam met greep; cuppa met sierkelk.
Gedateerde schenkingsinscriptie op voetrand: P SPREUX, A P CROMBE, LEONARDO H POLLET, SUO NEPOTI HUNC CALICEM DEDERUNT 27 JANUARII 1901. Familieleden schenken aan norbertijn Leonard Hendrik Pollet een kelk bij gelegenheid van zijn eerste misviering in 1901.
Leonard Henri Pollet (°1877-+1955) was herkomstig van Doornik, zoon van Léonard Pollet en Hernriette Spreux. Hij trad binnen in 1895, werd priester gewijd op 27 januari 1901. Hij voerde verscheidene pastorale opdrachten uit te Doornik, Allain en Vaulx. In 1933 werd hij proost van de zusters van de H. Franciscus te Willaupuis (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 18.151). Bij dezelfde aangelegenheid werd er ook een koorlezenaar aan de abdij geschonken door de familie Pollet (zie deel I, p. 190, nr. 203).
Foto: ensemble M277900 (1991), Z004084 (2002).
73. Kelk
op voet Taferelen uit het leven van de H. Norbert
merken:op cuppa meesterteken initialen CE in een rechthoek en niet geïdentificeerde merk (ovaal met hoofd en 2); op voetrand C ESSER en niet geïdentificeerd merk
Camille ESSER
1901, neogotisch
verguld zilver, hoogte 22 cm
Vlakke, zeslobbige voet met geprofileerde rand; met zes voostellingen: Taferelen uit het leven van de H. Norbert. Zeslobbige stam met platgedrukte greep, versierd met ruiten en bloemornamenten. Eenvoudige, schuine cuppa met onderaan sierkelk met kruisbloemen, lijstwerk en bladornamenten.
Schenkingsopschrift van Camille Esser op voetrand: CAMILLE ESSER WEERT DONO FEC CARISSIMO NOSTRO CHARSICIO ELIBERTO IN DIE PRIMILIARUM 30 JANUARI 1901.
Foto: ensemble Z004089 (2001).
74. Kelk
Lam met wimpel, symbolen van de Evangelisten
gedateerde inscriptie: 1904
1904, neogotisch
verguld zilver, hoogte 23 cm
Zeslobbige voet met platte opengewerkte rand, met voorstellingen op de zes oplopende vlakken: Lam met wimpel, symbolen van de vier evangelisten. Zeszijdige stam versierd met venstertraceerwerk; zeszijdige greep met uitstekende knopen. Schuine cuppa met devotie-opschrift. Onderaan sierband van kruisbloemen. Opschriften 1904 en 1943.
Behandeling: hersteld in 1943.
Foto: ensemble Z004088 (2001).
75. Kelk
op voet: HH. Ivo, Augustinus van Hippo, Norbert van Prémontré
twee merken op cuppa: lopend leeuwtje? en meesterteken CE
gesigneerd op voetrand CAMILLE ESSER WEERT FEC
Camille Esser (°1844-+1918)
Weert (NL)
gedateerde schenkingsinscriptie 1905, neogotisch
1905
zilver, hoogte 22,5 cm
Neogotische kelk met voet in de vorm van een zespas met spitse lobben, in de lobben medaillons met voorstellingen van H. Ivo, H. Augustinus van Hippo en H. Norbert van Prémontré, het wapenschild van de abdij van Tongerlo, van de Orde van Prémontré en prelaat Adrianus Dekkers (1899-1915), versiering met rankwerk, parelsnoeren en geprofileerde lijsten; zeszijdige stam met centrale greep, versierd met rankwerk, parelsnoeren en traceerwerk; conische cuppa met gegraveerd rankwerk, sierkelk met drielobben en druivenranken.
In de voet gedateerde schenkingsinscriptie aan prior Ivo Aertnijs bij het jubileum van zijn vijftig jaar priesterschap: V D IVONT AERTNIJS PRIORI IN MEMORIAM DECIMI IN SACRO SACERDOTIO COMPLETI LUSTRI 1905.
Ivo Aertnijs (°Roosendaal 1831-+Tongerlo 1914) was veertig jaar lang prior van de abdij van Tongerlo; hij stopte dit mandaat in 1909. Hij trad in op 19 november 1848, werd priester gewijd op 16 juni 1855 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 18.033; zie ook deel I, p. 110, nr. 53).
Camille Esser was de tweede zoon van Hubert Esser, de stichter van de Kunstwerkplaatsen Esser. Hij kreeg zijn opleiding als goudsmid in het atelier van zijn vader. In 1873 kreeg hij een erkenning als verkoper van gouden en zilveren kunstwerken. In 1892 volgde Camille zijn vader op en werd zijn meesterteken gebruikt in het atelier. Begin 20ste eeuw telde de Kunstwerkplaats 26 werknemers. Op 20 februari 1914 droeg Camille Esser de leiding over aan zijn zoon Henri (catalogus Sint-Truiden, 1990).
Foto: ensemble M277899 (1991), Z004079 (2002); detail: signatuur X000730 (2004).
76. Kelk
1907, neogotisch
verguld zilver, hoogte 22 cm
Zeslobbige voet met geprofileerde, opengewerkte rand, met zes medaillons waarin buste van O.-L.-Vrouw Onbevlekt Ontvangenis, H. Paulus van Tarsos, H. Renatus van Anger, H. Georgius van Capadocië, H. Marcella en H. Edwinus; versiering met druivenranken. Zeszijdige stam, versierd met venstertraceringen, platgedrukte ronde greep met bladornamenten en devotie-opschrift. Schuine cuppa met devotie-opschrift.; sierkelk met druivenranken.
Schenkingsopschrift op voetrand: IN DIE PRIMILIARUM FILII SUI JOSEPH PAULI BAUWENS PARENTES DONUM DEDERUNT 7 FEB. MDCCCCVII. De kelk werd geschonken aan Jozef Bauwens door zijn ouders bij gelegenheid van zijn priesterwijding in 1907 (biografie zie deel I, p. 79, nr. 18).
Foto: ensemble Z004090 (2001).
77. Kelk
gesigneerd en gedateerd J. JVNES FEC 1912
Jos Junes
1912 , neoromaans
verguld zilver, hoogte 19 cm
Ronde schuine voet met inscriptie op de rand: J. JVNES FEC. MCMXII SVMPTIBVS AEMILIAE AERTS AMITAE D. SERV. SAC. CAN. ECCL. B.N. DE TONGERLOO; versierd met dieren, maskers, parellijsten, bladmotieven, met Jezus aan het kruis tussen alpha en omega. Stam en greep versierd met druivenranken, engelen, parellijsten. Gebogen cuppa met tekstband en sierkelk met dieren en parellijsten. De kelk werd aan Servaas Aerts geschonken door zijn tante Aemilia Aerts bij gelegenheid van zijn priesterwijding.
Antoon (kloosternaam Servaas) Aerts (°Geel 1886-+ 1967) trad in het klooster in 1906, priester gewijd in 1912. Werd achtereenvolgens circator (1912), bibliothecaris (1914-1919), proprior (1914-1916), leraar theologie (1915-1916), novicemeester (1919), cellier en provisor (1921), broedermeester en vestiarius (1922), vicarius te Strombeek (1926), pastoor te Chermizy, Boucouville en Neuville (1927), deken te Beaurieu en pastoor te Sainte-Croix (1955) (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 19.030).
Jos Junes was een Antwerps edelsmid die actief was einde 19de eeuw en eerste kwart 20ste eeuw. Hij vervaardigde ook een staf in ivoor en metaal voor abt H. Lamy (zie deel I, nr. 115).
Foto: ensemble Z004093 (2001).
78. Kelk
gedateerd 1920
zilver, cuppa verguld, hoogte 23 cm
Ronde, geprofileerde voet met gedateerde schenkingsinscriptie: OPGEDRAGEN AAN DEN EERW. HEER FL. SCHILLEBEECKX TER GELEGENHEID ZIJNER EERSTE PLECHTIGE MIS DOOR L. SCHILLEBEECKX EN MME FL. CLAES 8-9-1920. Ronde stam met peervormige greep. Cuppa met uitbuigende rand. Versiering met korenaren, palmetten, eierlijsten, lopende motieven.
Foto: ensemble Z004104 (2001).
79. Kelk
voorstellingen op voet: chiro, alpha, omega; op greep: Lam Gods met wimpel
gesigneerd J C SPOORENBERG FECIT
J.C. Spoorenberg
gedateerd 1922
gehamerd, verguld zilver, hoogte 25,5 cm
Ronde, platte voet; conische stam met bovenaan ronde, platte, opengewerkte greep, versierd met ranken, parels en bladornamenten; bolvormige kuip met naar buiten gekrulde boord.
In de voet 1922 gedateerd schenkingsinscriptie van de ouders en bloedverwanten van Lucas Dehing bij ersier PARENTES & CONSANGUINEI 1922. Op voetplat votiefopschrift REDEMISTI NOS DOMINE IN SANGUINE TUO.
Lukas Dehing (°1897-+1949) was geboortig van Dessel; hij deed zijn intrede in 1916; werd piester gewijd in 1922. Aanvankelijk (1923) werd hij professor te Porrentuy (Zwitserland); in 1925 werd hij proost van de Katholieke Middenstand, in 1932 pastoor te Westerlo-Blauberg (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 19.080).
Foto: ensemble Z004107 (2002).
80. Kelk
merken: gehaltemerk voor goud en letter K
gedateerde schenkingsinscriptie 1924
1924, neogotisch
zilver, goud en diamant, hoogte 20,7 cm
Zeslobbige, vlakke voet met geprofileerde rand, met kruisje, met edelstenen; zeszijdige stam, zeszijdige greep met twee parellijsten, bovenaan zes vensterversieringen; schuine cuppa versierd met lijstwerk. In de voet schenkingsinscriptie: OPGEDRAGEN DOOR DE R.K. WERKLIEDENVEREENIGING TE ROOSENDAAL AAN HAREN BEMINDEN ADVISEUR DR. N. V. DREGT BIJ ZIJN 25 JARIG PRIESTERFEEST ROOSENDAAL 8 SEPT. 1924.
Nicolaus (kloosternaam Bonaventura) Van Dreght (°Haarlemmermeer 1873-+Tongerlo 1957) trad in het klooster in 1894, priester gewijd in 1899, studies te Rome aan de Gregoriana (1902 doctor philosophiae, 1906 doctor theologiae) . 1906 lector filosofie te Tongerlo, 1915 docent H. Schrift. Kapelaan te Roosendaal in 1916 met sociaal engagement; 1926 pastoor te Nieuwmoer. In 1937 keert hij terug naar de abdij; 1944 docnt theologie
(AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr 18.145).
Herkomst: Roosendaal.
Foto: ensemble Z004086 (2001).
81. Kelk
merken: meesterteken HN, gehaltetekens 950 en 800
gedateerd 20 XII 1924
meester met initialen HN
1924, neoromaans
zilver, sierstenen, hoogte 19 cm
Ronde voet met inscriptie op de rand: DILECTO FILIO NOSTRO ANDREAE LUDO HELLEMANS NEOPRESBYTERO IN MEMORIAM FILII NOSTRI FRANCISCI DEFTI TONGERLOAE 20 XII 1924. De kelk werd geschonken door de ouders van Andreas Lodewijk Hellemans bij gelegenheid van zijn priesterwijding in 1924 en tot gedachtenis van de overleden zoon Franciscus.
Stam met versierde knoop. Gebogen cuppa met medaillons met Jezus aan het kruis. Versiering met parellijsten, edelstenen, lopend rankwerk, bloemen, bloemenbanden,
Karel Lodewijk (kloosternaam André) Hellemans (°Hoboken 1897-+Geel 1980) trad binnen in 1919, priester in 1924. Was vicarius te Nieuwmoer (1925), te Tongerlo (1926), te Sint-Agatha-Berchem (1928), pastoor te Heultje-Westerlo (1953), rector van het ziekenhuis Maria-Boodschap te Niel (1964). Hij ging op rust in 1971 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr 19.110).
.
Foto: ensemble Z004094 (2001).
82. Kelk
China
gedateerd 17 october 1924
zilver, email, hoogte 16 cm
Zeslobbige voet met geprofileerde rand; met kruis, bloemen, korenaren. Ronde stam met platte, zeslobbige knoop. Schuine cuppa met ruime sierkelk, met druivenranken en medaillons met voorstellingen Duif, Lam Gods en Offertafel. Met schenkingsinscriptie in de voet van A.F. Van Reeth aan zijn broer Emiel: ORPHELINAT DE TOU SE WEI ZIKA WEI CHINE. A.F. VAN REETH AAN MIJN BROEDER EMIEL IN ’T KLOOSTER DER PREMONSTRATENZERS FR. JUSTINUS SHANGHAI DEN 17 OCTOBER 1924. A.F. Van Reeth was werkzaam aan de spoorweg in China, hij chonk een kelk aan zijn broer Emiel bij gelegengeid van zijn priesterwijding.
Emiel M.J. (kloosternaam Justinus) Van Reeth (°Boom 1899-+Leuven 1891) trad in het klooster in 1918, priester gewijd in 1924. Werd succentor in 1924, directeur van de Sint-Norbertusdrukkerij in 1926, supprior in 1950, prior en vestiarius van 1955 tot 1966 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 19.097).
Foto: ensemble Z004102 (2001).
83. Kelk
gesigneerd in de voet: A.H. HAAN FECIT ANTVERPIAE
Aloïs Hubertus Haan
Antwerpen
gedateerd 1929, art deco
zilver, hoogte 18,5 cm
Brede, ronde voet; ronde stam met ronde platte knoop, gebogen cuppa. Het edelmetaal werd gehamerd: de kelk is verder onversierd.
Schenkingsinscriptie in de voet: FAMILIA OBTULIT FRATRI MAURITIO VAN TOL CRP IN PRIMITIIS 10 SEPTEMBRIS A D 1929. Schenking van de familie Van Tol aan Maurits Van Tol bij gelegenheid van zijn priesterwijding.
Korneel H.M. (kloosternaam Maurits) Van Tol (°Amsterdam 1900-+Eindhoven 1969) trad in het klooster in 1923, priester gewijd in 1926; was orgelist. 1930-1960 missionaris te Uélé (Congo). 1960 assistent te Den Helder, 1961 vicarius te Roosendaal. 1963-1964 terug naar de missie te Buta (Congo). 1965 vicarius te Breda H. Theresia, 1965 rector te Aalst (Noord-Brabant) (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 19.136).
Foto: ensemble Z004099 (2001).
84. Kelk
gesigneerd H HAAN FECIT ANTVERPIAE
Aloïs Hubertus Haan
Antwerpen
gedateerd 1932, art deco
deels verguld zilver, hoogte 19,5 cm
,
Ronde, licht gehoogde voet met schuine rand waarop votiefopschrift COMMITTO TIBI SACERDOTI SANGUINEM SALUTIFERUM; met gesyleerde landkaarten tussen golvende decoratie van de paradijsstromen, ook op de ronde stam; platte knoop versierd met diamantkoppen en opschrift CIBA. Schuin lopende cuppa.
Schenkingsinscriptie in de voet: TIBI SVMMAE TRINITATI IN DIE S. ORDINATIONIS FILII NOSTRI ET FRATRIS GUMMARI VAN DEN BROECK ABBATIAE TONGERLOENSIS CANONICI PRIDIE NONAS SEPTEMBRIS 1932. Schenkingsopschrift van de ouders en de broer van Gummarus Van den Broeck bij gelegenheid van zijn priesterwijding in 1932.
Jozef E.K. (kloosternaam Gummarus) Van den Broeck (°Lier 1908-+Rome 1982) trad binnen in 1926, priester gewijd in 1932; studies te Rome (doctor in kerkelijk recht). In Tongerlo werd hij circator, geprofestenmeester en succentor (1937), novicemeester (1939), tussen 1937-1941 leraar kerkelijk recht, gewijde rede en H. Schrift, 1945 prior en vestiarius. 1949 overste van S. Bernard de Lacolle. Nadien verscheidene functies: Visitator Apost. Congreg. Religiosarum, Moderator delegatus (Canada), Membrum commisionis (consilievoorbereiding), Procurator Generalis Ordinis(1962), 1953-1966 Membrum et secretarius et consultor S. Congregationis de Religiosis (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 19.175).
Foto: ensemble Z004098 (2001).
85. Kelk
gedateerd 1932
deels verguld zilver, hoogte 20 cm
Ronde, platte voet met geprofileerde rand, met medaillons met voorstellingen bustes van acht apostelen. Ronde stam met ronde platte knoop met votiefopschrift. Brede, gebogen cuppa met medaillons met bustes van vier apostelen. Onder in de voet gedateerde schenkingsinscriptie: DONO DEDIT MAGDALENA ET JOSEPH MARX.
Foto: ensemble Z004105 (2001).
86. Kelk
merken: stadsmerk Londen, gotische letter R en B&WL
meester (atelier) met initialen R&WL
gedateerd 1932, neogotisch
zilver, sierstenen, hoogte 20,2 cm
Zeslobbige voet met geprofileerde rand, versierd met parels, bladornamenten en gestyleerde bloemen in vierpassen. Ronde stam met platgedrukte greep, versierd met druivenranken en parels, opschriften. Schuine cuppa met sierkelk met bloemen en accolades.
Gedateerde schenkingsopschrift vanwege zijn ouders onder in de voetrand: PRESENTED TO REV. OSWALD LYONS C.R.P. ON HIS ORDINATION SEPTEMBER 4 1932 BY HIS FATHER & MOTHER.
Ernest (kloosternaam Oswald) Lyons (°Manchester 1908-+ 1977) trad in het klooster in 1926, priester gewijd in 1932, 1933 in de priorij van Kilnacrott, 1934 leraar in de abdij van Leffe, 1937 medewerker in Stainforth, 1940 vicarius te Koekelberg, 1941 vicarius in Villers-aux-Tours-Anthisnes en aalmozenier in ’t leger, 1947-1948 vicarius te Cambridge. Treed uit in 1958 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr 19.172).
Foto: ensemble Z004091 (2001).
87. Kelk
merken: JACQUES, BRUXELLES, gehaltemerk 800
dateringen 25-X-1944, 21-X-1977 en 12-VIII-1945
Jacques (frères)
1944
zilver, hoogte 17 cm
Platte ronde voet met rechte rand, verjongend naar de stam; vooraan vis en mand met broden. Ronde, platgedrukte knoop met druivenranken. Gebogen cuppa.
Foto: ensemble Z004097 (2001).
88. Kelk
op voet buste van Man van Smarten
gedateerd 1948
gehamerd zilver, hoogte 16 cm
Ronde, verjongende voet met voorstelling buste van Man van Smarten; opschrift POPULE MEUS QUID FECI TIBI. Ronde greep met druivenranken. Gebogen cuppa.
Gedateerde schenkingsinscriptie in de voet: AANGEBODEN DOOR DE FAMILIE PEETERS-DE NEF TER GELEGENHEID MIJNER H. PRIESTERWIJDING 1948.
Foto: ensemble Z004103 (2001).
89. Kelk
ca. 1940-1960
edelmetaal, vergulde cuppa, hoogte 16,5 cm
Ronde, conische voet; vierkante stam met kubusvormige knoop, versierd met gevlochten bandwerk; ronde, conische cuppa, licht gehamerd.
Kruis en opschift op de voet: UW WIL GESCHIEDE.
Foto: ensemble Z004110 (2002).
90. Kelk
merken: meesterteken DN met kelk; gehaltemerk A 950 (?)
gesigneerd en gedateerd op voetrand: E. DENAYER FECIT ANTVERPIAE 1954
E. Denayer
1954, neoromaans
zilver, sierstenen, hoogte 20 cm
Ronde voet versierd met wijnranken, kruis en votieftekst; wapenschild Prémontré; gouden kruisje. Greep met parellijsten, Pelikaan voedt zijn jongen, Arend…. Gebogen cuppa met inscriptie en met druivenranken. In de voet schenkingsinscriptie van de ouders van Boudewijn Luc Dierckx: OP 22 OOGST VAN HET JAAR DES HEREN 1954 WERD FRATER BOUDEWIJN LUC DIERCKX PRAEMONSTRATENZER TOT PRIESTER GEWIJD. DOOR DE OUDERS GESCHONKEN.
Lukas (kloosternaam Boudewijn) Dierckx (°Antwerpen 1927-+Tongerlo 2000) trad in het klooster in 1948, priester in 1954. Verbleef te Storrington (1955, 1960), was vicarius te Manchester. In 1962 terug te Tongerlo: socius van de novicemeester en secretaris van het Eerherstellend Priesterwerk Fatima, 1964 medewerker van de canonie van Leffe, 1965 aalmoezenier van de Bouworde in Wallonië, 1968 godsdienstleraar in het atheneum in Turnhout, 1969 secretaris van de abt, 1971 vicarius te Oevel, 1983 pastoraal medewerker te Beauraing (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 19.411).
Foto: ensemble Z004095 (2001).
91. Kelk
met Genadestoel, O.-L.-Vrouw met Kind, Boodschap aan Maria
gedateerd 8 mei 1955
zilver, ivoor, cuppa verguld, hoogte 17 cm
Ronde voet met zes verjongende vlakken en voorstellingen; met devotie-opschrift. Zeszijdige knoop met twaalf vlakken. Gebogen cuppa. Onder de voetrand schenkingsinscriptie: AAN E.P. RUDOLF STRUYF VANWEGE SINT STEPHANUSPAROCHIE 8 MEI 1955.
Karel (kloosternaam Rudolf) Struyf (°Sint-Gilles 1931) trad binnen in 1948, priester gewijd in 1955. Vertrok als missionaris naar het apostolisch vicariaat van Buta in Congo (1955-1961). 1962 student te Parijs. 1967 gehuwd (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 19.408).
.
Foto: ensemble Z004096 (2001).
92. Kelk
voorstellingen op voet: Emmaüsgangers, Calvarie en Boodschap van de aartsengel Gabriël aan Maria
gesigneerd: WEINERT KEULEN
Egino Weinert, van Keulen (°1920)
Keulen
gedateerd 1966
zilver, email, hoogte 18,5 cm
Verjongende voet en stam, met ge-encloisoneerde voorstellingen. Korte greep met vier edelstenen. Uitbuigende cuppa zonder versiering
Gedateerde eigendomsinscriptie: P. MATTHIAS MISCHE O. PRAEM. 24.7 AD 1966.
Mathias Mische (kloosternaam Norbert) werd geboren te Wichenau (D) op 19 augustus 1940. De inkleding gebeurde in de abdij van Leffe op 8 december 1959; in 1963 kwam hij over naar de abdij van Tongerlo; hij werd priester gewijd op 29 juli 1966. Hij studeerde aan de universiteit van Trier en werd licentiaat in de liturgische wetenschappen in het jaar 1968. Tijdens de periode 1971-1986 was hij pastor te Neugraben bij Hamburg. In 1990 vertrok hij naar Zaïre als medewerker in de norbertijnenpriorij van Kinshasa (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 19.528).
Zie ook pateen nr. 105.
Foto: ensemble met pateen M277902 (1991), kelk Z004080 (2002), zijde met Calvarie Z009617 (2004), zijde met Emmausgangers Z009619 (2004), zijde met Boodschap aan Maria Z009620 (2004), pateen Z009621 (2004).
93. Kelk
met wapenschild van schenker paus Paulus VI (1963-1978)
gesigneerd in de voet: SC B ANGELICO, met vis en rozet
B. Angelico
ca. 1965
metaal, sierstenen, cuppa verguld, hoogte 17,4 cm
Ronde, gehamerde, gebogen, conische voet; ronde, eenvoudige, gebogen, conische cuppa.
Opschrift op de voetrand: HIC EST ENIM CALIX SANGUINIS MEI. Wapenschild in de voet.
De kelk werd door paus Paulus VI geschonken aan Mgr. Noots, abt-generaal van de orde der norbertijnen.
Foto: ensemble Z004111 (2002).
94. Kruisbeeld
op voetstuk met Jezus in het graf
gesigneerd MVB
meester met initialen MVB
midden 17de eeuw
hout, schildpadschub en zilver, hoogte 145 cm
Aan het kruis hangt de naakte Christus met lendendoek, armen in V-vorm, hoofd met baard en snor neerneigend op de rechterschouder, rechtervoet op linkervoet, ogen en mond gesloten. Op de hoeken van het kruis zilveren versieringen met bladornamenten en schelpen. Rechthoekig, geprofileerd voetstuk op acht platte pootjes. In het voetstuk zilveren beeldje van Jezus in het graf. Versiering met voluten en obelisken.
Bibliografie: M.H. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 58.
Tentoonstelling: 1948 Antwerpen, nr. 559; 1955 Deurne-Brussel, nr. 152.
Foto: ensemble B97091 (1945), N15302 (1991); detail: corpus van Jezus M277786 (1991), met doornenkroon B97092 (1945), Jezus in het graf M277785 (1991).
95. Kruisbeeld, in een omlijsting
17de eeuw
ivoor en hout, hoogte 68 cm
Atletische, naakte Christus met lendendoek opgehouden met een touw, de armen schuin, de voeten naast elkaar. Het hoofd met baard, snor en lang haar, neigt naar zijn linkerschouder; het is opwaarts gericht, met geopende mond en in de hoogte starende ogen.
De figuur hangt aan een kruis met geprofileerde randen; bovenaan de kruistitel; onder het kruis hangt een wijwatervaatje. Het geheel is opgesteld in een geprofileerde, achtzijdige omlijsting.
Herkomst: uit de pastorie van Attenrode (AAT Sectie D).
Foto: ensemble M277820 (1991).
96. Kruisbeeld, Altaar-
2de helft 19de eeuw, Lodewijk XIV-stijl
witgeschilderd en verguld hout, hoogte 86,5 cm
Atletische, naakte Christus met lendendoek, opgehouden met een touw. De armen hangen gespreid, de voeten zijn op elkaar geplaatst. Het hoofd met doornenkroon, baard, snor en lang haar neigt neerwaarts naar zijn rechterschouder.
Eenvoudig kruis eindigend op drielobben. Vierzijdig, verjongend voetstuk op bol-en-klauwpoten, met uitstekende rechte hoeken, versierd met voluten, laurierslingers en bladornamenten.
Foto: ensemble Z004789 (2002).
97. Kruisbeeld, Altaar-
2de helft 19de eeuw
verzilverd metaal, hoogte 103 cm
Naakte Christus met gespreide armen, met lendendoek, met de voeten naast elkaar. Het hoofd, met baard en snor, is omhoog gericht. Kruis met geprofileerde rand, staande op een wereldbol met slang, op de hoeken bladversiering, stralen in de vier oksels, in top de kruistitel. Onderaan een driezijdig voetstuk op drie bollen, medaillons met buste van Christus, versiering met knorren, acanthusbladeren, parellijsten en vogels.
Foto: ensemble M277829 (1991).
98. Kruisbeeld
in een omlijsting
19de eeuw
palmhout, hoogte 44 cm
Naakte atletische Christus, met doornenkroon en lendendoek, opgehouden met een dubbel touw en geknoopt op de linkerheup; de armen in V-vorm; het hoofd met lang haar, baard en snor neigt tegen de linkerbovenarm; de mond is geopend en de ogen omhoog gericht; de rechtervoet geplaatst op de linker.
Het hout van het corpus is gespleten op de borst.
Vernieuwd kruis en vernieuwde omlijsting met fluwelen bekleding.
Herkomst: vermoedelijk uit nalatenschap H. De Ceuster (AAT D/ 27, doos 188, nr. 7).
Foto: ensemble M277815 (1991).
99. Kruisbeeld
19de eeuw
hout, hoogte 119 cm
Naakte Christus met lendendoek, opgehouden met een dubbel touw en rechts geknoopt; de armen in V-vorm; hoofd met baard, snor, lang haar en gesloten ogen, neigend tegen zijn rechterschouder; de rechtervoet op de linker geplaatst.
Vernieuwd, eenvoudig kruis.
Foto: ensemble M277922 (1991).
100. Kruisbeeld
einde 19de-begin 20ste eeuw, neogotisch
messing, hoogte 36 cm
Eenvoudige, half-ronde voet rustend op drie pootjes, verjongend, versierd met drie banden; kruis met kruisbloemen op de hoeken, kruistitel; eenvoudige Christus met gespreide armen, lendendoek, doornenkroon, voeten naast elkaar.
Foto: ensemble A93670 (1945).
101. Kruisbeeld
door Kamiel Colruyt (°1908-+1973)
1952
koper en brons, hoogte 120 cm
Solide kruisbeeld. Christus hangt aan het kruis met bijna horizontale armen, de voeten naast elkaar. Zie ook kandelaars nr. 517.
Kamiel Colruyt (°Lembeek/Halle 1908-+Halle 1973) was beeldhouwer en goudsmid. Kreeg zijn opleiding bij edelsmid Henri Holemans en aan de academie te Brussel, leerling van Victor Rousseau. Debuteerde met religieus werk en borstbeelden. Meester in het zilver- en koperplaatdrijven; in de Franse middeleeuwse edelsmeedkunst vond hij zijn inspiratie. Na de verwoesting tijdens de Tweede Wereldoorlog gaf hij een nieuw interieur aan de Sint-Trudokerk te Meerhout (P. PIRON 1999-2000, p. 231).
Herkomst: geschonken door de familie Morel (AAT D 15, 88/10).
Foto: ensemble X001425 (2005).
102. Kruisbeeld, boven het hoofdaltaar
tegels met scènes uit het leven van Jezus
gesigneerd op verscheidene tegels: W
Egino Weinert (°1920)
1999
metaal en geglazuurde tegels, hoogte 66 cm
In een metalen omlijsting werden zestien tegels gerangschikt met scènes uit het leven van Jezus: vooraan Calvarie, Maaltijd met de Emmaüsgangers, Boodschap van de aartsengel Gabriël aan Maria, Jezus ontmoet de ongelovige apostel Thomas, Doop van Jezus door Johannes; achteraan Maria Magdalena wast de voeten van Jezus, Graflegging, Jezus in den Hof van Olijven, Jezus verschijnt aan Maria Magdalena, Jezus verschijnt aan de apostelen; op zijkanten Bruiloft te Cana, Opwekking van Lazarus, Vermenigvuldiging der broden en der vissen, Laat de kinderen tot mij komen. Vooraan de centrale voorstelling van de Calvarie met in metaal gegoten Jezus aan het kruis. De beperkte omvang van de scènes noopten tot een gebalde compositie en stijl.
Foto: ensemble, voorzijde X001406 (2005), achterzijde X001407 (2005); details: tegel met voorstelling Vermenigvuldiging der broden en der vissen X001408 (2005), Laat de kinderen tot mij komen X001409 (2005), Maria Magdalena wast de voeten van Jezus, met signatuur X001410 (2005), Jezus ontmoet de ongelovige apostel Thomas X001411 (2005), Jezus op de bruiloft te Cana, met signatuur X001412 (2005), Opwekking van Lazarus X001413 (2005).
103. Monstrans, Toren-
door Jozef Schaepmans, van Mechelen
1861, neogotisch
messing, hoogte 73 cm
Voet in vorm van zespas, verjongend bovenvlak met medaillons waarin Paaslam en symbolen van de vier evangelisten; zeszijdige stam met greep; torenvormig bovengedeelte, glazen cilinder met lunulla, beeldjes van HH. Norbert van Prémontré en Augustinus van Hippo onder baldakijntje. Architecturale, neogotische versiering met traceerwerk, pinakels, kruisbloemen, hogels, vierpassen, bladornamenten, leliemotieven.
Bibliografie: M.H. KOYEN, 1958, p. 113.
Foto: ensemble M277898 (1991).
104. Monstrans, Toren-
met Calvarie, HH. Rosalia, Nobert van Prémontré, Augustinus van Hippo en Johannes de evangelist, met musicerende engelen en God de Vader
gesigneerd en gedateerd: ESSER WEERT 1914 FEC
Camille (°1844-+1918) en Henri Esser (°1879-+1958)
Weert (NL)
1914, neogotisch
zilver, 160 diamanten, hoogte 92,5 cm
Brede voet met vier lobben voor en achter; medaillons met voorstellingen van Calvarie, HH. Rosalia, Norbert, Augustinus en Johannes de evangelist; achtzijdige stam met greep; lunulla met stralen en symbolen van de vier evangelisten, geplaatst onder baldakijn omringd met musicerende engelen en stralenkrans. Bovenaan neogotisch baldakijn met zetelende God de Vader met tiara en boek; bovenaan H. Geestduif en kruisje in top. Het wapen en devies van prelaat Deckers (1899-1915) is aanwezig samen met het wapenschild van de abdij.
Neogotische versiering met traceerwerk, steunberen, luchtbogen, zuiltjes, pinakels, spuwers, hogels, vierpassen, rozetten en bladornamenten.
De monstrans zou vervaardigd zijn uit de zilveren drinkbekers van een aantal confraters van de abdij.
In 1914 tekent Henri Esser de factuur af voor de levering van een monstrans aan de abdij; de factuur is gericht aan celier A. Noots; de monstrans weegt 4,900 kgr, is verguld en heeft 210 diamanten en paarlen, in goud gezet; kostprijs 7.000 fr. Volgens dit document werd de monstrans geschonken door de heer en mevrouw Moortgat van Westerlo; de edelstenen kwamen grotendeels uit het nalatenschap van juffrouw Emilie Biddeloo, door gift aan haar broer Michiel Biddeloo (AAT doos 200, nr. 127).
Henri Esser was de tweede zoon van Camille Esser. Hij kreeg een opleiding als zilversmid in de werkplaats van zijn vader. Op 20 februari 1914 werd de werkplaats officieel overgedragen aan Henri Esser; vanaf 13 maart kreeg Henri zijn eigen meesterteken. De Kunstwerkplaatsen Esser kenden een bloeiperiode tussen 1900 en 1930. Henri beëindigde zijn activiteiten op 22 april 1938; zijn meesterteken werd drie dagen later vernield; hij had geen familiale opvolger (catalogus Sint-Truiden, 1990).
Michiel Biddeloo (°Geel 1844-+Geel 1920) trad in het klooster in 1862. Hij werd succentor in 1865, circator in 1869, rector van de monialen te Neerpelt in 1871. In 1873 werd hij pastoor te Liesel-Stelen; in 1913 rector van de Annuntiaten te Geel (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 18.062).
Bibliografie: TARCIES, 1995/2, p. 55-56.
Foto: ensemble M277889 (1991), Z004125 (2002); detail: signatuur op voetrand X000731 (2004).
105. Pateen
met voorstellingen: Laatste Avondmaal
Egino Weinert, van Keulen (°1920)
Keulen
1966
zilver en email, diameter 18 cm
Ronde pateen met voorstellingen straalsgewijs op de rand.
Zie ook kelk nr. 92.
Foto: ensemble Z004118 (2002), ensemble met kelk M277901 (1991).
106. Processiekruis
op de hoeken: symbolen van de evangelisten
achterzijde met Passiewerktuigen
merken: Brussel (leeuw, masker), decanale letter K en meesterteken: gekroond klaverblad
meester met gekroond klaverblad
Brussel
gedateerd 1613
zilver, hoogte 78,5 cm
Kruis met drielobben op de hoeken, telkens getopt met bladornament en parel; met symbolen van de vier evangelisten: boven leeuw met boek (Marcus), links engel met boek (Mattheus), rechts os met boek (Lucas), onder arend met boek (Johannes). Het kruis rust op een platgedrukte sfeer, versierd met voluten, engelenkoppen, bladornamenten en vruchten. Naakte Christus met lendendoek, gespreide armen, hoofd op de rechterschouder, rechtervoet op linkervoet.
Achteraan: Passiewerktuigen, bladornamenten en wapenschild van besteller prelaat Adriaen Stalpaerts (1608-1629) (biografie zie deel I, p. 35-37).
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 131; A. JANSEN en C. VAN HERCK, 1949, nr. 267; M.H. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 56; M.H. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo, 1973, p. 37; TARCIES, 2, 1994, p. 36-39.
Tentoonstelling: 1910 Brussel, nr. 440; 1922 Turnhout, nr. 282 bis; 1930 Antwerpen, nr. F 24; 1948 Antwerpen, nr. 560; 1949 Antwerpen, nr. 269; 1955 Deurne-Brussel, nr. 151; 1961 Hilvarenbeek, nr. 59; 1966 Tongerlo, nr. 360; 1995 Valkenswaard, nr. 54.
Foto: ensemble voorzijde M277884 (1991), Z004124 (2002), achterzijde M277885 (1991); detail: merken M277886 (1991).
107. Reliekenkoffertje
met beeldje van O.-L.-Vrouw met Kind
15de eeuw, gotisch, vernieuwd begin 17de eeuw
zilver, hoogte 22 cm, breedte 25,3 cm, diepte 15,3 cm
Rechthoekig koffertje, deksel in de vorm van een zadeldak; versiering met lijsten en kruisbloemen; glazen afsluiting van wand en deksel; geheel rustend op vier zittende leeuwtjes; deksel afgrendelbaar met hengsel: met conventsteken van de abdij. Op deksel wapenschild van prelaat Mutsaerts (1592-1608); hij herstelde het koffertje en liet vermoedelijk ook bovenaan een houten beeldje van O.-L.-Vrouw met Kind aanbrengen; mogelijk gaat het hier om een beeldje van O.-L.-Vrouw van Scherpenheuvel.
Inscriptie: ISTAS S. CATHERINAE ET ALIORUM SS RELIQUIAS AB HOMINUM MEMORIA IN TONGERLO AD SANCTAS SUPPLICATIONES A DIACONO DEFERRI SOLITAS PER TURBAS BELGY CIRCA ANNUM DOMINI 1576 IN AUSTRIAM DELATUS ET INIBI SUIS SYMBOLIS DESTITUTAS AC CONFUSAS R.D. NICOLAUS MUDZAERTS ABBAS TUNGERLOENSIS DIGNISSIMUS, MAGNO REDEMIT ET EAS HEC CAPSULA ADORNAVIT Ao 1607.
Volgens het opschrift bevatte het schrijntje aanvankelijk de relieken van de H. Catharina en een aantal andere heiligen. Tijdens de godsdiensttroebelen werd het in veiligheid gebracht in Oostenrijk in 1576. In 1607 werd het terug overgebracht en hersteld in opdracht van abt Nicolaas Mutsaerts.
In het koffertje zijn er naast deze van de H. Catharina nog relieken bewaard van het Lijden van Jezus en van de twaalf Apostelen..
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 131; A. JANSEN en C. VAN HERCK, 1949, nr. 300; M.H. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 56; M.H. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo, 1973, p. 37; TARCIES, 1995/1, p. 42-43.
Tentoonstelling: 1930 Antwerpen, nr. F.56; 1948 Antwerpen, nr. 621; 1954 Antwerpen, nr. 528; 1955 Deurne-Brussel, nr. 112; 1961 Hilvarenbeek, nr. 60; 1966 Tongerlo, nr. 358.
Foto: ensemble B98357 (1945), M277882 (1991), Z004114 (2002); detail: bekronend beeldje M277883 (1991).
108. Reliekenkoffertje
van het Thebaans legioen
17de eeuw
messing en ivoor, hoogte 25 cm, breedte 28 cm, diepte 18,5 cm
Rechthoekig koffertje met deksel in de vorm van een zadeldak; op de hoeken bladvoluten en klauw-bol-poten; de naden van het deksel werden ook met bladornamenten afgewerkt; slot met hengsel vooraan midden.
In het koffertje is er een schedel van het Thebaans legioen bewaard.
Behandeling: 1869 gerestaureerd door Jozef Schaepmans, van Mechelen (AAT, scetie D, Doos 39, nr. 276/4, losse nota).
Foto: ensemble B98358 (1945), Z004115 (2002).
109. Reliekenkoffer
met talloze relieken
in medaillons bustes van O.-L.-Vrouw, HH. Evermodus van Ratzeburg, Gerlach van Houthem, Adriaan van Hilvarenbeek, Jacob Lacops, Augustinus van Hippo, Norbert van Prémontré, Herman-Jozef van Steinfeld, Gertrudis van Altenberg en Bronislawa
ca. 1930-1940
eik, hoogte 47 cm, breedte 93 cm, diepte 47,5 cm
Om de talrijke, in de abdij aanwezige relieken op te bergen werd een gemeenschappelijke bergplaats gemaakt. Rechthoekige koffer op plint, met zadeldak. Opengewerkte wanden met medaillons waarin bustes van heiligen.
Gertrudis van Altenberg (Duitsland) groeide op in het klooster van de norbertinessen aldaar. Toen ze 24 jaar was, werd ze de derde magistra van het klooster. Zij ondersteunde de oproep tot een kruistocht van paus Urbanus IV. Zij deed diensten in het hospitaal en onderwierp zichzelf aan zware boetedoeningen. Zij stierf in 1297 op zeventigjarige leeftijd (D. DE CLERCK, 2001, p. 208).
Bronislawa werd geboren in 1203 op het slot Kamien (Polen). Zij trad binnen bij de norbertinessen van Zwierzyniec-Krakau. Zij had een bijzondere verering voor het H. Kruis. Ze overleed in 1259. Zij werd aanroepen als de patrones van Krakau (D. DE CLERCK, 2001, p. 228).
Biografieën van de andere norbertijnenheiligen in deel I.
Foto: ensemble zijde met HH. Norbert, Herman-Jozef en Augustinus Z009625 (2004), zijde met HH. Evermodus, O.L.Vrouw en Gerlach Z009624 (2004)
110. Reliekosculatorium van de H. Norbert (?)
Belgische merken (1831-1868) en meesterteken: V met bloem
Jan Baptist II Verberckt (°1774)
1831-1868
zilver, hoogte 18,5 cm, breedte 15,7 cm
De reliekhouder is versierd met voluten, schelpen, acanthusbladeren, blad- en bloemslingers; rustend op drie volute-pootjes; bovenaan een mijter, staf en abtskruis, hetgeen laat vermoeden dat het hier oorspronkelijk om een reliekosculatorium ging. Nu is er een agnus dei in geplaatst.
Tentoonstelling: 1955 Deurne-Brussel, nr. 123.
Foto: ensemble A93659 (1945), Z004120 (2001); detail: merk meesterteken X000732 (2001).
111. Reliekostensorium
Augsburg
2de helft 18de eeuw
messing, hoogte 34 cm
Ovale voet met vier opgehoogde banden, versiering van de gebogen vlakken met schelpen en voluten; ronde stam met greep die is versierd met schelpen en bladornamenten, bovenaan bladornament; ovale reliekhouder in stralenkrans met knielende en zwevende engeltjes, bovenaan kroon gedragen door twee engeltjes.
In de houder zitten de relieken uit het gevangenschap van Jezus, van HH. Anna, Joachim, de sluier van O.-L.-Vrouw, de mantel van Jozef, het H. Kruis, HH. Ignatius van Loyola, Franciscus Xaverius, Johannes de Doper, Aloysius van Conzaga, Franciscus Borgia en Stanislas Kostka.
Foto: ensemble M277921 (1991).
112. Reliekostensorium (1 van 3)
van H. Publianus
1ste helft 20 ste eeuw, neogotisch
koper, hoogte 42,3 cm
In de vorm van een torenmonstrans; zeslobbige voet met zes vernauwende opstanden; zeszijdige stam met ronde, gedrukte greep versierd met gestyleerde bladeren; cilindervormige houder met glazen wand, met neogotische architecturale versiering, zeszijdig puntdak bekroond met kruisbloem; met opschrift CORPVS S. PVBLIANI. In de voet inscriptie: 300.
Foto: ensemble Z009622 (2004).
113. Reliekschrijn
van H. Siard van Mariëngaard
met ligbeeld van de H. Siard van Mariëngaard, beelden van HH. Augustinus van Hippo, Norbert van Prémontré, Evermodus van Ratzeburg, Frederik van Hallum
wapenschild van opdrachtgever abt Adrianus Stalpaerts (1608-1627)
kast door Franciscus van Strijp, zilverwerk door Willem Couwenbergh
1619, hersteld en vernieuwd in 1860 door Jozef Schaepmans, van Mechelen
ebbenhout en zilver, hoogte 70 cm, breedte 68 cm
Rechthoekig schrijn met hoge basis, Korintische zuiltjes en hoofdgestel; geprofileerd, rechthoekig deksel met bovenaan ligbeeld van de H. Siard. Franciscus van Strijp ontving voor zijn werk 250 gulden, Willem Couwenbergh iets meer dan 950 gulden. Superior Evermodus Backx liet in 1860 het schrijn restaureren en een nieuw ligbeeld plaatsen; kardinaal Sterckx leverde een authenticiteitsattest.
Aan de lange zijde vooraan is in het midden de schedel van de heilige zichtbaar; links en rechts een nis met beeldjes van respectievelijk H. Augustinus van Hippo, rechts H. Norbert van Prémontré; op de basis medaillons met de relieken van hoger vermelde heiligen. Aan de lange zijde achteraan midden opschrift: CRANIUM ET PARS CORPORIS BEATI SIARDI ABB. In de nis links de H. Evermodus met eronder de reliek; in de nis rechts de H. Frederik van Hallum, met reliek onderaan. Aan de korte zijden staan in een nis de beelden opgesteld van O.-L.-Vrouw en Verrezen Christus Zaligmaker. Bovenaan wordt de H. Siard op zijn sterfbed voorgesteld; hij draagt het norbertijnenhabijt en houdt een staf op de linkerschouder.
De H. Siard van Mariëngaard (feestdag 14 november) wordt bijzonder vereerd te Tongerlo; zijn relieken werden verworven door abt Adrianus Stalpaerts in 1617 (biografie zie deel I, p. 35-37). Siard was de vijfde abt van de abdij van Mariëngaard in Friesland (1194-1230). In 1728 keurde paus Benedictus XIII de verering van deze heilige goed. Deze “vader der armen” wordt te Tongerlo aanroepen tegen blindheid, koorts en ziekten; hij is de beschermer van de jonge moeders en de boeren (K. DE BRABANDER 1996, A.J. DESWERT 1953, A. ERENS 1917).
Na de voltooiing van zijn studies werd Frederik van Hallum pastoor te Hallum, zijn geboorteplaats. Op vijftigjarige leeftijd besloot hij een kloosterleven te gaan leiden volgens de regel van Sint-Augustinus. Na zijn noviciaat begon hij een eigen stichting. In 1173 sloot het klooster aan bij de premonstratenzerorde. Abt Frederik stierf in 1175. Hij is de stichter van de abdij van Mariëngaarde (H. JANSSENS, 1999, p. 96).
Bibliografie: W. VAN SPILBEECK, 1883, p. 86-88; W. VAN SPILBEECK, 1888, p. 439-442; J.E. JANSEN, 1903, p. 11; A. ERENS, 1917, p. 71, 81; J. BAUWENS, 1947, p. 131; A.J. DESWERT, 1953, p. 57-60; M.H. KOYEN, 1958, p. 113; M.H. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 54; M.H. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo, 1973, p. 37; M.H. KOYEN en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 335, noot 893; TARCIES, 1993, p. 17-19; L.C. VAN DYCK, 1993, p. 14-16.
Tentoonstelling: 1955 Deurne-Brussel, nr. 131.
Foto: ensemble lange zijde vooraan N15317 (1991), achteraan N15318 (1991); details: ligbeeld M277861 (1991), O.-L.-Vrouw in nis M277862 (1991), Christus Zaligmaker in nis M277863 (1991).
114. Wierookscheepje
meesterteken: ruit met M met punt onder
meester met letter M en punt onderaan
1831-1868, neogotisch
zilver, hoogte 8 cm, lengte 15 cm
Voet in de vorm van zespas, geprofileerde rand; zeszijdige knoop, gebogen vlootje met scharnierend deksel. Neogotische versiering met traceerwerk, bladornamenten en engelenkop.
Zie ook wierookvat nr. 116.
Foto: ensemble M277904 (1991).
115. Wierookscheepje
met Belgisch merk (1831-1868) en meesterteken ruit met letter W en punt erboven
meester met letter W met punt erboven
1831-1868
zilver, hoogte 8,5 cm, diameter 14,8 x 9,8
Ovale, geprofileerde voet, versiering met palmetten; eenvoudige, vernauwende, ovale stam, ovaal recipiënt, onderaan versierd met acanthusbladeren; eenvoudig, scharnierend deksel, versierd met lopend geometrisch motief. Zie ook wierookvat nr. 117.
Foto: ensemble Z009616 (2004).
116. Wierookvat (1 van 2)
Belgische merken (1831-1868), neogotisch
zilver, hoogte 38 cm
Zeslobbige voet, geprofileerde rand, zeszijdige knoop, zeszijdig vat en opengewerkt deksel. Versiering met traceerwerk, engelenkoppen, bladslingers, parellijst, in de top een kruisbloem. Met ketting en hengsel.
Zie ook wierookscheepje nr.114.
Foto: ensemble M277903 (1991), Z009613 (2004).
117. Wierookvat
Belgische merken (1831-1868)
meester met letter W met punt erboven
zilver, hoogte 24 cm
Ronde voet, randversiering met palmetten; ronde stam, ronde, geprofileerde recipiënt met stevige boord, versiering onderaan met acanthusbladeren; rond, ingebogen deksel met openingen, afgedekt met bol, versiering met laurierbladeren en lopend geometrisch motief; met ketting en hengsel.
Zie ook wierookscheepje nr. 115.
Foto: ensemble Z009614 (2004).
HANDSCHRIFT
118. Handschrift
Middeleeuwse encyclopedie, Sigillum Aeternitatis
Leuven
4de kwart 15de eeuw
inkt, waterverf en perkament, hoogte 44 cm, breedte 32 cm
In dit handschrift (AAT nr. V.325; CORTHOUTS nr. 264) werden verschillende filosofisch-theologische en kosmologische opvattingen opgenomen van rector en theologieprofessor HEMERICUS DE CAMPO (Heijmeric van de Velde +1460) en zijn leerling NICOLAAS VAN CUSA. HEMERICUS DE CAMPO was een vertegenwoordiger van de neoplatoonse, realistische filosofie uit de vijftiende eeuw, die met name in Keulen en Firenze bloeide. Het tweede gedeelte van het handschrift (vanaf folio 25) gaat bijna integraal terug op het Liber Floridus van LAMBERT VAN SINT-OMAARS (1120). Het handschrift telt 42 folio’s en is geschreven in het latijn.
Bibliografie: L. BURIE, 1970, p. 1-7; J. CORTHOUTS, 1987, nr. 264; L.C. VAN DYCK, De Norbertijnenabdij van Tongerlo, 1994, pl. p. 14.
Tentoonstelling: 1969 Leuven, nr. 113; 1973 Heverlee nr. 182; 1976 Leuven nr. 467; 2004 Antwerpen nr. 7.
Foto:
Ensemble boekband X001486 (2005);
Schutpagina: X001465 (2005);
Folio 1 ro: SIGILLUM ETERNITATIS, Driehoek, symbool van de Drievuldigheid Z005843 (2002);
Folio 1 vo: SOL, zes schematische voorstellingen van de zonnestanden en de klimaatsgordels Z005865 (2002);
Folio 2 ro: MUNDUS, schematische voorstelling van het heelal Z005844 (2002);
Folio 2 vo: IN PRINCIPIO CREAVIT DEUS, zes ingekleurde tekeningen van het scheppingsverhaal Z005866 (2002);
Folio 3 ro: SCIENS EGO, stamboom van Adam tot Christus Z005845 (2002);
Folio 3 vo: A GENESI VI° CAPITULO INCLUSIVE USQUE AD UNDECIMUM EIUSDEM USQUE AD FINEM EIUSDEM LIBRI, geschiedenis van het Oude Testament, de Toren van Babel Z005867 (2002);
Folio 4 ro: AB XI° CAPITULO GENES, stamboom van Abraham Z005846 (2002);
Folio 4 vo: DECURSUS LIBRI EXODI, NUMERI ET IUDICUM, geschiedenis van het Oude Testament Z005868 (2002);
Folio 5 ro: DECURSUS DUORUM LIBRORUM REGUM PRIORUM ET LIBRI RUTH, twee Boeken van de Koningen, stamboom van David Z005847 (2002);
Folio 5 vo: FIGURA TEMPLI SALOMONIS, ingekleurde tekening van de tempel van Salomon Z005869 (2002);
Folio 6 ro: A XII° CAPITULO TERCII LIBRI REGUM// USQUE AD XXI UM QUARTI, derde Boek van de Koningen, vervolg van de stamboom van Jesse, via David en Roboam Z005848 (2002);
Folio 6 vo: TOBIAS ET QUARTUS LIBER REGUM A XXI° CAPITULO USQUE AD FINEM ET DANIEL, vierde Boek van de Koningen Z005870 (2002);
Folio 7 ro: DECURSUS LIBRI ESDRE, tekening van de stad Jeruzalem Z005849 (2002);
Folio 7 vo: DE CURSUS DUORUM LIBRORUM MACHABEORUM Z005871 (2002);
Folio 8 ro: EX HISTORIA EBRANA ET LIBRIS MACHABEORUM, vervolg van de stamboom van Jacob en Jozef Z005850 (2002);
Folio 8 vo: EX HISTORIA EBRAIEN SUB COMPENDIS, tekening van de stad van het Nieuw Verbond Z005872 (2002);
Folio 9 vo: tot 24 vo lijst van pausen en keizers van het H. Roomse Rijk, folio 9 vo X001466 (2005);
Folio 10 vo: X001467 (2005);
Folio 10 ro: X001446 (2005);
Folio 11 ro: X001447 (2005);
Folio 11 vo: X001468 (2005);
Folio 12 ro: X001448 (2005);
Folio 12 vo: X001469 (2005);
Folio 13 ro: X001449 (2005);
Folio 13 vo: X001470 (2005);
Folio 14 ro: X001450 (2005);
Folio 14 vo: X001471 (2005);
Folio 15 ro: X001451 (2005);
Folio 15 vo: X001472 (2005);
Folio 16 ro: X001452 (2005);
Folio 16 vo: X001473 (2005);
Folio 17 ro: X001453 (2005);
Folio 17 vo: X001474 (2005);
Folio 18 ro: X001454 (2005);
Folio 18 vo: X001475 (2005);
Folio 19 ro: X001455 (2005);
Folio 19 vo: X001476 (2005);
Folio 20 ro: X001456 (2005);
Folio 20 vo: X001477 (2005);
Folio 21 ro: X001457 (2005);
Folio 21 vo: X001478 (2005);
Folio 22 ro: X001458 (2005);
Folio 22 vo: X001479 (2005);
Folio 23 ro: X001459 (2005);
Folio 23 vo: X001480 (2005);
Folio 24 ro: X001460 (2005);
Folio 24 vo: X001481 (2005);
Folio 25 ro: Augustinus, schematische voorstellingen van macrocosmos en microcosmos volgens Augustinus, voorstellingen van de tijd en de elementen Z005852 (2002);
Folio 25 vo: SUPREMA REGIO SYDEREA, opvattingen van Plato over heelal, natuur en mens Z005873 (2002);
Folio 26 ro: X001461 (2005);
Folio 26 vo: PLATO MUNDI ANIMAM, idem Z005874 (2002);
Folio 27 ro: X001462 (2005);
Folio 27 vo: X001482 (2005);
Folio 28 ro: NE ET SIC LUNA, opvattingen van Plato over het planetenstelsel Z005853 (2002);
Folio 28 vo: PTHOLOMEUS PHILADEPHUS, verhoudingen tussen planeten met de natuurelementen en anderzijds de temperamenten van de mens Z005875 (2002);
Folio 29 ro: ASYA TRIBUS, volkeren van de werelddelen en de stadia van de Bijbelse geschiedenis Z005854 (2002);
Folio 29 vo: MUNDI ETATES, de tijdvakken van de wereld en de levenstijden van de mens Z005876 (2002);
Folio 30 ro: X001463 (2005);
Folio 30 vo: CURSUS SEPTEM PLANETARUM PER ZODIACUM, tekening van de banen van de planeten door de dierenriem Z005877 (2002);
Folio 31 ro: CURSUS LUNARIS ET ANNI DESCRIPTIS, de baan van de maan en haar invloed op de temperatuur Z005855 (2002);
Folio 31 vo: MACROBIUS, verhouding tussen zon, aarde en maan Z005878 (2002);
Folio 32 ro: SIGNA XII IN JANUARIO, plaats van de dierenriem in het heelal Z005856 (2002);
Folio 32 vo: OCEANUS NON UNO SED GHEMIO, de invloed van de maan op het klimaat Z005879 (2002);
Folio 33 ro: VENTUS EST AER COMMOTUS, de windrichtingen Z005857 (2002);
Folio 33 vo: SPERA MACROBII, invloed van de zon en de dierenriem op de bewoonbaarheid van de aarde Z005880 (2002), idem folio 34 vo Z005881 (2002);
Folio 34 ro: SPERA CELI ET TERRE ET ORDO SEPTEM PLANETARUM, het uitspansel, de aarde en de zeven planeten (dierenriem) Z005858 (2002);
Folio 35 ro: DE ANNO MUNDANO, schema ter verduidelijking van het jaarbegrip Z005859 (2002);
Folio 35 vo: DE ASTROLOGIA SECUDUM BEDAM, verduidelijking van de astrologische opvattingen van Beda Z005882 (2002);
Folio 36 ro: AQUARIUS IN IANUARIO, schematische voorstelling van de onderlinge verhoudingen tussen de seizoenen, de natuurelementen, de dierenriem en de maanden Z005860 (2002);
Folio 36 vo: X001483 (2005);
Folio 37 ro: AUCTOR MEI GENERIS, stamboom van menselijke bloed- en aanverwantschappen Z005861 (2002);
Folio 37 vo: X001484 (2005);
Folio 38 ro: X001464 (2005);
Folio 38 vo + folio 39 ro: de aarde Z005886 (2002);
Folio 39 vo: X001485 (2005);
Folio 40 ro: HYSOPUS ARBOR: de boom der deugden Z005862 (2002);
Folio 40 vo: ARBOR MALA SYNAGOGA, de boom der ondeugden Z005883 (2002);
Folio 41 ro: SPERA APULEI VITE ET MORTIS Z005863 (2002);
Folio 41 vo: SPERA AQUA POST CONGREGATIONEM Z005884 (2002);
Folio 42 ro: CIRCULI SEPTEM PLANETARUM VII, verduidelijking van de maans- en zonsverduisteringen Z005864 (2002);
Folio 42 vo: APUD HEBREOS, voorstelling van het heelal Z005885 (2002).
119. Handschrift
EPISTOLAE ET EVANGELIAE EX MISSALI ORDINIS PRAEMONSTRATENSIS AD USUM ABATIS
einde 19de-begin 20ste eeuw, neogotische decoratie
inkt op papier
Foto: titelblad met de vier evangelisten en wapenschild van de abdij X000713 (2004); blad voor het Paasfeest DOMINIRA RESURRECTIONIS DOMINI, met Verrezen Christus en twee krijgers X000714 (2004); blad voor het feest van de kerk IN ANNIVERSARIO DEDICATIONIS ECCLESIAE, met O.-L.-Vrouw met kind X000715 (2004); blad voor de feestdag van de H. Jozef IN FESTO S. JOSEPH, voorstelling H. Jozef X000716 (2004).
KLEINOOD
120. Doosje
19de eeuw
hout, hoogte 6,5 cm, breedte 10,5 cm
Doosje met deksel, verbredend ter halve hoogte; versiering met op elkaar geplaatste reeksen puntige hoeken. Een centrale band in het midden houdt de omtrek bij elkaar. Bovenaan een hengsel.
Foto: ensemble Z005991 (2002).
121. Doosje
19de eeuw
hoorn en zilver, hoogte 2,5 cm, breedte 7,5 cm, diepte 3,2 cm
Ovaal doosje in witte hoorn, deksel met een zilveren hengsel, zwarte afdekking onderaan.
Foto: ensemble Z005993 (2002).
122. Koker
19de eeuw
hoorn, hoogte 10 cm, diameter 3,3 cm
Conische koker met standring, verdikt benedengedeelte, bovenaan een ring met twee ogen voor ophanging, deksel met ingebogen top en een doorboring voor de ophanging.
Foto: ensemble Z005995 (2002).
123. Notitieboekje
19de eeuw
ivoor
Negen rechthoekige plakjes ivoor werden verbonden; uitwisbare gegevens konden erop worden genoteerd. Misschien was het oorspronkelijk wel een balboekje. Met sluiting.
Foto: ensemble Z005935 (2002).
124. Rozenkrans
vijf tientjes, kruis en medaillon
Gmünd (D)
19de eeuw
filigraan zilver en koraal, lengte 66,5 cm, hoogte kruis 6 cm
Vijfmaal tien kralen gescheiden door een bolletje in filigraanwerk. Verdwenen kralen onderaan bij het kruisje in filigraanwerk. Toegevoegd medaillon in filigraanwerk met voorstelling van het gekroond Jezuskind ( ?) met kruisje.
Foto: ensemble Z005973 (2002).
160663
125. Sigarenboor
merk: 18CR
1ste kwart 20ste eeuw
goud, lengte 6,8 cm
Zeszijdige romp met cirkelvormige conische kop. Met inscriptie: CHANOINE THARSICIUS NAMUR. Kanunnik Tharsicius was secretaris van Mgr. T. Heylen, bisschop van Namen (1899-1941). Versierd met lijnen en ruiten.
Foto: ensemble Z005951 (2002).
126. Sigarettenkoker
1ste helft 20ste eeuw
zilver, hoogte 1,6 cm, breedte 8,2 cm, diepte 7,1 cm
Bijna vierkante koker met geronde hoeken. Op het deksel initialen SJ in cartouche, gegraveerde randversiering.
Foto: ensemble Z005932 (2002).
127. Snuifdoos
van Ignatius Van Spilbeeck
merken, Ath, gekroonde A (1740) en IS
meester met initialen IS
Pierre Joseph Serrure (?) (1734-1774)
1740
zilver, hoogte 3,1 cm, breedte 7,4 cm, diepte 8,4 cm
Schelpvormige snuifdoos, op deksel bloementak.
Pierre Joseph Serrure was werkzaam tussen 1734 en 1774. In 1766 was hij deken van het ambacht (J. DUGNOILLE, p. 132, 129).
Foto: ensemble Z005961 (2002); detail: merken Z005963 (2002).
128. Snuifdoos
met wapenschild en devies van de abdij van Tongerlo
18de eeuw
zilver, niellotechniek, hoogte 2,1 cm, breedte 8,5 cm, diepte 5,2 cm
Rechthoekige snuifdoos met gebogen randen en hoeken; niello met regelmatig wisselende vierkantjes; op het deksel centraal wapenschild en devies VERITAS VINCIT.
Foto: ensemble Z005954 (2002).
129. Snuifdoos
met Hollandse merken (1814-1831): leeuw met cijfer 2, sterretje en VW, letter R (1826)
meester met initialen VW en sterretje
1826
zilver, breedte 6,5 cm, diepte 4,2 cm
Rechthoekige snuifdoos met geronde hoeken. Op deksel ovaal met vaas.
Foto: ensemble Z005958 (2002).
130. Snuifdoos
O.-L.-Vrouw Onbevlekt Ontvangenis
gedateerd 1830
goud en schildpadschub, hoogte 3,2, breedte 8,5 cm, diepte 6,2 cm
Ovale, openklapbare snuifdoos met vergulden randen; in het deksel, achter glas, een gedateerd medaillon met de voorstelling van O.-L.-Vrouw Onbevlekt Ontvangenis.
Foto: ensemble Z005990 (2002).
131. Snuifdoos
op deksel: Prediking van Jezus
gedateerd 1854
zilver, niëllotechniek
Rechthoekige snuifdoos met geronde randen en hoeken. Inscriptie: AL FRANCO ZELO DEL DOTT F. GALLONE APRO DEI CHOLEROSI DELL ANNO 1854.
Foto: ensemble Z005967 (2002).
132. Snuifdoos
met Belgische merken (1831-1968) en meesterteken letter D
meester met letter D
1831-1868
zilver
Rechthoekige snuifdoos; op deksel gegraveerde bladdecoratie en rivierlandschap met visser. Met schenkingsinscriptie VAN ROOSBROECK BLAUBERG. In de periode 1837-1889 was Henricus Norbert Van Roosbroeck onderwijzer te Wezel-Blauberg.
Foto: ensemble Z005952 (2002).
133. Snuifdoos
drie niet-geïdentificeerde merken
gedateerd 1873
zilver en niellotechniek, hoogte 2,6 cm, breedte 9 cm, diepte 3,7 cm
Langwerpige, rechthoekige snuifdoos met afgeronde randen en hoeken. Versiering met kruisjes in ruiten. Op deksel ovaal met letters MB in schild, met inscriptie LIBERVANI FRT ANI GRATI 1873.
Foto: ensemble Z005959 (2002).
134. Snuifdoos
op deksel: Laatste avondmaal (?)
1859-1884
zilver en niellotechniek, hoogte 2,5 cm, breedte 8,2 cm, diepte 4 cm
Rechthoekige snuifdoos met geronde wanden en hoeken. Inscriptie J. DANCO 1859-1884.
Foto: ensemble Z005965 (2002).
135. Snuifdoos
merken: gehelmd hoofd en niet-geïdentificeerd merk
2de helft 19de eeuw
zilver, hoogte 4,5 cm, breedte 7,5 cm, diepte 4,5 cm
Rechthoekige doos met geronde wanden; scharnierend deksel. Met gegraveerde schenkingsinscriptie E. MOEREMANS GESCHONKEN DOOR DE ZANGERS VAN St. JOSEPH. Versierd met rankwerk, bloemen, driepassen, vierpassen.
Foto: ensemble bovenaan Z005934 (2002).
136. Snuifdoos
merk: vrouwenhoofd naar rechts
voorstelling: Herbergscène met snuivende mannen
19de
zilver en paarlemoer, hoogte 2 cm, breedte 9,1 cm, diepte 7,2 cm
Ovale snuifdoos; scharnierend deksel volledig bezet door de voorstelling.
Foto: ensemble Z005979 (2002).
137. Snuifdoos
merken: hoofd naar links, ruit met ster en hand
19de eeuw
zilver, hoogte 1,1 cm, breedte 8,1 cm, diepte 5,4 cm
Rechthoekige snuifdoos met afgeronde hoeken en zijden. Scharnierend deksel versierd met bladmotieven.
Foto: ensemble Z005953 (2002).
138. Snuifdoos
merk: ruit
19de eeuw
zilver, hoogte 2,1 cm, breedte 7,2 cm, diepte 3,1 cm
Langwerpige, rechthoekige snuifdoos met geronde randen en hoeken; scharnierend deksel versierd met visgraatmotieven; met initialen AJV.
Foto: ensemble Z005960 (2002).
139. Snuifdoos
merk: meesterteken HD
meester met initialen HD
19de eeuw
zilver, hoogte 2,3 cm, breedte 7,2 cm, diepte 3,1 cm
Rechthoekige snuifdoos met geronde randen en hoeken. Scharnierend deksel versierd met vierpassen, ruiten, voluten, bloemen en blanke cartouche.
Foto: ensemble Z005964 (2002).
140. Snuifdoos
met merken: J, eendje, K in ovaal
19de eeuw
zilver, hoogte 1,3 cm, breedte 7,8 cm, diepte 4,3 cm
Rechthoekige snuifdoos met afgeronde hoeken. Deksel versierd met twee rozen.
Foto: ensemble Z005970 (2002).
141. Snuifdoos
met merk: meesterteken DJP
meester met de initialen DJP
19de eeuw
zilver, hoogte 2,5 cm, breedte 6,2 cm, diepte 4,5 cm
Rechthoekige snuifdoos met geronde hoeken en wanden. Scharnierend deksel met blanke cartouche en rozen.
Foto: ensemble Z005971 (2002).
142. Snuifdoos
niet-geïdentificeerd merk
19de eeuw
zilver, hoogte 1,6 cm, breedte 7,1 cm, diepte 3,9 cm
Rechthoekige snuifdoos met scharnierend deksel, geronde wanden en hoeken. Op deksel gegraveerde bladornamenten en ovaal met gebouwen.
Foto: ensemble Z005956 (2002).
143. Snuifdoos
met niet-geïdentificeerd merk
19de eeuw
zilver, hoogte 2,2 cm, breedte 9,5 cm, diepte 5,2 cm
Rechthoekige snuifdoos met in- en uitgebogen, geronde wanden; scharnierend deksel met openingsklep. Versierd met gegraveerd bandwerk: accolades, volutes, krullen.
Foto: ensemble Z005969 (2002).
160709
144. Snuifdoos
19de eeuw
zilver, hoogte 2 cm, diepte 5,4 cm
Rechthoekige snuifdoos met geronde randen en hoeken; scharnierend deksel met openingsklep. Versierd met boek en bloemen, lijnen, punten en gewafelde ruitmotief.
Foto: ensemble Z005968 (2002).
145. Snuifdoos
19de eeuw
schildpadschub en hoorn, hoogte 3,2 cm, breedte 7,5 cm, diepte 2,2 cm
Rechthoekige, ingebogen snuifdoos met halfronde smalle wanden; scharnierend deksel met klep.
Foto: ensemble Z005994 (2002).
146. Snuifdoos
merken: vrouwenhoofd, maantje
ca. 1925
zilver, hoogte 1,4 cm, breedte 7,1 cm, diepte 4 cm
Rechthoekige doos met afgeronde wanden en hoeken. Golvende, evenwijdige siermotieven. Met eigendomsinscriptie van R. J. JORDENS.
Rombout “Janneke” Jordens (°Mechelen 1873-+Tongerlo 1953) was dichter, vanaf 1906 hoofdopsteller van het blad “Het H. Misoffer” uitgegeven door de abdij. Later trok hij op missie naar Manchester (Engeland); van 1934 tot 1939 was hij leraar te Bois-Seigneur-Isaac (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 18.142).
Foto: ensemble Z005930 (2002).
147. Snuifdoos
1ste helft 20ste eeuw
zilver en email, hoogte 2 cm, breedte 9,6 cm, diepte 4,5 cm
Rechthoekige snuifdoos met geronde zijwanden. Versiering met ovalen, ruiten, florale motieven en parellijsten.
Foto: ensemble bovenaan Z005931 (2002).
148. Tondeldoos
merken: RES, anker, leeuw en letter Z
gedateerd opschrift APRIL 1926
1926
zilver
Rechthoekig doosje met gebogen wanden. Versierd met ruw gegraveerde bladmotieven. Met scharnierend deksel. Inscriptie van eigenaar Rumoldus Joannes Jordens: F R JORDENS FROM THE DODDS APRIL 1926 (biografie zie nr. 146).
Foto: ensemble Z005929 (2002).
OFFERANDE
149. Schotel
19de eeuw
zilver, diameter 30 cm, hoogte 3 cm
Ronde schotel, rand met accoladeboord; centraal cartouche met inscriptie AVM.
Foto: ensemble M277888 (1991).
PRENT
150. Prent, gravure
Wapenschild van abt Wichmans (1644-1661), met zetelende Onze-Lieve-Vrouw Koningin met Kind, H. Norbert van Prémontré en H. Augustinus van Hippo
gesigneerd onder rechts M. BAS F
graveur Martinus Bas
ca. 1645
inkt en papier, hoogte 17 cm, breedte 21 cm
Centraal het wapenschild met het devies SICVT AQVILA van abt Wichmans (1644-1661) van Tongerlo, bekroond met mijter en staf; erboven in een wolkenkrans zetelt een gekroonde Lievevrouw met Kind, patrones van de abdij. Twee heiligen, in bisschoppelijk ornaat, flankeren het wapenschild: Norbert met monstrans, Tanchelm, duivel en pallium, Augustinus met doorboord brandend hart.
Martinus Bas (Baes, Basse, Bassius) was een Antwerps kopersteker die als portrettist vermaard zou worden in de periode 1614-1631 (St. Omer, Doornik, Arras, Douai). Hij werkte in de stijl van Hiëronymus Wiericx en Jean Valdor (SAUR).
Foto: ensemble M277989 (1991).
151. Prent, gravure
Christus aan het kruis verschijnt aan Thomas van Aquino, omringd door zeven pausen
gesigneerd onder rechts MART. BAS F
gesigneerd onder links I G INVENTOR
graveur Martinus Bas
ontwerper IG, meester met initialen JG (Jan Galle?)
midden 17de eeuw
inkt en papier, 31 cm x 20 cm
In een kerkgebouw knielt de H. Thomas van Aquino neer voor een altaar waarop een kruisbeeld staat. De H. Geestduif inspireert hem. De gekruisigde, omringd door een stralenkrans en engelenkopjes, spreekt hem toe. Het tafereel wordt omringd door de portretten van zeven pausen die hun vertrouwen uitspreken in de kerkleraar: Johannes XXII (1305-1316), Clemens VI (1334-1352), Paulus V (1605-1621), Urbanus V (1362-1370), Clemens VIII (1592-1605), Innocentius VI (1352-1362) en Pius V (1566-1572). Thomas wordt als het licht van de H. Kerk voorgesteld, de bedwinger van het kwaad. Bovenaan is er een wapenschild en houden twee engelen een banderol. Onderaan Lering van de H. Thomas; verder voorstellingen van de duivel en mogelijk Averroës, de Arabische filosoof als de verpersoonlijking van het ongeloof.
De ontwerper van deze prent met de initialen IG is mogelijk Jan Galle (°1600-+1676). Hij was kopersnijder en prentenhandelaar in Antwerpen, meester in 1627-1628, deken in 1638-1639. Bij het overlijden van zijn vader Theodoor Galle nam hij diens drukkerij over.Hij drukte alle koperplaten van zijn neef Cornelius II Galle (SAUR).
Foto: ensemble M277948 (1991).
152. Prent, gravure
Onze-Lieve-Vrouw
gesigneerd onder rechts S. À BOLSWERT SCULPSIT/ GILLIS HENDRICX EXCUD. ANTVERPIAE
gesigneerd onder links ANTON. VAN DYCK PINXIT
graveur Schelte Adamsz Bolswert (°1586-+1659)
drukker Gillis Hendricx
naar een schilderij van Antoon Van Dyck (°1599-+1641)
midden 17de eeuw
inkt en papier, 25 cm x 18 cm
Opschrift: MARIA MATER DEI. O.-L.-Vrouw is voorgesteld ten halve lijve, met hoofddoek en ruime mantel, de twee handen met lange vingers sprekend voor zich gehouden, de ogen starend in de verte, een aureool achter het hoofd.
Schelte Adamsz Bolswert (°Bolsward ca.1586-+Antwerpen 1659) was afkomstig uit Friesland. Werkte samen met zijn broer Boëtius Adam Bolswert. Actief te Brussel maar vooral te Antwerpen; was één van de Rubens-graveurs, werkte ook voor Plantijn en andere meesters in Antwerpen (SAUR).
Gillis Hendrickx drukte in 1636 de beroemde iconografie welke door 1626 door Van Dyck was begonnen en waaraan ook Bolswert zou meewerken; in deze iconografie waren talrijke portretten van kunstenaars en historische figuren opgenomen (A.J.J. DELEN 1956, p. 136, 138).
Foto: ensemble M277967 (1991).
153. Prent, gravure
H. Norbert van Prémontré
gesigneerd onder rechts S. À BOLSWERT SCULPSIT
gesigneerd onder links ABRAH. À DIEPENBEKE INVENIT
gesigneerd onder midden MARTINUS VANDEN ENDEN EXCUDIT CUM PRIVILEGIO ANTVERPIAE
graveur Schelte Adamsz Bolswert (°ca.1586-+1659)
drukker Martinus I Van den Enden
naar een ontwerp van Abraham Van Diepenbeek (°1596-+1675)
midden 17de eeuw
inkt en papier, 26 cm x 14 cm
De heilige wordt ten voeten uit voorgesteld op een stenen plint, in norbertijnen koorhabijt, met attributen: monstrans, abtsstaf, mijter, mozetta, pallium, olijftak, duivel, Tanchelm.
Met opschrift: SANCTUS NORBERTUS CANONICORUM PRAEMONSTRATENSIUM PATRIARCHA ARCHIEPISCOPUS MAGDEBURGENSIS TOTIUS GERMANIAE PRIMAS ANTVERPIAE APOSTOLUS. Norbert wordt voorgesteld als premonstratenzer kanunnik, aartsbisschop van Maagdenburg en apostel van Antwerpen.
Abraham Van Diepenbeek (°1590-+1675) schilderde een echt portret (vera effigies) van de H. Norbert voor de kathedraal te Antwerpen (zie ook W. VAN SPILBEECK 1881). Christopher Clough reconstrueerde het gelaat van Norbert aan de hand van de bewaard gebleven schedel (Tongerlo, 4, 2001).
Bibliografie: I. VAN SPILBEECK, 1902, p. 4.
Tentoonstelling: 1971 Averbode, nr. 49; 1978 Grimbergen, nr. 266.
Foto: ensemble M66790 (1971).
154. Prent, gravure
H. Drievuldigheid vereerd door de H. Norbert en alle heiligen
gesigneerd onder links PHI. BOUTTATS IUN: FECIT
graveur Philibert Bouttats de Jongere (°1675)
begin 18de eeuw
inkt en papier, 22 cm x 15 cm
De H. Drievuldigheid onder de gedaante van twee personen en de duif verschijnt in de wolken aan de gemeenschap van de heiligen. Links verschijnt de H. Maagd, zij treedt naar voor uit de groep van apostelen. Tegenover hen zitten de heilige maagden. Onderaan worden de anderen per groep uitgebeeld: de ridders met Sebastiaan en Joris, de diakens met Stefanus en Damianus, de pausen met Gregorius de Grote, centraal de ordestichters. De gekende compositie, waarvan een olieverfschets door Rubens en een gravure van zijn hand voor een Rooms missaal bestaat, werd aangepast aan de context van een premonstratenzenklooster. De H. Norbert werd onderaan geplaatst in het midden van de groep ordestichters, met Dominicus en Franciscus.
Philibert Bouttats de Jongere (°Amsterdam omstreeks 1675), zoon en leerling van Antwerpse kopersteker Philibert Bouttats de Oude; omstreeks 1700 werkzaam te Den Haag. Activiteiten aanwijsbaar tot in 1736 (SAUR).
Tentoonstelling: 1971 Averbode, nr. 21; 1978 Grimbergen nr. 257.
Foto: ensemble M66788 (1971).
155. Prent, lithografie
Portret van apostolisch visitator François Thomas Corselis (1834-1850)
gesigneerd onder links DESSINE ET LITH. D’APRES NATURE PAR I.G. CANNEEL
gesigneerd onder rechts IMP. SIMONAU & TOUVAY
lithograaf Théodore-Joseph. Canneel (°1817-+1892)
drukker Simonau & Touvay
tussen 1834 en 1850
papier en inkt, hoogte 54 cm, breedte 36,5 cm
François Thomas Corselis (°Wervik 1767-+Gent 1853) was priester, magister artium, in 1817 pastoor van San Salvator te Brugge, vicaris-generaal te Brugge en apostolisch visitator. Corselis was een verdediger van de kerkelijke instellingen; hij was tegen de inmenging van de burgelijke overheid. Vanaf 1834 werden de reguliere kloosters onder het gezag van een apostolisch visitator geplaatst, indien zij geen generaal overste bezaten. F.T. Corselis was visitator voor de reguliere geestelijken met als opdracht: het herstel van de kloosters, het toezicht op de kloosters, het toelaten van kloosterlingen, het bijeenroepen van de kapittels enz. Er was echter wantrouwen tegenover zijn optreden; er waren wrijvingen. Corselis bleef trouw aan de kerkelijke overheid (F. SIMON 1972, kol. 234-239; L.C. VAN DIJCK 1994).
Corselis werd voorgesteld ten halve lijve, in superplie en mantel, zittend in een zetel, een boek in de rechterhand. Met wapenschild en devies AVE SPES UNICA (Gegroet enige hoop). Opschrift: VISIT. APOST. ORD. RELIG. IN BELGICO. FRANCOIS THOMAS CORSELIS PRELAT DOMESTIQUE DE S.S. LE PAPE. VISITATEUR APOSTOLIQUE DES COUVENTS DE LA BELGIQUE, VICAIRE GENERAL DE L’EVÊCHE DE BRUGES. NE A WERVICQ, LE 29 AOUT 1767. Dit is apostolisch vicaris van de religieuze orden België. François Thomas Corselis huisprelaat van Zijne Heiligheid de Paus. Apostolisch visitator van de kloosters van België, vicaris-generaal van het bisdom Brugge. Geboren te Wervik op 9 augustus 1767.
Théodore-Joseph. Canneel (°Gent 1817-+Gent 1892) was drukker, lithograaf, tekenaar en schilder. Kreeg zijn opleiding te Gent. Werd in 1846 leraar aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten aldaar, later directeur van 1850 tot 1892. Inspecteur van de tekenscholen en de academies vanaf 1869. Hij schilderde religieuze taferelen, historiestukken, portretten. Na 1857 schakelde hij over op murale decoratieve schilderkunst ( Gent, Sint-Annakerk) (SAUR).
Gustave Adolphe Simonau (°Brugge 1810-+Brussel 1870) was lithograaf en aquarellist; kreeg zijn opleiding van zijn vader Pierre Simonau. Van 1819 tàt 1828 verbleef hij te Londen met zijn vader. Daarna kwamen ze naar Brussel om er een drukkerij op te richten. Tijdens de Belgische omwenteling kregen ze problemen. Nadien kon de draad weer worden opgenomen. Ze verzorgden uitgaven van historische zichten en historische figuren onder meer: Principaux monuments gothiques de l’Europe (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble Z010674 (2004).
156. Prent, lithografie
Rouwportret van apostolisch visitator François Thomas Corselis (1834-1850)
gesigneerd: DESSINE ET LITH. D’APRES NATURE PAR I.G. CANNEEL
lithograaf Théodore-Joseph Canneel (°1817-+1892)
drukker Simonau & Touvay
1853
papier inkt, hoogte 55, breedte 72 cm
Opschrift: MONSEIGNEUR LE VENERABLE PRETRE COIS THOMAS CORSELIS VICAIRE GENERAL DU DIOCESE DE BRUGES PRELAT DOMESTIQUE DE S.S. LE PAPE ... DECEDE DANS SA DEMEURE A BRUGES ... 1853. Met wapenschild.
Monseigneur de eerbiedwaardige priester François Thomas Corselis vicaris-generaal van het diocees Brugge huisprelaat van Zijne Heiligheid de Paus … overleden in zijn woonst te Brugge …
De apostolisch visitator ligt op zijn lijkbed in priestergewaad met albe, kazuifel en amict; kruisbeeld in de handen.
Foto: ensemble Z010679 (2004).
157. Prent, gravure
H. Norbert
gesigneerd onder rechts HENRICUS CAUSE SCULP.
graveur Hendrik Causé (°1648-+1699)
4de kwart 17de eeuw
inkt en papier, 22 x 14 cm
Geïnspireerd op de geschilderde voorstelling door Abraham Van Diepenbeek (°1596-+1675). Norbert is voorgesteld in koorhabijt; attributen: monstrans, abtsstaf, mijter, mozetta, pallium, olijftak, duivel, Tanchelm. In de achtergrond twee torens; links deze van de kathedraal van Antwerpen, rechts deze van de Sint-Michielsabdij van Antwerpen; bovenaan twee engeltjes en de H. Geest. Op de voorgrond steen met opschrift: S. NORBERTUS PRAEMONSTRATI ORDINIS PATRIARCCHA ARCHIEPISCOPUS MAGDEBURGENSIS ANTVERPIAE APOSTOLUS. Hendrik Causé (°Antwerpen 1648-+Antwerpen 1699), werkzaam in Antwerpen, tijdelijk in Amsterdam 1676-1681; graveur en tekenaar; maakte boekillustraties, aanzichten van de stad Antwerpen, portretten en heiligenvoorstellingen (SAUR).
Foto: ensemble M277949 (1991).
158. Prent, gravure
Kapel met het altaar en de reliekschrijn van de H. Norbert te Praag
gesigneerd onder rechts HENR. CAUSE SCULP.
graveur Hendrik Causé (°1648-+1699)
4de kwart 17de eeuw
inkt en papier, hoogte 31cm, breedte 17 cm
Verklarend opschrift onderaan: SACELLVM CORPORIS S. NORBERTI PRAGAE. Een afzonderlijke kapel met altaar voor de relieken van de H. Norbert in de abdijkerk van Strahov te Praag. Het rechthoekig heiligdom in de vorm van een prieel in smeedwerk heeft een dubbele deur vooraan, en boven driehoekige kappen, een hoekige, vernauwende bedekking, een engel met kroon en palmtak in top. Bovenop de hoeken van het prieel staan er engeltjes; vooraan zijn er twee consoles met engelen met zwaarden. Het heiligdom is overhuifd door een grote kroon waarnaast de wapenschilden van abt Kaspar Questenberg (1612-1640) en de abdij van Strahov te Praag. Kaspar von Questenberg (°Keulen 1571) trad in het klooster te Strakov; werd abr in 1612, later raadgever van de Duise keizer en visitator van norbertijnenkloosters. In 1626-1627 verwierf hij de relielen van de H. Norbert (L. GOOVAERTS, 2, p. 71-74).
Foto: ensemble M277943 (1991).
159. Prent, gravure
Reliekschrijn van de H. Norbert te Antwerpen; altaar en reliekschrijn van de H. Norbert te Praag
gesigneerd onder links HENRICUS CAUSE SCULPSIT
gesigneerd onder rechts ADRIANUS GIJBENS DELINEAVIT
graveur Hendrik Causé (°1648-+1699)
ontwerper Adrianus Gijbens (+1709)
4de kwart 17de eeuw
inkt en papier, hoogte 32 cm, breedte 18 cm
Onderaan het reliekschrijn van de H. Norbert bewaard in de Sint-Michielsabdij te Antwerpen: ARCA REL. ANTVERPIAE:. Dit reliekschrijn van Antwerpen bestaat nu niet meer; het had een rijkelijk versierde, grote tombe op vier klauwpoten; erboven twee engelen met de portretbuste van de H. Norbert; op de tombe voorstelling van het bezoek van Norbert aan Antwerpen. Een wapenschild van de Antwerpse abdij onder een opengeslagen boek verwijst naar de opdrachtgever van de sarcofaag. In 1626 verwierf de Sint-Michielsabdij een eerste maal relieken van de H. Norbert. Abt N. van Couwerven verwierf voor een tweede maal relieken in 1655; hij liet er een reliekschrijn voor maken.
Bovenaan opschrift: ALTARE ET ARCA CORPORIS S. NORBERTI PRAGAE: het altaar van de H. Norbert in de norbertijnenabdij van Strahov te Praag; op het altaar staan twee engelen die een sarcofaag dragen. Onder de sarcofaag in een cartouche wordt de heilige in aanbidding voor het H. Sacrament voorgesteld. In 1627 werd het lichaam van Norbert vanuit de O.-L.-Vrouwekerk van Maagdenburg overgebracht naar de abdij van Strahov door abt Kaspar Questenberg (1612-1640).
Bibliografie: I. VAN SPILBEECK, 1900, p. 527-531; E. VALVEKENS, 1934, p. 10-47.
Foto: ensemble M277945 (1991).
160. Prent, gravure
Kruisoprichting
gesigneerd onder rechts A PARIS CHEZ J.S. CHEREAU RUE S. JACQUES AU COQ
gesigneerd onder links P.P. RUBENS INVENIT
graveur en handelaar Jacques Simon Chereau (°1732-+1786)
naar een schilderij of tekening van Pieter Paul Rubens (°1577-+1640)
Parijs
3de kwart 18de eeuw
inkt en papier, hoogte 61 cm, breedte 125 cm
Over een grote breedte worden de drie scènes van het drieluik van de Kruisoprichting van Rubens uit de kathedraal te Antwerpen voorgesteld: in het centrum trekken de beulen het kruis recht; links is er een groep wenende vrouwen en kinderen, op het tweede plan Johannes en Maria; rechts een groep krijgsmannen te paard, op het tweede plan de kruisiging van de twee moordenaars. De prent werd gedrukt te Parijs.
Jacques Simon Chereau (°Parijs 1732-+Parijs 1786) lid van een koperstekersfamilie, als handelaar actief tot in het jaar 1767, toen zijn vrouw stierf. Slechts weinig gravures werden hem toegeschreven (SAUR).
Foto: ensemble B224387 (1978).
161. Prent, gravure
Portret van Simon Wouters, abt van de Parkabdij (1779-1792)
gesigneerd onder rechts G. CHEVILLET SCULP.
gesigneerd onder links DE QUERTENMONT DEL.
graveur Justus Chevillet (°1729-+1802)
ontwerper Andreas De Quertenmont (°1750-+1835)
4de kwart 18de eeuw
papier en inkt, hoogte 29 cm, breedte 19 cm
Simon Wouters (°Tremelo 1734-+Brussel 1792) was abt van de Parkabdij; werd priester in 1758, studeerde theologie aan de universiteit van Leuven; tot abt gekozen in 1778. In 1789 werd de abdij voor korte tijd gesloten, alle goederen werden aangeslagen en te koop aangeboden. Twee jaar later keerde het tij. Wouters stierf in het refugium van de abdij te Brussel. Medaillon met portretbuste in licht profiel links; onderaan wapenschild en devies van de geportretteerde: LUCE ET CANDORE.
Justus Chevillet (°Frankfurt/Oder 1729-+Parijs 1802), kopersteker, opleiding te Berlijn en te Parijs. Hij stak genretaferelen naar gekende meesters, portretten en illustraties bij publicaties (SAUR).
Andreas Bernardus de Quertenmont (°Antwerpen 1750-+Antwerpen 1835), kunstschilder en graveur, opgeleid aan de Antwerpse academie, waar hij later leraar en directeur werd (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble Z010673 (2004).
162. Prent, gravure
H. Norbert
gesigneerd onder links PETR. CLOUET SCULPSIT
gesigneerd onder links P. P. RUBENS PINXIT
gesigneerd onder rechts FRANC HUBERTI EXCUD. ANTVERPIAE
graveur Pieter Clouet (°1606-+1670)
naar schilderij door Pieter Paul Rubens (°1577-+1640)
uitgever Franciscus Huberti (Huybrechts) (+1687)
midden 17de eeuw
inkt en papier, hoogte 26 cm, breedte 14 cm
Onderaan opschrift S NORBERTUS. De heilige wordt voorgesteld op voetstuk als norbertijnenabt met mozetta, mijter en abtstaf, monstrans, Tanchelm aan de voeten. De prent werd gedrukt te Antwerpen.
Franciscus Huberti (Huybrechts) (+ 1687), kopersteker en kunsthandelaar te Antwerpen, werd in 1656-1657 als meesterszoon opgenomen in de Sint-Lucasgilde; had enkele leerlingen (Gerard de Groot, Peter de Loos en zoon Gaspar Huybrechts) (THIEME-BECKER).
Pieter Clouet (°Antwerpen 1929-+Antwerpen 1670) was een Antwerps etser en prentenverkoper (P.M.J.E. JACOBS).
Foto: ensemble M277946 (1991).
163. Prent, gravure
Wapenschild van abt Gerard Knyff (1642-1687), abt van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen
gesigneerd onder rechts PETRUS CLOUWET SCULPSIT
gesigneerd onder links ABR. A DIEPENBEKE DELINEAVIT
graveur Pieter Clouet (°1629-+1670)
naar ontwerp Abraham Van Diepenbeek (°1596-+1675)
midden 17de eeuw
inkt en papier, hoogte 20 cm, breedte 16 cm
Gerard Knyff (°Antwerpen 1642-+Brussel 1687), priester gewijd in 1666, provisor, 1679 pastoor te Beerse en te Vorselaar. Abt van 1682 tot 1687. Hij gaf Jan Erasmus Quellinus de opdracht om voor de Sint-Michielsabdij vier grote doeken te schilderen voor de muren van de eetzaal. In 1686 nam hij het initiatief om in Turnhout een norbertinessenklooster op te richten: “Sint-Agnetendal”. In 1687 verbood de bisschop van Antwerpen hem om een bidstoel te hebben in de kathedraal of een zetel die met purper was gedecoreerd (J. VAN DEN NIEUWENHUYZEN, 1992, p. 195-261 in ‘t bijzonder p. 249-250).
Wapenschild van abt Gerard Knyff (1642-1687) van de norbertijnenabdij te Antwerpen, met devies AD ASTRA PER ARCEM. Het wapenschild wordt geflankeerd, links door de aartsengel Michaël die de duivel verslaat, rechts door de H. Norbert van Prémontré.
Tentoonstelling: 1971 Averbode nr. 105; 1978 Grimbergen nr. 295.
Foto: ensemble M66813 (1971).
164. Prent, gravure
H. Maria Magdalena, met 12 taferelen uit het leven van Maria Magdalena
gesigneerd onder ADRIAN. COLLAERT FE.
gesigneerd onder midden SNY EXCUD.
gedateerd onder midden 1614
graveur Adrianus Collaert (°ca.1560 - +1618)
1614
inkt en papier, hoogte 27 cm, breedte 20 cm
Centraal wordt de H. Maria Magdalena voorgesteld als kluizenares met haar attributen: lang haar, rieten mat, schedel, kruisbeeld. Rondom deze voorstelling twaalf taferelen uit haar legendarische levensverhaal: VITA SANCTAE MARIAE MAGDALENAE:
(van beneden naar boven, van links naar rechts)
1. Maria Magdalena is gesteld op weelde en luxe
2. Martha spoort Maria Magdalena aan om naar het woord van de Heer te luisteren
3. Maria Magdalena wordt getroffen door de woorden van Jezus
4. Maria Magdalena geselt zich met haar gouden sieraden
5. Maria Magdalena zalft de voeten van Jezus bij Simon de Farizeeër
6. Maria Magdalena wordt door de ongelovigen weggestuurd per boot
7. Met de hulp van God landt de boot van Maria Magdalena in Marseille
8. Maria Magdalena predikt in Gallië
9. Maria Magdalena in gesprek met de prins van Marseille
10. Maria Magdalena verschijnt in een droom aan de vrouw van de prins van Marseille
11. De prins van Marseille en zijn echtgenote per boot op weg naar de H. Plaatsen
12. Maria Magdalena trekt zich terug in de woestijn.
Adriaan Collaert (°Antwerpen 1560-+Antwerpen 1618) graveerde op gelijkaardige wijze de vita van de H. Gertrudis met tien taferelen. Hij was lid van een Antwerpse kopersnijderfamilie; opgenomen in het ambacht als meesterszoon in 1580; hij huwde de dochter van F. Galle, graveur en uitgever, in wiens atelier hij ging werken. Hij was tekenaar, graveur, drukker en handelaar (SAUR).
Foto: ensemble M277968 (1991).
165. Prent, lithografie
Portretbuste van Willem Herreyns (°1743-+1827)
gesigneerd onder rechts LITHO DE BURGGRAAFF
gesigneerd onder links J.J. EECKHOUT
lithograaf de Burggraaff
ontwerper Jacques Joseph Eeckhout (°1793-+1861)
2de kwart 19de eeuw
papier en inkt, hoogte 16 cm, breedte 14 cm
De Antwerpse historieschilder Willem Herreyns (°1743-+1827) behandelde vooral religieuze thema’s, was voortzetter van de Rubenstraditie. Opleiding in de familie en aan de academie te Antwerpen (B. Beschey). In 1764 werd hij vervangend directeur van de academie te Antwerpen. In 1771 verhuisde hij naar Mechelen en stichtte er een tekenacademie. In 1804 werd hij directeur van de academie te Antwerpen. Willem Jacob Hereyns wordt voorgesteld in buste driekwart naar links, het gelaat gekeerd naar de toeschouwer.
Jacques-Joseph Eeckhout (°Antwerpen 1793-+Parijs 1861) was zowel schilder als edelsmid, beeldhouwer en lithograaf. Hij werd gevormd aan de Antwerpse academie; verbleef ook in Nederland en Parijs. Tentoonstellingen in Frankrijk, Engeland, Duitsland en Nederland. Lid van het Koninklijk Nederlands Instituut (1829); werd in 1839 directeur van de academie in Den Haag. In 1859 trok hij naar Parijs waar hij een bank beheerde (SAUR).
De Belgische lithograaf de Burggraaff was actief in het midden van de 19de eeuw; hij maakte portretten van belangrijke persoonlijkheden zoals H. Cuypers, A.C. Lens of G.L. Godecharles; er is ook een gezicht van Kleef van hem bekend (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble M277959 (1991).
166. Prent, gravure (7)
De zeven sacramenten
gesigneerd L. DE CHASTILLON SCUL.
gesigneerd N. POUSSIN IN
gesigneerd N. DE POILLY EX. CUM PRI. REGIS
graveur Louis de Châ(s)tillon (°1639 - +1734)
ontwerper Nicolas Poussin (°1594-+1665)
uitgever Nicolas De Poilly (°1626 - +1696)
2de helft 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 61 cm, breedte 75 cm
Louis de Châtillon (°Sainte-Menehould / Marne 1639-+Parijs 1734) Frans miniaturist, tekenaar en kopersteker; leerling van Charles Le Brun; werd kopersteker van de Académie royale des Sciences. Verwezenlijkte veelzijdige drukgrafiek: religieuse thema’s, monumenten, historische gebeurtenissen, plantkunde. Werd hofschilder van Lodewijk XIV (SAUR).
Nicolas Poussin (°Les Andelys 1594-+Rome 1665), Frans schilder en tekenaar; vertrok in 1626 naar Rome samen met de Italiaanse dichter Cavaliere Marino; bestudeerde er de antieke kunst. Hij werd de vertegenwoordiger bij uitstek van het Franse classicisme met een persoonlijke interpretatie en een eigen coloriet. Hij schilderde grote reeksen zoals de zeven sacramenten of de vier jaargetijdendie door reproduktieprenten gemeengoed werden. Hij verbleef meestal te Rome(THIEME-BECKER).
Nicolas de Poilly (°Abbeville 1626-+Parijs 1696), lid van koperstekers- en handelaarsfamilie uit Abbeville, werkzaam te Parijs. Gespecialiseerd in de uitgave van kopieën van grote, vooral Italiaanse en Franse meesters (THIEME-BECKER). De uitgever kreeg de toelating van de koning om de reeks te publiceren.
Sacrament van de biecht: SACRAMENTUM POENITANTIAE. Voorstelling: Maria Magdalena zalft de voeten van Jezus. In een ruim interieur met Korintische zuilen ligt het gezelschap aan een rijkgevulde tafel. Dienaars en dienaressen brengen volgeladen schotels aan. Links ligt Jezus; hij maakt een vermanend gebaar naar Maria Magdalena die aan zijn voeten neerknielt. Met vergezicht tussen de zuilen.
Foto: ensemble Z004652 (2002)
Sacrament van het doopsel: voorstelling van Johannes doopt Jezus in de Jordaan. In een heuvelachtig landschap heeft het gebeuren plaats; Johannes gebruikt een schelp om te dopen; de H. Geest zweeft boven het hoofd van Jezus. Verscheidene volgelingen bereiden zich voor om gedoopt te worden.
Foto: ensemble Z004655 (2002)
Sacrament van de eucharistie: SACRAMENTUM EUCHARISTIAE. Voorstelling van het Laatste Avondmaal. In een ruim, eerder duister interieur met brede pilasters liggen de genodigden aan de rechthoekige, gedekte tafel; in het midden Jezus, met aureool, met geheven rechterhand; Johannes rust met zijn hoofd tegen de borst van Jezus. Boven de tafel hangt een lamp die de andere personages belicht
Foto: ensemble Z004653 (2002)
Sacrament van het huwelijk: SACRAMENTUM MATRIMONII. In een antikiserend interieur met Korintische zuilen wordt het Huwelijk van Maria en Jozef uitgebeeld; zij worden geknield voorgesteld; een hogepriester voert de zegening uit; de H. Geest zweeft erboven. Een twintigtal personen zijn aanwezig
Foto: ensemble Z004651 (2002)
Sacrament van het priesterschap: SACRAMENTUM ORDINIS. Nabij een rivier in een antikiserende landelijke omgeving wordt het gebeuren voorgesteld: Jezus overhandigd Petrus de sleutels. In aanwezigheid van de andere apostelen knielt Petrus neer voor Jezus: deze laatste overhandigt met zijn rechterhand de sleutels en wijst de apostel op zijn missie.
Foto: ensemble Z004650 (2002)
Sacrament van de stervenden: SACRAMENTUM EXTREMAE-UNCTIONIS. In een ruim interieur ligt een stervende op zijn ziekbed; een priester zalft hem met de H. Olie. Rondom het sterfbed zijn een twaalftal rouwende personen opgesteld.
Foto: ensemble Z004649 (2002)
Sacrament van het vormsel: SACRAMENTUM CONFIRMATIONIS. In een kerkgebouw met antikiserende pilasters worden de vormelingen voorgeleid door hun peters en meters. Rechts zit de vormheer; hij zalft de vormeling; twee helpers staan hem bij. Hierachter is er een kapel met een altaar en een beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind.
Foto: ensemble Z004654 (2002).
167. Prent, lithografie
H. Jacob Lacops
gesigneerd onder rechts F. DEFOIN CHÂTELET
lithograaf Félicien Defoin
Châtelet
1ste helft 20ste eeuw
papier en inkt, hoogte 28 cm, breedte 16 cm
De heilige wordt voorgesteld met superplie en stola, strop om de hals, in de rechterhand een hostiedragende kelk, in de linker een martelaarspalm; hij vertrapt de duivel die de ketterij symboliseert. Een zwevende engel plaats een lauwerkrans op zijn hoofd; een tweede engel knielt bij hem neer en houdt een norbertijnenhoofddeksel vast.
Foto: ensemble M277947 (1991).
168. Prent, lithografie
Rouwportret van François René Boussen, 18de bisschop van Brugge (1833-1848)
gesigneerd: DESSINE ET LITH. D’APRES NATURE PARLITH. ROYALE P. DE GOBERT, BRUXELLES
lithograaf P. De Gobert
Brussel
1848
papier en inkt, hoogte 51 cm, breedte 71 cm
Opschrift: SA GRANDEUR LE TRES VENERABLE PRELAT SEIGNEUR FRANCOIS RENE BOUSSEN XVIIIe EVEQUE DE BRUGES... PRELAT DOMESTIQUE DE S.S. LE PAPE... DECEDE DANS SON PALAIS A BRUGES LE 8e OCTOBRE 1848... Met wapenschild. Zijne Hoogheid de zeer eerbiedwaardige prelaat François Rene Boussen 18de bisschop van Brugge, huisprelaat van Zijne Heiligheid de Paus … overleden in zijn paleis te Brugge op 8 oktober 1848 …
François René Boussen (°Veurne 1774-+Brugge 1848) kreeg zijn eerste opleiding bij de oratorianen te Veurne; na het concordaat van Napoleon (1801) ging hij naar het seminarie te Gent. Priester gewijd in 1805. Werd gewaardeerd secretaris van de Gentse bisschoppen tijdens de moeilijke Napoleontische en Hollandse periodes. In 1833 werd hij tot bisschop gewijd van het nieuwe bisdom Brugge; hij benoemde het nieuwe kapittel en stichtte een seminarie.
De bisschop ligt opgebaard in volle ornaat, kruisbeeld in de handen, insignes aan de voeten.
Foto: ensemble Z010677 (2004).
169. Prent, gravure
Portret van Aartshertog Ferdinand van Oostenrijk (+1641)
gesigneerd onder links PETRUS DE JODE FECIT
graveur Pieter II de Jode (°1606-+1674)
ca 1640
inkt en papier, hoogte 15 cm, breedte 11 cm
Voorgesteld in ovaal, ten halve lijve, lichtjes in profiel driekwart links: SERENISSIMVS PRINCEPS FERDINANDVS, HISPANIARVM INFANS, ARCHIDVX AVSTRIAE, S.RE.CARD. BELGARVM ET BVRGVNDIONVM GVBERNATOR ETC.; met zwaard en commandostaf. Onderaan toegevoegd: obijt an° 1642 IX nov. Aetatis suae XXXIII. Dit is de zeer serene heerser Ferdinand, infant van Spanje, aartshertog van Oostenrijk, eerbiedwaardig kardinaal van de Belgen, gouverneur van Bourgondië enz. Hij stierf in het jaar 1642 op 11 november; hij was 33 jaar.
De kardinaal-infant Ferdinand van Spanje (°Madrid 1609-+Brussel 1642) was de broer van Filips IV. In 1634 tot gouverneur van de Nederlanden benoemd; hij beschermde het gebied tegen een Frans-Hollandse inval.
Pieter II de Jode (°1606-+1674) was een Antwerps kopersnijder; leerling van zijn vader Pieter I de Jode; werd meester in 1628. Werkte tijdelijk te Parijs. Zijn zoon Arnold was kopersnijder en was actief in Engeland. Pieter II werkte samen met Pieter Paul Rubens, Antoon Van Dyck en Jacob Jordaens (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble M277976 (1991).
170. Prent, gravure
Portret van Leopold van Oostenrijk (°1614-+1662)
gesigneerd onder rechts PET DE JODE EXC.
gedateerd door chronogram onderaan LEOPOLDVS AVSTRIACVS ARCHIDVX PACIFICVS BELGII NOSTRI SALVS
uitgever Pieter II de Jode (°1606-+1674)
1647
inkt en papier, hoogte 17 cm, breedte 13 cm
Opschrift: LEOPOLDVS AVSTRIACVS ARCHIDVX PACIFICVS BELGII NOSTRI SALVS; Leopold aartshertog van Oostenrijk vredebrenger en heil van de Belgen.
Leopold Willem van Oostenrijk (°1614-+1662) was landvoogd van de Nederlanden van 1647 tot 1656. Voorgesteld in ovaal, in buste, vooraanzicht; met harnas, hermelijnen mantel, kroon, commandostaf.
Foto: ensemble M277980 (1991).
171. Prent, gravure
Portret van Aluar Bazan
Pieter II de Jode (toegeschreven)
midden 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 17 cm, breedte 13 cm
Opschrift: EXCELL. D. DON ALUAR. BAZAN. MARCH. DE STA CRUC. CATH. MA. A STAT. CONSIL. ET CUBICUL. OCEAN. QUACUNQ HISP. MONARCH. DOMIN. PROPRAEF. REGIOR ARM. PER BELG. GUBER.
Voorgesteld ten halve lijve, in krijgsornaat met commandostaf, lichtjes in profiel rechts. Vergelijking met de vorige gravures wettigen de toeschrijving.
Don Alvaro de Bazan, markies van Santa Cruz (°Granada 1526-+Lissabon 1588), Spaans admiraal en zeeheld in dienst van Filips II. Nam deel aan de Slag van Lepanto (1571) en de inname van Tunis, toen het Spaanse leger het Ottomaanse versloeg. Nadien beheerste hij de toestand in de Middellandse Zee. Hij legde de basis voor het tot stand komen van de Spaanse Armada (internetinformatir).
Foto: ensemble M277974 (1991).
172. Prent, gravure
Portret van Eleonora van Bourbon-Condé, prinses van Oranje (°1587-+1619)
gesigneerd onder rechts PET. DE JODE EXC.
uitgever Pieter II de Jode (°1606-+1674)
midden 17de eeuw
inkt en papier, hoogte 16 cm, breedte 12 cm
Opschrift: HELIONORA BORBONIA PRINCEPS AVRAICAE ETC. Eleonora van Bourbon-Condé is voorgesteld ten halve lijve, in vooraanzicht, in pronkgewaad met rijkelijke sieraden, hoge kanten kraag en wijd uitstaande rok.
Eleonora van Bourbon was de echtgenote van prins Filips Willem (°Buren 1554-+Brussel 1618), zoon van Willem van Oranje, heer van Diest; zij huwden in 1606. Eleonora van Bourbon was de nicht van Hendrik IV, koning van Frankrijk. Bij gelegenheid van het huwelijk schonk de stad Diest 2.000 gulden.
Foto: ensemble M277979 (1991).
173. Prent, gravure
Portret van Franciscus de Melo (°1597-+1651)
gesigneerd onder links PET. DE JODE EXC.
uitgever Pieter II de Jode (°1606-+1674)
midden 17de
inkt op papier, hoogte 16 cm, breedte 10 cm
Francisco de Melo was van 1641 tot 1644 landvoogd van de Nederlanden. Opschrift: EXCELLENTISSIMVS DOMINVS D. FRANCISCVS DE MELLO COMES DE AZUMAR ETC. GVBERNATOR BELGII ET BVRGVNDIAE. Dit is de zeer uitmuntende heer Franciscus De Mello graaf van Assumar enz. gouverneur van België en Bourgondië. Voorgesteld ten halve lijve, in profiel driekwart rechts, met harnas, zwaard, commandostaf.
Francisco de Melo (°1597-+1651), graaf van Assumar, markies van Tor de Laguna, was Spaans militair, van Portugese afkomst; commandeerde de Spaanse troepen in Duitsland. Werd onderkoning van Sicilië (1639-1641), landvoogd in de Zuidelijke Nederlanden (1641-1644), onderkoning van Catalonië (1645). Saneerde de financiën in de Nederlanden. Versloeg herhaaldelijk de Fransen; leed een nederlaag in 1643.
Foto: ensemble M277977 (1991).
174. Prent, lithografie
Portret van Gérard. Van Spaendonck (°1746-+1822)
gesigneerd LITH DE LANGLUMER DE L ABBAYE
gesigneerd DESSINE PAR N.H. JACOB
gesigneerd PEINT PAR TONAY MEMBRE DE L INSTITUT
lithograaf de Langlumer
tekenaar N.H. Jacob
naar portret geschilderd door Tonay
19de eeuw
papier en inkt, hoogte 46 cm, breedte 32 cm
Met opschrift: G. VAN SPAENDONCK PROFESSEUR D’ICONOGRAPHIE AUX MUSEUM D’HISTOIRE NATURELLE. MEMBRE DE L’INSTITUT. Dit is G. V Spaendonck professor iconografie aan het natuurhistorisch museum, lid van het “Institut” (de France).
Ovaal met portretbuste in driekwart profiel rechts.
Gérard Van Spaendock (°Tilburg 1746-+Parijs 1822) kreeg zijn eerste opleiding te Antwerpen bij een decorateur. Tien jaar later trok hij terug naar Nederland (Breda) en werkte er aan de voorbereidingen van de feesten van Willem I. Op 24-jarige leeftijd trekt hij naar Parijs en schildert er miniaturen op allerlei gebruiksvoorwerpen. Gedurende acht jaar verbindt hij zijn lot aan dat van Lavalette. In 1774 krijgt hij de titel van miniatuurschilder van de koning; hij maakt ontwerpen voor de porceleinmanufacturen (Sèvres). Bekendheid kreeg hij echter als schilder van bloemen. In 1781 werd hij lid van de Franse Academie voor schilderkunst even later lid van het instituut. Hij legt zich toe op schilderwerk voor de botanische tuin. Tijdens de revolutie vond hij hier onderdak als administrator en professor in iconografie. Hij maakte naam als bloemenschilder en werkte ook mee aan enkele pubicaties over bloemen en planten (F. DONNET 1921, kol. 287-290).
Foto: ensemble Z010675 (2004).
175. Prent, gravure
Portret van Cornelius Jansenius (°1585-+1638), 7de bisschop van Ieper
gesigneerd onder rechts F. DE WIT EXCUD.
uitgever Frederik De Wit
2de kwart 17de eeuw
inkt en papier, hoogte 24 cm, breedte 18 cm
Opschrift: CORNELIVS IANSSENIVS EPISCOPUS IPRENSIS. Voorgesteld in buste profiel links, met onder links zijn wapenschild, rechts onder zijn bisschopshoed; bovenaan zijn devies IN VERITATE ET CHARITATE. Onderaan huldeopschrift.
Cornelis Jansen (°Akkooi 1585-+Ieper 1638) godgeleerde, in 1617 hoogleraar te Leuven, 1636 bisschop van Ieper. De publicatie van zijn werk over Augustinus en de interpretatie van diens genadeleer was de aanleiding voor het ontstaan van de leer van het Jansenisme.
Fredrik De Wit (Widt, Witt) was als kopersteker en uitgever, actief te Amsterdam omstreeks 1650. Hij tekende landkaarten en gaf ze uit; verder was hij uitgever van stadsgezichten en gebouwen (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble M277972 (1991).
176. Prent, gravure
H. Norbert van Prémontré, met 12 taferelen uit het leven van Norbert
gesigneerd onder midden JOAN. GALLE EXCUDIT
uitgever Jan Galle (°1600-+1676)
midden 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 25 cm, breedte 20 cm
In een centraal medaillon staat de heilige ten halve lijve voorgesteld met mijter, mozetta, pallium, monstrans, kruisstaf en palmtak. Onder de beeltenis staat zijn naam en een opschrift.
Hier omheen wordt de cyclus van het leven van de H. Norbert in twaalf kleine medaillons voorgesteld, met bijpassend opschrift eronder. Het begint in het midden bovenaan en de taferelen volgen elkaar op van rechts naar links:
1. Geboorte van de H. Norbert
2. Bekering van de H. Norbert
3. H. Norbert ziet af van zijn rijke kleding
4. H. Norbert deelt zijn bezit uit aan de armen
5. H. Norbert brengt vrede waar tweedracht is
6. O.-L.-Vrouw overhandigt de H. Norbert het wit habijt
7. H. Norbert ontvangt de kloosterregel uit handen van de H. Augustinus
8. Paus Honorius II bekrachtigt de stichting te Prémontré in 1126
9. H. Norbert bezit de kracht om de demonen te bedwingen
10. Bisschopswijding van de H. Norbert te Maagdenburg
11. H. Norbert duidt Hugo van Fosse aan als zijn opvolger
12. H. Norbert op zijn sterfbed.
Jan Galle (°1600-+1676) was Antwerps kopersnijder, prentenhandelaar en uitgever. Werd meester in 1627-1628, deken in 1638-1639. Na het overlijden van zijn vader Theodoor Galle in 1633 werd hij leider van diens drukkerij De Witte Lelie. Hij drukte werk van zijn neef Cornelis II Galle en herdrukte ook prentwerken uit de zestiende eeuw; in 1677 werden er in het grafische nalatenschap ongeveer 7.000 koperplaten geteld (SAUR).
Biografie Hugo van Fosses zie deel 1, p. 70, nr. 9.
Bibliografie: I. VAN SPILBEECK, 1896, p. 390-395.
Tentoonstelling: 1971 Averbode nr. 2; 1978 Grimbergen nr. 249.
Foto: ensemble M66807 (1971).
177. Prent, gravure
Verheerlijking van de H. Norbert van Prémontré
graveur Theodoor Galle (°1571-+1633)
1622
papier en inkt, hoogte 16 cm, breedte 9 cm
Onderaan knielen bisschoppen, prelaten, kloosterlingen en gelovigen neer rond het wapenschild van prémontré; zij bidden tot de H. Norbert van Prémontré en zijn volgelingen die worden voorgesteld in de hemel. Onder links de opdrachtgever C. Van der Sterre, abt van de Antwerpse Sint-Michielsabdij, met wapenschild en devies CANDORE ET FIDE. De prent komt uit de publicatie Viai S. Noberti (1622) door J.C. Van der Sterre.
Theodoor Galle (°1571-+1633) was Antwerps kopersnijder; leerling van zijn vader Filips Galle; meester in 1596; deken van de Sint-Lucasgilde 1609-1610; bezocht Italië; huwde in 1598 Catharina Moerentorf, kleindochter van Christoffel Plantijn. De koperplaten voor de drukkerij van Balthasar I Moretus werden in het atelier van Theodoor Galle bewerkt en gedrukt. Het atelier werkte grotendeels voor de Plantijnse officina. Van Theodoor Galle zelf zijn niet zoveel eigenhandige prenten gekend. Na zijn afsterven werden er 3.600 drukplaten in het atelier geteld (SAUR).
Bibliografie: I. VAN SPILBEECK 1897 p. 48-50.
Tentoonstelling: 1971 Averbode nr. 22; 1978 Grimbergen nr. 258.
Foto: ensemble M66816 (1971).
178. Prent, gravure, bedevaartprent
H. Blasius van Sebaste, vereerd in het Gasthuis te Lier (3 februari)
gesigneerd onder rechts JO. BAP. GROSSENS SCULP.
graveur Johannes Baptist Grossens
18de eeuw
papier en inkt, hoogte 19 cm, breedte 11 cm
H. Blasius wordt voorgesteld ten halve lijve, als bisschop, met attribuut: een hekel. Met devotie-opschrift en de melding dat de prent geraakt heeft aan de reliek van de H. Blasius, bewaard in het gasthuis te Lier. In het bijzonder werd hij aanroepen tegen “quaey keilen en gheswillen”.
Foto: ensemble M277964 (1991).
179. Prent, lithografie
Marteldood van de martelaren van Gorcum
gesigneerd : C. FRACASSINI DIP, CATUFI IMP. (ROMA), G. GUGLIELMI LIT.
naar schilderij door Cesare Fracassini (°1838-+1868)
drukker Catufi
lithograaf G. Guglielmi
Rome
1867
papier en inkt, hoogte 75 cm, breedte 55cm
Negentien rooms-katholieke religieusen werden door de Watergeuzen gemarteld en opgehangen te Den Briel (NL) in 1572; hieronder één dominicaan, elf franciscanen (onder meer Nicolaas Pieck), twee norbertijnen (Adriaan van Hilvarenbeek, Jacob Lacops) (W. VAN SPILBEECK 1890).
Opschrift: SS. NICCOLO PIECK E COMPAGNI MARTIRI GORCOMIESI CANONIZATTI DAL SOMMO PONTEFICE PIO IX LI 29 GIUGNO 1867. Met stempel van de drukker. Vervaardigd naar aanleiding van de canonisatie van de martelaren van Gorcum door paus Pius IX in 1867.
Cesare Fracassini (°Orvieto 1838-+Rome 1868) was een Italiaans kunstschilder; leerling van Minardi; hij schilderde fresco’s in verscheidene kerken te Rome; hij schilderde in 1867 een altaarstuk over de Marteldood van de martelaren van Gorcum, bewaard in de Pinacotheek van het vatikaan, een meesterwerk in opdracht van paus Pius IX (SAUR).
Foto: ensemble Z010678 (2004).
180. Prent, ets
H. Norbert van Prémontré
gesigneerd ELIAS CHRISTOPH HEISS SCULPS. ET EXCUD. AUG. VIND.
etser en uitgever Elias Christoffel Heiss (°1660-+1731)
Augsburg
1716 (?)
papier en inkt, hoogte 96 cm, breedte 71 cm
H. Norbert van Prémontré wordt voorgesteld ten halve lijve, omringd door drie engelen met zijn attributen: mijter, aartsbisschoppelijke staf, monstrans. Onderaan 50 stellingen uit de norbertijnenregelgeving, genoteerd in 1716.
Elias Christoffel Heiss (°Memmingen 1660-+Memmingen 1731), kunstschilder, graveur en gravureverkoper; kreeg zijn opleiding in Augsburg bij grootoom Johan Heiss. Was een meester in de mezzotintotechniek. Het portret was een geliefd thema (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble M277821 (1991).
181. Prent, ets
Portret van Augustinus Wichmans (°1596-+1661), abt van Tongerlo (1644-1661)
gesigneerd en gedateerd onderaan WENCESLAUS HOLLAR BOLRAMUS Ao 1651
etser Wenzel Hollar (°1607-+1677)
1651
inkt en papier, hoogte 18 cm, breedte 12 cm
Opschrift: ADMODUM RE. ET AMPLISS. DOMINO D. AVGVSTINO WICHMANNO ABBATI TUNGERLOENSI ET STATUUM BRABANTIAE ASSESORI ORDINARIO DD. Deze afbeelding werd aangeboden aan zeer hoogwaardig en luisterrijk heer Augustinus Wichmann abt van Tongerlo, gewoon bijzitter van de Staten van Brabant.
Voorgesteld als norbertijn in buste, driekwart profiel rechts. Met wapenschild en devies SICUT AQUILA; bovenaan opschrift: AETATIS 55 Ao 1651.
Wenceslaus Hollar (°Praag 1607-+Londen 1677) was een Tsjechisch etser en tekenaar. Hij verbleef in verschillende Europese steden en zou tenslotte vooral in Engeland verblijven, waar hij werd begraven. Van 1644 tot 1651 had hij een atelier te Antwerpen. Ook in deze ets verwees Hollar naar zijn land van herkomst, hij was Bohemer (Bolramus). Hij etste topografische prenten, stillevens en dieren, modeprenten (THIEME-BECKER).
Bibliografie: L.C. VAN DYCK, 1994, p. 24.
Foto: ensemble M277960 (1991).
182. Prent, gravure
HH. Norbert van Prémontré en Juliana van Mont Cornillon (+1258)
gesigneerd onderaan VIGOR BOUCQUET DELIN. FRANC. HUBERTI EXC.
graveur en uitgever Franciscus Huberti (+1687)
ontwerper Victor Boucquet (°1619-+1677)
midden 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 14 cm, breedte 10 cm
De twee heiligen houden een cilindermonstrans in het midden; beiden bedwingen de duivel onder de voeten. Norbert draagt de aartsbisschoppelijke staf en een lauriertak, de Luikse augustijnenzuster Juliana draagt een lelie. Beide heiligen droegen bij tot de verering van het H. Sacrament. Onderaan het wapenschild van besteller abt Carolus Fernandes de Velasco, abt van Grimbergen (1647-1665); de prent werd verder opgedragen aan vicaris-generaal Petrus de Waegenaere.
Victor Boucquet (°Veurne 1619-+Veurne 1677) was historie- en portretschilder in de stijl van Jacob Jordaens en Pieter Van Lint; in West-Vlaanderen (Lo) zijn er verscheidene werken van hem bewaard (SAUR).
Petrus De Waghenare (°Nieuwpoort ca. 1599-+Veurne 1662) trad binnen in de norbertijnenabdij van Sint-Niklaas te Veurne. Hij werd professor van de poësis en later prefect in het humanioracollege te Veurne; schreef een vita over de H. Norbert en de H. Herman-Jozef; hij omschreef de elementen die het charisma uitmaakten van de orde (D. DE CLERCK, 2001, p. 228).
Chares Fernandez De Velasco werd tot abt van Grimbergen gekozen in 1647; hij stierf in 1668. In 1660 legde hij de eerstesteen van de nu nog bestaande kerk. Hij onderhield nauwe kontakten met de norbertijnenabdijen in Duitsland (G. WEYNS 1969, p. 740-741).
Tentoonstelling: 1971 Averbode nr. 103; 1978 Grimbergen nr. 293.
Foto: ensemble M66814 (1971).
183. Prent, ets
Portret van Maurice Jean Madeleine de Broglie (°1766-+1821), bisschop van Gent
gesigneerd en gedateerd onderaan GRAVE PAR I. HUNIN A MALINES 1811
etser Joseph Hunin (°1770-+1851)
Mechelen
1811
papier en inkt, hoogte 9 cm, breedte 6 cm
Maurice, prins de Broglie (°Parijs 1766-+Parijs 1821) emigreerde tijdens de Franse Revolutie met zijn vader vanuit Frankrijk naar Duitsland. In 1792 werd hij in Trier tot priester gewijd. Keerde naar Frankrijk terug na het concordaat van Napoleon (1801); werd hofaalmoezenier, in 1805 bisschop van Acqui, in 1807 bisschop van Gent. Onder Napoleon en onder koning Willem I verzette hij zich tegen de inmenging van de overheid in kerkelijke zaken. Keerde herhaaldelijk terug naar Frankrijk (internetinformatie). Prins de Broglie wordt voorgesteld in buste, profiel links.
Graveur en tekenaar Mathieu Joseph Charles Hunin (°Mechelen 1770-+Mechelen 1851) was werkzaam te Mechelen; zijn zoon Pierre Paul Aloys was een genreschilder. Joseph graveerde kopieën naar P.P. Rubens, verder portretten, stadsaanzichten en gebouwen van Belgische steden (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble M277961 (1991).
184. Prent, gravure
Genealogische stamboom der norbertijnenstichtingen 1120-1727
gesigneerd onder rechts JOS. ET JOAN KLAUBER CATH. Smi R.R.I.ELECT. PALAT. RHENI ET Smi S.R.I. PR. ET EP. AUG. CHALC. SCULPS. AUG...
graveurs Joseph (°1710-+1768), Johan Baptist (°1712-+1787) en Catharina Klauber
Augsburg
3de kwart 18de eeuw
papier en inkt, hoogte 134 cm, breedte 79 cm
Titel: ARBOR GENEALOGICA ORDINIS PRAEMONSTRATENSIS AB EJUS ORIGINE SUB ANNO 1120 USQUE AD ANNUM 1727 EPOCHAM POSTREMAE AQUISITIONIS EJUS ORDINIS. Genealogische stamboom van de orde der praemonstratenzers vanaf hun oorsprong in het jaar 1120 tot in het jaar 1727 de periode van de allerlaatste uitbreiding van deze orde.
De keizerlijke toelating voor deze publicatie werd aan de uitgevers toegekend: CUM PRIV. S.C. MAJEST. KLAUBER CATH. SC. ET INVEN. AUC. VINDEL.
Vanuit 18 hoofdstichtingen vertrekken tientallen bijvestigingen over gans Europa; van de 700 stichtingen wordt telkens het wapenschild uitgebeeld en de status toegelicht. Onderaan de boom staat de H. Norbert van Prémontré in pontificaal gewaad met Tanchelm aan de voeten, links de H. Johannes de Doper (patroon van de kapel van Prémontré), rechts de H. Augustinus van Hippo (inspirator van de regelgeving van de orde). In de top van de boom is de verheerlijkte O.-L.-Vrouw voorgesteld. Ignatius Van Spilbeeck geeft een uitvoerige en grondige beschrijving van deze prent.
De prent werd opgedragen door Arsenius Theodorus Fasseau, norbertijn van de O.-L.-Vrouwabdij van “Thenolias” (Thenailles, nabij Vervins (F)) aan keizer Frans I van Duitsland (°1708-+1765), echtgenoot van Maria-Theresia. Fasseau was archivaris en archeoloog die verscheidene publicaties verzorgde ( L. GOOVAERTS, 1899, p. 248). Met wapenschild van Frans I.
Joseph Sebastian Klauber (°Augsburg 1700-+Augsburg 1768) kreeg zijn opleiding bij Melchior Rein in Augsburg; later werkte hij bij A. Birkhart in Praag. Keerde terug en werkte bij J.A. Pfeffel. Huwt in 1733 en sticht in 1740 met zijn broer Johan Baptist een uitgeverij.
Johann Baptist Klauber (°Augsburg 1712-+Augsburg 1787) is medestichter van de uitgeverij “J.u J. Klauber” of “Fratres Klauber Catholici”. Het was een uitgesproken katholieke onderneming: gebedsprenten, bedevaartprenten, Bijbelse voorstellingen, voorstellingen van heiligen, portretten van belangrijke geestelijken, thema-uitgaven, kalenders enz. (THIEME-BECKER).
Bibliografie: uitvoerige beschrijving en duiding door I. VAN SPILBEECK 1895, p. 37-60.
Foto: ensemble N15327 (1991).
185. Prent, gravure
H. Norbert bestrijdt Tanchelm te Antwerpen
gesigneerd onder rechts A. LOMMELIN
graveur Adriaan Lommelin (actief 1640-1677)
3de kwart 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 27,3 cm, breedte 18,7 cm
Norbert komt te Antwerpen met zijn volgelingen en toont de eucharistische monstrans aan ketter Tanchelm die kronkelend op de bodem ligt terwijl de slangen vluchten uit zijn valse geschriften. In de achtergrond de Sint-Michielsabdij. Boven links de Verrezen Christus met een kruis en een hostiedragende kelk; de aartsengel Michaël daalt neer uit de hemel. Vermoedelijk gemaakt in opdracht van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen.
Onderaan duidend opschrift: DEN H. NORBERTUS IS VAN CANONIJKEN VAN ANTWERPEN GEROEPEN UIJT VRANCKRIJCK; HIJ KOMT DERWAERT MET TWAALF VAN SIJNE RELIGIEUSEN, DOEN DE KETTERIJE VAN TANCHELINUS GANTSCHELIJCK TE NIETE, ENDE HERSTELLEN DE CATHOLIJCK RELIGIE.
Adriaen Lommelin (actief 1640-1677) was een Antwerpse kopersteker, zoon en medewerker van zijn vader Samuel Lommelin. Hij werkte voor de uitgevers Gillis Hendricx en Gaspar de Hollander; vaak naar werken van Rubens, Van Dyck en Van Diepenbeeck (THIEME-BECKER).
Tentoonstelling: 1971 Averbode nr. 56; 1978 Grimbergen nr. 271.
Foto: ensemble M66791 (1971).
186. Prent, gravure
Portret van baron Guillaume de Lamboy
gesigneerd onder links CORN. MEYSSENS SCULPSIT
gesigneerd onder rechts IOAN. MEYSSENS EXCUDIT ANTVERPIAE
graveur Cornelius Meyssens (°voor 1640-+1673)
uitgever Joannes Meyssens te Antwerpen (°1612-+1670)
Antwerpen
ca. 1660-1670
papier en inkt, hoogte 18 cm, breedte 12 cm
Identificatieopschrift: GVILLIAVME BARON DE LAMBOY SEIGNEUR DE DESSENER, WINTERSHOVEN, CORDESHEM, ETC. DU CONSEIL DE GUERRE. MARISCHAL DE CAMP. GENERAL POUR SA MAITE IMPERIALE. Dit is baron Guillaume de Lamboy heer van Dessener, Wintershoven, Cordeshem, enz., maarschalk van de krijgsraad van de algemene kampleiding voor zijne keizerlijke hoogheid. Voorgesteld in buste, driekwart profiel links; de baron draagt een harnas. Met wapenschild.
Joannes Meyssens (°Brussel 1612-+Antwerpen 1670), kunstschilder, tekenaar, kopersteker en uitgever, was een leerling van A. Van Opstal en N. Van der Horst. In 1640 werd hij lid van de Sint-Lucasgilde te Antwerpen. Hij legde zich toe op het kopersteken en stichtte een uitgeverij. Zijn zoon Cornelius (°Antwerpen voor 1640-+Wenen na 1673) werkte voor zijn vader. De uitgeverij publiceerde portretten van vooraanstaanden: Effigies Imperatorum Domus Austriacae (14 platen) en Les Portraits des Souverains, Princes et Comtes de Hollande (40 platen) (Dictionnaire, FRANCESCO ROSSI).
Foto: ensemble M277978 (1991).
187. Prent, gravure
Portret van graaf Alfonsus Peres de Vivero
gesigneerd onder midden I. MEYSSENS EX.
uitgever Joannes Meyssens (°1612-+1670)
midden 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 16 cm, breedte 11 cm
Opschrift ALFONSVS PERES DE VIVERO COMTE DE FUENSALDANA GENTILHOME DE LA CHAMBRE DV ROY DE SON CONSEIL SVPREME DE GVERRE GOVVERNEVR GENER DE CES ARMES EN PAYS BAS. Dit is Alfonsus Peres de Vivero, graaf van Fuensaldana, edelman van de koninklijke kamer van de hoge krijgsraad, algemeen gouverneur van het leger in de Lage Landen. Voorgesteld met harnas, in buste, driekwart profiel rechts. Met wapenschild.
Foto: ensemble M277973 (1991).
188. Prent, gravure
Portret van Daniël Seghers (°1590-+1661)
gesigneerd onder rechts I. MEYSSENS EXCUDIT
gesigneerd onder links I. LIEVENS PINXIT
uitgever Joannes Meyssens (°1612-+1670)
naar een geschilderd portret door Jan I Lievens (°1607-+1674)
midden 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 17 cm, breedte 12 cm
Opschrift: DANIEL SEGERS FRERE IESUITE. Voorgesteld als jezuïet ten halve lijve, profiel links; in de hand een tekening van een architecturale versiering. Het bijgevoegd opschrift bezingt de kwaliteiten van de bloemenschilder, die werk leverde aan de groten der aarde: de keizer van Duitsland, aartshertog Leopold-Willem, prins Frederik-Hendrik van Oranje.
Daniel Seghers (°Antwerpen 1590-+Antwerpen 1661), werkzaam te Antwerpen, was leerling van Jan I Breughel, werd meester in 1611. Trad binnen bij de jezuïeten (1614); verbleef te Mechelen, Antwerpen, Brussel en Rome. Verwierf faam als bloemenschilder; zijn bloemstukken zijn een festijn voor het oog met een warm en levensvol koloriet (Dictionnaire, Marie-Louise HAIRS).
Jan I Lievens (°Leiden 1606-+Amsterdam 1674) Hollands schilder, etser en houtsnijder. Verbleef van 1634 tot 1643 in Antwerpen; werkte samen met bloemenschilders Daniel Seghers en J. Van Hecke.
Foto: ensemble M277962 (1991).
189. Prent, steendruk
Portret van een gasthuiszuster
gesigneerd onder links J.B. MICHIELS
graveur Jan Baptist Pieter Michiels (°1821-+1890)
3de kwart 19de eeuw
papier en inkt, hoogte 7 cm, breedte 7 cm
De onbekende gasthuiszuster wordt voorgesteld ten halve lijve, in vooraanzicht.
Jan Baptist Pieter Michiels (°Antwerpen 1821-+Antwerpen 1890) was kopersteker en etser, leerling van E. Corr. Hij werd leraar graveerkunst aan de academie te Antwerpen (1868) en later aan het Hoger Instituut (1886). Hij graveerde platen naar bekende oude meesters en eigentijdse kunstenaars (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble M277963 (1991).
190. Prent, gravure
H. Norbert van Prémontré
gesigneerd onder rechts JACOBUS NEEFFS SCULPSIT
gesigneerd onder links PH FRITIERS DELINEAVIT
graveur Jacobus Neeffs (°1610-+1660)
ontwerper Philips Fruytiers (°1610-+1666)
ca. 1660
papier en inkt, hoogte 24 cm, breedte 30 cm
Norbert is voorgesteld in een portiek, als aartsbisschop met monstrans; hij vertrapt Tanchelm en de ketterij. Boven zijn hoofd zweven engeltjes met een laurierkroon en een lauriertak. Hij wordt geflankeerd door de wapenschilden en devies van de abdij van Tongerlo en van Jacobus Rhoznata Crils, abt van Tongerlo (1664-1695), telkens vastgehouden door twee engeltjes. Devies van abt Crils: FUNDAMENTUM EIUS IN MONTIBUS SANCTIS. De respectieve biografische gegevens laten veronderstellen dat Jacobus Neeffs de gravure had gestoken naar een ontwerp van Philips Fruytiers voordat abt Crils zijn functie waarnam: het wapenschild van de prelaat werd later toegevoegd.
Philips Fruytiers (°Antwerpen 1610-+Antwerpen 1666) was schilder, miniaturist en kopersteker; bezocht het jezuïetencollege (1630 lid van de solidaliteit van de mannen). In 1631-1632 werd hij meester; had meerdere leerlingen. Werkte in de geest van de jezuïeten zowel in de literatuur als in de plastische kunst (Imago Primi Saeculi). Vooral door zijn geëtste portetten verwierf hij faam (SAUR).
Jacob Neefs (°Antwerpen1610-+Antwerpen na 1660) was een Antwerps kopersteker en handelaar in prenten. Hij werd meester in 1632; had Marinus als leerling (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble M277950 (1991).
191. Prent, houtsnede
Portret van Frans Claes (°1860-+1933)
gesigneerd onder rechts EDW. PELLENS SC
houtsnijder Edward Pellens (°1872-+1947)
1933
papier en inkt, hoogte 33 cm x breedte 26 cm
Opschrift 1860 FRANS CLAES 1933. Portretbuste, profiel links; met wapenschild van Frans Claes en de stad Antwerpen.
Frans Claes (°Antwerpen 1860-+Antwerpen 1933) studeerde handel en talen, werd vooral bekend als oudheidkundige en archeoloog. Van 1911 tot 1933 was hij conservator van de Antwerpse musea Steen en Vleeshuis, die door zijn voorbereidend werk tot stand kwamen; Van 1910 tot 1933 was hij de bezielende voorzitter van Antwerpens Oudheidkundige Kring. Tijdens de uitbaggering van de Scheldeoevers in 1884-1885 deed hij samen met zijn broer een grote hoeveelheid Scheldevondsten. Hij had bijzondere aandacht voor het gildeleven. Toen zijn privécollectie werd geveild, waren er 3.500 nummers (J. VAN HERCK, 1968).
Edward Pellens (°1872-+1947) was een Antwerps houtsnijder; Jan Claessens en René Declercq waren zijn leerlingen (A.J.J. DELEN 1956, p. 222).
Foto: ensemble Z010676 (2004).
192. Prent, gravure
Mystiek huwelijk van de H. Herman-Jozef van Steinfelt
gesigneerd onder links ANT. VAN DIJCK PINXIT. PAUL PONTIUS SCULP. MICHAEL HAIJE EXCUDIT
graveur Paulus Pontius (°1603-+1658)
naar schilderij van Antoon Van Dyck (°1599-+1641)
uitgever Michiel Haye
midden 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 33 cm, breedte 26 cm
De norbertijn Herman-Jozef van Steinfelt knielt neer en strekt de rechterhand uit naar O.-L.-Vrouw. Deze laatste neigt naar voor en reikt de rechterhand. Een engel ondersteunt de hand van de norbertijn. In de kleding van de personages is een grote variatie aan plooien, sterk plastisch en met grote vaardigheid uitgevoerd.
Onderaan wapenschild en devies VIGILA van Macarius Simeomo (1662-1676), abt van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen.
Deze prent is gestoken naar een schilderij van Antoon Van Dyck met eenzelfde onderwerp, uitgevoerd in 1630 voor het altaar van de Solidaliteit van de ongehuwden in de Jezuïetenkerk te Antwerpen. Het schilderij is thans bewaard in het Kunsthistorisches Museum te Wenen.
Paulus Pontius (°Antwerpen 1603-+Antwerpen 1658) Rubeniaans kopergraveur, kreeg aanvankelijk een schildersopleiding bij O. Beet, was later leerling van graveur Lucas I Vorsterman; zijn vroegst gedateerde werk is van 1626-1627, zijn laatst gedateerde van 1657. Hij graveerde verschillende werken naar Antwerpse tijdgenoten (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble M277951 (1991).
193. Prent, lithografie
Portret van Joannes Josephus Faict, bisschop van Brugge (1864-1894)
gesigneerd en gedateerd SCHUBERT 1864
lithograaf Schubert
uitgever Beyaert-Defeurt
1864
papier en inkt, hoogte 90 cm, breedte 60 cm
Opschrift in het Frans en het Latijn: JOANNES JOSEPHUS EPISCOPUS BRUGENSIS MONSEIGNEUR JEAN JOSEPH FAICT VINGTIEME EVEQUE DE BRUGES NE A LEFFINGHE LE 22 MAI 1813 CONSACRE A BRUGES LE 18 OCTOBRE 1863 / ILLUST. AC REVEREND. DOM. JOANNES JOSEPHUS FAICT EPISCOPUS BRUGENSIS VIGESIMUS NATUS IN LEFFINGHE DIE 22 MAII 1813 CONSECRATI BRUGIS DIE 18 OCTOBRIS 1863. Joannes Josephus bisschop van Brugge. Monseigneur Joannes Josephus Faict twintigste bisschop van Brugge, geboren te Leffinghe op 22 mei 1813 gewijd op 18 oktober 1863. Met wapenschild. De bisschop wordt voorgesteld ten halve lijve met rocket en mantel, borstkruis om de hals; rechts een zetel met zijn wapenschild.
Uitgegeven te Brugge: BRUGES BEYAERT-DEFEURT EDITEUR LIBRAIRE
Joannes Josephus Faict (°Leffinghe 1813-+ Brugge 1894) was bisschop van het bisdom Brugge (1864-1894); priester gewijd in 1839. Werd in 1849 professor aan het grootseminarie te Brugge en superior van het kleinseminarie te Roeselare (internetinformatie).
Joseph Schubert (°Brussel 1816-+Brussel 1885) was tekenaar en lithograaf (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble Z010680 (2004).
194. Prent, lithografie
Portret van H.E.H. A. Van Dongen, 1ste apostolisch vicaris van Breda
gesigneerd onder rechts L VAN DEN WILDENBERG DEL
gesigneerd onder links LITH DE BAUDUIN
lithograaf L. Van den Wildenberg
drukker De Bauduin
19de eeuw
papier en inkt, hoogte 44 cm, breedte 31 cm
Met opschrift: DE HOOG. EERW HEER A. VAN DONGEN 1e APOSTOLIEKE VICARIUS VAN BREDA. Voorgesteld in buste, met soutane, boek in de rechterhand.
L. Van den Wildenberg was een Brussels lithograaf die in 1833 samen met G. Simonau een publicatie verzorgde: Portraits des peintres les plus célèbres sur pierre par L. Van de Wildenberg et S. Simonau (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble Z010672 (2004).
195. Prent, houtsnede
Jezus in het voorgeborchte
gesigneerd boven midden MPETRI EX
gesigneerd boven midden met monogram L
houtsnijder Lucas Van Leyden
uitgever-handelaar Maarten Peeters
gedateerd boven links 1521
papier en inkt, hoogte 12 cm, breedte 8 cm
Jezus is omkleed met een groot doek; in de linkerhand houdt hij een kruisvaan; hij knielt neer en reikt de hand naar de figuren beneden waar ook monsters aanwezig zijn. Boven links een tafereel waarbij een oude man een jonge vrouw waarschuwt terwijl hij naar een monster wijst dat op een balkon staat.
Lucas van Leyden (°Leyden 1489(?)-+1533) was een Hollands schilder, houtsnijder, kopergraveur, etser en ontwerptekenaar voor houtsneden; hij kreeg een opleiding bij zijn vader. In 1521 ontmoette hij te Antwerpen Albrecht Dürer; deze laatste zou grote invloed uitoefenen op Lucas van Leyden; Dürer tekende ook een portret van de Hollandse meester. Hij maakte boekillustraties en losse prenten (THIEME-BECKER).
Maarten Peeters (°Geel ca. 1500-+Antwerpen na 1565) was schilder, graveur en uitgever, actief te Antwerpen; hij had er een vruchtbare handel in een winkel genaamd “In de gouden Fontein”. Tot vijfmaal toe werd hij gekozen tot deken van de Sint-Lucasgilde. Hij werkte naar Rafaël, Primaticcio, Frans Floris, Maarten Van Heemskerk, Lucas van Leyden en Albrecht Dürer. Zijn zoon Maarten II Peeters werd vrijmeester in 1548. (BIOGRAPHIE NATIONALE, 16, 1901, kol. 864-865).
Foto: ensemble M277966 (1991).
196. Prent, gravure
Verrijzenis van Jezus
gesigneerd onder rechts MPETRI EX
gesigneerd onder midden met monogram L
houtsnijder Lucas Van Leyden
uitgever-handelaar Maarten Peeters
gedateerd onder links 1521
1521
papier en inkt, hoogte 12 cm, breedte 8 cm
Boven het openstaande graf verschijnt Jezus in een wolkenkrans; hij draagt een ruime mantel, houdt een kruisvaan in de linkerhand, maakt een zegenend gebaar met de rechter. Drie soldaten zitten bij het graf en kijken verbaasd op.
Foto: ensemble M277965 (1991).
197. Prent, gravure
H. Norbert van Prémontré en vier norbertijnenbisschoppen
gesigneerd onder rechts C. DE MALLERY FECIT
graveur Karel Van Mallery (°1571-+1635)
1ste kwart 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 14 cm, breedte 8 cm
H. Norbert van Prémontré en vier norbertijnenbisschoppen met hun attributen: gelukzalige Milo van Terwaan (lelietje-van-dale), H. Evermodus van Ratzeburg (boeien), H. Isfried van Ratzeburg (boek) en H. Ludolf van Ratzeburg (palm). De vijf zijn voorgesteld als bisschop in een zetel; boven hun hoofden hangt de H. Geestduif in een stralenkrans. De aanwezige teksten maken allusie op hun bisschoppelijke taak. Bovenaan een tekst uit de Apocalyps; onderaan een gebed.
Karel Van Mallery (°Antwerpen 1571-+na 1635) Antwerps graveur, werd opgeleid bij Filips Galle, wiens dochter hij later huwde. Werd meester in de Sint-Lucasgilde vanaf 1597; deken in 1620-1621. Tijdelijk verbleef hij in Parijs waar hij zich tot Fransman liet naturaliseren. Hij werkte voor Parijse en voor Antwerpse uitgevers, vooral heiligenvoorstellingen en religieuze scènes (meer dan 340 bladen) (THIEME-BECKER).
Biografie H. Ludolf zie deel 1, p. 104, nr. 45.
Bibliografie: I. VAN SPILBEECK, 1902, p. 17-18.
Tentoonstelling: 1971 Averbode nr. 97; 1978 Grimbergen nr. 288.
Foto: ensemble M66818 (1971).
198. Prent, gravure
H. Norbert van Prémontré en gelukzalige Waltman van Antwerpen
gesigneerd onder rechts MICHAEL HAYE EXCUDIT ANTVERPIAE
graveur Karel Van Mallery (°1571-+1635)
uitgever Michiel Haye (° -+ )
Antwerpen
2de kwart 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 13 cm, breedte 9 cm
Norbert is voorgesteld als bedwinger van de ketterij, met monstrans, pallium, staf en mijter; hij draagt een kazuifel. Waltman (+1138), de eerste abt van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen, knielt naast hem neer. De twee zijn omringd door dertien symbolen uit de litanie van Sint-Norbert. Onderaan een wapenschild met devies MODERATE van de Sint-Michielsabdij van Antwerpen. De onderstaande tekst maakt allusie op de betekenis van Norbert voor Antwerpen. In de achtergrond de toren van de Antwerpse norbertijnenabdij.
Deze prent werd heruitgegeven door Michiel Haye; de vorige uitgave gebeurde door Theodoor Galle (°1571-+1633), deze was de schoonbroer van K. Van Mallery.
Biografie Waltman zie deel 1, p. 71, nr. 9.
Bibliografie: I. VAN SPILBEECK, 1902, p. 6.
Tentoonstelling: 1971 Averbode nr. 95; 1978 Grimbergen nr. 285.
Foto: ensemble M66815 (1971).
199. Prent, ets (staat 15/150)
De Isabellastraat te Hasselt
gesigneerd IS VAN MENS HASSELT
etser Isidoor Van Mens (+1985)
midden 20ste eeuw
papier en inkt, hoogte 20 cm, breedte 14 cm
In de straat zien wij een viertal huizen en links een blinde muur met een kapelletje; midden de straat loopt alleen een figuur met regenscherm die we zien op de rug.
Buiten de ets staat in potlood onder links het nummer van het exemplaar 15 / 150 en de titel; rechts opnieuw de signatuur IS. VAN MENS.
Isidoor Van Mens (°Berlicum-+Oosterhout 1985) was een Nederlands schilder, tekenaar en journalist; hij maakte etsen, houtgravures, lithografieën en pentekeningen. Hij kreeg zijn opleiding te brussel en te Utrecht. In traditionele stijl bracht hij kermistaferelen, straatscènes of markttaferelen. Hij maakte verscheidene reizen naar het buitenland, verbleef tijdelijk in Schaarbeek (P.M.J.E. JACOBS).
Foto: ensemble Z004503 (2002).
200. Prent, ets (staat 24/150)
Hasselt: onder de Molenpoort
gesigneerd onder rechts IS. VAN MENS HASSELT
etser Isidoor Van Mens (+1985)
Hasselt
midden 20ste eeuw
inkt op papier, hoogte 20 cm, breedte 14 cm
De kunstenaar koos een open straatgezicht van Hasselt met vooraan rechts een volkse vrouw die de stoep dweilt, van op de rug gezien.
Buiten de ets staat in potloof onder links het nummer van het exemplaar 24 / 150 en de titel vermeld; onder rechts opnieuw de signatuur IS. VAN MENS.
Foto: ensemble Z004502 (2002).
201. Prent, ets
Panoramisch zicht van de abdij van Tongerlo
gesigneerd onder links LUCAS VORSTERMANS JUNIOR FECIT AQUA FORTI
gesigneerd onder links JACQUES VAN WERDEN ARCHER ET GARDE DE CORPS DE SA MAGte DELINEAVIT
graveur Lucas II Vorsterman
ontwerper Jacques Van Werden
1659
papier en inkt, hoogte 40,5 cm, breedte 63 cm
Panoramisch zicht van het abdijdomein vanuit het westen; weerspiegelt de toestand van de abdij tijdens het bestuur van opdrachtgever abt Wichmans (1644-1661). Met wapenschild van de abt en van het convent. De gravure werd in 1659 opgenomen in de publicatie van A. SANDERUS, Chronographia sacra Tongerloae.
Bovenaan verheerlijkend opschrift met foutief stichtingsjaartal 1029: TVNGERLOA CELEBERRIMVM TOTIVS TAXANDRIAE COENOBIVM ORDINIS PRAEMONSTRATENSIS CIRCA Ao Dni M.I.XXX. FVNDARI COEPTVM. Dit is de in de gans Taxandrië meest vermaarde abdij van Tongerlo van de praemonstratenzenorde werd gesticht in het jaar van de Heer 1029.
Onderaan de legende bij de prent: 1. abdijkerk 2. klooster 3. bibliotheek en ontspanningsruimte 4. abbatiaat 5. parochiekerk 6. hertogelijk verblijf en school 7. ziekenverblijf 8. lokaal voor de jaarlijkse bijeenkomst 9. bakkerij 10. secretariaat 11. woning met het washuis 12. stallen 13. hoofdingang 14. grote tuin 15. appelgaard van de kanunniken 16. werkplaatsen van de werklieden. Voorstelling van de voormalige abdijkerk en de afzonderlijk gelegen parochiekerk.
Onderaan midden werd een voorstelling toegevoegd van het Sint-Norbertuscollege te Rome: COLLEGIUM S. NORBERTI DE URBE ABBATIAE TONGERLOENSIS. Uitgevoerd door graveur I. Causé. Het Sint-Norbertuscollege werd in 1627 te Rome opgericht in opdracht van de Brabantse abten. Het beheer en de financiering gebeurde door de abdij van Tongerlo.
Lucas II Vorsterman (°Antwerpen 1624-+Antwerpen 1666 of 1667) kreeg een opleiding als graveur in het atelier van zijn vader Lucas I Vorsterman; meester in de Sint-Lucasgilde vanaf 1651-1652. Hij werkte in de lijn van zijn vader; maakte gavures naar P.P. Rubens, A. Van Dyck, J. Jordaens, C. Schut, J. Peeters en D. Teniers (THIEME-BECKER).
Jacques Van Werden was ontwerper en tekenaar die zich in Parijs aan het Franse hof van Lodewijk XIV had opgewerkt tot boogschutter van de Koninklijke wacht. Hij maakte voortekeningen voor L. Vorsterman en W. Hollar. Hij werkte ook mee aan de publicatie van J. LE ROY Castella nobilium Brabantiae (THIEME-BECKER).
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 178.
Bibliografie: W. VAN SPILBEECK 1888, p. 531-532.
Foto: ensemble Z005887 (2002).
202. Prent, gravure
Portret van Christophorus de Moura (+1613)
gesigneerd onder rechts COENR WAUMANS SCULP. ANTUERPIAE APUD PETRUM DE IODE.
gesigneerd onder links NIC. VANDER HORST DELINEAU.
graveur Coenraad Waumans (°1619-+1652)
ontwerper Nicolaas Vander Horst (+1646)
uitgever Pieter II de Jode (°1606-+1674)
Antwerpen
2de kwart 17de
papier en inkt, hoogte 17 cm, breedte 12 cm
Opschrift: D. CHRISTOPHORVS DE MOVRA PRIMUS CASTELRODRICI MARCHIO, ET PRIMUS PROREX PORTUGALLIAE, PHILIPPI SECUNDI NOBILIS A CUBICULO, ET TERTII CUBICULARIUS MAJOR, ORDINIS MILITARIS ALCANTARAE MAJOR COMMENDATARIUS, OBIIT MANTUAE CARPETANORUM ANNO MDCXIII. Dit is Christophorus de Moura eerste maarschalk??? Van Castelrodricus en eerste vicekoning van Portugal, kamerheer van Filips II, grootkamerheer van FILIPS III?; oppervertrouweling in de militaire orde van Alcantarra??? Voorgesteld ten halve lijve, driekwart profiel links; met sleutel achter de buikriem. Het opschrift onderaan beschrijft de eretitels van de geportretteerde.
Koenraad Waumans (°Antwerpen 1619), Antwerps tekenaar en graveur, leerling van Paulus Pontius; werd vrijmeester in 1636-1637. Graveerde vooral portretten van onder meer kunstenaars, heersers van Brabant, politieke figuren (THIEME-BECKER).
Nicolaas Van der Horst (°Antwerpen 1587-+Brussel 1646) was schilder en tekenaar; in de leer bij P.P. Rubens. Te Brussel trad hij in dienst van de aartshertog Albrecht. Hij maakte ontwerpen voor Cornelis II Galle, Wenzel Hollar, Paulus Pontius en Lucas Vorsterman; maakte ontwerpen voor portretten, gezichten van Brussel, titelbladen voor boeken (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble M277975 (1991).
203. Prent, gravure
H. Norbert van Prémontré
gesigneerd onder midden C. WEIGEL EXC.
uitgever Christoph Weigel
einde 17de-begin 18de eeuw
papier en inkt, hoogte 17 cm, breedte 13 cm
Norbert wordt voorgesteld ten halve lijve, in profiel, als norbertijn met monstrans in de linkerhand. Volgens de bijhorende verklarende tekst werd de orderegel erkend door paus Honorius II in 1125; Norbert stierf in 1134.
Christoph Weigel (°Redwitz 1654-+Nurenberg 1725) Duits graveur en uitgever, kreeg een opleiding als goudsmid, vervaardigde mathematische instrumenten; later werd hij graveur en uitgever (opleiding bij Georg A. Wolfgang en Matth. Küsel); hij had talrijke medewerkers, maakte stadsplannen, bijbelvoorstellingen, sculptuurvoorstellingen, belangrijke persoonlijkheden (THIEME-BECKER).
De vermelding van Weigel als uitgever zou er kunnen op wijzen dat de gravure in zijn werkatelier is tot stand gekomen.
Foto: ensemble M277942 (1991).
204. Prent, gravure
H. Norbert geneest een bezetene
gesigneerd onderaan HIERONYMUS WIERX FECIT ET EXCUD. CUM GRATIA ET PRIVILEGIO. PIERMANS.
graveur en uitgever Hiëronymus Wiericx (°ca. 1553-+1619)
einde 16de-begin 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 10 cm, breedte 7 cm
Met opschrift waarin het voorgestelde wordt toegelicht: MULTOS ENERGUMENOS A DAEMONIBUS LIBERAT CRUCIS SIGNO. Met het teken van het kruis bevrijdde hij velen die door demonen waren bezeten.
Interieur met op het eerste plan rechts Norbert en een andere norbertijn, links een bedwongen bezetene die van zijn kwaal wordt verlost, achteraan een zieke en drie personages. De uitgave gebeurde met toelating van de kerkelijke overheid (Piermans).
Van de Antwerpse broers Antoon, Jan en Hiëronymus Wiericx (°1553?-+1619) was de laatste de meest begaafde. Ze hadden een enorme productie waarvan het auteurschap niet altijd duidelijk is; Albrecht Dürer had grote invloed op hun werk. Zij graveerden scènes uit het Nieuwe Testament, voorstellingen van heiligen; Hiëronymus kende een bijzondere uitdaging: het levensgroot voorstellen van hoofden (THIEME-BECKER).
Tentoonstelling: 1971 Averbode nr. 7; 1978 Grimbergen nr. 250.
Foto: ensemble M66819 (1971).
205. Prent, gravure
Kruisoprichting
gesigneerd en gedateerd onder links H. WITHOUC SCULPSIT Ao 1638
gesigneerd onder links P.P. RUBENS PINXIT
graveur Hans. Witdoeck (°1615-+na 1642)
naar de schilderij van Peter Paul Rubens (°1577-+1640)
1638
papier en inkt, hoogte 61 cm, breedte 126 cm
Over een grote breedte worden in spiegelbeeld de voorstellingen van het drieluik van de Kruisoprichting in de O.-L.-Vrouwekathedraal te Antwerpen voorgesteld: in het centrum trekken de beulen het kruis recht; rechts is er een groep wenende vrouwen en kinderen, op het tweede plan Johannes en Maria; links een groep krijgsmannen te paard, op het tweede plan de kruisiging van de twee moordenaars. Deze gravure werd volledig hernomen in de prent van Jacques Simon Chereau uit het 3de kwart van de 18de eeuw, met dezelfde afmetingen (zie nr. 160); de schikking kwam toen ook overeen met het drieluik.
Hans Witdoeck (°1615-+na 1642) was een Antwerps kopergraveur en prentenuitgever, leerling van graveur Lucas I Vorsterman; leerling-schilder bij Cornelis Schut. Werd meester in 1631-1632. Voor 1635 was hij als kopersnijder in dienst bij Rubens. Hij huwt in 1642 en daarna is zijn levensloop niet meer te volgen. Behoorde tot de tweede generatie Rubensgraveurs (F. VAN DEN WIJNGAERT, 1940, p. 106-107).
Bibliografie: F. VAN DEN WIJNGAERT, 1940, nr. 760.
Foto: ensemble B224386 (1978).
206. Prent, houtsnede
O.-L.-Vrouw met Kind op de maansikkel
onbekend graveur
Vlaamse School
einde15de-begin 16de eeuw
papier en inkt, hoogte 13 cm, breedte 10 cm
Voorgesteld ten halve lijve, omringd door de rozenkrans en de stigmata; boven God de Vader en de H. Geestduif; onder de Vrouw-slang met de appel. Prentje met devotioneel randschrift voor de Roos van Jericho. Met huismerk onder midden.
Foto: ensemble M277981 (1991).
207. Prent, gravure
De vinding van de H. Dimpna door haar vader
Vlaamse School
begin 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 14 cm, breedte 20 cm
In een bosrijke omgeving, in een hut, hebben Dimpna en Gerebernus een schuiloord gezocht te Geel-Zammel; daar worden ze gevonden door de Ierse koning en zijn soldaten. De koning staat voor zijn geknielde dochter; priester Gerebernus poogt een aanvallende soldaat af te weren. In de achtergrond links de Onthoofding van de H. Dimpna door haar vader en de Overbrenging van het lichaam van de H. Dimpna. Zammel is nabij Tongerlo gelegen. Stijl Maarten De Vos.
Foto: ensemble M277957 (1991).
208. Prent, gravure
Portret van abt Ludovicus Blosius (°1506-+1566)
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 17 cm, breedte 12 cm
Opschrift: LVDOVICVS BLOSIVS ABBAS LAETIENSIS APVD HANNONES. Met hulde-opschrift en bovenaan: OBIT VII ID IANUAR MDLXVI AET. LIX; hij stierf in 1566 op de leeftijd van 59 jaar. De abt wordt voorgesteld in buste, driekwart profiel rechts.
Franciscus Ludovicus Blosius (°Donstienne 1506-+Liessies 1566) was een benedictijnenabt te Liessies; verdediger van een strenge discipline. Hij was een invloedrijk schrijver van religieuse werken. Zijn verzameld werk werd te Leuven uitgegeven in 1568 (internetinformatie).
Maximiliaan Van Habbeke (°Brussel 1580-+Antwerpen 1637), jezuïet, dichter, orator en religieus schrijver; verbleef te Brussel, Antwerpen en Brugge (F. LOISE). Het opschrift onder rechts is vermoedelijk een verwijzing naar de opdrachtgever en bewonderaar van Blosius, die te Brussel verbleef: MAX. HABBECANUS BRUXELL. SOC. JESU.
Foto: ensemble M277970 (1991).
209. Prent, gravure
Portret van Joannes Augustinus Adorno (°1551-+1591)
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 23 cm, breedte 16 cm
Opschrift: AUGUSTINUS ADORNUS JANUENSIS CLERICORUM REGULARIUM MINORUM FUNDATOR ET PATER OBIIT NEAP. DIE 29 SEPTEMB. 1591. In een kapel knielt de geportretteerde voor een altaar waarop een zonnemonstrans staat uitgestald onder een baldakijn. Links zijn er volgelingen. Op het antependium is de Verrijzenis van Jezus voorgesteld; aan de voet van het altaar een regelboek.
Joannes Augustinus Adorno (°Genua 1551-+1591) richtte in 1588 samen met Franciscus Caraccio (1563-1608) en Fabricius Caraccio de orde op van de Clerici Regulares Minores (CRM, Caracciolijnen, Adorno Fathers); het was een katholieke, religieuze orde van priesters en religieuzen. Ze hielden zich bezig met parochiële zielzorg en opvoeding. De orde heeft vestigingen in Italië, Duitsland, Congo, India, de Filipijnen en de Verenigde Staten (internetinformatie).
Foto: ensemble M277969 (1991).
210. Prent, gravure
Portret van Justus Lipsius (°1547-+1606)
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
papier en inkt, breedte 17 cm, breedte 12 cm
Opschrift: IVSTVS LIPSIVS NATUS EST ISCANO IN MUNICIPIO, III. MILLIARI A BRUXELLA, MDXLVII. XV. KAL. NOVEMB. OBIJT LOVANIJ MDCVI. X. KAL. APRILIS. Dit is Justus Lipsius geboren op 15 november 1547 in de gemeente Overijse op drie mijlen van Brussel, gestorven te Leuven op 10 april 1606. Voorgesteld in buste driekwart links. Huldeopschrift onder het portret.
Justus Lipsius (Joost Lips) (°Overijse 1547-+Leuven 1606) was humanist en taalgeleerde die talrijke Latijnse schrijvers bestudeerde.
Foto: ensemble M277971 (1991).
211. Prent, gravure
Hagiologische stamboom der norbertijnen
Vlaamse School
ca. 1665
inkt en papier, hoogte 12 cm, breedte 15 cm
Titelpagina voor een publicatie in 1665 “Legende der H.H. van de Ordre vanden H. Norbertvs”, door norbertijn F. Io. Ludolphus van Craywinckel. Uit het lichaam van de liggende abt Nobert van Prémontré (met olijftak) ontspringt een boom met op de takken 22 norbertijnenheiligen en in top Onze-Lieve-Vrouw met Kind. De heiligen of gelukzaligen zijn voorgesteld met hun attributen: Waltman van Antwerpen (abtsstaf), Adrianus van Hilvarenbeek (palm, stola), Macarius van Ratzeburg (kroon, staf), Jacob Lacops (palm, stola), Frederik van Hallum (abtsstaf, bloementuil), Siard van Mariëngaard (abtsstaf, gesel?), Eelko Liaukaman (abtsstaf, palm, rozen?), Gilbert van Neuffontaines (abtsstaf, pelgrimsstaf), Hildegundis (kerkmodel), Gertrudis (kroon), Herman-Jozef van Steinfeld (lelietak, Jezuskind), Hroznata van Tepla (boeien, palm), Ludolf van Ratzeburg (abtsstaf), Hugo van Fosses (abtsstaf, omgekeerde geldbeugel), Oda, Christina (Jezuskind), Evermodus van Ratzeburg (abtsstaf, kwispel), Beatrix (bloementak?), Juliana (monstrans), Godfried van Cappenberg (kroon, schedel), Milo van Terwaan (lelietjes-van-dalen), Isfried van Ratzeburg (abtsstaf, kelk).
Deze hagiologische boom met 22 heiligen is geïspireerd op de boom van Ninove met 28 personages, door graveur Charles de Mallery.
Ludolphus Van Craeywinckel (°Lier 1609-+ Tongerlo 1679) werd regulier kanunnik in 1629 in de abdij van Tongerlo; 26 jaar lang hulp-proost bij de norbertinessen van Leliëndaal te Mechelen; 1667 pastoor te Oelegem; schrijver van pastorale en geestelijke werken; maakte studies over de orde (D. DE CLERCK, 2001, p. 321; zie ook N.J. WEYNS 1972).
Eelco Liaukma (°Liaukama-Friesland 1270-+1332) trad binnen bij de premonstratenzers te Lidlum (NL); werd pastoor te Tuitgum; abt in 1325. Hechtte veel belang aan de kloosterdiscipline; werd vermoord door stokslagen (D. DE CLERCK 2001, p. 74).
Hildegonde (°ca.1110-1115-+1186) was de echtgenote van Lotharius, graaf van Ahr, richtte een premonstratenzerinnenklooster op te Meer (D); zij werd de eerste magistra van de gemeenschap. Haar dochter Hedwige werd er kloosterlinge en volgde haar op als magistra (D. DE CLERCK 2001, p. 37).
Oda (°Allouet-sous-Andelmes ca.1120-+1158) legde de gelofte van eeuwige zuiverheid af en trad in het klooster der premonstratenzerinnen te Rivreville bij Bonne-Espérance (B). Tijdelijk leefde zij in een kluis; later werd ze tot priorin verkozen (D. DE CLERCK 2001, p. 107).
Christina van Retters (°1269-+1292) ging zeer jong in het klooster van Hane (D); ze kreeg verschijningen en verliet tijdelijk het klooster. In 1293 werd ze getroffen door een zenuwziekte (D. DE CLERCK 2001, p. 309-310).
Beatrix van Cappenberg (12de eeuw) was de zuster van Godefridus van Cappenberg. Zij werd premonstratenzer zuster in het Niederklooster te Cappenberg (D. DE CLERCK, 2001, p. 21).
Biografie Gilbert van Neuffontaines (deel 1, p. 125, nr. 76), Godfried van Cappenberg (deel 1, p. 69, nr. 9), Hroznata van Tepla (deel 1, p. 104, nr. 46).
Bibliografie: I. VAN SPILBEECK,1893, p. 19-26.
Tentoonstelling: 1971 Averbode nr. 115; 1978 Grimbergen nr. 298.
Foto: ensemble M66817 (1971).
212. Prent, gravure
Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw van Werbeek-Retie
Vlaamse School
2de helft 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 17 cm, breedte 13 cm
Geklede Onze-Lieve-Vrouw met Kind op voetstuk. In de achtergrond de kerk van Retie en de kapel van Werbeek. Met devotieopschrift. De kapel kreeg haar huidig uitzicht omstreeks 1665.
Bibliografie: E. SNEYERS 1972, p. 196.
Foto: ensemble M277956 (1991).
213. Prent, gravure
Portret van Johannes Bollandus (+1665)
Vlaamse School
2de helft 17de eeuw
papier en inkt, hoogte 24 cm, breedte 19 cm
Opschrift: JOANNES BOLLANDUS OBIIT Ao MDCLXV. Voorgesteld in ovaal, in buste driekwart links.
Joannes Bollandus (°Judemont bij Bolland 1596-+Antwerpen 1665) was jezuïet en historicus, begon met Heribertus Rosweyde (°1570-+1629) de Acta Sanctorum uit te werken, het grootse plan om op historisch gefundeerde wijze de levensbeschrijvingen van de heiligen uit te geven. Bolland verbrede het opzet en werd de eigenlijke stichter van het studiecentrum. De documentatie werd door de bollandisten te Brussel verzameld. Bij de opheffing van de jezuïetenorde in 1773 waren er reeds 50 delen verschenen. In de periode 1773-1794 verschenen nog zes delen. In 1794 trok abt Hermans de hagiologische onderneming naar de abdij van Tongerlo. In 1837 vertrok het opzet terug naar Brussel (zie W. VAN SPILBEECK 1888, p. 565-572).
Foto: ensemble M277958 (1991).
214. Prent, gravure
Binnenzicht in Sint-Pieterskerk te Rome
wapen van paus Pius VI (1775-1799)
onbekend graveur
1775
papier en inkt, hoogte 71 cm, breedte 97,5 cm
Binnenzicht van de basiliek van West naar Oost tijdens het Heilig Jaar 1775; talrijke kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders bevolken de middenbeuk. Gemaakt in opdracht van Errigo Benedetto Maria Vescovo di Frascati en Piedi Giusseppe Vasi.
Foto: ensemble Z004548 (2002).
215. Prent, gravure
Sint-Pietersplein te Rome
wapen van paus Pius VI (1775-1799)
onbekend graveur
1775
papier en inkt, hoogte 70 cm, breedte 97,5 cm
Gezicht op het Sint-Pietersplein tijdens het Heilig Jaar 1775; koetsen met gasten rijden af en aan op het plein. . Gemaakt in opdracht van Errigo Benedetto Maria Vescovo di Frascati en Piedi Giusseppe Vasi.
Foto: ensemble Z004549 (2002).
216. Prent, gravure
Abt Godefridus Hermans (+1799) als legeraanvoerder
onbekend graveur
ca. 1790
papier en inkt, hoogte 25 cm, breedte 18 cm
Een van de vele spotprenten (zie ook L. JANSSEN 1990). Abt Hermans (1779-1799) voorgesteld in norbertijnenhabijt, met militaire uitrusting. In de achtergrond soldaten en gewapende norbertijnen, klaar voor het gevecht tijdens de Brabantse Omwenteling van 1790. Een Duitse tekst onderaan verklaart de toedracht van de voorstelling; de abt van Tongerlo was overste en ondersteuner van verscheidene regimenten bij het Hollandse leger. Abt Hermans was tegenstander van de politiek van Jozef II; hij was hoofdaalmoezenier van het leger van de patriottische troepen en had twee Kempense regimenten geronseld.
Foto: ensemble M277954 (1991).
217. Prent, gravure
Portret van Kardinaal Joannes Henricus van Franckenberg (1759-1801)
Vlaamse School
4de kwart 18de eeuw
papier en inkt, hoogte 41 cm, breedte 30 cm
Opschrift: IOANNES-HENRICUS S.R.E PRESBYTER-CARDINALIS COMES A FRANCKENBERG ET SCHELLENDORFF, ARCHIEPISCOPUS MECHLINIENSIS, PRIMAS BELGIIS. Dit is priester-kardinaal Joannes Henricus graaf van Franckenberg en Schellendorff, aartsbisschop van Mechelen, primaat van België. Voorgesteld in ovaal, ten halve lijve, profiel rechts. Met wapenschild.
Graaf Joannes-Henricus van Franckenberg (°Gross-Glogau 1726-+Breda 1804) trad toe tot de jezuïetenorde, in 1759 werd hij aangeduid tot aartsbisschop van Mechelen door Maria-Theresia; hij verzette zich na 1780 tegen de inmenging van keizer Jozef II in kerkelijke zaken, tijdens de Franse republiek keerde hij zich tegen de autoriteiten..
Foto: ensemble M277955 (1991).
218. Prent, gravure
negen norbertijnenheiligen met hun attributen
onbekend graveur
einde 19de-begin 20ste eeuw
papier en inkt, hoogte 36 cm, breedte 29 cm
De heiligen of gelukzaligen zijn voorgesteld met hun attributen in een omlijsting met loofwerk:
Adalbertus van Bohemen, Henricus van Bohemen, Dominicus van Castilië, Macarius van Ratzeburg, Juliana van Mont Cornillon, Richardus, Adrianus van Hilvarenbeek, Henricus van Arenberg, Jacob Lacops.
Adalbertus van Bohemen (°ca.1145-+1200) was de zoon van de koning van Bohemen, ontving het wit habijt in de abdij van Strahov; aartsbisschop van Salzburg in 1168; verzette zich tegen Frederik Babarossa; voerde hervormingen door in Gregoriaanse geest (D. DE CLERCK 2001, p. 110).
Henricus Zdiki was herkomstig uit Praag; werd bisschop van Olomouc in 1126; oprichter van de norbertijnenabdij van Strahov “Berg Sion”. Overleed in 1150. Deed stichtingen in Bohemen en Moravië; was raadgever van pauzen, bisschoppen en prinsen (D. DE CLERCK 2001, p. 172-173).
Richardus van Arnsberg werd “de engelachtige” genoemd; hij schreef een traktaat over de canon van de mis (D. DE CLERCK 2001, p. 337).
Graaf Henricus I van Arnsberg stichtte een norbertijnenabdij te Wedinghausen (1173). Trad binnen in 1185 na het overlijden van zijn vrouw en noemde zich Richardus. Overleed in 1200 (D. DE CLERCK 2001, p. 188-189).
Foto: ensemble M277952 (1991).
SCHILDERIJ
AUTEURS
219. Schilderij
Portret van norbertijn Gerard Lambertus Boeracker (°1682-+1759)
gesigneerd en gedateerd GODEFRIDUD BEKE PINXIT 1784 (?)
Godefridus Beke
1784 (?)
olieverf op doek, hoogte 130 cm, breedte 98,5 cm
Voorgesteld ten halve lijve, in vooraanzicht, in norbertijnenhabijt, staande achter een tafel, hierop steunend met een boek in zijn rechterhand, met de linkerhand de mantel ophoudend. Achteraan gordijn en klein landschap.
Lambertus Boeracker (°Reek 1682-+Waalwijk 1759) trad in te Tongerlo in 1703; hij studeerde te Rome van 1706 tot 1710 en werd er in 1707 tot priester gewijd. In 1725 publiceerde hij een verzameling sermoenen. Hij was vicarius te Tilburg (1712), te Diest (1720), nadien pastoor te Waalwijk van 1725 tot 1759 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 17.015; AAT D: doos 27, nr. 186/ i).
Lambertus ad nog een oudere broer die ook was ingetreden. In 1703 deed zich een tragische gebeurtenis voor. Hun vader, Hendrik Boeracker was vanuit Reek overgekomen om zijn zonen te bezoeken. Hij stierf te Tongerlo op 3 augustus. De familie zou in de abdij een grafsteen laten plaatsen (L.C. VAN DYCK 1979, p. 641-543)
Herkomst: overgedragen door de familie Smits, te Reek; tijdelijk bewaard in de pastorie te Roosendaal.
Foto: ensemble Z004426 (2002).
220. Schilderij
Landschap met herders
Nicolaas Berchem (°1620-+1683)
17de eeuw
olieverf op doek, ovaal, hoogte 78 cm
Aan de rand van een meer, nabij een ruïne hoedt een herder enkele koeien; hij is te paard en
heeft een hond. Hij voert een gesprek met twee vrouwen die met hun hond voorbij trekken.
Nicolaas Berchem (°Haarlem 1620-+Amsterdam 1683), Nederlands schilder, graficus,
illustrator en etser, belangrijk italianiserend landschapsschilder. Leerling van zijn vader
Pieter Berchem en van C. Moeyaert. Vanaf ca. 1642 ingeschreven in de Sint-Lucasgilde te
Haarlem. Reisde naar Italië; schilderde graag het Romeinse buitenleven met herders; naast
landschappen of havengezichten schilderde hij ook mythologische en relgieuze onderwerpen
(P.M.J.E. JACOBS; SAUR).
Foto: ensemble met kader B97031 (1945), Z004463 (2002).
221. Schilderij
Landschap met herders
Nicolaas Berchem (°1620-+1683)
17de eeuw
olieverf op doek, ovaal, hoogte 78 cm
Aan de rand van een meer, nabij een heuvel met een ruïne hoedt een herder enkele koeien;
hij is te paard. Hij is vergezeld van twee vrouwen en twee honden (zie vorig nummer).
Foto: ensemble met kader B97032 (1945), Z004464 (2002).
222. Schilderij
Portret van Willibrord Verbraeken (°1638-+1705), pastoor van Wijnegem
Mattheus Berckmans de Jonge (toegeschreven aan)
ca. 1681
olieverf op doek, hoogte 107 cm, breedte 92 cm
Willibrord Verbraeken (°Geel 1638-+Wijnegem 1705) werd geprofest te Tongerlo in 1665. Hij werd tot priester gewijd en werd kapelaan te Ravels in 1668 en in het klooster van de norbertinessen te Herentals in 1674. Vervolgens werd hij in 1681 pastoor te Wijnegem waar hij stierf in 1705 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 16.227).
Hij wordt ten halve lijve voorgesteld voor een tafel waarop een kruisbeeld, een boek en een schedel; in de hoek links onder zijn wapenschild.
Mattheus Berckmans de Jonge was de zoon en de leerling van Mattheus Berckmans de Oude (°Lier ca. 1600-+1667); zij werkten voor de streek van Lier en de Kempen (schilderijen, polychrolie, gewoon schilderwerk). In 1661 schilderde Mattheus Berckmans de Jonge een tafereel van Sint-Remigius voor de kerk van Beerse (B. JANSSENS, 1942, p. 7-10). Lefèvre vermeldde verkeerdelijk de familienaam Beekmans in de plaats van Berckmans.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p.58.
Foto: ensemble Z004599 (2002).
223. Schilderij
Portret van Antonius Varendonck, abt van Sint-Michiels (1755-1771)
Balthasar Beschey (°1707-+1776) (toegeschreven aan)
1755-1771
olieverf op doek, hoogte 130 cm, breedte 115 cm
Antonius Varendonck (°Antwerpen 1708-+1771) trad binnen in de Sint-Michielsabdij te Antwerpen in 1730. Na zijn wijding in 1733 werd hij apostolisch notaris, provisor en cellier. Bestuurde de abdij in 1753 en 1762 tijdens een machtsvacuüm. In 1762 werd hij tot abt verkozen; hij stierf in 1771. Zijn devies: CRESCITE IN GRATIA. (J. VAN DEN NIEUWENHUIZEN 1992, p. 257).
Hij is zittend voorgesteld ten halve lijve met zijn wapenschild boven rechts. Ook in de abdij van Averbode wordt een portret van hem bewaard.
Balthasar Beschey (°1707-+1776) is een schilder van historietaferelen en religieuze werken. Hij maakte ook kopieën van meesters uit de 17de eeuw. Hij kreeg zijn opleiding bij Pieter Strick, schilder uit Amstel die in Antwerpen gevestigd was. Volgens P. Rombouts et T. Van Lerius, werd hij pas meester in 1752. In 1755/1756 was hij deken van de gilde en professor-directeur van de Academie voor Schone Kunsten. Hij was tevens een getallenteerd protrettist (Dictionnaire, Alain JACOBS).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 57.
224. Schilderij
Portret van onbekend pauselijke visitator
gesigneerd en gedateerd op keerzijde LUISA BIGIOLI FECIT 1854
Luisa Bigioli
1854
olieverf op doek, hoogte 60 cm, breedte 49 cm
De onbekende kardinaal wordt voorgesteld in buste in profiel driekwart rechts. Hij draagt aan een breed lint het groot Kruis van de Koninklijke Hongaarse Orde van Sint-Stefanus. P. Lefèvre vermeldt drie namen van Italiaanse kardinalen die met dit protret zouden kunnen geïdentificeerd worden: Mgr. E. Gonella, apostolisch visitator, Mgr. Gacomo Cattani apostolisch nuntius en Mgr. Rafaelle Fornari, eerste pauselijke Nuntius te Brussel in 1841-43. Rond het midden van de 19de eeuw herrezen de Brabantse norbertijnerabdijen, zoals die van Tongerlo, Averbode, Park en Postel. In België stonden de kloosters nog onder de toezicht van een pauselijke nuntius en hadden ze een prior als bestuurder. Deze situatie kan de aanwezigheid van deze portretten in de abdij verklaren (zie ook volgende nrs. 225-226).
De kunstschilder Luisa Bigioli tekende het doek op de keerzijde (zie ook nota Bauwens AAT, D27, nr. 182). Van deze Italiaanse kunstenares werden geen gegevens gevonden.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 22, 24.
Foto: ensemble M277806 (1991), Z004467 (2002).
225. Schilderij
Portret van onbekend pauselijk visitator
gesigneerd en gedateerd op keerzijde LUISA BIGIOLI FACE 1855
Luisa Bigioli
1855
olieverf op doek, hoogte 60 cm, breedte 49 cm
Buste van de kardinaal met borstkruis aan een ketting, in vooraanzicht voorgesteld. Voor de identificatie zie nummers 224 en 226.
Foto: ensemble M277808 (1991), Z004468 (2002).
226. Schilderij
Portret van onbekend pauselijk visitator
Luisa Bigioli
gesigneerd en gedateerd op keerzijde LUISA BIGIOLI FECIT 1855
Luisa Bigioli
1855
olieverf op doek, hoogte 60 cm, breedte 49 cm
Buste van kardinaal, voorgesteld in profiel driekwart links.
Gesigneerd en gedateerd op keerzijde LUISA BIGIOLI FECIT 1855.
Zie ook vorige nummers 224 en 225.
Foto: ensemble M277807 (1991), Z004466 (2002).
227. Schilderij
Bruiloft te Kana
Hiëronymus Bosch (°’s Hertogenbosch ca.1450-+’s Hertogenbosch 1516) (kopie naar)
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 103,5 cm, breedte 68,50 cm
Op dit gekende tafereel uit het evangelie van Johannes voltrekt het wonder zich op het voorplan: een knecht
vult er zes kruiken met water terwijl een gezelschap aan de L-vormige bruiloftstafel toekijkt. Het originele
werk van Bosch bleef slechts via een tekening bewaard. In tegenstelling tot andere kopieën is de versie van
Tongerlo geschilderd op doek en kan dus ook in de 17de eeuw zijn ontstaan. Ze staat ook ver af van het
gekende voorbeeld uit Boymans van Beuningen te Rotterdam dat rond 1561 werd vervaardigd. Zo ontbreken
de twee honden op de voorgrond links en werd de figuur van Jezus, gezeten op de ereplaats onder het
baldakijn, niet meer herkend en daardoor zonder baard weergegeven. De afmetingen stemmen wel met
de andere kopieën overeen (over het origineel: catalogus 1967 ’s Hertogenbosch, nrs. 17-19; 2001 Rotterdam, p.159-162).
Foto: ensemble Z004628 (2002).
228. Schilderij
Dode Christus ondersteund door engelen
Thomas Willeboirts Bosschaert (+1654) (kopie naar)
1601-1700
olieverf op doek, 116 cm x 106 cm
Twee engelen tonen het dode lichaam van Christus dat zij met moeite kunnen rechtop houden. Onderaan links zit een engeltje en liggen enkele passiewerktuigen, de schaal, de nagelen, het kruisopschrift INRI.
Volgens Hairs leunt het werk sterk aan bij dat van Thomas Willeboirts Bosschaert. Deze Nederlandse schilder is geboren in Bergen-op Zoom, ging in Antwerpen in de leer bij Gerard Seghers. Meester in de Sint-Lucasgilde in 1636-1637, dan hofschilder van Frederik Hendrik van Nassau en later zeker gevestigd in Antwerpen waar hij deken werd van de gilde. Hij had meerdere leerlingen en stierf in 1654. Hairs schrijft hem de compositie toe waarvan zeker vier kopies gekend zijn: één in het OCMW in Brussel, één in ‘s Hertogenbosch Kathedraal Sint-Jan, en één in Antwerpen bij de Zwartzusters (tentoonstellingscat Hooglied 1994, fig. 60). Het werk van Tongerlo wordt in haar boek niet vermeld. Volgens een vermelding in een uitgave over de Kathedraal van ’s Hertogenbosch (Sprekende Stilte, 1958), zou Abraham Janssens (Janson) de auteur van het werk zijn (AAT/D/prel.prov.). In ieder geval is de invloed van Van Dyck merkbaar.
Foto: ensemble B98363 (1945), M277816 (1991), Z004452 (2004).
229. Schilderij
Portret van Frans Thomas Corselis, visitator apostolicus (°1767-+1853)
gesigneerd en gedateerd links midden I.G. CANNEEL BRUGES 1850
Théodore Joseph. Canneel (°Gent 1817-+Gent 1892)
1850
olieverf op doek, hoogte 110 cm, breedte 93 cm
Frans Thomas Corselis (°1767-+1853), priester, magister artium, 1817 pastoor van San Salvator te Brugge; vicaris-generaal te Brugge en visitator. Corselis was een verdediger van de kerkelijke instellingen, tegen de inmenging van de burgerlijke overheid. Vanaf 1834 werden de reguliere kloosters onder het gezag van een apostolisch visitator geplaatst indien zij geen generaal overste bezaten. F.T. Corselis was visitator voor de reguliere geestelijken, met als opdracht: het herstel van de kloosters, het toezicht op de kloosters, het toelaten van kloosterlingen, het bijeenroepen van kapittels enz.. Er was echter wantrouwen tegenover zijn optreden, er waren wrijvingen. Corselis bleef echter trouw aan de kerkelijke overheden (F. SIMON 1972). Over Corselis en de norbertijnen zie L.C. VAN DYCK, 1994, Visitator Frans Thomas Corselis.
Voorgesteld met hermelijnen schoudermantelje boven een rocket, ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel links. Boven links wapenschild. Geschilderde portretten van T. Corselis treffen wij aan in de abdijen van Averbode, Bornem, Grimbergen, Sint-Kruis en Westmalle (databank KIK).
Theodore Joseph Canneel (°Gent 1817-+Gent 1892) staat bekend als schilder van historische en religieuze onderwerpen en van portretten; hij was ook lithograaf en tekenaar. Hij heeft een belangrijke reeks muurschilderingen nagelaten in Gentse kerken. Kreeg zijn opleiding aan de academie te Gent; later werd hij er leraar en directeur; vanaf 1869 inspecteur van de academies en tekenscholen. Werd in 1892 lid van de Koninklijke Academie van België (Dictionnaire, Judith OGONOVSKY-STEFFENS).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 12; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 360.
Foto: ensemble M277805 (1991), Z004447 (2002).
230. Schilderij
Portret van onbekend norbertijnenpater
gesigneerd en gedateerd rechts midden H. CAUWENBERGHS AVERBODE 1904
Hilarius Cauwenberghs (°1854-+1914)
1904
olieverf op doek, hoogte 74 cm, breedte 55,5 cm
De pater is zittend en ten halve lijve geportretteerd, in driekwart profiel rechts met in de achtergrond een boekenkast en een kruisbeeld.
Victor (kloosternaam Hilarius) Couwenberghs (°Scherpenheuvel 1854-+Schaarbeek 1914) werd norbertijn te Averbode in 1875, priester gewijd in 1881. Sacrist te Averbode in 1882-1898, pastoor te Wolfsdonk (1888), pastoor te Molenstede (1898-1901), kapelaan in het Jezuïetencollege te Brussel (1907-1911), kapelaan van de O.-L.-Vrouwekerk te Schaarbeek (Necrologium… Averbode). Hij bezat enkele artistieke vaardigheden: op het gebied van de schilderkunst: kruisweg te Aarschot-Wolfsdonk (J. GERRITS 1985, p. 22), zelfportretten te Averbode (databank KIK); hij was ook organist en componist, hij componeerde talrijke liederen, orgelstukken, geestelijke liederen, een Missa in honorem St. Michaelis, hij verzorgde verscheidene publicaties over muziek en orgel (L. GOOVAERTS, 1, 1899, p. 142-143, 4, 1909, p. 34-35). Als kunstschilder gebruikte hij een andere schrijfwijze voor zijn naam.
Wie is onbekende ???
Foto: ensemble Z004519 (2002).
231. Schilderij
Portret van onbekend norbertijnenpater
H. Cauwenberghs, gesigneerd en gedateerd Averbode ???
Hilarius Cauwenberghs (°1854-+1914)
???
olieverf op doek, hoogte 74 cm, breedte 54 cm
De pater is zittend geportretteerd, ten halve lijve, in driekwart profiel links met een missaal in de hand en een boekenkast achter zich.
Wie is onbekende ???
Foto: ensemble Z004520 (2002).
232. Schilderij
Heilige familie
Pieter Coecke van Aelst (°voor 1502-+voor 1550) (atelier-navolger)
1530-1540
olieverf op paneel, hoogte 46 cm, breedte 35 cm
Het schilderij stelt de H. Familie voor in een interieur met doorkijk op een landschap, waarin een ranke boom, enkele hoeven, een toren en bergen zichtbaar zijn.
Het Jezuskind reikt van op de schoot van zijn moeder naar de vrucht (een granaatappel ?) die Jozef aanbiedt. Twee engeltjes met veelkleurige vleugels houden een doek achter de H. Maagd en het kind. Verder valt nog de gemarmerde zuil met renaissancemotieven op en het rolwerk onder de vensteropening. Mogelijk was het Jezuskind oorspronkelijk naakt en werd het lendendoek later aangebracht ten gevolge van de voorschriften van het Concilie van Trente. Als een klein stilleven ligt naast het fruit vooraan een mes met ivoren heft. Heel wat schilderijtjes uit de school en omgeving van Pieter Coecke hebben dezelfde afmetingen zodat we mogen aannemen dat het om een standaardmaat ging al kan het bovenaan oorspronkelijk ook halfrond geweest zijn. Er bestaan vele voorbeelden van de H. Familie meestal in een landschap, waarbij Jozef, Maria of engelen vruchten aanbieden aan het kind. Doorgaans wordt dit tafereel geïnterpreteerd als een Rust op de vlucht naar Egypte, zelfs als het niet in een landschap wordt gesitueerd.
Stijl en kledij van de personages verwijzen naar een Aanbidding van de Wijzen uit Valenciennes. De compositie met de engelen met het doek vindt men ook terug in het Museum Vanderkelen-Mertens te Leuven.
Pieter Coecke was schilder, graveur, bouwmeester, beeldhouwer, ontwerper en schrijver. Na een reis naar Italië werd hij lid van de Sint-Lucasgilde te Antwerpen. Hij verbleef in Aalst, Antwerpen, Constantinopel en Rome. Hij was een veelzijdig kunstenaar die veel invloed uitoefende op zijn tijdgenoten. Onder zijn leerlingen bevond zich zijn schoonzoon Pieter Breughel de Oude (P.M.J.E. JACOBS).
Behandeling: 1998 in La Cambre, Brussel ( AAT/D/ Prelatuur I, Restauratieverslag door Ilona HEVESI).
Bibliografie: J. BAUWENS 1947, p. 129, nr. 8.
Tentoonstelling.: 1961 Hilvarenbeek, nr. 26; 1973 Heverlee, nr. 189; 1995 Valkenswaard, nr. 46 (ged. 1560).
Foto: ensemble B97037 (1945), M110960 (1973), KM859 (1991), Z004221 (2002).
233. Schilderij
De jonge huishoudster
signatuur onder links: HENRI DE BRAEKELEER
Henri De Braekeleer (°1840-+1888)
1861-1888
olieverf op doek, hoogte 29 cm, breedte 30 cm
Andere titels die aan het werk werden gegeven zijn: Interieur of Moeder en kind. Een vrouw zit in profiel voor het raam in een burgerlijk interieur kleren te verstellen terwijl een blond meisje rechts aan een kleine tafel zit. Het is een typisch intimistisch schilderij van Henri De Braekeleer, die werkte onder invloed van zijn vader en zijn oom Henry Leys. Wegens de vrije schildertoets met enige impressionistische invloed kan het werk misschien in zijn latere periode situeren.
Henri De Braekeleer (°Antwerpen 1840-+Antwerpen 1888) volgde lessen aan de Antwerpse academie (1854-1856) en bij zijn oom Henri Leys. Aanvankelijk geboeid door de 17de-eeuwse Hollandse schilders. Vanaf de jaren 1870 genreschildering: intimistische binnenhuizen in Oud-Antwerpen; met eigenzinnige impressionistische toets. Werd sterk gewaardeerd in het Brusselse milieu van de modernisten van Les XX (Dictionnaire, Gaston FERNANDEZ-CARRERA).
Herkomst: Bij testament geschonken door weduwe E. Leroux-Van Spilbeeck (+1938) (AAT Doos 72, nr. 218/2).
Tentoonstelling: 1988-1989 Antwerpen, p.194.
Foto: ensemble M198445 (1991), Z004494 (2002).
234. Schilderij
Piëta met engelen met passiewerktuigen
toegeschreven aan Hendrik De Clerck (°ca.1570-+ca.1630)
begin 17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 71 cm, breedte 87 cm
O.-L.-Vrouw houdt het dode lichaam van haar zoon op de schoot. Een zwaard doorboort haar hart zoals de oude Simeon bij de opdracht in de tempel had voorspeld (Lucas). Zij wordt geflankeerd door twee engelen waarvan de linker een spons op een stok en een geselroede in de handen houdt en de doornenkroon tegen de borst drukt terwijl de rechter engel de nagelen en de lans vasthoudt. Op een hoogte rechts staan drie lege kruisen en in de verte ontwaart men een stad met kerktorens en een rond gebouw dat de tempel van Jeruzalem voorstelt.
Zoals in de catalogus van Valkenswaard werd aangegeven gaat de compositie terug op een ontwerp van Maarten de Vos waarschijnlijk de leermeester van De Clerck, dat door Hiëronymus Wierickx werd gegraveerd in 1584 (M. MAUQUOY-HENDRICKX, 1978, nr. 787, pl. 111). De gelijkenis is treffend, op de achtergrond na die in de gravure werd opgevat als de plaats onder het kruis. Ook werden op de gravure vooraan nog andere passiewerktuigen zoals de tang en de hamer en de kruik met het bekken weergegeven. De kledij en het voorkomen van de engelen is bij De Clerck geëvolueerd naar een meer renaissancistische uitvoering, met losse gewaden in de plaats van dalmatieken. Ook hebben de engelen het typisch mannelijke uiterlijk en ontbreken de nimbi. De figuren van Maria en Jezus zijn qua compositie redelijk getrouw overgenomen maar iets minder fijn. Een identiek tafereel op een doek van nagenoeg dezelfde afmetingen treft men aan in een andere premonstratenzerabdij, namelijk deze van Leffe bij Dinant (70 op 90 cm).
Prelaat J. Bauwens, via dewelke het werk in Tongerlo terecht is gekomen, was ook prelaat in de abdij van Leffe. In de Sint-Vincentiuskerk van Evere wordt een Verrezen Christus tussen twee engelen bewaard die gesigneerd en gedateerd werd door De Clercq in 1600. Hier zijn zowel de engelen als de atletische Christusfiguur vrijer en sterker geschilderd wat haast zou doen vermoeden dat de Piëta’s van Tongerlo-Leffe tot het vroegere werk behoren.
Hendrik De Clerck (°1570-+1630) werd geboren te Brussel. Hij schilderde historiestukken, portretten; maakte tekeningen. Was leerling van Maarten De Vos. Hij verbleef in Rome, Brussel en Mechelen; in 11596 trad hij in dienst van de aartshertogen, in 1606 werd hij hofschilder. Hij werkte samen met Denis Van Alsloot, Hendrik sr. Van Balen en Josse jr. De Momper (P.M.J.E. JACOBS, SAUR).
Herkomst: Vermoedelijk uit de verzameling van de familie Bauwens uit Antwerpen en via prelaat J. Bauwens in de abdij gekomen (AAT/D/Prelatuur).
Tentoonstelling: 1995 Valkenswaard, nr. 47.
Foto: ensemble B34083 (1942), M 277781 (1991), KM855 (1991), Z004259 (2002).
235. Schilderij
H. Franciscus van Assisi in aanbidding voor het kruisbeeld
gesigneerd en gedateerd boven links P. DE CLERCQ A NINOVE 1852
Pieter De Clercq (°1821-+1884)
1852
olieverf op doek, hoogte 87,5 cm, breedte 60 cm
De heilige met volle witte baard en kalende schedel wordt voorgesteld ten halve lijve in profiel rechts. Hij zit geknield voor een kruisbeeld waarnaast een schedel zichtbaar is.
Pieter De Clercq (°Dendermonde 1821-+Ninove 1884) kreeg zijn opleiding te Dendermonde aan de academie onder de leiding van E. Verhas. In 1842 vestigde hij zich te Ninove. Hij is bekend om zijn religieuze werken en portretten die meestal dateren van na 1852. In 1870 kende hij succes; hij werd directeur van de academie van Ninove (C.P. PIRON 1999, p. 310; Dictionnaire, Sybille VALCKE).
Foto: ensemble Z004465 (2002).
236. Schilderij
Gelukzalige Petrus Janssens
gesigneerd onder rechts MA KELLY DE GALWAY
Kelly De Galway
20ste eeuw
olieverf op doek, hoogte 58 cm, breedte 43 cm
Voorgesteld in norbertijnenhabijt met schoudermantel en bonnet; palm in de linkerhand, bijl in de rechter. Hij staat voor een tafel waarop een bord met neus en oor, die met een mes werden afgesneden. In de achtergrond: onthoofding van Petrus Janssens. Opschrift onderaan: B. PETR, MARTYR COLLEGY TONGERLOENS. CAN.
Petrus Janssens (°Kalmthout-+Haarlem 1572) trad binnen te Tongerlo in 1556, werd er circator, later pastoor te Haaren (NL). In 1572 werd hij te Haaren overvallen door de Geuzen; zij bedreigden de pastoor, sneden neus en rechteroor af. Toen hij zijn geloof niet wilde afzweren, hakten zij zijn hoofd af met een bijl. In de abdij van Windberg is er een geschilderd portret van hem bewaard (W. VAN SPILBEECK, 1890; D. DE CLERCK, 2001, p. 101).
Foto: ensemble Z004641 (2002).
237. Schilderij
H. Norbert van Prémontré
door P. Delahaye,
17de eeuw,
olieverf op doek, hoogte 112 cm, breedte 91 cm
Norbert zit geknield en met gevouwen handen voor een tafeltje met een monstrans; hij draagt het norbertijnenhabijt, mozetta en pallium op de schouders. Achter de monstrans staat er een mijter.
Foto: ensemble X001436 (2005).
238. Schilderij
Portret van provisor Judocus Thijs (°1754-+1824)
Andreas Bernardus De Quartenmont (°1750-+1835)
1792
olieverf op doek, hoogte 75 cm, breedte 57 cm
Judocus Carolus Josephus Thijs (°Beerse 1754-+1824) werd priester gewijd in 1781; van 1783 tot 1786 studeerde hij te Rome. Werd circator in 1788, in 1789 vicaris van de Sint-Sulpitiuskerk te Diest; in 1790 volgt hij Adrianus Heylen op als provisor; deze functie blijft hij bekleden na de uitdrijving uit de abdij; door de Fransen werd hij tot de ‘fanatieke en onruststokende priesters’ gerekend. (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 17.331; zie ook N.J. WEYNS 1977).
De norbertijn wordt voorgesteld ten halve lijve in vooraanzicht. Hij draagt een solidee en over zijn pij een witte hermelijnen schoudermantel. In de rechterhand houdt hij een kerkboekje. De identificatie van het portret is niet zeker maar vermoedelijk gaat het hier om pater Judocus Thijs.
Andreas Bernardus De Quartenmont of De Quertenmont (°Antwerpen 1750-+Antwerpen 1835) was een historieschilder, portretschilder, graveur; kreeg zijn opleiding aan de Antwerpse academie, werd er leraar (1778) en directeur (1790). Hij maakte verscheidene portretten van politieke en religieuze figuren (Dictionnaire,
M. PACCO).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 45; L.C. VAN DYCK, 1980, p. 24-34.
Foto: ensemble B97078 (1945), Z004545 (2002).
239. Schilderij
Portret van abt-generaal Hubert Noots (1937-1962)
met monogram DK boven rechts
gedateerd opschrift boven rechts ROMAE MCMLII
Meester met initialen DK
1952
olieverf op doek, hoogte 102 cm, breedte 89 cm
Voorgesteld ten halve lijve, in profiel, zittend in een zetel, in norbertijnenhabijt; met abtskruis en abtsring: purperen bonnet in de rechterhand, mutsje (kalot) op het hoofd. Met wapenschild en devies MINISTRARE ET BENEFACERE; met wapen van de abdij van Tongerlo. Het portret werd te Rome geschilderd; sinds 1937 verblijft de abt-generaal te Rome op het generalaat. Biografie Hubertus Noots (°1881-+1967) (zie deel I, nr. 16; zie ook Dankbare hulde 1955, In memoriam 1967).
Foto: ensemble Z004446 (2002).
240. Schilderij
Lindendreef, toegang tot de abdij van Tongerlo
gesigneerd en gedateerd HARRY GERARD DIERICKX 1890
Harry Gerard Dierickx
1890
olieverf op doek, hoogte 134,50 cm, breedte 200 cm
Panoramisch zicht vanuit de lindendreef naar de abdij. In de pastorie van Roosendaal waren vijftien schilderijen van deze schilder aanwezig (AAT, Doos 28, nr. 190/1).
Herkomst: uit de pastorie van Roosendaal.
Foto: ensemble Z004584 (2002).
241. Schilderij
Bloemenstuk
gesigneerd en gedateerd onder links P. FAES 1782
Peter Faes (°1750-+1814)
1782
olieverf op doek, hoogte 96,50 cm, breedte 86 cm
In een brede, lage vaas, op de hoek van een afsluiting zijn talrijke bloemen (pioen, papaver…), bladeren en aren geschikt.
Peter Faes (°Meer 1750-+Antwerpen 1814) kreeg zijn opleiding aan de academie te Antwerpen; vanaf de jaren 1780 was hij actief in het artistieke leven van de Scheldestad (Sint-Lucasgilde); medestichter van een nieuw artistiek genootschap. Exposeerde op de Antwerpse salons in 1804,1805 en1813. Een van de belangrijkste bloemenschilders van zijn tijd. Schilderde vaak op paneel; zijn neoklassieke stijl verwijst naar de 18de eeuw (Dictionnaire, Richard KERREMANS).
Foto: ensemble M277759 (1991), Z004414 (2002).
242. Schilderij
Bloemenstuk
Peter Faes (°1750-+1814)
1782
olieverf op doek, hoogte 96,50 cm, breedte 86 cm
In een brede, lage vaas, op de bovenrand van een afsluiting zijn talrijke bloemen (iris, roos, anjer, tulp) en bloemstengels geschikt.
Foto: ensemble M277760 (1991), Z004415 (2002).
243. Schilderij
Reliëf met Apollohoofd, omringd door bloemen
gesigneerd onder rechts P. FAES
Peter Faes (°1750-+1814)
ca. 1782
olieverf op doek, hoogte 97 cm, breedte 89 cm
Een reliëf met een hoofd van Apollo, met lier, werd aangebracht tegen een console; hierrond werd een krans aangebracht van druiven, takjes en bloemen: clematis, papaver, trompetbloem, camelia, pioen...
Foto: ensemble M277764 (1991), Z004418 (2002).
244. Schilderij
Reliëf met Minervahoofd, omringd door bloemen
gesigneerd onder rechts P. FAES
Peter Faes (°1750-+1814)
ca. 1782
olieverf op doek, hoogte 96,50 cm, breedte 86 cm
Een reliëf met een hoofd van Minerva, met helm, werd aangebracht tegen een console; hierrond werd een krans aangebracht van druiven, takjes en bloemen: pioen, hibiscus, tulp, winde, clematis...
Foto: ensemble M277763 (1991), Z004416 (2002).
245. Schilderij
Stilleven met bloemen en fruit
gesigneerd onder rechts HENRY FIMMERS
Henry Fimmers
2de helft 19de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 107,5 cm, breedte 78 cm
Op een tafel liggen verscheidene voorwerpen uitgestald op een tafelkleed: een hoge vruchtenschaal met ronde geprofileerde voet op pootjes, een ronde platte schaal gedragen door drie putti; verder een geopend koffertje met flesjes; verder liggen enkele boeken. Fruit ligt op de schaal en op het tafelkleed; bloemen staan er achter het koffertje. In de achtergrond een ruime, diagonaal hangende drapering.
Foto: ensemble M277845 (1991).
246. Schilderij
Portret van pater Martinus Philippe
gesigneerd onder links KALLIST FIMMERS O. PRAEM.
Kallist Fimmers (°1906-+1969)
ca. 1930
olieverf op doek, hoogte 71,50 cm, breedte 61,50 cm
Voorgesteld in norbertijnenhabijt met bonnet, in buste driekwart rechts, tegen een effen achtergrond (biografie Kallist Fimmers zie deel I, p. 88).
Martinus Philippe (°Sint-Huibrechts-Lille 1893-+Herentals 1932) trad in het klooster in 1914, werd priester gewijd in 1920. Hij werd sacrist in de abdij te Tongerlo, professor in Porrentuy (Zwitserland), later vicaris te Hulshout (1925), pastoor te Blauberg in 1928 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 19.066).
Herkomst: was tot 1997 in bruikleen bewaard op de pastorie te Blauberg-Herselt.
Foto: ensemble Z004516 (2002).
247. Schilderij
Portret van abt-generaal monseigneur Noots (1937-1962)
gesigneerd en gedateerd onder rechts KALLIST FIMMERS O. PRAEM. A° 48
Kallist Fimmers (°1906-+1969)
1948
olieverf op doek, hoogte 70 cm, breedte 84 cm
De abt-generaal wordt voorgesteld in buste, driekwart rechts. Hij draagt een borstkruis en op het hoofd een rode bonnet. Rechts bovenaan het wapenschild en de spreuk van Hubert Noots (°Neerpelt 1880-+Antwerpen 1967): MINISTRARE ET BENEFACERE, met opschrift A 67, de ouderdom van de prelaat in 1948 (biografie zie deel I, nr. 16).
Foto: ensemble Z004506 (2002).
248. Schilderij (inv. nr. 65)
Afscheidsrede van Jezus bij het Laatste Avondmaal
gesigneerd onder links: KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906 -+1969)
midden 20ste eeuw
olieverf op doek, hoogte 98,7 cm, breedte 78,5 cm
De Jezusfiguur staat recht temidden de apostelen, draagt een lang, rood kleed, heeft een langgerekte gestalte, is blootsvoets, heeft een eerder klein hoofd en houdt de twee smalle handen in een sprekend gebaar voor zich. De apostelen zijn zittend voorgesteld, rond een lange tafel met groen kleed; zij hebben zich nu rond en naar Jezus gericht. Zij zijn blootsvoets en dragen gewone kleren: hemden en broeken. Op de tafel staan enkele borden en een kruik. Judas heeft het hoofd afgewend.
Foto: ensemble X001292 (2005).
249. Schilderij
Bloemen in een vaas
gesigneerd onder links KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906 -+1969)
midden 20ste eeuw
olieverf op doek, hoogte 70 cm, breedte 84 cm
In een koperen (?) vaas staat een ruiker van witte, paarse en blauwe hortensia’s.
Foto: ensemble Z004505 (2002).
250. Schilderij (inv. nr. 73)
Boslandschap
gesigneerd onder links KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906 -+1969)
midden 20ste eeuw
olieverf op doek, hoogte 69,3 cm, breedte 69,1 cm
Rond een open pleintje zien wij de rand van het bos. In grote vlakken en soms felle kleuren worden de loverpartijen geschilderd. Het geheel geeft een herfstige indruk.
Foto: ensemble X001296 (2005).
251. Schilderij (inv. nr. 123/45/35)
Drie vazen met bloemen
gesigneerd onder links KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906 -+1969)
midden 20ste eeuw
olieverf op doek, hoogte 68,8 cm, breedte 92,3 cm
Vooraan een donkere vaas met veel, kleurige bloemen; daarachter een rode en gele vaas met vooral rode en bruinkleurige bloemen. Donkere bodem, lichte achtergrond. Geschilderd met het paletmes.
Foto: ensemble X001297 (2005).
252. Schilderij (inv. nr. 85)
Prediking van Jezus aan het meer van Genesareth
gesigneerd onder links KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906-+1969)
midden 20ste eeuw
olieverf op doek, hoogte 198 cm, breedte 83,5 cm
Vanuit de hoogte kijken wij neer op een aanlegplaats bij een groot meer, met talrijke roeiboten en zeilboten; een menigte mensen staat te wachten aan de kade. Jezus spreekt hen toe vanop een platte schuit in het meer; hij is in het wit gekleed en heeft de armen gespreid; in de boot zitten de apostelen.
Tentoonstelling: 1984 Grimbergen, nr. 85.
Foto: ensemble X001293 (2005).
253. Schilderij
Vreugde om de oogst
Kallist Fimmers (°1906-+1969)
midden 20ste eeuw
olieverf op doek, hoogte 99 cm, breedte 120 cm
Rond een centrale groep van een hoofdfiguur en twee kinderen zijn een negental personen portretmatig weergegeven. Op het tweede plan wordt een oogstfeest gevierd; het graan staat te rijpen in schoven.
Foto: ensemble X001290 (2005).
254. Schilderij
Zingende en biddende zusters-norbertinessen van Veerle
gesigneerd onder links KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906-+1969)
midden 20ste eeuw
olieverf op doek, hoogte 50 cm, breedte 60 cm
Drie zusters staan met gevouwen handen en ten halve lijve opgesteld achter een groot open boek waarin ze samen zingen en bidden.
Foto: ensemble Z004504 (2002).
255. Schilderij
Vlucht naar Egypte
gesigneerd onder rechts KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906 -+1969)
midden 20ste eeuw
olieverf op doek, hoogte 43,5 cm, breedte 33,5 cm
In het duister van een indrukwekkend woud trekt de Heilige Familie verder naar Egypte. Jozef gaat voorop en leidt de ezel door een kleine rivier.
Foto: ensemble X001299 (2005).
256. Schilderij
Portret van prior Lambertus Wendelen (°1880-+1958)
gesigneerd onder links KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906-+1969)
1953 (?)
olieverf op doek, hoogte 89 cm, breedte 47 cm
De prior wordt voorgesteld in vooraanzicht, ten halve lijve; met koorhemd, koorkap en witte bonnet; in de rechter hand houdt hij een cantorstaf; de linkerhand rust op de borst. In de achtergrond het silhouet van het interieur van de abdijkerk van Tongerlo.
Lambertus Wendelen (°Tongerlo 1880-+Tongerlo 1958) trad in het klooster op negentienjarige leeftijd; hij werd priester gewijd in 1903. In 1903 werd hij cantor, een functie die hij met vuur zou blijven uitoefenen gedurende vijftig jaar als voorzanger en leider van de zang. Circator in 1908, suprior 1912-1916, 1914-1918 magister van het algemeen noviciaat, 1914-1918 legeraalmoezenier van het Belgisch leger, 1919 circator, 1925 cellier, 1927 prior, 1945-1950 suprior. Hij kreeg verscheidene eretekens (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 18.174; Tot vroom aandenken 1958). Mogelijk is dit portret gemaakt in 1953 bij gelegenheid van de viering van het vijftigjarig cantorschap.
Tentoonstelling: 1984 Gimbergen, nr. 3.
Foto: ensemble M277804 (1991), Z004546 (2002).
257. Schilderij, drieluik
Christus in het graf, op zijluiken twee norbertijnen
Gesigneerd op middenluik o.r. KALLIST FIMMERS O. PRAEM.
Kallist Fimmers (°1906-+1969)
1958
olieverf op paneel, middenluik hoogte 78 cm, breedte 77 cm, zijluik hoogte 78 cm, breedte 30 cm
In het middenpaneel wordt in een donkere grot de naakte, dode Christus voorgesteld, vanaf het middel, liggend op een witte lijkwade, met baard en snor, bloedsporen over het lichaam. Een vrouw beweent het lijk, de handen tegen het aangezicht. Doorheen de uitgang van de grot zien wij in de verte de drie kruisen van de Calvarieberg.
Op de twee zijluiken wordt telkens een norbertijn voorgesteld: Adriaan van Hilvarenbeek en Jacob Lacops, gericht naar het middenpaneel; zij dragen een mantel met kap, een kelk in de handen.
Bibliografie: D. PEETERS 1967, p. 67; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; TARCIES MORJAEN, 2, 1993, p. 29-31.
Foto: ensemble Z009635 (2004).
258. Schilderij
Portret van pater Engelbert Docx
gesigneerd onder rechts KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906-+1969)
ca. 1950-1960
olieverf op doek, hoogte 70 cm, breedte 84 cm
De pater zit op een stoel en is geportretteerd op een gele achtergrond, ten halve lijve driekwart links. Hij houdt een rood boek op de schoot.
Engelbert Docx (°Antwerpen 1910-+Geel 1990) werd in 1933 tot priester gewijd door Mgr. T. Heylen. In 1936 was hij coadjutor te Nimes, in 1937-1940 bibliothecaris in Tongerlo. Hij was actief in verscheidene parochies: Oosterwijk, Oevel, Geel-Punt, Itegem; tot slot werd hij pastoor te Blauberg (1949). In de periode 1968-1970 godsdienstleraar te Herselt; 1976-1984 rector van de zusters franciscanessen te Oosterlo-Geel (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 19.188).
Herkomst: was tot 1997 in bruikleen bewaard op de pastorie te Blauberg-Herselt.
Foto: ensemble Z004518 (2002).
259. Schilderij
De schepping
gesigneerd onder rechts KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906 -+1969)
1963
olieverf op doek, hoogte 248 cm, breedte 179 cm
Een wijds, feestelijk gekleurd landschap is bevolkt met vooral exotische fauna. Rechts midden zit de witte figuur van Jaweh; hier wordt de mens geschapen.
Bibliografie: D. PEETERS 1967, p. 68.
Foto: ensemble X001289 (2005).
260. Schilderij (inv. nr. 35)
Portret van een jonge schilder
gesigneerd onder links KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906-+1969)
1964
olieverf op doek, hoogte 75 cm, breedte 75,5 cm
De jonge man zit op een stoel, is vanaf de knieën in beeld gebracht; hij is gekleed in hemd, pull-over, broek en vest. De linkerhand steunt op de linkerdij; de rechterarm rust op de rechterdij. Het hoofd is karaktervol en gevoelig geschilderd. De achtergrond is lichtgeel naar lichtgroen.
Bibliografie: D. PEETERS 1967, p. 96.
Tentoonstelling: 1984 Grimbergen, nr. 4.
Foto: ensemble X001294 (2005).
261. Schilderij
Zelfportret
gesigneerd onder rechts KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906-+1969)
1964
olieverf op vezelplaat, hoogte 98,7 cm, breedte 52 cm
Frontaal voorgesteld, vanaf het middel, met witgroene werkjas; in de rechterhand houdt hij vier penselen voor het lichaam; de linkerhand reikt buiten het schilderij waar de schildersezel staat. Het hoofd met de bril is naar de ezel gericht. Oranje-gele achtergrond. Over Kallist Fimmers zie In memoriam 1969, P. HEYNS 1956, D. PEETERS 1967, F. VAN DER MEER 1969.
Bibliografie: D. PEETERS 1967, bij titelpagina.
Tentoonstelling: 1984 Grimbergen, nr. 1.
Foto: ensemble X001291 (2005).
262. Schilderij (inv. nr. 35)
De barmhartige Samaritaan
gesigneerd onder links KALLIST FIMMERS
Kallist Fimmers (°1906 -+1969)
1966
olieverf op doek, hoogte 68,7 cm, breedte 58,5 cm
Op het voorplan staat de barmhartige Samaritaan in donkere broek en rood hemd; hij ondersteunt en kijkt meewarig naar het halfnaakte slachtoffer, met een windel om het hoofd. Op het tweede plan staat een paard te grazen. Op het derde plan is er een Kempense boerderij met woning en stal, omringd door bomen. De egale lucht is licht-oranje.
Bibliografie: D. PEETERS 1967, p. 71.
Foto: ensemble X001295 (2005).
263. Schilderij
Portret van Anna Van Boechout (+1417), priorin van het Besloten Hof te Herentals
Peter Franchois (°1606-+1654) (toegeschreven)
ca. 1640-1650
olieverf op paneel, hoogte 43,5 cm, breedte 40 cm
Portret van priorin Anna de Boechout met opschrift bovenaan: V D SR ANNA DE BOUCHAUT 1 PRIORISSA HORTI CONCLUSI IN HERENTALS... 1411.
Anna Van Boechout (+1417), norbertines van Leliëndaal te Mechelen, stichteres van de priorij te Herentals 1411; droeg de titel van rectrice. Zij bekwam voordelen van de hertog van Brabant in 1413 en 1416 (E. HOUTMAN, Prieuré Het Besloten Hof, 1992, p. 382; zie ook W. VAN SPILBEECK 1892). Ze is voorgesteld ten halve lijve in profiel driekwart links, in aanbidding geknield voor het kruis.
Peter Franchois of François (°Mechelen 1606-+1654), zoon en leerling van Lucas Franchois de Oude; staat bekend om zijn portretten en historiestukken. Herkomstig uit Mechelen werd hij meester in de Sint-Lucasgilde te Antwerpen. In navolging van A. Van Dyck schilderde hij zeer fijne portretten in licht koloriet (Dictionnaire, H. COLSOUL).
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 128; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo, 1973, p. 37; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 57; E. HOUTMAN, Prieuré Het Besloten Hof,1992, p. 382.
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 225; 1995 Valkenswaard, nr. 50.
Foto: ensemble B97061 (1945), Z004220 (2002).
264. Schilderij
Aanbidding van de Wijzen, vier scenes uit Nieuwe Testament en voorstellingen van de evangelisten
Frans II Francken (°1581-+1642) (navolger)
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 22 cm, breedte 36 cm (midden), hoogte 48,5 cm, breedte 63 cm (omlijsting)
Het middenpaneel met de voorstelling van de Aanbidding van de Wijzen is gevat in een lijst waarin nog eens acht kleine tafereeltjes voorkomen: in de hoeken de evangelisten, rechts de Visitatie, links de Doop van Jezus, boven Jezus en de Samaritaanse vrouw bij de waterput en onder Noli me Tangere. In de compositie en in het omgeven van het centrale tafereel met sub-tafereeltjes is de inspiratie van het werk van Frans II Francken zeker aanwijsbaar, al werkte hij ze meestal uit in grisaille. De kwaliteit van het werk situeert het echter bij de navolgers van de Antwerpse schilder. De vier evangelisten zitten in een interieur met vloer; de vier kleinere scènes spelen zich af in een landschappelijke omgeving.
Frans II Francken (°Antwerpen 1581-+1642), best bekende schilder van de dynastie, werd door zijn vader opgeleid. Vrijmeester in de Sint-Lucasgilde in 1605 en deken in 1615, leidde hij ongetwijfeld een belangrijk atelier dat voor een deel met familieleden werd bevolkt. Hij staat vooral bekend als figurenschilder en schilder van kleine werken voor privé-verzamelaars maar ook van enkele altaarstukken (Dictionnaire, Ursula HÄRTING).
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 130; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57.
Tentoonstelling: 1961 Hilvarenbeek, nr. 21; 1967 Averbode nr. B/46; 1973 Heverlee, nr. 198; 1995 Valkenswaard, nr. 48.
Foto: ensemble B97055 (1945), M277779 (1991), Z004254 (2001).
265. Schilderij
Kruisiging (fragment)
Frans II Francken (°1581-+1642)
1ste helft 17de eeuw,
olieverf op paneel, hoogte 17.5 cm, breedte16 cm
Dit fragment is een onderdeel van een Gogothatafereel. Het stelt een wenend meisje voor en een kleine jongen die bij de arm gehouden wordt door een vrouw waarvan het hoofd ontbreekt. Links staat een vrouw die haar tranen opdroogt met haar sluier.
Het werk werd onlangs verworven.
Foto: ensemble Z004645 (2002).
266. Schilderij
Kruisoprichting
Gesigneerd onder links … FFRANKEN …
Frans II Francken (°1581-+1642)
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 40,5 cm, breedte 56,5 cm
Op dramatische wijze wordt de oprichting van het kruis van Jezus voorgesteld; het kruis van de Goede Moordenaar staat reeds recht, terwijl rechts de Slechte Moordenaar, op zijn kruis gezeten, nog ondersteund wordt door een Joodse priester met de tafelen der wet. Maria en Johannes en enkele wenende vrouwen staan uiterst rechts opgesteld; achter de kruisen bevindt zich een menigte met soldaten en voetvolk.
Het tafereel is fijn, uiterst los en levendig geschilderd in een zacht kleurenpalet. De schuine balk met de verlosser, wiens hoofd zich in het midden van het schilderij bevindt, geeft het geheel een dynamisch aspect.
Het kunstwerk is in zeer slechte staat met overschilderingen in de vele lacunes.
Bibliografie: M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37.
Foto: ensemble Z004480 (2002).
267. Schilderij
Lazarus en de rijke wrek
Frans II Francken (°1518-+1642) (navolger)
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 76 cm, breedte 106 cm
Aan een tafel in een open portiek zit een rijk uitgedost gezelschap te genieten van een luxueuze maaltijd. Het geketend aapje verwijst naar de mens in de ban van de zonden, de glazen bol en de rijkelijk gedekte tafel zijn elementen die de ijdelheid van het bestaan weergeven. Drie tafereeltjes op de achtergrond illustreren verder de parabel uit het evangelie van Lucas (16, 19-31). Buiten vallen de knechten Lazarus lastig, in de hemel ontvangt Abraham de ziel van Lazarus in zijn schoot; in een doorkijkje rechts zien we de rijke vrek op zijn doodsbed omringd door dezelfde personages als aan de tafel maar nu met de duivel die zijn ziel meeneemt.
Het werk vertoont elementen van overeenkomst met schilderijen van Frans II Francken zoals de figuur van de rijke wrek, de neventaferelen en de doorkijk in de kamer met de scène op het doodsbed. Ook de kruiken en de koeler op het voorplan werden op gelijkaardige wijze weergegeven. Toch wijkt de stijl te zeer af van het fijne schilderwerk van Francken en moet ook dit werk in zijn omgeving gesitueerd worden.
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 129; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37.Tentoonstelling: 1964 Deurne, nr. 94; 1973 Leuven, nr. 160; 1976 Antwerpen; 1995 Valkenswaard, nr. 49.
Foto: ensemble B97044 (1945), na restauratie M277775 (1991), Z004262 (2001).
268. Schilderij
Golgotha
Frans III Francken (°1607-+1667)
midden 17de eeuw
olieverf op koper, hoogte 52 cm, breedte 70 cm
Het Golgothatafereel met de lanssteek hoort qua onderwerp, afmetingen en drager bij een tweede passietafereel, Jezus voor Kajafas (zie nr. 270). De gekruisigde, met aan de voet van het kruis Maria Magdalena, deelt het tafereel in twee groepen, één rond de Goede Moordenaar met Maria en Johannes en één rond een groep vechtende soldaten en de Slechte Moordenaar.
Frans III Francken (°Antwerpen 1607-+1667) werd in 1639/1640 meester in de Sint-Lucasgilde te Antwerpen en deken in 1656/1657. Hij is de leerling en navolger van zijn vader Frans II en staat vooral bekend om zijn taferelen met vele kleine personages maar vertoont een eigen lossere stijl (Dictionnaire, Ursula HÄRTING).
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 129.
Foto: ensemble B97020 (1945), KM856 (1991), Z004257 (2001).
269. Schilderij
Jezus voor Kajafas
Frans III Francken (°1607-+1667) (toegeschreven)
midden 17 de eeuw
olieverf op koper, hoogte 53 cm, breedte 71 cm
Hoort samen met voorgaand werk (nr. 269). Dramatisch opgebouwde compositie met meerdere passietaferelen: links scheurt de hogepriester zijn kleed terwijl rechts reeds de stoet met de gevangen Jezus door de straten van Jeruzalem trekt.
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 129; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37.
Foto: ensemble B97019 (1945), KM857 (1991), Z004255 (2001).
270. Schilderij
Jezus aan het kruis
gesigneerd onder rechts LOUIS BERNARD GOULIER
1740-1817
olieverf op doek, hoogte 260 cm, breedte 146 cm
Het monumentale kruis is geschilderd voor een duistere hemel. De naakte Jezus draagt een lendendoek; zijn armen zijn V-vormig gespreid, het hoofd rust tegen zijn rechterschouder. Bovenaan de kruistitel.
Foto: ensemble X001435 (2005).
271. Schilderij
Portret van Godfried Hermans, abt van Tongerlo (1780-1799)
Willem Jacob Herreyns (°1743-+1827)
1780-1785
olieverf op doek, hoogte 129 cm, breedte 105 cm
De abt is voorgesteld in vooraanzicht. Hij draagt de hermelijnen cape en een mantel boven ee rochet en leunt met de rechterarm op een stoel met het wapenschild van de abt. Links achter hem ontvouwt zich een panoramisch zicht. Voor de biografische gegevens zie deel I, p. 43; zie ook L.C. VAN DYCK 1989.
Willem Jacob Herreyns (°1743-+1827) was een lid van een Antwerpse artistieke familie; hij was een historieschilder, behandelde vooral religieuze thema’s. Hij was leerling van vader Jacob III Herreyns en oom Willem Herreyns; vervolmaakte zich aan de Antwerpse academie. In 1764-1767 werd hij directeur van deze academie. In 1771 vestigde hij zich te Mechelen en stichtte er een tekenacademie. Leverde veel religieus werk aan verscheidene instellingen. Tijdens het Franse bewind was hij eerst leraar en later directeur van de academie van Antwerpen.; P. François, G. Wappers en A. Wiertz behoorden tot zijn leerlingen (Dictionnaire, Richard KERREMANS). Mogelijk dateert dit portret nog van in de eerste jaren van het abbatiaat van Hermans. Chris CALLENS schreef het portret toe aan Willem Jacob Herreyns (licentiaatsthesis Leuven 1988; AAT/D/ briefwisseling met Chris Callens in verband met toeschrijving). Van dezelfde schilder is in het K.M.S.K. te Antwerpen een portret van abt Hermans bewaard ( E. VANDAMME, 1988, p. 182, nr. 1079).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 25; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 357.
Tentoonstelling: 1998 Turnhout, nr. 72 (?).
Foto: ensemble B98370 (1945), Z004558 (2002).
272. Schilderij
Portret van Dominicus van Peteghem, proost van Leliëndael (1780-1789)
Willem Jacob Herreyns (°1743-+1827)
1772-1789
olieverf op doek, hoogte 142 cm, breedte 115 cm
Dominicus Van Peteghem (°Geel 1723-+Geel 1789) trad binnen in Tongerlo in 1743, priester gewijd in 1747; werd onderpastoor te Ravels en te Roosendaal (1751), prior in 1759, cellier in 1761, pastoor van Klein-Zundert in 1766, proost van het klooster Leliëndaal te Mechelen in 1772; het klooster werd opgeheven in 1783 door Jozef II. Van Peteghem stierf in 1789 (Pl. LEFEVRE 1917 p. 55; AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloënsis nr. 17.193).
Proost Dominicus van Peteghem is voorgesteld in vooraanzicht, zittend in een zetel, voor een drapering, in norbertijnenhabijt, met borstkruis en abtsring; de rechterarm rust op de leuning, de linker op een tafeltje met boeken, een bonnet en een handgeschreven document. Boven rechts cartouche met wapenschild en spreuk: VIRTUTE MATURITAS.
Bibliografie: Pl. LEFEVRE 1917, p. 55.
Foto: ensemble B97075 (1945), Z004555 (2002).
273. Schilderij
Jezus aan het kruis
Willem Jacob Herreyns (°1743-+1827)
einde 18de eeuw(?)
olieverf op doek, hoogte 62 cm, breedte 44 cm
De atletische Jezusfiguur hangt met de voeten naast mekaar aan het kruis. Opvallend is de gouden gloed achter en rond het hoofd van de gekruisigde, die hier schijnbaar zijn laatste woorden uitspreekt. De achtergrond is een vaag duister landschap.
Foto: ensemble M277833 (1991), Z004615 (2002).
274. Schilderij
Vanitastafereel
gesigneerd en gedateerd I M HOFF 1699
I.M. Hoff
1699
olieverf op doek, hoogte 90,50 cm, breedte 91,50 cm
In een interieur zit een burgerlijk uitgedost heerschap achter een tafel zijn geld te tellen. Hij is omringd door weelde en rijkdom: een klerenkist met kleren op de bodem, een kast met sieraden, een koffertje met zakjes geld, een juwelenkistje, rijke vruchten, siervogels. Tegen de muur een wapenschild. Nabij de man een memento mori in een tekstballon: GIJ SULT MORGE STERVEN. Achteraan het geraamte van de dood met een speer.
Foto: ensemble M277822 (1991), Z004629 (2002); detail: signatuur Z004631 (2002), IR-opname van signatuur Z004633 (2002).
275. Schilderij
Portret van een vrouw in een interieur
gesigneerd onder links: J. HOREMANS
Jan Jozef I Horemans (°1682-+1759)
1741-1759
olieverf op doek, hoogte 57 cm, breedte 47 cm
In een burgerlijk interieur zit een vrouw aan tafel en toont de bodem van een kopje. Op de tafel staan een samovar, een theepotje en een suikerschaal met opstaande lepeltjes. Ook huisdieren zijn aanwezig. Door de openstaande deur zien we een tuinman aan het werk in een Franse tuin met gesnoeide boompjes. Het portret van de vrouw werd nog niet geïdentificeerd.
Jan Jozef Horemans (°Antwerpen 1682-+1759) werd in 1706/1707 meester in de Sint-Lucasgilde te Antwerpen. Hij staat bekend om zijn genretaferelen en portretten, vaak in zorgvuldig uitgewerkte interieurs. Zijn werk is moeilijk te onderscheiden van dat van zijn zoon daar hun handtekeningen op elkaar lijken. Met zijn zoon werkte hij o.a. voor de abt van de Sint-Michielsabdij (Antwerpen, K.M.S.K schilderij met de ontvangst van de Abt van Sint-Michiel door de leden van de schermersgilde, 1746) (Dictionnaire, Maité PACCO).
Foto: ensemble M277794 (1991), Z004492 (2002).
276. Schilderij
Portret van Godfried Hermans, abt van Tongerlo (1780-1799)
gesigneerd en gedateerd opschrift: J. JACQUIN 1788 AETATIS 63 1788
François Xavier Joseph Jacquin (°1756-+1826)
1788
olieverf op doek, hoogte 126 cm, breedte 103 cm
Abt Hermans wordt voorgesteld ten halve lijve op 63-jarige leefttijd, in een interieur achter een tafel met een boek in de hand, met mozetta, staf en abtsring; zijn mijter ligt voor de abt op een tafeltje. Biografische gegevens zie deel I, p. 43.
François Xavier Joseph Jacquin, (°Brussel 1756-+Leuven 1826) staat bekend als schilder van portretten, stillevens en religieuze stukken; hij was in 1800 één van de oprichters van de academie van Leuven. Hij werkte ook voor de premonstratenzenabdijen van Averbode, Heylissem (portret van abt Demanet zie volgend nummer 278) en Park (Dictionnaire, Maité PACCO).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, 25. ? ? ?
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 199; 1998 Turnhout, nr. 69.
Foto: ensemble B97074 (1945), Z004571, Z004572 (2002).
277. Schilderij
Portret van François J. Demanet, abt van Heylissem (1790-1809)
gesigneerd en gedateerd JACQUIN 1790
François Xavier Joseph Jacquin (°1756-+1826)
1790
olieverf op doek, hoogte 98 cm, breedte 75 cm
Joseph François Demanet werd geboren te Court-Saint-Etienne in 1740. Hij trad binnen te Heylissem in 1760 en werd priester in 1764. Achtereenvolgens werd hij professor in de theologie in 1773, onderpastoor in Tourinnes-lez-Oudons in 1782 en pastoor te Pellaines in 1784. In 1790 werd hij tot abt gekozen in het klooster van Heylissem dat hij kort daarop moest verlaten. Hij trok zich terug te Pellaines waar hij in 1809 overleed (Pl. LEFEVRE 1917, p. 16; M. KOYEN 1969, p. 770-771). Devies: PRUDENTER ET SIMPLICITER.
De abt wordt in driekwart voorgesteld tegen een bruine achtergrond, zittend in een armstoel in profiel driekwart links. In de rechterhand houdt hij een vinger tussen de bladzijde van een kerkboekje. Hij wordt zonder waardigheidstekens geportretteerd mogelijk omdat hij door de Franse Revolutie uit de abdij werd verdreven en teruggetrokken moest leven.
Herkomst: in 1902 aan de abdij geschonken (AAT, D27, nr.186 F).
Bibliografie:: P. LEFEVRE, 1917, p. 16; M. KOYEN 1969, p. 771.
Foto: ensemble B98395 (1945), Z004606 (2003).
278. Schilderij
Bloemenstuk
gesigneerd en gedateerd GTTE LAENEN 4-8-45
Georgette Janssens
1945
olieverf op doek, hoogte 37,5 cm, breedte 27 cm
In een grijsblauwe, hardstenen kruik werd een bos rozen gerangschikt; geplaatst op rood tafelkleed. Georgette Janssens huwde kunstschilder Jan Laenen in 1910.
Foto: ensemble Z004509 (2002).
279. Schilderij
H. Norbert ontvangt de regel van Paus Honorius II
Victor Honoré Janssens (°1658-+1736) of Richard II Van Orley (°1652 of 1663-+1732)
1712-1714
olieverf op doek, hoogte 350 cm, breedte 400 cm
De heilige knielt op de trappen en ontvangt de bulle met het pauselijk zegel uit de handen van de kerkvorst. Rondom zitten leden van zijn Orde en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. Een groot beeld van een geblinddoekte vrouw met hostiedragende kelk en kruis, zinnebeeld van het Geloof, staat opgesteld in een marmeren nis in de ruime zaal.
Het werk hoort mogelijk bij het schilderij met de Marteldood van de martelaren van Gorcum (zie nr. 280); beide zijn taferelen over de geschiedenis van de Orde en de abdij; vier schilderijen met dit thema waren opgesteld op het koor en aan deze schilders uitbesteed (W. VAN SPILBEECK 1883, p. 89).
Victor Honoré Janssens (°Brussel 1658-+Brussel 1736) was leerling van Lanceloot Volders 1668-1674; hij trad daarna in dienst van de hertog van Holstein (1674-1678). Na een lang verblijf in Italië schreef hij zich in als meester te Brussel ( 1689). Hij schilderde religieuse en historische onderwerpen (D. COEKELBERGHS 1976, p. 398-399).
Richard Van Orley (°Brussel 1652 of 1663-+Brussel 1732) Brussels schilder van religieuse eb mythologische onderwerpen, tekenaar, graveur en miniaturist; leerling van zijn vader Pierre en zijn oom Hieronymus III Van Orley. Verbleef misschie, tijdelijk in Italië. Erg aktief als graveur onder meer “De ruïnes van de stad Brussel na de beschieting van 1695. Zijn grote collectie tekeningen dienden onder meer om publicaties te illustreren of tapijten te weven. De onderwerpen kwamen uit de antieke mythologie of de bestaande literatuur. Voor de abdij van Grimbergen schilderde hij het plafond in de sacristie en het portret van abt Augustinus Willem van Eeckhout (Dictionnaire, Francesco ROSSI; D. COEKELBERGHS 1976, p. 412-413).
Herkomst: permanente bruikleen van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen (inv. nr. 235) vanaf 1928.
Bibliografie: M. KOYEN 1973, p. 55; E. VAN DAMME 1988, p. 202;
Foto: ensemble M277871 (1991), Z010683 (2004).
280. Schilderij
Marteldood van de martelaren van Gorcum
Victor Honoré Janssens (°1658-+1736) of Richard II Van Orley (°1652 of 1663-+1732)
1712-1714
olieverf op doek, hoogte 350 cm, breedte 460 cm
Onder de martelaren van Gorcum waren er twee norbertijnen: Jacobus Lacops van Oudenaar, die na een eerder frivool leven ongehoorzaam was aan zijn orde en zich niets aantrok van zijn religieuze plichten. Hij trad in bij de gereformeerde kerk en werd gevangen genomen in 1572. Adrianus Janssen van Hilvarenbeek, in die tijd een norbertijner parochiepriester in Monster, werd samen met Lacops naar Den Briel gestuurd. Mogelijk staan ze links in beeld en worden ze uitgelicht tegenover de rest. Het schilderij toont de fase voor en tijdens de terechtstelling door ophanging in de schuur waarbij de martelaren ondanks de gruwelijke omstandigheden van de lynchpartij met serene gezichten hun geloof trouw blijven (H. JANSSENS 1999, p. 92 en 103). Dit dramatisch schilderij behoort tot de reeks van vier die in de voormalige abdijkerk waren opgehangen (zie vorig nummer).
Herkomst: permanente bruikleen van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen (inventarisnummer 248).
Foto: ensemble M277872 (1991), Z010688 (2004).
281. Schilderij
Aanbidding van het Lam Gods door de ouderlingen
Willem Ignatius Kerricx (°1682-+1745)
1725-1732
olieverf op doek, hoogte 675 cm, breedte 437 cm
Het Lam Gods met kruisvaan rust op een wolk in het midden van de compositie. Bovenaan troont God de Vader met het boek der zeven zegels in de hand. Rondom God de Vader zijn er de symbolen van de evangelisten; de vierentwintig ouderlingen zijn opgesteld om het Lam in een grote ovale compositie. De voorstelling verhaalt het tweede apocalyptisch visioen van Johannes (4, 5-11).
Willem Ignatius Kerricx (°Antwerpen 1682-+Antwerpen 1745), kunstschilder van religieuze onderwerpen, decorateur, beeldhouwer, architect, dramaturg, dichter en ingenieur, werd vrijmeester in de Sint-Lucasgilde in 1703/1704, deken in 1718/1719 en in 1723/1724. Hij heeft veel gewerkt in opdracht van kerken en kloosters. Hij restaureerde de Sint-Walburgakerk te Antwerpen in 1744; organiseerde in dezelfde stad de blijde inkomst van Karel van Lotharingen. Van 1725 tot 1732 was hij te Tongerlo werkzaam als architect, beeldhouwer en schilder (Dictionnaire, Alain JACOBS; zie ook deel I, p. 67, nr.7).
Abt Jozef Peter Van der Achter (1724-45) gaf de opdracht om zijluiken te vervaardigen voor het Laatste Avondmaal van Solario (nr. 320). De onderwerpen van deze schilderijen waren de Aanbidding van het Lam Gods en het Paasmaal van de Joden (volgend nummer). In latere tijd werden de schilderijen afgerond en mogelijk in gebruik genomen als een zelfstandig altaarschilderij. Tijdens Franse Revolutie (1797) werden ze weggehaald uit de abdij; in 1810 bij de terugvordering ondergebracht in het Koninklijk Museum van Antwerpen. In 1928 werden zij samen met de schilderijen in de kapittelzaal aan de abdij teruggegeven in eeuwigdurende bruikleen.
Herkomst: sinds 1928 permanente bruikleen van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen (inventarisnummer 227) aan de abdij van Tongerlo.
Bibliografie: W. VAN SPILBEECK 1883, p. 103-104; IDEM 1888, p. 537; J. BAUWENS 1947, p. 133; G. GEPTS-BUYSAERT, 1953, p. 280, 283-284; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 54, 58-59; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37; E. VAN DAMME, 1988, p. 219, nr. 227; L.C. VAN DYCK 1993, p. 14.
Foto: ensemble N15325 (1991).
282. Schilderij
Paasmaal van de Joden in tegenwoordigheid van Mozes
Willem Ignatius Kerricx (°1682-+1745)
1725-1732
olieverf op doek, hoogte 675 cm, breedte 437 cm
Nabij een groots uitgewerkt portiek staat een tafel opgesteld waaraan enkele Joden zitten. Mozes, de stok in de hand, wijst met uitgestrekte hand de richting die ze uitmoeten om Egypte te verlaten. Een engel met brandend zwaard zweeft boven hem in de lucht op weg om de eerstgeborenen van Egypte te doden. Hij zal de huizen van de Joden overslaan; het teken van het bloed op de deurstijlen geeft aan dat er Joden wonen. Net als de aanbidding van het Lam (nr. 281) zou dit schilderij bedoeld zijn als (mogelijk linker) zijluik van het Laatste Avondmaal van Solario.
Tijdens de Franse Revolutie werden ze uit de abdij weggehaald in 1797; later ondergebracht in het Koninklijk Museum van Antwerpen. In 1928 werden ze samen met de schilderijen in de kapittelzaal aan de abdij teruggeschonken in eeuwigdurende bruikleen (zie ook vorig nummer).
Herkomst: sinds 1928 permanente bruikleen van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen (inventarisnummer 226) aan de abdij van Tongerlo.
Bibliografie: W. VAN SPILBEECK 1883, p. 103-104; IDEM 1888, p. 537; J. BAUWENS 1947, p. 133; G. GEPTS-BUYSAERT, 1953, p. 280, 283-284;; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 54, 58-59; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37; E. VAN DAMME, 1988, p. 219, nr. 226; L.C. VAN DYCK 1993, p. 14.
Foto: ensemble N15319 (1991).
283. Schilderij
H. Cecilia musiceert met engelen
Willem Adriaenszoon Key (°1515/16-+1568) (toegeschreven)
3de kwart 16de eeuw
olieverf op koper, bevestigd op unalit, hoogte 28 cm, breedte 35 cm
Het fijne tafereeltje op koper toont de heilige met aureool; zij zit achter een orgeltje zit dat ze met beide handen bespeelt. Twee engelen begeleiden haar op snaarinstrumenten. Een ruggelings getoond naakt knaapje houdt een banderol met muziekschrift vast terwijl een engeltje achter het orgel komt kijken. Het tafereel lijkt in een tuin plaats te vinden met een gordijn in de hoek als repoussoir. Typisch ovale gezichtjes van de engelen en de heilige, zwierige renaissancegewaden.
Willem Key (°Breda ca.1515–16-+Antwerpen 1568) is gekend voor zijn portretten en religieuse taferelen. Hij zou als leerling bij Coecke gewerkt hebben te Antwerpen in de jaren 1529-1530; later was hij leerling van Lambert Lombard te Luik. In 1542 werd hij te Antwerpen als meester ingeschreven; hij werd deken van het ambacht in 1552. Deze italianisant was vooral een verfijnd portrettist (Dictionnaire, Gwendoline DEHAENE).
Foto: ensemble M277916 (1991), Z004484 (2002).
284. Schilderij
Portret van bisschop Thomas Heylen (1899-1941)
gesigneerd onder rechts J.I. LAENEN
Jan Laenen (°1881-+1965)
1922
olieverf op doek, hoogte 29,5 cm, breedte 24 cm
Thomas Heylen (°1856 - +1941), studies te Rome, doctor in de filosofie (1883) en de theologie (1886), in 1887 tot abt gekozen, vicaris van de abt-generaal en hoofd van de circarie van Brabant, later van de circarie van de Provence. In 1898 werden de eerste missionarissen naar Congo gestuurd; in 1889 werd in Engeland een priorij gesticht te Manchester. In 1899 werd Thomas Heylen bisschop van Namen. Hij bezat een eucharistisch gerichte vroomheid, organiseerde verscheidene congressen. Devies: PRUDENTER ET SIMPLICITER (biografie zie deel I, p. 45-47; zie ook N.J. WEYNS 1974, L.C. VAN DYCK 1987).
Mgr. Heylen wordt hier voorgesteld als bisschop van Namen. Hij zit neer in een stoel in profiel driekwart links. Hij draagt naast het borstkruis ook twee insignes van een orde. Naast hem op zijn tafel liggen ook twee boeken met er boven op zijn reishoed (Biografische gegevens zie deel I, p. 45-46). Dit portret is een kopie naar een portret van 1920 door dezelfde kunstschilder, bewaard in het bisschoppelijk paleis te Namen (L. RICHARDEAU, 2002, p. 151, 136 cm x 101 cm). Zie ook portret Thomas Heylen door Mortelmans nr. 298.
Kunstschilder Jan Laenen (°Mortsel 1881-+Mortsel 1965) was de zoon van een boomkweker; volgde academie te Antwerpen, bestudeerde Nederlandse meesters uit de zeventiende eeuw, later de Italiaanse en Spaanse meesters; huwde Gabrielle Janssens in 1910 en vestigde zich in Parijs. Tijdens de Tweede Wereldoorlog keerde hij terug uit Frankrijk (Mortsel, Roosendaal, Brussel), werd bekend als portrettist. De dood van zijn zestienjarige dochter zou grote invloed op hem uitoefenen. Hij schilderde natuurtaferelen, stillevens, portretten en interieurs; het Kempense boerenleven was een geliefd onderwerp. Hij had een persoonlijke stijl: realistisch in de uitvoering, optimisme in de kleuren, tegenstelling licht en donker (zie AAT, doos 27, nr.186 G).
Herkomst: nalatenschap pastoor A. Romme, Roosendaal.
Foto: ensemble M277803 (1991), Z004511 (2002).
285. Schilderij
Portret van Monseigneur Leo Derikx (°1860-+1933)
gesigneerd en gedateerd onder midden op tafel IN LAENEN FECIT DD 1930
Jan Laenen (°1881-+1965)
1930
olieverf op doek, hoogte 119 cm, breedte 103 cm
Leo Derickx (°Neerpelt 1860-+Antwerpen 1933) trad binnen te Tongerlo in 1860, priester gewijd in 1884, 1888 docent H. Schrift, 1892 docent filosofie, 1899 missionaris in Uele (Belgisch Congo). In 1901 aangeduid tot apostolisch prefect te Uele; 1923 teruggekeerd naar de abdij, werd er lector. Kreeg verschillende eretekens onder meer dat van officier in de Orde van de Koninklijke Leeuw en ridder in de Orde van de Afrikaanse Ster (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 18.098).
Apostolisch prefect Leo Derickx wordt voorgesteld ten halve lijve, zittend op een stoel met armleunen, voor een tafel met boeken; de prefect leest in een boek dat op een lessenaar ligt; in de achtergrond van het interieur: een kast, een kruisbeeld en een omlijsting met eretekens. Met wapenschild en spreuk onder links: FIDE VINCAT VERITAS.
Foto: ensemble M277814 (1991), Z004445 (2002).
286. Schilderij
Portret van Monseigneur Vanuytven
gesigneerd en gedateerd onder rechts IN LAENEN FECIT 1931
Jan Laenen (°1881-+1965)
1931
olieverf op doek, hoogte 123,5 cm, breedte 94 cm
Amandus Vanuytven was ordinaris van het vicariaat Uele met de titel van bisschop van Megara. Bisschop gewijd in 1924 (biografie zie deel I, p. 147, nr. 124; zie ook Diamanten professiejubileum 1960, G.V. 1954). Voorgesteld als bisschop, ten halve lijve, zittend in een zetel, voor een drapering, de handen gevouwen voor zich; met baard, baret, borstkruis en bril. Boven rechts wapenschild en spreuk VERITATEM FACIENTES IN CARITATE.
Foto: ensemble M277810 (1991), Z004448 (2002).
287. Schilderij
Portret van abt Emiel Stalmans (1937-1953)
gesigneerd en gedateerd onder links IN LAENEN FECIT DD 1941
Jan Laenen (°1881-+1965)
1941
olieverf op doek, hoogte 147 cm, breedte 99 cm
Abt Stalmans wordt voorgesteld ten halve lijve in vooraanzicht, zittend in een zetel, in norbertijnenhabijt, met mozetta, borstkruis en abtsring, met bril, de rechterarm op de leuning, een boek in de linkerhand; hij zit in de kamer met de muurtapijten: achter de zetel de abtsstaf en de mijter op een tafel; in bovenhoek rechts wapenschild en devies MULTAE MISERICORDIAE ET VERAX (biografie zie deel I, p. 49; zie ook W. DEKKERS 1953).
Foto: ensemble M277839 (1991), Z004658 (2002).
288. Schilderij (5)
De geschiedenis van Alexander de Grote, reeks van 5 taferelen
kopie naar Charles Le Brun (°1619-+1690)
2de helft 17de eeuw
olieverf op doek
Alexander de Grote (°356 voor Christus -+323 voor Christus) was een Macedonische koning die grote veroveringstochten organiseerde in naam van de Griekse staten en hun statenbond. Bij het riviertje Granikos forceerde hij de toegang tot Klein-Azië. Bij Isos versloeg hij in 333 voor Christus het leger van de Perzen. Gedurende zes maanden voerde hij het beleg tegen de stad Turos. Hij versloeg opnieuw zijn tegenstander Darius III en liet zich huldigen in de steden Babylon en Susa. Succesvolle veldtochten zouden zijn rijk verder uitbreiden. In 326 voor Christus trok hij zelfs het Indusgebied binnen en versloeg er koning Poros. Hij was de grondlegger van de Hellenistische beschaving, een vermenging van Oosterse en Griekse elementen.. Hij stierf jong aan een malaria-aanval. Hij was een boeiende persoonlijkheid, inspiratiebron doorheen de latere tijden.
Charles Le Brun (°Parijs 1619-+Parijs 1690), Frans kunstschilder en ornamenttekenaar, zoon van Nicolaas I Le Brun, leerling van Fr. Perrier en Simon Vouet,vanaf 1638 in dienst van de Franse koning. In 1642-46 trok hij met N. Poussin naar Rome. Schilderde in de jaren 1662-1668 voor de Franse koning Lodewijk XIV een reeks over Alexander de Grote (nu in het Louvre te Parijs). De reeks is een verheerlijking van het koningschap; hij was de meest representatieve figuur van de koninklijke grandeur; hij had zijn lot verbonden aan dat van de Franse staatsman Colbert (1619-1683). In 1663 werd hij directeur van de Gobelinsmanufacturen (THIEME-BECKER).
- Alexander de Grote verovert Jeruzalem (?)
hoogte 123 cm, breedte 151 cm
Een groep mannen, gekleed als Joodse hogepriesters en twee ouderlingen met de sleutels van de stad op een kussen en een vrijgeleide in de hand komen vanuit de stadspoort veldheer Alexander tegemoet. Alexander is van zijn paard afgestegen, heeft zijn speer neergelegd en knielt neer voor de groep. De legerscharen achter hem duiden op het beleg van de stad dat nu ten einde lijkt te lopen. Boven rechts en in de achtergrond ligt de stad Jeruzalem.
Foto: ensemble M277939 (1991), Z007248 (2003).
- Alexander de Grote verslaat de Perzen aan de Granikosstroom
hoogte 129 cm, breedte 166 cm
Alexander, gezeten op een wit paard in het midden van de compositie, vecht zich een doorgang door de Perzische troepen zodat zijn leger de rivier kan oversteken die hen de toegang tot Azië mogelijk maakt. Gekneld tussen het bos en de heuvel slagen de Perzen er niet in hun grote troepenmacht te ontplooien. Reeds blazen de Grieken op de trompet om hun nakende overwinning aan te kondigen terwijl de strijd nog volop woedt in een kluwen van paarden en ruiters. Heel wat werken inspireerden Le Brun, zoals de Slag van Cascina door Michelangelo.
Foto: ensemble M277937 (1991), Z007244 (2003).
- De dood van Darius (?)
hoogte 125 cm, breedte 114 cm
Met een theatraal gebaar legt Alexander zijn mantel over het dode lichaam van zijn rivaal Darius, koning van de Perzen, die door een verrader was omgebracht. De generaals en manschappen vormen een grote groep toeschouwers rond dit gebeuren dat zich in een weids bergachtig landschap afspeelt. In de benedenhoek rechts staat een fijne jachthond toe te kijken.
Een tekening van Charles Le Brun (Parijs, Louvre, inv. 29.532) geeft het gebeuren schetsmatig weer in spiegelbeeld. De compositie is langer zodat de figuur van Alexander in het middelpunt komt te staan.
M. GAREAU, Charles Lebrun: premier peintre du roi Louis XIV, Paris, 1992, p. 208-211.
Bibl ???
Foto: ensemble Z007251 (2003).
- De weduwe van Darius voor Alexander of De tent van Darius
hoogte 125 cm, breedte 137 cm
Na de overwinning van Alexander te Issos, was de Perzische vorst Darius gevlucht en had zijn vrouw en familie achtergelaten in het kamp. Alexander en zijn gunsteling Hefestion komen beiden in de tent waarbij de moeder van Darius verkeerdelijk voor Hefestion in het stof buigt. Een eunuch wijst echter naar Alexander die daarop moet gerepliceerd hebben: “Ook hij is Alexander”. Voor hem knielen de vrouw van Darius met haar zoontje in de armen, haar twee dochters en het dienstvolk. Het voorhangsel van de grote tent werd vastgemaakt aan palmbomen en op de achtergrond is de rest van het kamp zichtbaar.
Het schilderij van Le Brun werd in 1660-1661 uitgevoerd en herhaalde malen gekopiëerd en gegraveerd. Het schilderij is in dezelfde richting uitgevoerd.???
M. GAREAU, Charles Lebrun: premier peintre du roi Louis XIV, Paris, 1992, p. 196-199.
Foto: ensemble M277936 (1991), Z007249 (2003).
- De triomf van Alexander of de Intrede van Alexander in Babylon
hoogte 124 cm, breedte 137 cm
Getrokken door twee olifanten rijdt Alexander als overwinnaar de stad Babylon binnen. Tot zijn verrassing zijn de poorten geopend en wordt hij als een triomfator verwelkomd. In de stoet worden de schatten die hij op Darius heeft buitgemaakt meegedragen. Links staat het beeld van Semiramis met een granaatappel en een staf in de hand. Rechts in de verte zien we de terrassen met de beroemde hangende tuinen. Wierookpotten branden, bloemen zijn uitgestrooid op de bodem en vele muzikanten begeleiden de stoet.
Met deze compositie sloot Le Brun in 1665 zijn reeks met de Veldslagen van Alexander af. Het werk kende veel bewonderaars en werd gekopiëerd ondermeer in gravuren en op wandtapijten.
M. GAREAU, Charles Lebrun: premier peintre du roi Louis XIV, Paris, 1992, p. 202-205.
Foto: ensemble Z007250 (2003).
- Circusspelen te Soesa
hoogte 156 cm, breedte 212 cm
In Susa (gelegen in Iran, niet ver van de grens met Irak) vond een merkwaardige ceremonie plaats. Alexander arrangeerde daar huwelijken voor zichzelf en zijn vrienden. 'Zelf trouwde hij met Barsine, de oudste dochter van Darius', schrijft Arrianus in zijn verhaal van Alexanders tocht, 'en volgens Aristoboulos ook nog met een ander, namelijk Parysatis, de jongste dochter van Ochos. Hij was al getrouwd met Roxane, de dochter van Oxyartes, de Baktriër. Aan Hefestion gaf hij Dryeptis, ook een dochter van Darius, een volle zuster van zijn eigen vrouw, (...) en aan zijn andere vrienden gaf hij op dezelfde manier de edelste dochters van Perzen en Meden tot vrouw; het waren er ongeveer tachtig. De huwelijken werden gesloten volgens Perzisch gebruik. (...) Iedere bruidegom nam zijn bruid mee naar huis, en Alexander gaf aan alle vrouwen een bruidsschat. Hij gaf bevel een lijst te maken van alle Macedoniërs die met Aziatische vrouwen getrouwd waren (het waren er meer dan tienduizend), en ook zij kregen huwelijksgeschenken van Alexander. De massabruiloft in Susa is wel opgevat als een bewijs voor het bestaan van een Verschmelzungs-politiek.
In een met hoge muren afgesloten rechthoekige arena ligt een olifant op de grond terwijl een leeuw en een hond in een felle strijd zijn gewikkeld. De massa kijkt toe van boven op de muren terwijl vooraan links een vorst onder een baldakijn de spelen gadeslaat. Rechts vormen enkele hovelingen en soldaten een tweede groep die naar het spektakel verwijst.
Foto: ensemble M277938 (1991), Z007247 (2003).
-Alexander de grote ontmoet filosoof Diogenes
hoogte 157 cm, breedte 216 cm
Legeraanvoorder Alexander treedt met een gevolg de excentrieke filosoof tegemoet. Deze laatste zit neer onder een boom voor de ton waarin hij woont; hij was een cynicus die tegen de gevestigde maatschappij reageerde. Achter Alexander is er een heuvel met een ruïne; in het midden een heuvelachtig vergezicht.
Foto: ensemble Z007245 (2003).
-Alexander de Grote hakt de Gordiase knoop door
hoogte 130 cm, breedte 167 cm
In de stad Gordion (Frygia) is Alexander van zijn paard gestapt. De koninklijke legeraanvoerder heft het zwaard om de ingewikkelde knoop door te hakken die de dissel met een kar verbond. Volgens de sage zou de heerschappij over Azië te beurt vallen aan de persoon die deze knoop zou ontwarren; de knoop werd gelegd door koning Gordias. De stad wordt voorgesteld met klassieke gebouwen, zuilen en bogenrijen; het leger vergezelt zijn aanvoerder; de inwoners van de stad kijken verbaasd toe.
Foto: ensemble Z007243 (2003).
289. Schilderij
Portret van procureur-generaal Nicolaas Meyers
Andries Cornelius Lens (°1739-+1822)
na 1767, voor 1778
olieverf op doek, hoogte 134 cm, breedte 96 cm
Nicolaas Meyers (°Maaseik 1695-+Rome 1778), trad binnen te Tongerlo in 1714; werd te Rome tot priester gewijd in 1719. Was eerst vicaris in Westerlo in 1723, in Haren in 1726 en in Poppel (1727). Hij werd pastoor te Zoerle in 1734. In 1736 werd hij benoemd tot president van het college van norbertijnen te Rome en procureur-generaal van de Orde bij de H. Stoel. Hij werd iets later titulair abt van Beauchamps (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 17.071).
De procureur-generaal wordt voorgesteld in vooraanzicht, rechtstaand, ten halve lijve, in hermelijnen schoudermantel en roket. In de hand houdt hij enkele brieven; naast hem staat een beeldje. Tijdens het Generaal Kapittel van 1738 stelde Meyers voor een beeld van de H. Norbert te plaatsen in de gallerij van de ordestichters in het vatikaan te Rome. Na veel moeilijkheden werd het beeld van de Italiaanse beeldhouwer Pietro Bracci geplaatst in 1767 (H. LAMY, 1941, p. 71-77; L.C. VAN DYCK, 2001, p. 29-31).
Andries Cornelis Lens (°Antwerpen 1739-+1822 ) was schilder van historische en religieuze taferelen en portretten. Hij was de zoon van bloemenschilder Cornelis Lens en broer van Jean-Jacques. Leerling van C. II Ykens en later van de B. Beschey; hij werd professor aan de Antwerpse academie en directeur in 1763, na de eerste prijs in 1756 te hebben behaald. In 1764 werd hij ‘peintre ordinaire de la cour’ van landvoogd Karel van Lotharingen. Hij verbleef 4 jaar in Rome en ademde er de geest van het jonge neo-classicisme in. De regels ervan voerde hij bij zijn terugkeer in de academie in en ijverde voor het losmaken van de kunstenaars van het juk van de gilden, wat ook effectief gebeurde onder de keizerlijke ordonnantie van Maria-Theresia van 20 maart 1773. In 1781 installeerde hij zich te Brussel: in het kasteel van Schoenberg en de belvedere van Laeken (Dictionnaire, Alain JACOBS, THIEME-BECKER).
Bibliografie: W. VAN SPILBEECK, 1888, p. 540; Pl. LEFEVRE 1917, p. 32; H. LAMY, 1941, p. 71-77; L.C. VAN DYCK 2001, p. 29-31.
Foto: ensemble M277750 (1991), Z004586 (2002); detail: brief in zijn rechterhand M277751 (1991), Z004587 (2002).
290. Schilderij
Maria met Jezuskind, Johannes en Elizabeth
Andries Cornelis Lens (°1739-+1822) (toegeschreven)
einde 18de-begin 19de eeuw
olieverf op doek, hoogte 104 cm, breedte 74 cm
In een interieur met vloer zit Maria neer nabij een wieg waarin het Jezuskind recht staat en zijn armen uitsteekt naar Sint-Janneke. Marie draagt een rood kleed en een donkere schoudermantel; het naakte Jezuskind draagt een lendendoek. Elisabeth knielt neer op de vloer, houdt haar kind tegen de schoot; zij draagt een donker kleed en een rode mantel, en een hoofddoek. Sint-Janneke is in een doek gewikkeld.
Herkomst: pastorie van Berlicum.
Behandeling: door Michel van de Laar, uit Den Bosch in 1992 (AAT, D27, nr. 186 I).
Foto: ensemble Z004239 (2001).
291. Schilderij
Portret van norbertijn Lucas De Hing, pastoor te Blauberg (1932-1949)
gesigneerd in bovenhoek recht LEO LEWI
Leo Lewi (°1909-+1976)
1932-1949
olieverf op doek, hoogte 74 cm, breedte 59 cm
De pater zit neer en is geportretteerd ten halve lijve, driekwart links tegen een groen-blauwe achtergrond. Vermoedelijk gaat het hier om pastoor De Hing van Blauwberg-Herselt.
Kunstschilder Leo Lewi kreeg zijn opleiding aan de academie te Antwerpen onder de leiding van Isidoor Opsomer. Als joods bekeerling (1936) had hij nauwe contacten met de abdij van Tongerlo, vooral met norbertijn-kunstschilder Kallist Fimmers (°1906-+1969). Lewi schilderde Kempense landschappen, portretten, stillevens en bloemen; hij maakte ontwerpen voor heiligenprentjes, vlaggen en affiches voor de IJzerbedevaart. Hij wist de ongerepte Kempen sfeervol en vol nostalgie weer te geven. Hij was gehuwd met de grafica Mariette De Voght. Hij was leraar in het rijksonderwijs; omstreeks 1970 werd hij leraar aan de academie te Mol (P. PIRON, 2000, p. 855).
Herkomst: in 1997 liep de bruikleen ten einde voor dit werk uit de pastorie van Blauberg-Herselt (AAT, Doos 71, nr. 189/3).
Foto: ensemble Z004517 (2002).
292. Schilderij
Portret van Joost Boe1, abt van Tongerlo (1953-1981)
gesigneerd en gedateerd onder rechts LEO LEWI 1974
Leo Lewi (°1909-+1976)
1974
olieverf op doek, hoogte 128 cm, breedte 99 cm
De abt wordt voorgesteld in vooraanzicht zittend op een stoel, in norbertijnenhabijt, de handen op de schoot, met borstkruis en abtsring, met bril. Rechts van hem staat zijn staf en zijn mijter; in de bovenhoek rechts: wapenschild en devies IN PATIENTIA CARITATIS (voor de biografie zie deel I, p. 49).
Tentoonstelling: 1978 Oostende, nr. 16.
Foto: ensemble M277841 (1991), Z004553 (2002).
293. Schilderij, tekening
Gezicht op de abdij van Floreffe
gesigneerd boven rechts LEO LEWI
Leo Lewi (°1909-1976)
3de kwart 20ste eeuw
houtskool op papier, hoogte 90 cm, breedte 75 cm
Het abdijencomplex ligt op een heuvel nabij de Samber, zoals ook het kerkje vlakbij. Deze voormalige norbertijnenabdij werd gesticht in 1121 als dubbelklooster, dochterabdij van Prémontré. De abdij werd afgeschaft door de Fransen in 1796. Thans klein seminarie van het bisdom Namen.
Foto: ensemble Z004508 (2002).
294. Schilderij
Winteravond met winterzon
gesigneerd onder rechts L. LOMMAERT
L. Lommaert
4de kwart 20ste eeuw
acrylverf op doek, hoogte 39 cm, breedte 44,50 cm
Desolaat, vlak winterlandschap met bomen en enkele huizen; hemel in geel en grijs met oranje zon.
Foto: ensemble Z004547 (2002).
295. Schilderij
Hoofd van Johannes de Doper op een schotel
kopie naar Bernardino Luini (°ca.1480-85-+1532)
1ste helft 16de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 23 cm, breedte 27 cm
Het kleine devotieschilderij toont het hoofd van de Doper op een schaal op voet. De ogen zijn gesloten, het bleke gelaat in rust. Het thema van de “Johannes in disco” verwijst naar de onthoofding van Johannes; Salome vroeg het hoofd van Johannes de Doper op een schotel, nadat zij Herodes had weten te bekoren met haar danskunst. Bernardino Luini is een renaissanceschilder uit Lombardije (1475-1532), navolger van Leonardo Da Vinci, vooral bekend omwille van zijn fresco’s, portretten en religieus werk (THIEME-BECKER).
Foto: ensemble B98362 (1945), Z004240 (2001).
296. Schilderij
H. Familie
gesigneerd onder rechts: M. MANDEKENS PCCDD
Antwerpse paneelmakersmerken; paneelmaker Guilliam Gabron
Marten Mandekens (+1649-1650)
1634-1650
olieverf op paneel, hoogte 69 cm, breedte 55 cm
Achter een borstwering staat Maria; zij houdt het naakte, mollige kindje voor zich uit terwijl Jozef ernaast amper uit de schaduw komt.
Marten Mandekens (°Antwerpen -+1649/1650) werd leerling van Hendrik Van Baelen de Oude in 1631-1632; werd meester in de Sint-Lucasgilde in 1633/1634 (Dictionnaire, R. VAN DOOREN). Mandekens schilderde portretten (onder meer van de familie Schut) en religieuze taferelen. Volgens Hairs vertoont Maria in dit schilderij de trekken van de Madonna’s van Cornelis Schut.
Op de achterzijde van het schilderij: merken van het Antwerpse paneelmakersambacht en van paneelmaker Guilliam Gabron: twee verstrengelde letters GG. Gabron was werkzaam te Antwerpen tussen 1609 en 1662. Hij had een zoon met dezelfde naam, die unstschilder was (SAUR).
Bibliografie:: J. BAUWENS 1947, p. 128-129; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37; M.-L. HAIRS 1977, p. 217.
Foto: ensemble B97027 (1945), M277770 (1991), Z004234 (2001); details: signatuur, Z004236 (2001), paneelmakersmerken Z004238 (2001).
297. Schilderij
Rivierlandschap met kasteelruïne
gesigneerd onder midden P. MEERHOUT
P. Meerhout
19de eeuw
olieverf op doek, hoogte 28,50 cm, breedte 37 cm
In een heuvellandschap slingert een rivier tot aan de einder. Links een bouwvallig, bewaakt kasteel; een brug verbindt de twee oevers. Geschilderd in bruine tinten; ruime, bewolkte hemel in lichte tinten.
Foto: ensemble Z004611 (2002).
298. Schilderij
Portret van abt Thomas Heylen (1887-1899)
Getekend en gedateerd FRANTZ MORTELMANS ANTW 1893
Frans Mortelmans (°1865-+1936)
1893
olieverf op doek, hoogte 188 cm, breedte 149 cm
Abt Thomas Heylen (°Kasterlee 1856-+1946) wordt voorgesteld voor een drapering, ten voeten uit, zittend in een zetel, in norbertijnenhabijt, met mantel, borstkruis, boek in zijn rechterhand, met bril. Aan zijn rechterzijde een tafeltje met mijter en abtsstaf. Achteraan een drapering; op de vloer een tapijt. In de bovenhoek rechts wapenschild en devies PRUDENTER ET SIMPLICITER. In 1899 werd hij bisschop van Namen (biografie zie deel I, p. 45-47; zie ook N.J. WEYNS 1974, L.C. VAN DYCK 1987).
Frans Mortelmans (°1865-+1936) was een schilder van bloemen, stillevens, portretten en figuren. Kreeg zijn opleiding aan de academie te Antwerpen (L. Schaefels, Karel Verlat, A. De Vriendt). Zijn stijl werd beïnvloed door het impressionisme; de grondtoon bleef realistisch (Dictionnaire, Norbert HOSTYN).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 26; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 365-368, in het bijzonder p. 368.
Foto: ensemble N15306 (1945), Z004656 (2002).
299. Schilderij
Portret van Joannes Chrysostomus Van der Sterre, abt van Sint-Michielsabdij (1629-1652)
gesigneerd en gedateerd op sokkel naast kruis links CATHARINA PEPYN F 1652
Catharina Pepyn (°1619-+1688)
1652
olieverf op doek, hoogte 125 cm, breedte 99,5 cm
Joannes Chrysostomus Van der Sterre (°’s Hertogenbosch 1591-+Antwerpen 1652) ontving het wit habijt in 1607 in de Sint-Michielsabdij te Antwerpen; werd priester gewijd in 1614. Werd achtereenvolgens circator en suprior, prior en novicemeester. Tot abt gekozen in 1629. Hij bevorderde de studies in de abdij en bracht er een spirituele bloei. Het aantal kanunniken groeide van 48 naar 71. In 1634 werd hij vicaris van de abt-generaal voor de circarieën Brabant en Friesland. Hij leverde verscheidene traktaten en studies af ondermeer over de norbertijnenspiritualiteit, over het leven van de H. Norbert en over andere norbertijnenheiligen (J. VAN DEN NIEUWENHUIZEN, 1992, p. 242-244; D. DE CLERCK, 2001, p. 196-197).
De abt zit neer in profiel driekwart links aan een schrijftafel, bonnet op het hoofd; hij wordt voorgesteld als verrast door de schilder, met de ganzepen geheven in de hand. Rechts van hem staat een kruisbeeld en zijn mijter. In de rechter bovenhoek staat zijn wapenschilde en devies LUCENS ET ARDENS (lichtend en brandend). Hieronder staat zijn leeftijd: A° AETAT. 41. Mogelijk werd het werk echter geschilderd naar een ouder portret daar de abt in 1652 al 61 jaar was, leeftijd waarop hij overleed.
Catharina of Kathelijne Pepijn (°Antwerpen 1619-+Antwerpen 1668) was de dochter van kunstschilder Maarten Pepijn; zij was waarschijnlijk zijn leerlinge. Zij werd vrijmeester in de Sint-Lucasgilde te Antwerpen in 1653. Slechts een drietal portretten van haar zijn gekend waaronder dat van de opvolger van abt Van der Sterre nl. Norbert van Couwerven (1657) bewaard in het Koninklijk museum voor Schone Kunsten te Antwerpen. Catherina’s vader ontwiep illustraties voor een publicatie (1622) van abt Van der Sterre over het leven van de H. Norbert (Dictionnaire, Hélène MUND).
Tententoonstelling: 1999-2000 Antwerpen, nr. 43.
Bibliografie: Pl. LEFEVRE, 1917, p. 53.
Foto: ensemble B32918 (1942), B97080 (1945), KN9370 (2000), Z004583 (2002).
300. Schilderij
Portret van Evermodus Backx (°1805-+1867)
gesigneerd en gedateerd onder rechts J PORTAELS ROMA 1865
Jean Portaels
Rome
1865
olieverf op doek, hoogte 129 cm, breedte 99,5 cm
Deze tweede stichter van de abdij is voorgesteld ten halve lijve, driekwart profiel links, zittend in een zetel, in een interieur met gesloten raam, in norbertijnenhabijt, de bonnet in zijn linkerhand. Hij zit nabij een kastje waarop boeken liggen en een nota met opschrift: REGINA SINE LABE CONCEPTA ORA PRO NOBIS (biografie zie deel 1, p. 43-45; zie ook L.C. VAN DYCK1981, ).
Jean Portaels (°Vilvoorde 1818-+Schaarbeek 1895) was leerling van zijn schoonvader en artistiek voorbeeld F.J. Navez. Zijn carrière verloopt langs de academies van Antwerpen, Gent en Brussel. Dankzij een Rome-prijs bezoekt hij Duitsland en Italië in 1842. Later reist hij dankzij zijn bemiddelde familie opnieuw Europa door en bezoekt in de geest van het oriëntalisme verscheidene Oosterse landen, het Nabije-Oosten en Noord-Afrika. De studiereizen zijn een vruchtbare inspiratiebron. Hij wordt directeur van de academie te Gent (1847-1850); in 1874 wordt hij directeur van de academie te Brussel. Hij was een bijzonder pedagoog die de nadruk legde op de vrijheid in de creativiteit. Hij schilderde historiestukken, religieuse onderwerpen, orientaliserende onderwerpen en portretten (Dictionnaire, Judith OGONOVSKY-STEFFENS).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 7; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 360-362, in t bijzonder p. 362.
Foto: ensemble M277838 (1991), Z004624 (2002).
301. Schilderij
Bruiloft van Kana
Jan Erasmus Quellinus (°1634-+1715)
ca. 1682
olieverf op doek, hoogte 520 cm, breedte 860 cm
In een overdadig decor van een Italiaans palazzo staan twee tafels opgesteld. Links het gezelschap met het bruidspaar, rechts de andere genodigden met Jezus en zijn moeder die in gesprek lijkt met een dienaar achter haar. Het centrum van deze groots opgezette scène wordt ingenomen door het wonder dat zich voltrekt in het spel tussen de hand van Jezus en de kruiken. De bruidegom aan het hoofd van de tafel links wordt door de opperschenker op de hoogte gebracht. Het licht valt van links. Quellinus schilderde deze scene samen met deze van de Maaltijd bij Simon de Farizeeër voor de refter van de abdij, in opdracht van abt Hroznata Crils. Het werk koste 1300 gulden. Zie ook volgend nummer 303.
Jan Erasmus Quellinus (°Antwerpen 1634-+ Mechelen 1715), zoon van Erasmus II Quellinus, ging op reis naar Italië waar hij de invloed van Veronese en Titiaan onderging; bij zijn terugkeer werd hij meester in de Sint-Lucasgilde te Antwerpen in 1660/1661. In 1674 werkt hij als ingenieur aan het kasteel te Antwerpen. In 1680 werd hij benoemd tot schilder van het keizerlijke hof. Hij schilderde meerdere werken in opdracht van de abdij van Averbode. De monumentaliteit van zijn architecturale decors verplettert soms de personages (Dictionnaire, Bruno FORNARI).
Behandeling: 2008-2010, zie V. STINCKENS 2010.
Bibliografie: W. VAN SPILBEECK 1883, p. 88, 130; IDEM 1888, p. 504-505; J. BAUWENS 1947, p. 132; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 50, 54; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 35; M.-L. HAIRS 1977, p. 279; L.C. VAN DYCK 1993, p. 14; V. STINCKENS 2010.
Foto: ensemble B32919 (1942), Z004038 (2002).
302. Schilderij
Maaltijd bij Simon de Farizeeër
Jan Erasmus Quellinus (°1634-+1715)
ca. 1682
olieverf op doek, hoogte 520 cm, breedte 860 cm
Het tafereel speelt zich af in een open portiek met doorkijk op een landschap met ingrediënten die aan Egypte doen denken als een piramide en een kameel. Aan twee tafels zitten de genodigden, links Jezus en zijn leerlingen, rechts de farizeeërs met hun typische kleding van Joodse priesters. In het centrum van de compositie is Jezus in gesprek met één van hen. Vreemd genoeg is de vrouw die zijn voeten wast niet direct te zien terwijl zij de spil is waarrond het verhaal was opgebouwd. Links boven een engeltje met het wapenschild van abt Hroznata Crils (1664-1695), rechts dat van de abdij van Tongerlo. De lichtinval komt van rechts. Het schilderij zou voor 2400 gulden zijn aangekocht. Zie ook vorig nummer 302.
W. VAN SPILBEECK 1888 noteerde het volgende, p. 88: Hroznata Crils…versierde den refter met tafereelen van Jan Erasmus Quellin en van Goubau. Van den eerste ziet men aan elk der uiteinden van de zaal eene overgroote schilderij: De bruiloft te Cana die 1300, en den Zaligmaker aan tafel bij Simon den Farizeeër, die 2400 gulden betaald werd. Beide waren oorspronkelijk 9,20 meters breed; 5, 20 hoog.
Behandeling: 2008-2010, zie V. STINCKENS 2010.
Bibliografie: W. VAN SPILBEECK 1883, p. 88, 130; J. BAUWENS 1947, p. 132; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 50, 54; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p.37; HAIRS 1977, p. 279; L.C. VAN DYCK 1993, p. 14; V. STINCKENS 2010.
Foto: ensemble B32920 (1942), Z004037 (2002).
303. Schilderij
Portret van Joannes Chrysostomus Teniers, abt van Sint-Michiels te Antwerpen (1686-1709)
Jan Erasmus Quellinus (°1634-+1715)
1686-1709
olieverf op doek, hoogte 129 cm, breedte 110 cm
Voorgesteld ten halve lijve in een stoel met armleunen, in norbertijnenhabijt, boek in de linkerhand: mozetta om de schouders, bonnet op het hoofd, met borstkruis; nabij een tafel, waarop een mijter, met abtsstaf. Met devies TENE QUOD BENE. Toestand van het schilderij: blindgeslagen kleuren.
Joannes Chrysostomus Teniers (°Antwerpen 1653-+Antwerpen 1709) werd tot priester gewijd in 1677; was achtereenvolgens professor filosofie, circator, cellier, vanaf 1686 prior van de abdij. Tot abt verkozen in 1686. In 1687 sticht hij een norbertinessenklooster te Turnhout. In 1690 bracht een dijkbreuk zware schade toe aan de bezittingen van de abdij. In 1698 benoemd tot vicaris van de circarie van Brabant en Friesland; bracht een bezoek aan alle abdijen (J. VAN DEN NIEUWEHUIZEN 1992, p. 250-252).
Behandeling: 1875 restauratie door P.A. Verlinde (AAT, sectie D, doos 27, nr. 186/b).
Bibliografie: Pl. LEFEVRE 1917, p. 44.
Foto: ensemble B97076 (1945), M277746 (1991), Z004433 (2002).
304. Schilderij
Heuvellandschap met rivier
gesigneerd onder links RINQUET
Rinquet
19de eeuw
olieverf op doek, hoogte 20,60 cm, breedte 15,5 cm
Nabij de zee stroomt een rivier in een groen heuvellandschap. In de weide langs de rivier graast het vee.
Foto: ensemble Z004498 (2002).
305. Schilderij
Aanbidding van de herders
naar Peter Paul Rubens (°1577-+1640)
2de helft 17de eeuw (?)
olieverf op doek, hoogte 28 cm, breedte 47 cm
In een stal ligt het Jezuskind ingebusseld op een wit doek in een kribbe. Maria knielt neer bij de kribbe; hierachter staat Jozef. Vier herders waaronder een vrouw met een kruik op het hoofd, komen tot bij de kribbe. Rechts de ezel en de os, links een hond. Samen met Aanbidding van de Wijzen (nr. 306) stel met zelfde afmetingen, vervaardigd naar het voorbeeld van Rubens.
Peter Paul Rubens (°Siegen 1577-+Antwerpen 1640), Antwerps kunstschilder van wereldformaat, leerling van Tobias Verhaecht en Adam Van Noort. Verbleef in Italië in de periode 1600-1608, tijdelijk in Spanje (1603-1604); nadien keerde hij terug naar Antwerpen waar hij leidend figuur werd van de barok, de kunst van de contrareformatie. 1n1608 werd hij hofschilder van aartshertogen Albrecht en Isabella. Hij schilderde en tekende godsdienstige, historische, mythologische en allegorische onderwerpen, jachten, landschappen, kermissen, portretten, tapijtpatronen, bouwkundige plannen, etsen, boekillustraties. In 1610 richt hij een eigen atelier op aan de Wapper, met talrijke medewerkers. De belangrijkste opdrachten kwamen van de kerkbesturen, het stadsbestuur, de gilden, de rijke burgerij en de buitenlandse vorsten. De talenten en de inspiratie van de meester waren onuitputtelijk; hij was ook diplomaat, verzamelaar, polyglot. In Italië werd hij gevormd door de aanwezige antieke cultuur maar ook door de Italiaanse schilderkunst. Zijn invloed op de Antwerpse en Vlaamse kunst was zeer groot tijdens zijn leven maar ook later; de in Tongerlo aanwezige kopies van schilderijen en prenten zijn er een voorbeeld van.
Foto: ensemble M277929 (1991), Z004620 (2002).
306. Schilderij
Aanbidding van de Wijzen
naar Peter Paul Rubens (°1577-+1640)
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 28 cm, breedte 47 cm
Het ingewikkelde Jezuskind zit op een doek op een bundel stro. Maria staat recht en houdt de rechterhand van haar kind vast. Jozef staat hierachter in de schaduw. De drie Wijzen staan bij het kind en bieden het hun geschenken aan: wierook, mirre en goud. Zij worden gevolgd door zes volwassenen en twee kinderen. Dit schilderij vormt een stel met Aanbidding van de herders (nr. 305).
Foto: ensemble M277931 (1991), Z004618 (2002).
307. Schilderij
H. Cecilia en engelenconcert
kopie naar Peter Paul Rubens (°1577-+1640)
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 53 cm, breedte 78 cm
In een barok interieur zit Cecilia neer bij een klavecimbel, de handen op het klavier. Zij is rijkelijk uitgedost in kleed en opperkleed; de ogen zijn ten hemel gericht. Engelen en engelenkoppen omringen haar. Onder links ligt een hond te slapen.
Kopie in spiegelbeeld naar schilderij van Peter Paul Rubens in de Staatliche Museen van Berlin-Dahlem. de gravure van Witdoeck toont enige wijzigingen ten opzicht van het origineel. (nog beter vergelijken).
SAINTS, dl. I, nr. 82 (gravure op ill. 143).
Foto: ensemble B98364 (1945).
308. Schilderij
H. Cecilia en engelenconcert
kopie naar Peter Paul Rubens (°1577-+1640)
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 54 cm, breedte 78 cm
Zwakke kopie van eenzelfde onderwerp dat in vorig nummer werd beschreven; weliswaar is het uitgebreider, er werd rechts een rozentuin bijgeschilderd.
Foto: ensemble Z004478 (2002).
309. Schilderij
H. Theresia van Avila spreekt ten beste bij Christus voor de zielen van het vagevuur
Kopie naar Pieter Paul Rubens (°1577-+1640)
17de eeuw
olieverf op doek ?
Het oorspronkelijk werk droeg als titel: H. Theresia van Avila spreekt ten beste voor Bernardinus van Menoza. Het toont het ogenblik waarop Christus de heilige in een visioen aantoont dat haar gebeden werden verhoord. Een engeltje trekt de ziel van de priester Bernardinus uit het vagevuur. Het oorspronkelijk werk was bedoeld voor de kerk van de ongeschoeide karmelieten te Antwerpen. Het bevindt zich in het Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen. (inv. 299). De kopie van Tongerlo is nu niet meer aanwezig.
Foto: ensemble B97039 (1945).
310. Schilderij
Jezus aan het kruis
kopie naar Peter Paul Rubens (°1577-+1640)
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 136 cm, breedte 78 cm
De naakte Jezus met lendendoek hangt met vertikale armen aan het kruis, het hoofd tegen zijn linkerarm, de ogen in de hoogte gericht, doornenkroon op het hoofd, de rechtervoet op de linkervoet. De kruistitel geeft het volledige opschrift. De achtergrond is duister en donker. Kopie naar schilderij in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen uit 1610 (inv.nr. 313) dat wel wat groter is (221 x 121).
Foto: ensemble B97042 (1945), M277774 (1991), Z004582 (2002).
311. Schilderij
Maaltijd bij Simon de Farizeeër
kopie naar Peter Paul Rubens (°1577-+1640)
18de eeuw (?)
olieverf op doek, hoogte 114 cm, breedte 154 cm
Jezus zit helemaal rechts op de hoek van de tafel; hij draagt een grijspurperen kleed en een rode schoudermantel; zijn voeten worden gebalsemd door Maria Magdalena die in een rood kleed neergeknield ligt. Tegenover Jezus een viertal uitdagers die de balseming in vraag stellen. Vier andere personages (Simon de farizeeër en drie apostelen) zitten bij aan tafel. Links dienstpersoneel dat het gezelschap in de kamer bediend. Links onder een hond.
Foto: ensemble M277809 (1991), Z004450 (2002).
312. Schilderij
Offer van Abraham
kopie naar Peter Paul Rubens (°1577-+1640)
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 150 cm, breedte 111 cm
Aan de rand van een heuvel en een bos staat Abraham gebukt voor zijn zoon Isaak, in een rood kleed met riem, een geheven zwaard in de rechterhand.. Een engel belet de fatale slag. Isaak is naakt, is neergeknield, met lendendoek, geblindoekt; het hoofd afgewend van zijn vader. Op het tweede plan brand een vuur (in een braambos?). Links een wijds landschap.
Foto: ensemble B97050 (1945), Z004443 (2002).
313. Schilderij
Portretbuste van paus Leo XIII (1878-1903)
gesigneerd onder links LAURENZ SCHÄFER PT 1892
Laurenz Schäfer (°1840-+1904)
1892
olieverf op paneel (?), hoogte 23,5 cm, breedte 20 cm
De paus wordt afgebeeld in buste in profiel driekwart links. Hij draagt het rode schoudermanteltje, afgezet met bont, en een witte solidee. De achtergrond is egaal. Vincenzo Gioacchino Pecci (°Carpineto Romano (Rome) 1810-+Rome 1903) was als paus Leo XIII het hoofd van de Rooms Katholieke Kerk van 1878 tot 1903. Hij gaf een nieuwe betekenis aan het pausschap, wat tot uiting kwam in een verzoenende houding tegenover de regeringen. Hij probeerde ervoor te zorgen dat de kerk zich niet langer verzette tegen de wetenschappelijke vooruitgang, ook was hij zich bewust van de pastorale en sociale noden van zijn tijd. Hij was nuntius in België van 1843 tot 1845.
Laurenz SCHÄFER (°1840-+1904) is een Zwitser van geboorte maar werkte voornamelijk in Düsseldorf waar hij vooral portretten schilderde voor de aristocratie.
Foto: ensemble M277953 (1991), Z004510 (2002).
314. Schilderij
Portret van Gregorius Guillielmus Piëra, abt van Tongerlo (1695-1723)
toegeschreven aan Antoon Schoonjans (°1650/55-+1725)
omstreeks 1700
olieverf op doek, hoogte 140 cm, breedte 114 cm
Gregorius Piëra (°1645-+1723) wordt voorgesteld ten halve lijve, in norbertijnenhabijt, met borstkruis, mozetta, zittend in een zetel aan een tafel, in profiel rechts; de linkerarm leunt op een tafel, in de rechterhand houdt hij een gebedenboekje; met mijter en staf. Devies: discrete (biografie zie deel I, p. 39-41). Een tweede versie van het schilderij is boven en onderaan iets langer.
De toeschrijving aan Antoon Schoonjans berust op een gegeven van Placide Lefèvre. De schilder verbleef tegelijk met Piëra in Rome waar ze mekaar zouden kunnen ontmoet hebben. Antoon Schoonjans was Antwerps kunstschilder van portretten, mythologische en historische taferelen; hij was leerling van Jan Erasmus Quellin. Hij bouwde een internationale carrière uit: verbleef te Reims, Lyon, Rome (1674-1689), Wenen (hofschilder van keizer Leopold), Kopenhagen (1696), Berlijn (1702 hof van Frederik I), Den Haag (1704), Amsterdam (1706), Düsseldorf en Engeland (Dictionnaire, Bernadette BODSON).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 37; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 346-350.
Foto: ensemble B97077 (1945), Z004441 (2002).
315. Schilderij
Portret van Gregorius Guillielmus Piëra, abt van Tongerlo (1695-1723)
kopie naar portret van Antoon Schoonjans (°1650/55-+1725)
omstreeks 1700
olieverf op doek, hoogte 155 cm, breedte 119 cm
Boven en onderaan gelengde versie van het schilderij toegeschreven aan Antoon Schoonjans.
Foto: ensemble B98380 (1945), Z004561 (2002).
316. Schilderij
O.-L.-Vrouw met Kind omringd door bloemenkrans
Cornelis Schut (1597-+1655) en Daniel Seghers (°1590-+1661) (toegeschreven aan)
Antwerpse paneelmakersmerken (burcht, handen) en van paneelmaker Michiel Claessens (°1590-+1637) (klaverblad)
omstreeks 1620-1640
olieverf op paneel, hoogte 57,5, breedte 46
In een ovaal medaillon schilderde Cornelis Schut O.-L.-Vrouw ten halve lijve; zij draagt het Jezuskind in haar armen en wendt het hoofd naar de heiland. Zij draagt een kroon op het hoofd; het kind draagt een lang kleedje tot op de voeten en biedt een bloem aan. De figuren werden geschilderd door Cornelis Schut.
Rondom het medaillon is er een bloemenkrans met tulpen, rozen, pioenrozen. Dit is het werk van Daniël Seghers.
Cornelis Schut (°Antwerpen 1597-+Antwerpen 1661) werkte als etser en schilder te Antwerpen; leverde altaarstukken, historische en allegorische werken. In 1618 werd hij vrijmeester van de gilde van Sint-Lucas, in 1620 lid van de rederijkerskamer De Violieren. In de twintiger jaren verbleef hij en werkte hij in Italië. Onderging de invloed van Rubens, in Italië van de schilders van Bologna. Hij werkte meermaals samen met D. Seghers (Dictionnaire, Bruno FORNARI).
Michiel Claessens (°Antwerpen 1590-+Antwerpen 1637) was de broer van kunstschilder Artur Claessens. Zijn zoon Hans volgde hem op als tafereelmaker; hij overleed in 1622-1623 (J. VAN DAMME 1990, p. 201-202).
Bibliografie: B. CARDON 1986-1987, p. 34, nr. 2.3; J. VAN DAMME 1990, p. 202, nr. 10; J. JANSEN 1998, p. 34, nr. 22.
Tentoonstelling: 1963 Roosendaal nr. 20; 1973 Heverlee, nr. 196.
Foto: ensemble B97052 (1945), Z004541 (2002).
317. Schilderij (zie ook volgend nummer)
Bloemenvaas
met paneelmakersmerk MV van Michiel Vrindt (+1637)
Daniël Seghers (°1590-+1661)
2de kwart 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 75 cm, breedte 27,50 cm
In een kristallen vaas staan verscheidene bloemen gerangschikt: tulp, roos, papaver…; in het glas weerspiegelt een interieur met venster; op de tafel een neergestreken vlinder.
Michiel Vrindt (Vrient, Vriendt) (+1637) was leerjongen in het atelier van Robijn Pulinck (1605), meester in 1615. Had een succesvol atelier met talrijke leerjongens. Hij stierf in 1637; zijn weduwe zette tijdelijk het atelier verder (J. VAN DAMME 1990, p. 223).
Behandeling: 1978-1979 door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium te Brussel.
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 128; M.L. HAIRS, 1965, p. 135, 411; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37; S. FARNEL, 1980, p. 222; B. CARDON, 1986, p. 38, nr. 2.31; J. VAN DAMME, 1990, p. 225, nr. 200; J. JANSEN, 1998, nr. 26.
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 193.
Foto: ensemble B97053 (1945), B169468 (1957), Z004228 (2001), met volgend paneel B223933 (1979).
318. Schilderij (zie ook vorig nummer)
Bloemenvaas
Daniël Seghers (°1590-+1661)
2de kwart 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 75 cm, breedte 27,50 cm
In een glazen vaas staan verscheidene bloemen gerangschikt: tulp, roos, anjer …; in het glas weerspiegelt een interieur met venster; op een bloem een neergestreken vlinder.
Behandeling: 1978-1979 door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium te Brussel.
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 128; M.L. HAIRS, 1965, p. 135,411; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37; S. FARNEL, 1980, p. 222; B. CARDON, 1986, p. 38, nr. 2.31; J. VAN DAMME, 1990, p. 225, nr. 200; J. JANSEN,1998, nr. 26.
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 193.
Foto: ensemble B97054 (1945), B169467 (1957), Z004229 (2001), met vorig paneel B223933 (1979).
319. Schilderij
Portret van Siard Vanden Nieuweneijnde, abt van Tongerlo (1746-1779)
Gillis Jozef Smeyers (°1694-+1771)
1744-1774
olieverf op doek, hoogte 118,5 cm, breedte 97 cm
Abt Siardus Vanden Nieuweneijnde (+1779) is voorgesteld ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel rechts, in norbertijnenhabijt met mozetta, borstkruis, bonnet in de linkerhand. Wapenschild boven links (biografie zie deel I, p. 41-43). Zwakke oppervlaktetoestand.
Gillis-Jozef Smeyers (° Mechelen 1694-+1771/1774 ) was schilder van religieuze en historische onderwerpen, van portretten en decoratieve schilderingen. Hij was zoon en leerling van Jacob Smeyers. In 1715 reist hij met zijn beschermheer baron de Loë naar Düsseldorf waar hij het atelier van J.F. Douven bezocht. Na mogelijk een kort verblijf in Rome keert hij in 1718 terug naar Mechelen. Hij had een zeer grote productie en wordt als een van de belangrijkste Mechelse schilders uit de 18de eeuw beschouwd. Beroemdheid verkreeg hij ook als portrettist van religieuze persoonlijkheden en militairen. Verder leverde hij tekeningen voor Sanderus en ontwerpen voor de preekstoelen te Mechelen. Hij was bibliofiel, verzamelaar, dichter en kunsthistoricus die talrijke geschriften naliet (Dictionnaire, Bernadette BODSON).
Bibliografie: Pl. LEFEVRE 1917, p. 51.
Foto: ensemble B98381 (1945), Z004559 (2002).
320. Schilderij
Laatste Avondmaal
kopie naar Leonardo da Vinci (° -+1519)
Andrea Solario (°1460-+1525) (toegeschreven)
1506-1507
olieverf op doek, hoogte 424 cm, breedte 802 cm
Andrea Solari(o) (°1460-+1525), Italiaans schilder, was werkzaam in Venetië, later in Milaan en Rouen; zoon van Bartolo Solario, jongste broer van Alberto en Cristoforo. In zijn handtekening lezen wij soms zijn Milanese verbondenheid (Andreas de Solario Mediolenensis). In 1507 reisde hij af naar het slot Gaillon in Normandië; daar hadden kardinaal Georges d’Amboise, aartsbisschop van Rouen, en Charles d’Amboise, Franse stadhouder van Milaan, een nieuw slot gebouwd (aanvang 1502). Solario zou er de versiering van de kapel uitvoeren; met voorstellingen van leden van de familie d’Amboise; altaarstuk met Sint-Joris. In 1514 werkten de drie broers Solario aan een grafmonument in de S. Girolamo della Carità te Rome. In 1522 schilderde Solario een portret van Girolamo Moreno. Aanvankelijk stond hij onder de invloed van de Venetianen en de Zuidnederlandse traditie; later ondergaat hij de invloed van Leonardo da Vinci en zijn compositorisch sterke werken (THIEME-BECKER).
In een eenvoudige binnenruimte zitten Jezus en de twaalf apostelen achter een lange, gedekte tafel. Aan de zijmuren hangen er op regelmatige afstand vier rechthoekige tapijten; tussen de tapijten zijn er kleine bergingsnissen. De muur achteraan heeft drie vensters: één bredere en twee smallere. Het plafond wordt geschraagd door balken en dwarsbalken. De zijmuren zijn sterk in perspectief geschilderd waarbij de vluchtlijnen zich concentreren in het hoofd van Jezus.
De apostelen zijn gegroepeerd in vier groepen van drie, in het midden gescheiden door de Jezusfiguur. Hij heeft zacht gekruld, lang haar, draagt een rood kleed en een blauwgrijze schoudermantel; zijn armen zijn gespreid zodat er compositorisch een driehoek wordt gevormd; de rechterhand is lichtjes geheven in een sprekend gebaar; de linkerhand is gedraaid en maakt een tonend gebaar naar het voedsel op de tafel; onder de tafel met het wit tafellaken zijn zijn blote voeten met de sandalen zichtbaar.
De vier groepen apostelen vormen telkens een afzonderlijk geheel met een eigen dynamiek. De groep (I) uiterst rechts van Jezus is de rustigste groep; de apostelen kijken naar Jezus, de uiterste twee hebben zich opgericht, de derde met de volle baard heeft twee handen ontzet geheven. Het gaat hier om de apostelen Filippus, Jacobus de Meerdere en Andreas. De groep (II) rechts van Jezus is sterk betrokken bij de uitspraak van Jezus dat iemand van de twaalf hem zal verraden; met geheven handen en verbaasde gezichten drukken zij hun afschuw en ontzetting uit; zij zijn onmiddellijk betrokken bij de centrale figuur. Hier zitten Petrus, Judas en Johannes; binnen de groep is er een discussie; Johannes zit afgewend van Jezus; Judas heeft een beurs in de hand; Petrus is in gesprek met Johannes. Groep (III) links van Jezus bestaat uit de apostelen Thomas, Jacobus de Mindere en Bartholomeus; door houdingen en gebaren zijn zij zeer nauw bij de centrale figuur van Jezus betrokken. De uiterste groep links van Jezus (IV) is in volle discussie, alle handen wijzen naar Jezus; op de hoek zit een kaalhoofdige apostel waarnaartoe de twee anderen hun hoofden en lichamen richten; het gaat hier om de apostelen Mattheus, Thadeus en Simon. Binnen elke groep zijn de kleurschakeringen aanvullend van toon en keuze.
Op de tafel liggen kleine broden, meestal afgewisseld met fruit, verder allerlei schotels en borden met spijzen, deels gevulde glazen drinkbekers. Zij lijken klein in verhouding tot de monumentaliteit van de personages. Doorheen de vensters achteraan is er een berglandschap te zien.
Kopie van het gelijknamig werk geschilderd in 1495-1498 door Leonardo da Vinci (°1452-+1519) voor de refter van het dominikanenklooster te Milaan. In 1506-1507 werd door Andrea Solario een kopie gemaakt in opdracht van kardinaal Georges I van Amboise, aartsbisschop van Rouen en bewonderaar van Leonardo da Vinci; na diens dood in 1510 kwam het schilderwerk in bezit van zijn neef. De kopie werd in 1545 te koop aangeboden te Antwerpen, waar de erfgenamen van Jean Legrand met de abdij van Tongerlo de koop afsloten. In de loop van de geschiedenis zou het schilderij veel bewondering oogsten.
Volgens Koyen hing het schilderij tot aan de Franse Revolutie in de abdijkerk, aanvankelijk op het koor, later in de noordelijke beuk samen met twee schilderijen van W.I. Kerricx. Volgens de mondelinge overlevering werd het tijdens de Franse overheersing toevertrouwd aan notaris Constant Verhaert te Herselt. Het dook weer op in 1817 toen de heer Bernaerts, schilder te Mechelen, inlichtingen vroeg aan de abdij, mogelijk werd een verkoop overwogen; na 1825 verhuisde het schilderwerk herhaaldelijk: naar het kasteel van graaf Felix de Merode te Trélon (F) (1825), naar de partikuliere verzameling van Leopold I (1837), naar de conventsrefter van de abdij (1866); verdere verkoopsonderhandelingen met andere geinteresseerden zouden niets opleveren. Vanaf 1902 werd het terug in de abdijkerk gehangen tot er een museum voor werd gebouwd in 1963 (nota Koyen 1966 AAT Doos 26 nr. 180/ 8C).
Herkomst: aangekocht in 1545 door abt Arnold Streyters.
Behandeling: na de brand van 1929 gerestaureerd door Arthur Van Poeck in 1932-1933; 1958-1966 door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium te Brussel o.l.v. A. Philippot.
Bibliografie: W. VAN SPILBEECK 1883, p. 32-37; IDEM 1888, p. 345; J.E. JANSEN 1904, p. 9; J. BAUWENS 1947, p. 133-135; J. BAUWENS 1952, p. 290-295; Emil MÖLLER, 1952, p. 108-127; K. DE WITTE 1958, p. 1-5; R.H. MARIJNISSEN, 1959; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 49, 54, 58-59; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37; L. VAN DYCK 1993, p. 8-9; M. MEEUSEN 1992-1995.
Foto:
Ensemble voor behandeling van 1966: B211877 (z.d.), B137335 (1952),
Ensemble na behandeling van 1966: B202885 (1966), KN362 (1991), Z007220 (2003);
Deelopnamen voor behandeling van 1966: muurzone boven Mattheus B171679 (1958, hoek van de tafel uiterst rechts B171683 (1958), vrucht op de tafel voor Mattheus B171682 (1966),
Deelopnamen na behandeling van 1966: linker helft van het schilderij B202886 (1966), centrale deel van het schilderij B202887 (1966), rechter helft van het schilderij B202888 (1966), M36855 (1968), Jezus met groepen I en II KN364 (1991), Jezus met groep III KN363 (1991), groep IV KN365 (1991), doorkijk naar een landschap M6000 (1968), Z007241 (2003), hoek uiterst rechts van de tafel B202924 (1966), derde tapijt van rechts B202926 (1966), muurzone boven Thadeus B202928 (1966), gedeelte van het tafelkleed B202930 (1966), tafelkleed voor Mattheus B202931 (1966), tafelkleed met broodje B202935 (1966), wandtapijt achter Mattheus en Simon B202932 (2003), wandtapijt boven Simon B202933 (1966),
Details:
Centrale figuur van Jezus voor behandeling B137338 (1952), voorhoofd van Jezus B171671 (1958), sleutelbeen en hals B171672 (1958), linkerhand B171673 (1958),
Na behandeling Jezus aan tafel B202891 (1966), Z007232 (2003), Jezus ten voeten uit B202894 (1966), buste van Jezus B202898 (1966), Z007238 (2003), voorhoofd van Jezus B202906 (1966), voeten van Jezus B202914 (1966), linkerhand van Jezus B202919 (1966), hals van Jezus B202923 (1966),
Groep I: voor behandeling: B137336 (1952), hals van Filippus B171667 (1958), gelaat van Jacobus de Meerdere B171668 (1958), handen van Andreas B171669 (1958),
Groep I na behandeling B202889 (1966), Z007227 (2003), buste van Filippus B202895 (1966), hals van Filippus B202927 (1966), buste van Jacobus de Meerdere B202896 (1966), gelaat van Jacobus de Meerdere B202905 (1966), stilleven voor Andreas B202911 (1966), stilleven voor Jacobus de Meerdere B202913 (1966), handen van Jacobus de Meerdere en Andreas B202916 (1966), vingers van Jacobus de Meerdere en Andreas B202918 (1966), linkerhand van Andreas B202917 (1966),
Groep II voor behandeling: B137337 (1952), hoofd van Johannes B137341 (1952), onderkaak van Petrus B171670 (1958),
Groep II na behandeling: B202890 (1966), Z007228 (2003), bustes van de apostelen B201897 (1966), hoofden van de apostelen Z0072240 (2003), gelaat van Johannes B202903 (1966), tafelkleed voor Judas en Johannes B202902 (1966), stilleven voor Johannes B202910 (1966), linkervoet van Judas B202921 (1966), onderkaak van Petrus (202934 (1966),
Groep III voor behandeling: B137339 (1952), gelaat van Jacobus de Mindere B171674 (1958), aanzet van de hals van Bartholomeus B171675 (1958), rechterhand van Bartholomeus B171676 (1958),
Groep III na behandeling: B202892 (1966), KN363 (1991), Z007234 (2003), bustes van Thomas en Jacobus de Mindere B202899 (1966), buste van Bartholomeus B202900 (1966), gelaat van Jacobus de Mindere B202907 (1966), rechterhand van Bartholomeus B202920 (1966), hals en mantelsluiting van Bartholomeus B202922 (1966),
Groep IV voor behandeling: B137340 (1952), hals van Mattheus B171677 (1958), gelaat van Mattheus B171678 (1958), hals en kleedzoom van Thadeus B171680 (1966), gelaat van Simon B171681 (1958),
Groep IV na behandeling: B202893 (1966), Z007237 (2003), buste van Thadeus B202901 (1966), gelaat van Mattheus B202904 (1966), gelaat van Simon B202908 (1966), hand van Mattheus B202909 (1966), handen van Simon B202915 (1966), hals van Mattheus B202925 (1966), hals en kleedzoom van Thadeus B202929 (1966), stilleven voor Thadeus en Simon B202912 (1966).
321. Schilderij
Bekoring van de Heilige Antonius
met monogram DT (?)
David II Teniers (°1610-+1690) (navolger van)
1651-1675
olieverf op paneel, hoogte 48 cm, breedte 34 cm
De heilige, in gebed geknield voor een kruisbeeld, wordt door vreemde wezens en gedrochten afgeleid.
David II Teniers, schilder van genretaferelen en landschappen (°Antwerpen 1610-+Brussel 1690) was leerling van zijn vader David I Teniers; hij werd meester in de Antwerpse Sint-Lucasgilde in 1632/33. Hij huwde de dochter van Jan I Breughel. Hij verwierf vlug vermaardheid met schilderijen in de trant van Adriaan Brouwers. In 1651 vestigde hij zich te Brussel als hofschilder van aartshertog Leopold-Willem. In de eerste periode maakte hij onder invloed van Brouwers bijna monochrome schilderijen met volkse soms karikaturale figuren (Dictionnaire, Hans VLIEGHE). Hij is de auteur van een aantal werken die hetzelfde onderwerp als dit schilderij uitbeelden. Heel wat elementen zijn gemeenschappelijk: de geopende boeken voor het tafeltje, de schedel van een monster waarop kleine wezens zitten, gehuld in een lange mantel, vleermuizen en karperachtige vissen die door de lucht zweven. Toch situeren deze werken de gebeurtenis in een veel ruimere context. Mogelijk gaat het hier om het werk van een navolger.
Bibliografie: J. BAUWENS 1947, p. 128; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37; I. CLEIREN 1996, p. 17-21.
Tentoonstelling: 1961 Hilvarenbeek, nr. 32; 1973 Heverlee, nr 195.
Foto: ensemble B32914 (1942), B97017 (1945), Z004253 (2002).
322. Schilderij
Portret van Thomas Heylen, bisschop van Namen (1899-1941)
get en ged. Ch. THEUNISSEN 1901
Karel Theunissen (°1871-+1948)
1901
olieverf op doek, hoogte 120 cm, breedte 98 cm
Thomas Heylen (°1856-+1941) werd tot abt van Tongerlo gekozen in 1887. Hij werd bisschop van Namen in 1899. Met wapenschild en devies: PRUDENTER ET SIMPLICITER (biografie zie deel I, p. 45-47; zie ook N.J. WEYNS 1974, L.C. VAN DYCK 1987). Voorgesteld in bisschopsornaat, ten halve lijve, rechtstaande, driekwart profiel rechts, boek in de rechterhand.
Karel Theunissen (°As 1871-+Bosvoorde 1948) was gekend voor zijn genretaferelen, landschappen en portretten. Na zijn opleiding in Antwerpen werkte hij ondermeer te Luik en in Limburg. Hij was leerling van J. Coosemans, Karel Verlat en Van Leemputten. Rond 1924 veranderde hij van stijl onder invloed van Vincent Van Gogh (Dictionnaire, Louise FREDERICQ).
Herkomst: nalatenschap E.H. Herm. De Ceuster (AAT, D/ 27, nr. 188, 7).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 26; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 365-368, in het bijzonder p. 368.
Foto: ensemble M277834 (1991).
323. Schilderij
Portret van Jan Chrysostomus De Swert, abt van Tongerlo (1867-1887)
gesigneerd en gedateerd onder rechts A. THOMAS TONGERLO 1869
Alexandre Joseph Thomas (°1810-+1898)
1869
olieverf op doek, hoogte 130 cm, breedte 101 cm
Abt Jan Chrysostomus De Swert (°1834-+1887) wordt voorgesteld in norbertijnenhabijt, ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel links, een boekje in de rechterhand; met mozetta, borstkruis, mijter en staf. Met wapenschild en devies boven rechts: MITIS ET HUMILIS CORDE (biografie zie deel I, p. 45; zie ook J. DE CUYPER 1981).
Alexandre Thomas (°Malmédy 1810-+Bruxelles 1898) was leerling van Van Bree aan de academie te Antwerpen; schilderde vooral historische en religieuze werken en portretten. Afkomstig van het toenmalig nog Pruisisch Malmedy nam hij de Belgische nationaliteit aan en vestigde zich in Brussel (Dictionnaire, S. VALCKE).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 17; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 362-365.
Foto: ensemble M277837 (1991), Z004625 (2002).
324. Schilderij
Aanbidding van de herders
Hendrik Van Balen (°1575-+1632) (navolger)
17de eeuw
olieverf op koper, hoogte 30 cm, breedte 23 cm
Maria tilt het doek op om het kindje aan de geknielde herder voor haar te tonen. Een herderin met korf op het hoofd en kruik in de hand vult de ruimte in het midden terwijl Jozef een herdersknaap met een schaapje dichterbij brengt. Op het tweede plan staan er herders. In de lucht een goddelijke straal met engeltjes en engelenkoppen. Zwakke repliek van het werk van Hendrik I Van Balen (°Antwerpen 1575-+1632) die vele leerlingen vormde en grote navolging kende. Deze Antwerpse meester schilderde mythologische en Bijbelse taferelen, vaak op klein formaat (Dictionnaire, Leen HUET).
Foto: ensemble B97013 (1942), Z004222 (2001).
325. Schilderij
Portret van een boerin
gesigneerd onder rechts J. V. BEERS
Jan Van Beers junior (°1852-+1927)
ca. 1875 (?)
olieverf op paneel, hoogte 23 cm, breedte 18 cm
De oude vrouw met witte kap is voorgesteld in profiel links, ten halve lijve, zittend voor een effen achtergrond. Jan Van Beers jr. (°Lier 1852-+Fay-aux-Loges/France 1927), zoon van dichter Jan Van Beers, historieschilder, genreschilder, portrettist en landschapsschilder. Volgde eerst lessen te Antwerpen en vestigde zich in 1878 in Parijs, waar hij een kleine, mercantiele schilderijenfabriek beheerde en een mondaine leventje leidde. Mogelijk is dit portret uit zijn vroege periode (Dictionnaire, B. FORNARI; B. JANSSENS, 1942, p. 63-70).
Foto: ensemble M277796 (1991), Z004499 (2002).
326. Schilderij
O.-L.-Vrouw met slapend Jezuskind
Cornelis Van Cleve (°1520-+1567) (toegeschreven)
midden 16de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 82 cm, breedte 69 cm
Maria wordt voorgesteld ten halve lijve, zittend, het Jezuskind op haar schoot ondersteunend met beide armen, haar hoofd buigend naar dat van haar slapende, naakte kind; zij draagt een kleed, een mantel, een schouderdoek en een hoofddoek. Deze voorstelling van Maria met slapend Jezuskind is geïnspireerd door Italiaanse voorbeelden mogelijk in de stijl van Andrea del Sarto.
Cornelis Van Cleve (°Antwerpen 1520-+1567), bijgenaamd de Zotte Cleef, was de zoon van een schilder Joos Van der Beke, alias Van Cleve. Hij werd waarschijnlijk vrijmeester in de Sint-Lucasgilde in 1541. C. van Mander (1604) gaf hem ten onrechte de voornaam van zijn vader. Hij gebruikt het monogram CB (Cornelis van der Beke) (Dictionnaire, H. PAUWELS).
.
Bibliografie: J. BAUWENS 1947, p. 128; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37.
Tentoonstelling: 1961 Hilarenbeek, nr. 24; 1973 Heverlee, nr. 190.
Foto: ensemble B97014 (1945), M110961 (1973), KM858 (1991), Z004232 (2001).
327. Schilderij
Portret van Hugo Lamy, abt van Tongerlo (1915-1937)
getekend en gedateerd onder rechts E. VAN DEN PANHUYSEN 1919
Ernest Van den Panhuysen (°1874-+1929)
1919
olieverf op doek, hoogte 128 cm, breedte 98 cm
Abt Hugo Lamy (°1879-+1949) wordt voorgesteld ten halve lijve, zittend in een zetel aan een tafel waarop een persoonlijke publicatie ligt, in driekwart profiel links, met mozetta, borstkruis en abtsring, met bril; links mijter en staf. Wapenschild en devies boven rechts: AMICUS FIDELIS PROTECTIO FORTIS (biografie zie deel I, p.47; zie ook J. BAUWENS 1950, M.H. KOYEN 1982).
Ernest Van den Panhuysen (°Brussel 1874-+1929), schilderde vooral portretten, dieren en landschappen. Hij kreeg zijn opleiding te Leuven (C. Meunier) en aan het Hoger Instituut te Antwerpen. Hij werd leraar aan de academie te Aalst. We vinden zijn portretten ondermeer terug in de premonstratenzenabdijen van Averbode, Tongerlo en Grimbergen (Dictionnaire, Louise FREDERICQ; A. COECK, 1964).
Bibliografie: F L. RICHARDEAU, 2002, p. 151.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 28; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 370-372.
Tentoonstelling: 1974 Averbode, p. 97-98.
Foto: ensemble M277840 (1991), Z004627 (2002).
328. Schilderij
Portret van Jozef Vander Achter, abt van Tongerlo (1724-1745)
gesigneerd en gedateerd onder rechts C. VANDERMEIREN FECIT 1740
C. Vandermeiren
1740
olieverf op doek, hoogte 139 cm, breedte 109 cm
Abt Jozef Vander Achter (°1670-+1745) werd voorgesteld ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel links, in norbertijnenhabijt, met mozetta, bonnet op het hoofd, met borstkruis en abtsring, boek in de linkerhand; mijter en staf links. Wapenschild en devies boven rechts: Festina lente (biografie zie deel I, p. 41).
Vermoedelijk werden er door Vandermeiren twee versies geschilderd. Vandermeiren schilderde ook een Marteling van de H. Dimpna voor het Sint-Elisabethgasthuis te Geel.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 51.
Foto: ensemble B98389 (1945), M277825 (1991) N15297 (1991), Z004560 (2002).
329. Schilderij
Portret van Jozef Vander Achter, abt van Tongerlo ‘1724-1745)
C. Vandermeiren (of kopie naar)
na 1740
olieverf op doek, hoogte 132 cm, breedte 109 cm
Het schilderij is identiek aan het vorige.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 51.
Foto: ensemble Z004411 (2002).
330. Schilderij
Portret van Frederik Van Heyst, norbertijn
C. Vandermeiren
2de kwart 18de
olieverf op doek, hoogte 124 cm, breedte 101 cm
Frederik Van Heyst (°Waalwijk 1689-+Antwerpen 1756), trad binnen te Tongerlo in 1709, te Rome tot priester gewijd in 1715, circator en ziekenmeester in 1719, onderpastoor te Waalwijk in 1722, provisor in 1726, vanaf 1738 provisor in de refuge te Antwerpen (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 17.049).
Voorgesteld in norbertijnenhabijt, ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel links, bonnet in de rechterhand.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 53.
Foto: ensemble B98378 (1945), Z004423 (2002).
331. Schilderij
Portret van Adriaan Cornelis Deckers, abt van Tongerlo (1899-1915)
Pieter Jan Van der Ouderaa (°1841-+1915)
1908
olieverf op doek, hoogte 138 cm, breedte 122 cm
Adriaan Cornelis Deckers (°1847-+1915) wordt voorgesteld ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel links, met mozetta, abtskruis, een boek in de rechterhand, een ereteken op de borst. Met wapenschild en devies boven links: DA MIHI ANIMAS (biografie zie deel I, p. 47).
Pieter Jan Van der Ouderaa (°Antwerpen 1841-+1915) was o.a. leerling van N. De Keyser en Van Lerius. In 1869 was hij in Italië, in 1893 in het Oosten. Hij schilderde historische en religieuze werken, landschappen, portretten, ontwerpen voor glasramen, muurschilderingen. In 1895 werd hij professor aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen (Dictionnaire, A. JACOPS).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 14; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 368-370.
Foto: ensemble M277836 (1991), Z004626 (2002).
332. Schilderij
Portret van Norbert Van Couwerven, abt van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen (1652-1661)
getekend en gedateerd onder links P vd OUDERAA 1909 NAAR CATARINA PEPIJN
kopie door Pieter Jan Van der Ouderaa (°1841-+1915)
naar Catherina Pepijn (°1619-+1688)
1909
olieverf op doek, hoogte 129 cm, breedte 105 cm
Norbert Van Couwerven (°Antwerpen 1597-+1661) legde de geloften af in 1614, studies filosofie te Leuven, bacchalaureaat in theologie, priester gewijd in 1622. Geroemd prediker in de abdijkerk en elders. In 1636 werd hij novicemeester, daarna viceprior en prior; in 1650 pastoor te Beerse en Vosselaar. Tot abt benoemd in 1652, beteugelde de jansenistische tendenzen in het klooster. Vernieuwde en vergrootte de abdij: bierkelder, stallen, schuren, drie huizen. Hij liet Cornelis Van Mildert een beeld van Sint-Michiel plaatsen; de gebroeders Hemony goten een nieuwe beiaard in 1655-1656. Hij kocht een hoeve te Zandvliet en gronden te Deurne. Hij vergrootte de bibliotheek en investeerde in boeken. Hij verwierf een reliek van de H. Norbert, waarvoor hij door Norbert Lesteens een grote reliekhouder liet maken voor 10.914 gulden. Bij François Goubau (°1622-+1678) bestelde hij vijf doeken met voorstellingen uit het leven van de H. Norbert. In 1660 was hij aanwezig op het Generaal Kapittel te Prémontré (J. VAN DEN NIEUWENHUYZEN, 1992, p. 195-261 in ‘t bijzonder p. 244-246).
De abt wordt voorgesteld ten halve lijve, zittend in een zetel nabij een kruisbeeld, driekwart profiel rechts, met mozetta, borstkruis en abtsring; wapenschild en devies boven rechts: VINCE. Het oorspronkelijk werk van 1657 bevindt zich in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, het werd uitgevoerd door Catherina Pepijn die ook de voorganger van abt van Couwerven portretteerde, nl. abt Van der Sterre (zie nr. 299). Het portret van 1657 werd in 1909 door de abdij verkocht; een kopie werd bewaard.
Behandeling: 1875 restauratie door P.A. Verlinde (AAT, sectie D, doos 27, nr. 186/b).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 49; J. VAN DEN NIEUWENHUIZEN, 1969, p. 417.
Foto: ensemble B97083 (1945), Z004442 (2002).
80840
333. Schilderij
Triptiek met Piëta
Rogier Van der Weyden (°1399/1400-+1464) (navolger van)
einde 15de eeuw, teksten van latere datum
olieverf op paneel, middenstuk 14 cm x 30 cm, totaliteit 43 cm x 30 cm
Middenstuk met Piëta tegen gouden achtergrond. Figuren ten halve lijve, licht afgesneden aan de zijkanten. De naakte Christus met lendendoek ligt op de schoot van Maria, de armen naast het lichaam, het hoofd met het lange haar neigt naar zijn rechterschouder. Maria draagt een kleed, een kapmantel en een halsdoek; zij ondersteunt het lichaam van haar zoon onder de arm en tegen de borst; zij neigt het hoofd met het bedroefde gezicht naar Christus. Om haar linker voorarm hangt een doornenkroon. De kader is verguld en boven gerond.
Op de zijluiken staan later toegevoegde teksten: op binnenluik:links: ET TUAM IP- SIUS ANIMAM PERTRANSIBIT GLADIUS UT REVELUNTUR EX MULTIS CORDIBUS COGITATIONES. LUC.II.
Op binnenluik rechts: VERE LANGUORES NOSTROS IPSE PERTULIT ET DOLORES NOSTROS IPSE PORTAVIT. ESAIAS/ LIII CAP. Lied van de Lijdende dienaar Gods.
Opschrift op buitenluiken: CHRISTUS IS VOOR ONS GESTORVE EN VERRESE // EN HEEFT ONS VA DOOT, DUVEL ENDE HELLE GENESE.
Rogier Van der Weyden (°Doornik 1399/1400-+Brussel 1464) kreeg zijn opleiding te Doornik (Robert Campin); huwde een Brusselse en verhuisde naar Brussel. Werd er stadsschilder. Kreeg opdrachten van Karel de Stoute en Filips de Goede. Schilderde religieuze en profane onderwerpen, portretten. Omstreeks 1450-1452 maakte hij een reis naar Rome.Hij had grote invloed op zijn tijgenoten en latere generaties, zowel in de schilderkunst als in andere disciplines (Dictionnaire, Bert CARDON).
Behandeling: 1961 door Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium te Brussel dossier 2L43 Di 61/173 (anoniem, Nederlanden, XVIe eeuw) + 2L47-61/172.
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 128; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 56-57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p.37.
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 188.
Foto: ensemble gesloten B187255 (1961), ensemble met geopende luiken B185607 (1961), N15304 (1991), middenpaneel N15305 (1991), KN361 (1991), keerzijde middenpaneel B187256 (1961); detail middenpaneel: lichaam van Jezus B185608 (1971).
334. Schilderij
Zalige Godfried van Kappenberg
Abraham Van Diepenbeeck (°1596-+1675)
1622-1675
olieverf op doek, hoogte 110 cm, breedte 88 cm
Voorgesteld ten halve lijve, met superplie, kroon op het hoofd, linkerhand voor de borst, rechterhand op de schedel die op een tafel ligt met nog een kroon en het wapenschild van Kappenberg. Boven rechts een hemelstraal. Kroon met opschrift:…AD ME CORONA IN….. (biografie zie deel I, p. 69, nr. 9).
Abraham Van Diepenbeek (°‘s Hertogenbosch 1596-+Antwerpen 1675) is gekend om zijn historieschilderijen, allegorieën, religieuze taferelen; hij was ook graveur en glasschilder. Hij was leerling van zijn vader, een glazenier, hij schreef zich in als glasschilder in de Sint-Lucasgilde te Antwerpen. Na ook voor Plantijn gravures te hebben ontworpen zou hij vanaf 1630 grotere altaarwerken gaan schilderen. In 1640/41 moest hij zich opnieuw in de gilde inschrijven als schilder deze maal. Sterk geïnspireerd door P.P. Rubens toonde hij ook invloeden van Van Dyck (Dictionnaire, Bruno FORNARI). Van Diepenbeek schilderde voor Kortenbos eenzelfde onderwerp, ten voeten uit (HAIRS, 1977, p. 155).
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 130.
Foto: ensemble B97081 (1945), M277912 (1991).
335. Schilderij
H. Norbert van Prémontré
Abraham Van Diepenbeeck (°1596-+1675) (toegeschreven aan)
paneelmaker Gaspar Steens
3de kwart 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 33,3 cm, breedte 23,5 cm
Het schilderij wil een waar portret weergeven van de H. Norbert (vera effigies). Hij wordt ten halve lijve voorgesteld, in norbertijnenhabijt, met mozetta en pallium op de schouders, monstrans, abtsstaf en olijftak in de handen; een mijter rust links op twee boeken op een tafeltje; Norbert draagt een ring en een borstkruis.
Achteraan is het paneel voorzien van de merken van het paneelmakersambacht: burcht en twee handjes en van het paneelmakersmerk CS van de Antwerpse paneelmaker Gaspard Steens; hij werd meester in 1650-1651 (J. JANSEN 1998, p. 35).
Bibliografie: M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; J. JANSEN 1998, nr. 24.
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 6.
Foto: ensemble M110929 (1973), M127196 (1978), Z004249 (2001).
336. Schilderij
Bewening van Christus
kopie naar Antoon Van Dyck (°1599-+1641)
2de helft 17de eeuw (?)
olieverf op doek, hoogte 36 cm, breedte 50 cm
Zwakke kopie op klein formaat naar het doek dat als predella was bedoeld voor een altaar in de kapel van O.-L.-Vrouw van zeven smarten in de kerk van het Minderbroedersklooster te Antwerpenen en dat in 1635 door Van Dyck werd geschilderd ( nu bewaard in Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, inv. nr. 304, 115 cm x 208 cm); de kopie in Tongerlo geeft nog het oorspronkelijke uitzicht met uitbreiding aan de vier zijden, hierdoor is de compositie evenwichtiger (vergelijk catalogus Van Dyck 1599-1641, Antwerpen, 1999, nr. 85).
Christus ligt langgerekt op de schoot van zijn moeder, zijn hoofd op haar rechterknie; Maria spreidt wanhopig de armen; Johannes knielt neer hierachter en toont aan twee engelen de nagelwonde in de linkerhand van Christus. Vooraan rechts liggen enkele passiewerktuigen: schotel met spons, doornenkroon (niet aanwezig in Antwerpen).
Antoon Van Dyck (°Antwerpen 1599-+Londen 1641) was leerling van Hendrik Van Balen in 1610; werd vrijmeester in 1618, medewerker van Rubens in 1618-1620. Na Rubens de grootse schilder van de Vlaamse School; als portretschilder in hij ongeëveneerd, het hoofse portret zal worden nagevolgd in de volgende eeuwen. Als etser trachtte hij zelf eigen werk te voltooien; later ontwierp hij tekeningen en grisailles voor reproduktiegrafiek. Verbleef tijdelijk in Londen en Italië; keert terug naar Antwerpen. Vanaf 1632 verblijft hij in Londen als hofschilder van koning Karel I (Dictionnaire, Bruno FORNARI).
Foto: ensemble M277932 (1991), Z004621 (2002).
337. Schilderij
Bewening van Christus
kopie naar Antoon Van Dyck (°1599-+1641)
2de helft 17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 99 cm, breedte 142 cm
Zeer zwakke kopie van het schilderij waarvan het oorspronkelijke in het vorige nummer werd besproken. De randen werden iets ruimer weergegeven maar heeft niet de uitbreiding van vorig schilderij.
Foto: ensemble Z007253 ( 2003).
338. Schilderij
Cijnspenning
kopie naar Antoon Van Dyck (°1599-+1641)
midden 17 de eeuw
olieverf op doek, hoogte 125 cm, breedte 102 cm
Kopie van een schilderij in de Galleria di Palazzo Bianco te Genua (inv. P B 191, 142 cm x 119,5 cm); Van Dyck inspireerde zich op Titiaan.
Twee farizeeërs vragen Jezus uitleg over de rol van keizer en god; zij tonen hem een munt met de beeltenis van de keizer (Mattheus 22:15-22). Jezus kijkt gedreven naar de vragenstellers; de rechterhand is geheven; achter zijn hoofd straalt er een gloed; hij draagt een rood kleed en een blauw schouderdoek; zijn gelaat is helder in vergelijking met de aangezichten van de farizeeërs.
Foto: ensemble Z004454 (2002).
339. Schilderij
Mystiek huwelijk van de H. Herman-Jozef
kopie naar Antoon Van Dyck (°1599-+1641)
2de helft 17de eeuw (?)
olieverf op doek, hoogte 145 cm, breedte 112 cm
Oude kopie naar het schilderij dat in 1630 te Antwerpen werd geschilderd voor de Solidaliteit van de ongehuwden in de Sint-Carolus Borromeuskerk waarvan Antoon Van Dyck zelf lid was; thans bewaard in Wenen, Kunsthistorisches Museum, Gemäldegallerie, inv. nr. 488; merkwaardig is dat norbertijn Herman Jozef hier tot voorbeeld wordt gesteld om de innige, extatische band met Maria te symboliseren (vergelijk catalogus Van Dyck 1599-1641, Antwerpen 1999, nr. 56).
Herman Jozef knielt neer bij O.-L.-Vrouw, de linkerhand op het hart, de rechter gestrekt naar de Moeder Gods. Zij buigt licht voorover en legt met de rechterhand een ring in de uitgestrekte hand van Herman Jozef. Een engel begeleid de gelukzalige en ondersteunt de rechterhand; een tweede engel staat achter Maria, zijn verlichte rechterhand ondersteunt de diagonale compositie van dit emotioneel beladen schilderwerk (biografie Herman-Jozef zie deel I, p. 70, nr. 9).
Bibliografie: J. BAUWENS 1947, p, 129, nr. 15; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37.
Foto: ensemble B20428 (1914-1918), M277913 (1991), Z004579 (2002).
340. Schilderij
Mystiek huwelijk van de H. Herman-Jozef
kopie naar Antoon Van Dyck (°1599-+1641)
2de helft 17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 43 cm, breedte 36 cm
Zwakke kopie naar een gravure (inv.) van het schilderij bewaard in Wenen, Kunsthistorisches Museum, Gemäldegallerie. De bonnet en de lelietak zijn eveneens op de gravure zichbaar. Voor beschrijving zie vorig nummer.
Herman Jozef was een norbertijnenmonnik die leefde rond 1200 in de abdij van Steinfeld.
Foto: ensemble M277932 (1991), Z004540 (2002).
341. Schilderij
Zelfportret van Arthur Van Poeck (°1877)
gesigneerd en gedateerd opschrift: ARTE ILLUSTRI HILARI CORDE MERITUM VITAE MONASTERIO DONAVIT - THUUR VAN POECK 1877 + - FECIT Ao 1941 ABDIJ TONGERLO
Arthur Van Poeck
1941
olieverf op doek, hoogte 60 cm, breedte 40 cm
Met opschrift: Door de illustere kunst werd het hem gegeven met blij gemoed het kloosterleven te ondergaan.
Arthur Van Poeck stelt zich voor als schilder, in buste, profiel links, met schilderspalet en brandende pijp. Deze Antwerpse schilder verbleef tijdelijk in de abdij en voerde er allerlei opdrachten uit, onder meer restauratiewerken aan het Laatste Avondmaal van Solario. Arthur Van Poeck (°Sint-Niklaas 1877) schilderde verscheidene portretten van hoogwaardigheidsbekleders in de periode 1900-1938: In de cisterciënserabdij te Westmalle zijn er drie portretten bewaard, in de Sint-Augustinuskerk te Antwerpen drie portretten, een portret in het Groot Seminarie te Mechelen en één in het klooster van de Minderbroeders te Sint-Truiden; hij schilderde ook de staties van de kruisweg voor de kerk Sint-Lambertus (Dam) te Antwerpen (PIRON 2000, p. 1465; webinformatie KIKIRPA).
Foto: ensemble M277819 (1991).
342. Schilderij
Gezicht van bomendreef en de toeganspoort van de abdij van Tongerlo
gesigneerd en gedateerd onder rechts: IS. (?) VAN SLUYS 1893 AS TH
Is. Van Sluys
1893
olieverf op doek, hoogte 30,50 cm, breedte 46 cm
Gezicht op de eeuwenoude lindendreef in de winter.
Foto: ensemble Z004647 (2002).
343. Schilderij
Aanbidding van de herders
getekend en gedateerd A. STALBEMT 1621
Adriaan Van Stalbemt (°1580-+1662)
1621
olieverf op paneel, hoogte 44,5 cm, breedte 74 cm
Het gebeuren speelt zich af in en voor de rotsige achtergrond van een grottencomplex. Een hel licht valt op het kleine kind waarrond herders neerknielen met hun gaven. In de achtergrond komt nog een groepje met lantaarns nader. Engeltjes houden banderollen in de lucht. Het werk is gesigneerd en gedateerd.
Adriaan Van Stalbemt (°Antwerpen 1580-+Antwerpen 1662), Vlaams landschapschilder en dierenschilder; de familie was naar Antwerpen overgekomen vanuit Middelburg; Adriaan werd meester in 1610; deken in 1617-1618. Verbleef in Londen in 1633. Werkte samen met Jan Breughel, de fluwelen; maakte kleine tafereeltjes die in kabinetten werden verwerkt. Op latere leeftijd bekeerde hij zich terug tot het protestantisme (Dictionnaire, Michel KERVYN DE MEERENDREE).
Bibliografie: J. BAUWENS 1947, p. 128, nr. 6; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37; U. HÄRTING, 1981, p.4 en voetnoot 11, afb. 1.
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 192.
Foto: ensemble B97018 (1945), Z004260 (2001).
344. Schilderij
H. Paulus van Tarsos
Theodoor Van Thulden (°1606-+1669) (toegeschreven)
1641-1660
olieverf op doek, hoogte 70 cm, breedte 62 cm
De heilige wordt ten halve lijve voorgesteld leunend op zijn zwaard, het symbool van de marteldood die hij gestorven is. Een fel licht valt op zijn kale schedel. Het schilderij is een pendant van de H. Petrus (zie nr. 346). De toeschijving aan Van Thulden gebeurde door Floris Prims op basis van gravures in het Museum te Wenen (AAT, Doos 27, nr. 183).
Theodoor Van Thulden (°’s Hertogenbosch 1606-+’s Hertogenbosch 1669) stond in 1622 te Antwerpen genoteerd als leerling van kunstschilder A. Blyenbergh; werd meester in 1627. Tijdelijk verbleef hij in Parijs (Fontainebleau) in 1632-1633. In 1636 werd hij burger van de stad Antwerpen en kreeg zijn eerste leerling G. van Cantelbeeck. Vanaf 1643 verlaat hij Antwerpen; hij werd geruïneerd door een aantal processen tegen de stad Antwerpen. Hij voerde verscheidene werken uit in ’s Hertogenbosch; hij werd er in 1669 begraven in de Sint-Janskerk. Van Thulden stond onder de invloed van Rubens; zijn stijl was zachter en eleganter. Hij liet talrijke religieuse en profane schilderijen na, tekeningen, kartons voor tapijten en gravures (Dictionnaie, Willy LAUREYSSENS).
Foto: ensemble B97021 (1945), Z004458 (2002).
345. Schilderij
H. Petrus apostel
Theodoor Van Thulden (°1606-+1669) (toegeschreven)
1641-1660
olieverf op doek, hoogte 72 cm, breedte 64 cm
De heilige wordt ten halve lijve voorgesteld in profiel met de sleutels, het symbool van zijn pauselijke macht in de hand. Pendant van H. Paulus (zie nr. 345).
Foto: ensemble B97023 (1945), Z004459 (2002).
346. Schilderij
Boslandschap
gesigneerd onder links LVV
Lucas Van Uden (°1595-+1672)
3de kwart 17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 37 cm, breedte 54 cm
In een bosrijk heuvellandschap, onder een zomerse hemel, stapt een herder met zijn kudde schapen door een wei; enkele volwassenen, kinderen en een hond volgen hem. Vooraan links een boom op de rand van een heuvel. Typische compositie van Van Uden.
Lucas Van Uden (°Antwerpen 1595-+Antwerpen 1672), landschapsschilder, etser; zoon en vermoedelijk leerling van stadsschilder Artus Van Uden; Lucas werd meester in de Antwerpse Sint-Lucasgilde in 1627-1628. Zijn werk stond onder de invloed van P.P. Rubens, Jan I Breughel en Joos De Momper (Dictionnaire, Hans DEVISSCHER).
Behandeling: door Bernaerts in 1868 (AAT D39, 4, losse nota).
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 129; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37.
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 194.
Foto: ensemble B97033 (1945), M110953 (1973), Z004218 (2001).
347. Schilderij
Portret van Josse Boel, abt van Tongerlo (1953-1981)
gesigneerd en gedateerd onder rechts JO VERHENNEMAN 1984
Jo Verhenneman
1984
olieverf op doek, hoogte 79 cm, breedte 64 cm
Abt Josse Boel (°1919) wordt voorgesteld ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel rechts, met mozetta, borstkruis en abtsring. Op de achterwand een schilderijtje met het poortgebouw van de abdij. Met wapenschild (biografie zie deel I, p. 49; zie ook K.J. BELLINCKX 2003, B.L. BORTIER 2003, I. CLEIREN 2003, J. VAN HOVE 1978).
Bibliografie: KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 374-375.
Foto: ensemble M277842 (1991), Z004550 (2002).
348. Schilderij
Boslandschap met Maria Magdalena
David Vinckeboons (°1576-+1629) (toegeschreven)
1601 –1625
olieverf op doek, hoogte 115 cm, breedte 183 cm
Bij de rand van een bos knielt Maria Magdalena neer en bidt voor het kruis dat op de bodem ligt. Zij draagt een wit kleed en heeft een aureool om het hoofd met het lange haar. Een schedel ligt naast het kruisbeeld. De natuur wordt weelderig geschilderd met ruime bladerenpartijen, vogels, konijnen, een wijds landschap in de achtergrond, enkele veldvruchten en dieren op de voorgrond. Rechts komt een ezel naar de heilige toegestapt.
David Vinckeboons (°Mechelen 1576-+Amsterdam 1629) was schilder en tekenaar. Als onderwerpen koos hij landschappen, boerenfiguren en bijbelse voorstellingen. Hij verbleef in Mechelen en Amsterdam (P.M.J.E. JACOBS, THIEME-BECKER).
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 129-130; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37.
Foto: ensemble B97029 (1945), M277740 (1991), Z004580 (2002).
349. Schilderij
Rust op de vlucht naar Egypte
David Vinckeboons (°1576-+1629) (toegeschreven)
1601 –1625
olieverf op doek, hoogte 91 cm, breedte 125 cm
Aan de rand van een bos rust de H. Familie uit onder een boom nabij een beekje; engelen vergezellen hen en brengen vruchten en bloemen aan; ook de kleine Johannes met zijn lammeke nadert het Jezuskind dat voor zijn zittende moeder staat. Doorheen het bos zien wij de familie voorwaarts stappen met de ezel. De familiegroep baadt in een helder licht; de bospartij is donkergroen. Rechts is er een doorkijk in grijs geschilderd: een berglandschap met een meer en een waterslot.
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 129-130; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57.
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 197.
Foto: ensemble B97028 (1945), B209067 (1973), Z004581 (2002).
350. Schilderij
Vlucht naar Egypte
David Vinckeboons (°1576-+1629) (toegeschreven)
1601-1625
olieverf op paneel, hoogte 74 cm, breedte 105,5 cm
In een wijds berglandschap trekken de kleine figuren van de H. Familie doorheen een dorpje. Midden in het dorp staat een vierzijdige Obelisk op een voetstuk; links is er een ruime villa met een klokje in een torentje; rechts een begroeid, antikiserend gebouw, waarlangs de groep passeert. De voorpartij is in bruine tinten geschilderd; het verre berglandschap in groene en grijze tinten.
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 129-130; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57.
Foto: ensemble Z004261 (2001).
351. Schilderij
Interieur met 3 generaties
getekend en gedateerd onder rechts: HENRIETTE C. WINKELAAR / GEB. FEMMICK 1844
Henriette Winkelaar
1844
olieverf op doek, hoogte 49 cm, breedte 41 cm
In een rijk burgerinterieur zit links een oude vrouw naast een tafel met een bordje pap, terwijl voor haar een jonge vrouw met een gebusselde baby staat. Vooraan ligt een rammelaar op de grond en verder staat er een wiegje en is op de achtergrond een bedstee en een en haard te zien.
Op de lijst staat een opschrift: J.P. BOHLMEYER. Vergulder en Lijstenmaker. Reguliersdwarsstraat bij het Koningsplein n°127 te Amsterdam.
Herkomst: uit het nalatenschap van A. Romme.
Foto: ensemble M277795 (1991), Z004493 (2002).
352. Schilderij
Jezus aan het kruis met Maria Magdalena aan de voet van het kruis
gesigneerd
onder rechts F. XAVERY
Frans Xavery (°1740-+1771)
1768-1771
olieverf op paneel, hoogte 20 cm, breedte 14 cm
In een desolaat landschap werd de gekruisigde in een gedramatiseerde schuine opstelling weergegeven met aan de voeten van het kruis de H. Maria Magdalena die naar hem opkijkt.
Frans Xavery (°Den Haag 1740-+1771)) was een landschap- en figurenschilder, zoon van de beeldhouwer Jan Baptist Xavery, leerling van Gerard Jozef Xavery en Jacobus De Wit. Frans werd meester in 1768; werkzaam te Den Haag, Amsterdam en Rotterdam (P.M.J.E. JACOBS).
Herkomst: uit de nalatenschap van A. Romme.
Foto: ensemble M277797 (1991), Z004496 (2002).
SCHOLEN
353. Schilderij
Ecce homo
achteraan Antwerpse paneelmakersmerken
meester-paneelmaker: meester met zespuntig ster
Antwerpen
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 61 cm, breedte 47 cm
De naakte Jezus wordt zittend voorgesteld, met lendendoek, terwijl twee engelen een doek achter hem houden. Jezus draagt een doornenkroon; zijn handen zijn gevouwen.
Achteraan zijn er merken van het Antwerpse paneelmakersambacht: burcht en twee handjes, en van de onbekende paneelmaker: de meester met de zespuntige ster. De regelgeving en erkenning van het ambacht van de paneelmakers dateert van 1617.
Bibliografie: J. JANSEN 1998, p. 35, nr. 23.
Foto: ensemble M277919 (1991), Z004227 (2001).
354. Schilderij
Ecce homo
met paneelmakersmerk van Lambrecht I Steens
Antwerpen
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 31,5 cm, breedte 21 cm
Jezus wordt in buste voorgesteld, half ontbloot, met doornenkroon en rietstaf; hij heeft lang haar, snor en baard.
Achteraan het paneelmakersmerk van de Antwerpse paneelmaker Lambrecht I Steens, werkzaam tussen 1608 en 1638: verstrengelde initialen LS. Het schilderij werd door M. Koyen toegeschreven aan A. Dürer.
Biliografie: M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57; M. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo 1973, p. 37; J. JANSEN 1998, p. 35-36, nr. 25.
Foto: ensemble B97034 (1945).
355. Schilderij
H. Familie
achteraan merken van Antwerps paneelmakersambacht (burcht, handjes)
Antwerpen
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 73 cm, breedte 60 cm
Aan de voet van een boom zitten de leden van de H. Familie neer. Maria draagt een rood kleed, een donkere mantel en een grijs schouderdoek; zij heeft lang loshangend haar. Zij houdt het Jezuskindje op haar schoot; het draagt een halflang wit kleedje en reikt met de rechterarm naar zijn moeder. Jozef zit achter hen; hij leest in een boek; hij is halfkaal, heeft een baard, draagt een grijs hemd en een beige schoudermantel. Rechts op het achterplan een gebouwencomplex bij een rivier.
Foto: ensemble Z004231 (2001).
356. Schilderij
Jezus in de gevangenis wordt door engelen getroost
Antwerpen
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 57 cm, breedte 84,5 cm
In de gevangenis knielt Jezus onderdanig neer op een doek; hij is halfnaakt, heeft lang haar en een baard, de linkerhand voor de borst. Voor hem verschijnen verscheidene engelen en engeltjes met passiewerktuigen, de voorboden van zijn lijdensverhaal.
Foto: ensemble B97024 (1945), M277773 (1991), KM854 (1991), Z004263 (2001).
357. Schilderij
Jezus perst de druivelaar
paneelmakersmerk van Guilliam Gabron (werkzaam 1609-1662)
Antwerpen
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 34,5 cm, breedte 24,8 cm
Jezus zit halfnaakt op een kubus, gegeseld, doornenkroon op het hoofd, passiewerktuigen op de bodem. Een druivelaar slingert zich om Jezus en het kruis achter hem; Jezus perst een druiventros uit in een kelk. Eucharistische voorstelling.
Achteraan het merkteken van de Antwerpse paneelmaker Guilliam Gabron: verstrengelde initialen GG.
Foto: ensemble B97036 (1945), Z004244 (2001); detail: paneelmakersmerk achteraan Z004246 (2001).
358. Schilderij
Noli me tangere
achteraan merken van het Antwerps paneelmakersambacht
Antwerpen
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 62 cm, breedte 46 cm
De halfnaakte Christus, gekleed met rode drapering, een schop in de rechterhand, stigmata in de handen, verschijnt als tuinman aan Maria Magdalena, de eerste persoon die Christus zag na zijn dood. Zij knielt neer aan zijn voeten; zij is rijkelijk uitgedost in wit, groen en geel; een balsemvaas staat bij haar op de bodem. De personages zijn gesitueerd in een tuin met verscheidene groentenbedden, een lage, houten omheining en een poort. Links is er een bos en een andere heilige vrouw (?); rechts een vergezicht met bossen en een avondlijke hemel.
Achteraan de merken van het Antwerpse paneelmakersambacht: burcht en twee handen.
Foto: ensemble M277918 (1971), Z004223 (2001).
359. Schilderij
Pilatus toont Jezus aan het volk
paneelmakersmerk NV van Nicolaas Vrient
Antwerpen
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 43,5 cm, breedte 32 cm
De halfnaakte Jezus staat op een verhoogd bordes, doornenkroon op het hoofd, rietstaf in de hand, schoudermantel op de rug. Achter Jezus staan Pilatus en enkele soldaten; Pilatus toont Jezus aan de woelige menigte onderaan het bordes. Vooraan staat een man met een kruis in de handen. In de achtergrond enkele torens van een stadsgezicht.
Het geheel werd in grisaille geschilderd, hier en daar met bruine tinten opgehoogd. Het paneelmakersmerk achteraan is van de Antwerpenaar Nicolaas Vrient; hierdoor is de kans groot dat het schilderij in Antwerpen tot stand kwam.
Foto: ensemble Z004250 (2001).
360. Schilderij
Bloemenstuk in glazen vaas
Hollandse School
17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 39 cm, breedte 27 cm
Op een tafeltje staat een glazen vaas waarin een gevarieerd boeket bloemen werd geplaatst: tulp, roos, chrysant, camelia, lavatera…
Foto: ensemble M277802 (1991), Z004512 (2002).
361. Schilderij
Dood van Maria
Hollandse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 121 cm, breedte 129 cm
Maria ligt met wit gelaat uitgestrekt op een wit laken op haar bed, ze draagt een rood kleed, een blauwe mantel en een grijs hoofddoek. Rondom haar de twaalf apostelen in verschillende houdingen; aan haar voeten Maria Magdalena.
Herkomst: nalatenschap pastoor A. Romme te Roosendaal.
Foto: ensemble Z004449 (2002).
362. Schilderij
Twee koeien bij een drinkplaats
Hollandse School
17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 22,50 cm, breedte 21 cm
Een bruine en een witte koe staan te drinken bij een drinkplaats, met hun poten in het water. Op het tweede plan een boslandschap en in de verte een heuvellandschap.
Herkomst: nalatenschap pastoor A. Romme te Roosendaal.
Foto: ensemble Z004495 (2002).
363. Schilderij
Boodschap van de aartsengel Gabriël aan Maria
Vlaamse School
16de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 26 cm, breedte 21 cm
In een interieur, onder een baldakijn zit Maria neer bij een bidstoel, de armen ontvankelijk geheven; zij draagt een wit kleed en een blauw bovenkleed. Rechts van haar zweeft de aartsengel op een wolk; hij draagt een wit kleed en een rode mantel; in zijn linkerhand houdt hij een scepter, de rechter maakt een zegenend gebaar. Tussenin zweeft de H. Geestduif. Op de bidstoel ligt een boek; op de voorgrond staat er een bloemenvaas. Het schilderijtje vormde een onderdeel van een huisaltaartje (zie deel I, p. 67, nr. 6).
Bibliografie: M.H. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 58.
Tentoonstelling: 1963 Deurne, nr. 45; 1973 Heverlee, nr. 191; 1995 Valkenswaard, nr. 51.
Foto: ensemble B97030 (1945), M110954 (1973), Z004209 (2001), schilderij in huisaltaartje Z004208 (2001).
364. Schilderij
Aanbidding van de Wijzen
Vlaamse School
2de helft 16de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 87 cm, breedte 55,2 cm
De H. Familie wordt uitgebeeld voor een een portiekgebouw met gordijn. Maria zit neer met het naakte kind op de schoot; zij draagt een blauw kleed en een wit hoofddoek, zij zit op een purperen doek dat ook op haar schoot ligt. Jozef komt van achter het gordijn, heeft een stok in de hand. De rijkelijk uitgedoste wijzen brengen hun offergaven; zij hebben een gevolg van krijgslieden. Zij staan voor een licht begroeid antikiserend gebouw. Op het tweede plan staan twee herders. In de verte een heuvelig landschap geschilderd in lichtblauwe en grijze tinten, met een schaapherder en een gebouwencomplex. Schilderij en lijst zijn bovenaan gerond afgewerkt.
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 130.
Foto: ensemble B32916 (1945), B97045 (1945), Z004230 (2001).
365. Schilderij
Zetelende O.-L.-Vrouw met kind
Vlaamse School
2de helft 16de eeuw
olieverf op doek, hoogte 59 cm, breedte 47 cm
In een interieur met lambrisering staat een grote troon op een verhoog; de troon heeft een gebogen onderstel, gebogen armleunen en een gebogen rugleun bekroond met een schelp. Maria draagt een geel onderkleed, een roze bovenkleed en een blauwe mantel, een wit hoofddoek; in de rechterhand houdt zij een boekje, in de linker het handje van haar zoon. Het Jezuskind staat naakt op een kussen; zijn rechtervoet rust op de rechter sandaal van zijn moeder. Links en rechts van de troon is er een venster met een berglandschap geschilderd in lichtere tonen. Geschilderd naar Italiaans model uit de renaissance.
Herkomst: nalatenschap pastoor A. Romme te Roosendaal.
Foto: ensemble Z004614 (2002).
366. Schilderij
Aanbidding van de herders
Vlaamse School
einde 16de-begin 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 65,5 cm, breedte 50,5 cm
Het gebeuren wordt voorgesteld voor een stal met os en ezel. In een kribbe, op een doekje, ligt het naakte Jezuskind. Rechts van hem knielt zijn moeder neer, in het grijs gekleed, de handen gevouwen, een aureool op het hoofd. Jozef staat hierachter; hij is een oude man met baard en stok Rondom staan de herders; zij worden begeleid door een engel; zij zijn eenvoudig gekleed en kijken bewonderend naar het kind. Links zien wij een berglandschap met schaapsherders, in de lucht verschijnen God de Vader, de H. Geest en drie engeltjes. Onderaan een tekst uit het Lucasevangelie (21, 5).
Foto: ensemble B32915 (1942), B97040 (1945), Z004258 (2001).
367. Schilderij
Golgotha
Vlaamse School
einde 16de-begin 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 70,5 cm, breedte 53 cm
Jezus hangt aan het kruis tussen de Goede en de Slechte Moordenaar; aan de voet van het kruis staan Maria die bedroefd de armen kruist en Johannes die de handen vouwt en opkijkt naar de verlosser; Maria Magdalena knielt neer aan de voet van het kruis en omarmt het kruishout. De soldaten trekken weg van de berg, terug naar de stad in de achtergrond; slechts één soldaat is ter plaatse gebleven. Het lichaam van de gekruisigde is in lichtere tinten geschilderd. Soms toegeschreven aan Maarten de Vos.
Bibliografie: M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57.
Foto: ensemble B97015 (1945), Z004226 (2001).
368. Schilderij
Portret van abt Nicolaas Mutsaerts, abt van Tongerlo (1592-1608)
Vlaamse School
1592-1608
olieverf op doek, hoogte 118 cm, breedte 97 cm
Abt Nicolaas Mutsaerts (°Tilburg-+Tongerlo 1608) wordt voorgesteld ten halve lijve, driekwart profiel links, zittend in een zetel, in norbertijnenhabijt, met mozetta om de schouders, bonnet op het hoofd, boekje in zijn linkerhand, abtsring aan de rechter. Rechts van de abt zijn mijter en abtsstaf. In bovenhoek rechts zijn wapenschild en devies: FASCES FASCES (biografie zie deel I, p. 35).
Bibliografie:: P. LEFEVRE, 1917, p. 33; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 330-333, in zonderheid p. 333.
Foto: ensemble: B98391(1945), Z004567 (2002).
369. Schilderij
Portret van Adriaan Stalpaerts, abt van Tongerlo (1608-1629)
Vlaamse School
1608-1629
olieverf op doek, hoogte 109 cm, breedte 84 cm
Abt Stalpaerts (°Hilvarenbeek 1563-+Tongerlo 1629) wordt voorgesteld ten halve lijve in driekwart profiel links voor een tafel met tafelkleed waarop een boek en een kruisbeeld. Hij draagt het norbertijnenhabijt met een mantel en mozetta; de handen zijn in gebed samengehouden, met abtsring. Achteraan een ruime drapering. Links onder op het tafelkleed wapenschild en devies van de abt: CRUX ARIDA NUTRIT (biografie deel I, p. 35-37).
Bibliografie:: P. LEFEVRE, 1917, p. 43; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 333-336, in zonderheid p. 336.
Foto: ensemble: B98376 (1945), Z004566 (2002).
370. Schilderij
H. Norbert van Prémontré
Vlaamse School
gedateerd onder rechts 1628
olieverf op doek, hoogte 188 cm, breedte 127 cm
Norbert wordt voorgesteld in norbertijnenhabijt met toga, superplie, mozetta en pallium; met borstkruis en abtsring, bisschoppelijke staf en mijter. Aan de voeten Tanchelm en de duivel. Hij staat bij een gedekt portiekaltaar, met baldakijn, monstrans, kaarsen en een schilderij waarop de H. Johannes de Doper is voorgesteld. Op het tweede plan links een gezicht op de abdij van Tongerlo met een kruisbeuk van de voormalige gotische kerk.
Onderaan rechts datering en het wapenschild met devies van de opdrachtgever abt Adriaan Stalpaerts (1608-1629) (biografie zie deel I, p. 35-37).
Foto: ensemble B97012 (1945), N15296 (1991), KN358 (1991), Z004576 (2002); detail: bovenhoek links Z004578 (2002).
371. Schilderij
Portret van Theodoor Verbraecken, abt van Tongerlo (1629-1644)
Vlaamse School
ca. 1630
olieverf op doek, hoogte 125 cm, breedte 101 cm
Abt Verbraeken (°1571-+1644) wordt voorgesteld ten halve lijve driekwart profiel rechts, zittend in een zetel voor een doek, in norbertijnenhabijt met mozetta, hoge bonnet op het hoofd, rechterhand met abtsring en rozenkrans. Rechts van hem mijter en boek; achter de zetel de abtsstaf. In bovenhoek rechts een stadsgezicht; daaronder wapenschild van de abt (biografie zie deel I, p. 37).
Bibliographie: P. LEFEVRE, 1917, p. 57; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 336-338, in zonderheid p. 338.
Foto: ensemble B98393 (1945), Z004565 (2002).
372. Schilderij
Portret van norbertijn Bartholomeus Pluckerius (°1604-+1668)
gedateerd opschrift: AETATIS 32 AN 1637
Vlaamse School
1637
olieverf op doek, hoogte 77 cm, breedte 59 cm
Bartholomeus Pluckers (°Kwaadmechelen 1604-+1668), geprofest in 1624, studeerde te Rome, Dowaai en Leuven, baccalaureaat in de godgeleerdheid, onderwees theologie aan het noviciaat, werd proost aan de Sint-Sulpitiuskerk te Diest van 1635 tot 1668 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 16.063).
Voorgesteld in buste, driekwartprofiel links, met superplie en stola en het kanunikkenpelsje op de arm. Boven rechts wapenschild en devies: TEMPORE SVO.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 37.
Foto: ensemble B98382 (1945), Z004595 (2002).
373. Schilderij
Aanbidding van de herders
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 82 cm, breedte 106 cm
Voor een doek en een bouwvallig gebouw tonen Maria en Jozef het Jezuskind aan de herders. Het kind ligt halfnaakt op een doek in een kribbe. Maria knielt erbij neer en Jozef staat erachter, de handen gevouwen. De herders staan errond, knielen neer of komen toegelopen. Hun giften in natura liggen voor de kribbe op de bodem. Boven zweven engelen en engelenkoppen in een gloed. Op het tweede plan brengt een engel de blijde boodschap aan de herders met hun kudde.
Foto: ensemble M277766 ( 1991), Z004489 (2002).
374. Schilderij
Bespotting van Jezus
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 42 cm, breedte 60 cm
Temidden de massa zit Jezus op een verhoog; zijn naakte lichaam draagt de sporen van de geseling; zijn handen zijn gebonden en hij draagt een rietstaf; op het hoofd een doornenkroon, een lendendoek om het middel. De menigte van soldaten en burgers verdringt zich rond de gegeselde; op het tweede plan Pilatus en zijn gezelschap. Het is nacht, er brandt een toorts en een lantaarn; het lichaam van Jezus is helder geschilderd, rondom zijn hoofd is er een gloed.
Foto: ensemble M277846 (1991), Z004642 (2001).
375. Schilderij
Calvarie met Maria Magdalena aan de voet van het kruis
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 121 cm, breedte 83,5 cm
In een bergachtige omgeving, tegen een donkere hemel, werden de personages afgebeeld. De bleekgrijs geschilderde Jezus heeft bijna horizontaal gespreide armen, de rechtervoet op de linker. Maria draagt een rozig kleed, een blauwe mantel met kap en wit hoofddoek; zij richt zich met gevouwen handen tot Jezus. Johannes draagt een wit kleed en een rode schoudermantel; hij richt zich tot Jezus met gespreide armen. Maria Magdalena omarmt het kruis; zij draagt een wit kleed en een lichtpaarse schoudermantel.
Foto: ensemble Z004460 (2002).
376. Schilderij
Ecce Homo
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 38 cm, breedte 27,5 cm
De naakte Jezus wordt in buste voorgesteld met meewarige ogen, lange haren, baard en snor, doornenkroon op het hoofd.
Foto: ensemble B97016 (1945), Z004252 (2001).
377. Schilderij
Geseling van Jezus
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 76 cm, breedte 63 cm
In een duistere ruimte met classisistisch uitzicht is Jezus aan een zuil gebonden; naakt, met een lendendoek. Vier beulen omringen hem en voeren de geseling uit.
Foto: ensemble M277847 (1991), Z004610 (2002).
378. Schilderij
H. Franciscus van Assisi in extase
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 98,5 cm, breedte 72,5 cm
Francisus is voorgesteld ten halve lijve, liggend, in franciscanenhabijt, een schedel tegen de rechterhand, een kruisbeeld op de borst, stigmata in handen en in de borst. Hij kijkt in extase naar de engel die uit de hemel daalt en het doek van Veronica voorhoudt. De verflaag is gebarsten in de voegen van het paneel.
Foto: ensemble Z004535 (2002).
379. Schilderij
H. Godfried van Cappenberg
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 122 cm, breedte 93 cm
Godfried van Cappenberg wordt voorgesteld ten halve lijve in een interieur met zuil, in norbertijnenhabijt met mozetta en mantel, de armen gekruist, kroon op het hoofd; hij knielt voor een tafel met tafelkleed waarop een schedel en een kroon; links het wapenschild van Cappenberg. Op het tweede plan ligt Godfried op zijn sterfbed, omringd door drie confraters; in de ruime kamer zweven vanuit de hemel engelen tegemoet, de eerste engel draagt een kroon. Rechts midden het opschrift: B GODEFRIDUS. EX. COMITE. CAPPENBERGENSI. CANONICS. ORD. PRAEM.
Godfried, graaf van Cappenberg (°1097-+1127) schonk in 1122 de burcht van Cappenberg aan Norbert, ondanks de tegenstand van zijn familie. Godfried was een man van geweldloosheid. Hij stierf op jonge leeftijd; hij wilde martelaar worden en had doodsverlangens (zie deel I, nr. 9; D. DE CLERCK 2001, p. 14).
Foto: ensemble M277908 (1991), Z004636 (2002).
380. Schilderij
H. Maria Magdalena
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 34,6 cm, breedte 23,8 cm
In een bosrijke omgeving knielt Maria Magdalena neer voor een gebedenboek; zij is omringd door haar attributen: zalfpot, schedel, gesel. Zij heeft lang haar, draagt een witgrijs kleed en een gelig opperkleed.
Foto: ensemble Z004248 (2001).
381. Schilderij
H. Milo van Terwaan
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 123 cm, breedte 93 cm
De gelukzalige abt en bisschop Milo van Terwaan (°ca.1080-+1158) wordt voorgesteld in een interieur; hij zit in een zetel in norbertijnenhabijt, met mozetta, abtsring en abtskruis; nabij een tafel met tafelkleed waarop een kruisbeeld en een boek. Gedurende bijna dertig jaar was hij bisschop van Terwaan. Aanvankelijk was hij een eremiet en richtte hij verscheidene stichtingen op; later besloot hij bij de Orde van Prémontré aan te sluiten; hij zou nog talrijke stichtingen uitvoeren. Hij was een man van de daad, vermaard om zijn kennis en zijn deemoed. In 1159 werd een blinde vrouw genezen toen zij ging bidden op het graf van de H. Milo, in een visoen verschenen de bisschop en de H. Maagd (H. JANSSENS, 1999, p. 104-105; D. DE CLERCK, 2001, p. 52). De genezing wordt voorgesteld boven links. Opschrift midden rechts: B. MILO 30 EPVS MORINORVM ORD. PRAEM.
Foto: ensemble M277909 (1991), Z004635 (2002).
382. Schilderij
H. Petrus
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 35 cm, breedte 37 cm
De apostel Petrus wordt in buste voorgesteld voor een donkere achtergrond, met zijn typische, energieke kop, gekleed in groen-blauw kleed en rode mantel, de handen gevouwen. Mogeljk knielt hij neer op een bidstoel waarop een opengeslagen boek rust. Boven links een stukje hemel en een haan, herinnerend aan het verraad van de apostel.
Foto: ensemble Z004219 (2001).
383. Schilderij
H. Siard van Mariëngaard
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 91 cm, breedte 74 cm
Voorgesteld ten halve lijve, in norbertijnenhabijt,met mozetta, de rechterhand voor de borst, in de linkerhand een abtsstaf; met aureool en spreektekst AM BONUS ISRAEL DEV… Rechts van Siard broden, boek, kruisbeeld en bonnet. Boven links een doorkijk naar een veld en een kerkje.
Foto: ensemble M277910 (1991).
384. Schilderij
H. Theresia van Avilla
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op doek, op paneel, hoogte 71,5 cm, breedte 58 cm
De heilige wordt in buste voorgesteld in karmelitessenhabijt, de handen samengevoegd in gebed; zij kijkt naar de H. Geestduif boven links. Boven haar hoofd een banderol met devote tekst; onder rechts de vermelding van haar naam.
Foto: ensemble Z004634 (2002).
385. Schilderij
Jezus sterft aan het kruis
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op koper, hoogte 23,5 cm, breedte 18,5 cm
De naakte Jezus met lendendoek hangt aan het kruis met bloedende wonden, de armen gespreid, de rechtervoet op de linker, de ogen open, doornenkroon op het hoofd. Kruistitel bovenaan. Grijsbleek lichaam tegen donkere achtergrond. Achteraan het schilderij is er een niet-geïdentificeerd opschrift.
Foto: ensemble Z004241 (2001); detail: opschrift op achterzijde, IR-opname Z004243 (2001).
386. Schilderij
Man van Smarten
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op koper, hoogte 26,5 cm, breedte 20,8 cm
Tegen een donkere achtergrond wordt Jezus voorgesteld: zittend, naakt, met een ruim perizonium, bebloed, de armen gekruist, een rietstaf in zijn rechterhand, de doornenkroon op het hoofd, de doorboringen van de kruisiging. Rond het hoofd is er een aureool.
Foto: ensemble Z004643 (2002).
387. Schilderij
O.-L.-Vrouw met kind omringd door kloosterlingen
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 102 cm, breedte 82 cm
O.-L.-Vrouw staat recht met het Jezuskind op haar rechterarm; zij is omringd door een schare van vrouwelijke kloosterlingen en novicen, citerciënzerzusters, waarvan er een zevental portretmatig geschilderd zijn. Het Jezuskind neigt neer naar een van de kloosterlingen. In de lucht zweeft een engel met in de handen een krroon boven O.-L.-Vrouw en haar zoon. Onderaan een hek met een deurtje, die de tuin afsluiten waarin de personages zijn opgesteld (besloten hof). Mogelijk gaat het hier over het klooster La Oliva, van Morlanwelz; de aanwezige olijfbladeren zou hier kunnen op wijzen, al komt de kloosterpopulatie niet overeen met de getalsterkte op het schilderij (informatie cisterciënzerabdij O.-L.-Vrouw van het H. Hart te Westmalle; AAT D 27, nr. 183).
Tentoonstelling: 1994 Brussel, nr. 105.
Foto: ensemble B32917 (1942), B97026 (1945).
388. Schilderij
Portret van Jan Brief van Grave, abt van Tongerlo (1385-1399)
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op doek, 127 cm x 101 cm
Abt Brief van Grave (+1399) wordt voorgesteld ten halve lijve, driekwart rechts profiel, zittend in een zetel met kussen, voor een tafel waarop een kruisbeeld, een mijter en een open boek; hij draagt een norbertijnenhabijt, mozetta op de schouders, bonnet op het hoofd, met abtskruis. Achter de zetel een drapering en het wapenschild van de abt, onleesbaar devies. In de bovenhoek rechts een vergezicht en een zuil waarop het opschrift: OBIIT 1399 19 DECEMBER.
Foto: ensemble B98388 (1945), Z004570 (2002).
389. Schilderij
Portret van Arnold Streyters, abt van Tongerlo (1530-1560)
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 118 cm, bteedte 97 cm
Abt Streyters wordt voorgesteld ten halve lijve, zittend in een zetel, in norbertijnenhabijt, mozetta op de schouders, bonnet op het hoofd. Rechts van de abt een tafel met mijter en staf. Achteraan een grote drapering; in de bovenhoek rechts wapenschild. In de bovenhoek links een doorkijk naar een landschap (biografie van de abt zie deel I, p. 33; zie ook H. DE RIDDER-SYMONS 1972).
Bibliografie:: P. LEFEVRE, 1917, p. 43; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 321-325, in zonderheid p. 324; L.C. VAN DYCK, 1994, p. 21.
Foto: ensemble: B98392 (1945), Z004568 (2002).
390. Schilderij
Portret van Antoon Tsgrooten, abt van Tongerlo (1504-1530)
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 124 cm, breedte 99 cm
Abt Tsgrooten (°Oosterwijk 1460-+Tongerlo 1530) wordt voorgesteld ten halve lijve, driekwart profiel links, zittend in een zetel, in norbertijnenhabijt, mozetta op de schouders, bonnet op het hoofd, een boekje in zijn rechterhand. Rechts van de abt mijter en staf met tweemaal Pelikaan die zijn jongen voedt. Achteraan een ruime drapering; in bovenhoek links: wapenschild van de abt (voor biografie zie deel I, p. 31).
Bibliografie:: P. LEFEVRE, 1917, p. 47; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 317-321, in zonderheid p. 321.
Foto: ensemble: B98369 (1945), Z004569 (2002).
391. Schilderij
Stilleven met fruit
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 48 cm, breedte 63 cm
Op een tafelblad, in een koperen schaal en in een lichtgroene, faïence schotel ligt een assortiment fruit uitgestald: druiven, perziken, kersen, pruimen; meestal met takje en lover; vooraan een geschilde citroen met schil.
Foto: ensemble B97058 (1945), M277801 (1991), Z004224 (2001).
392. Schilderij
Vaas met bloemenruiker
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw (?)
olieverf op paneel, hoogte 63 cm, breedte 48 cm
In een grote, blawgrijze vaas met de voorstelling van een hert, staat een grote bloemenruiker met sterk gevarieerd assortiment: tulpen, hyacinten, rozen, lelietjes van dale, pioenrozen; met huijesslak, vlieg, rups.
Foto: ensemble Z004542 (2002).
393. Schilderij
Vera effigies
Vlaamse School
1ste helft 17de eeuw
olieverf op paneel, hoogte 32 cm, breedte 27 cm
Het doek van Veronica wordt weergegeven met het gelaat van de lijdende Jezus. Hij heeft lang haar, een baard en een snor; op zijn hoofd de doornenkroon.
Bibliografie: J. BAUWENS, 1947, p. 129; M. KOYEN, Tongerlo door de eeuwen heen 1973, p. 57.
Foto: ensemble B98361 (1945), Z004514 (2002).
394. Schilderij
Portret van norbertijn Gisbert Mutsaert (°1598-+1668)
gedateerd opschrift AETATIS 53 1651
Vlaamse School
1651
olieverf op doek, hoogte 78 cm, breedte 59 cm
Gisbert Mutsaert (°Meerhout 1598-+Mechelen 1668) was kanunnik van de Tongerlose abdij vanaf 1618; in 1627 onderpastoor te Alphen, 1630 circator en novicemeester, 1634 prior, pastoor van Vissenaken in 1638. Van 1636 tot 1668 was hij proost van de abdij van Leliëndaal te Mechelen; de proosten van Leliëndaal zouden vanaf 1636 in Tongerlo worden gevraagd in plaats van in de abdij van het Park. Mutsaert was de raadsman van priorin Elisabeth van Beke tijdens de vernieuwing van de kloosterkerk (1662) door Lucas Faydherbe. In 1657 schonk hij een glasraam aan de Sint-Michielsabdij te Antwerpen, met zijn wapenschild en dat van Leliëndaal (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 16.055; E. HOUTMAN, Prieuré de Leliëndael à Hombeek, 1992, p. 413).
Gisbert Mutsaert wordt voorgesteld in buste, driekwart profiel rechts, met rozenkrans in de hand. Het schilderij is gedateerd 1651; Mutsaert was toen 53 jaar oud. Boven rechts wapenschild en devies: FASCES FASCES (mutsaart).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 33.
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 144.
Foto: ensemble B97065 (1945), M110962 (1973), Z004539 (2002).
395. Schilderij
Portret van Augustinus Wichmans, abt van Tongerlo (1644-1661)
Vlaamse School
1650
olieverf op doek, hoogte 127 cm, breedte 113 cm
Opschrift: AETATIS SUAE 56 1650.
Abt Augustinus Wichmans (°1596-+1661) wordt voorgesteld ten halve lijve, in norbertijnenhabijt, zittend in een zetel, driekwart profiel rechts, met mozetta, borstkruis, hoge bonnet op het hoofd, rozenkrans; mijter en staf links. Met wapenschild en devies Sicut aquila boven links (biografie zie deel I, p. 37; zie ook N.J. WEYNS 1972).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 60; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 338-341, in zonderheid p.338.
Foto: ensemble B97072 (1945), M277748 (1991), Z004439 (2002).
396. Schilderij
Portret van Augustinus Wichmans, abt van Tongerlo (1644-1661)
Vlaamse School
midden 17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 128 cm, breedte 114 cm
Abt Augustinus Wichmans (°1596-+1661) wordt voorgesteld ten halve lijve, in norbertijnenhabijt, zittend in een zetel, driekwart profiel links, met mozetta, borstkruis, hoge bonnet op het hoofd, schrijfpen in de rechterhand, rozenkrans in de linker. Met wapenschild en devies Sicut aquila boven links (biografie zie deel I, p. 37; zie ook N.J. WEYNS 1972).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 60; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 338-341, in zonderhed p. 338.
Foto: ensemble B98375 (1945), Z004564 (2002).
397. Schilderij
Portret van Albert Ursino, abt van Tongerlo (1663-1664)
Vlaamse School
ca. 1663
olieverf op doek, hoogte 69 cm, breedte 60 cm
Abt Ursino (°1617-+1664) wordt voorgesteld in buste, driekwart profiel links met mantel (biografie zie deel I, p. 39).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 47; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 341-343.
Foto: ensemble M277933 (1991), Z007255 (2003).
398. Schilderij
Portret van Albert Ursino, abt van Tongerlo (1663-1664)
Vlaamse School
ca. 1663
olieverf op doek, hoogte 129 cm, breedte 106 cm
Abt Ursino (°1617-+1664) wordt voorgesteld ten halve lijve, driekwart profiel links, in norbertijnenhabijt met mozetta om de schouders, bonnet op het hoofd, abtskruis in de linkerhand, abtsring aan de rechterhand. Aan zijn rechterzijde mijter en abtsstaf. In de bovenhoek rechts wapenschild en devies: POST TENEBRAS SPERO LUCEM (biografie zie deel I, p. 39).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 47; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 341-343, in het bijzonder p. 343.
Foto: ensemble B98374 (1945), Z004563 (2003).
399. Schilderij
Portret van Jacobus Hroznata Crils, abt van Tongerlo (1664-1695)
Vlaamse School
ca. 1670
olieverf op doek, hoogte 124 cm, breedte 97 cm
Abt Crils (°1625-+1695) wordt voorgesteld op jongere leeftijd, ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel rechts, met mozetta, borstkruis en abtsring, boekje in de linkerhand, hoge bonnet op het hoofd. Links van hem mijter en staf. Met wapenschild en devies boven links: FUNDAMENTA EIUS IN MONTIBUS SANCTIS (biografie zie deel I, p. 39). Portret op oudere leeftijd zie nr. 403.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 13; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 343-346, in het bijzonder p. 346.
Foto: ensemble B98394 (1945), Z004562 (2002).
400. Schilderij
Portret van norbertijn Joannes Verheurst (°1601-+1675)
gedateerd opschrift AETATIS SUAE 65 Ao 1671
Vlaamse School
1671
olieverf op doek, hoogte 116 cm, breedte 77 cm
Joannes Verheurst (°Grimbergen 1601-+Mechelen 1675) werd geprofest in 1625; hij werd achtereenvolgens vicarius te Westerlo, cellarius, provisor en rector; in 1639 pastoor, in 1654 rector van het refugium van Tongerlo te Mechelen (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 16.064).
Rector Verheurst wordt voorgesteld op 65-jarige leeftijd, ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel links, bonnet op het hoofd, gebedenboek in de linkerhand. Boven links wapenschild en devies EVELLE ET PLANTI.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 58.
Foto: ensemble B97066 (1945).
401. Schilderij
Portret van onbekend norbertijn
Vlaamse School
1676
olieverf op doek, hoogte 108 cm, breedte 83 cm
Met opschrift: 1676 AETATIS SUAE 35.
De vijfendertigjarige norbertijn wordt voorgesteld ten halve lijve, rechtstaande, driekwart profiel links, boek in de linkerhand, bonnet in de rechter.
Bibliogragie: Pl. LEFEVRE 1917, p. 45.
Foto: ensemble B97069 (1945), Z004588 (2002).
402. Schilderij
Portret van Gerard Knyff, abt van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen (1682-1687)
Vlaamse School
ca. 1685
olieverf op doek, hoogte 141 cm, breedte 114 cm
Abt Knyff wordt voorgesteld ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel links, bonnet op het hoofd, met mozetta, abtskruis, met abtsstaf. Boven rechts moeilijk leesbaar wapenschild en devies.
Sterk gelijkend portret bewaard in de abdij van Averbode (116 x 99), zelfde pose, andere achtergrond.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 27; J. VAN DEN NIEUWENHUIZEN, 1969, p. 413-419.
Foto: ensemble B97070 (1945), ensemble M277749 (1991), Z004432 (2002).
403. Schilderij
Portret van Jacobus Hroznata Crils, abt van Tongerlo (1664-1695)
Vlaamse School
ca. 1690
olieverf op doek, hoogte 120 cm, breedte 83 cm
Abt Crils wordt voorgesteld op oudere leeftijd, ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel rechts, met mozetta, borstkruis en abtsring, boek in de linkerhand. Met moeilijk leesbaar wapenschild en devies boven rechts: FUNDAMENTA EIUS IN MONTIBUS SANCTIS (biografie zie deel I, p. 39).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 13; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 343-346, in het bijzonder p. 346.
Foto: ensemble B98390 (1945), Z004592 (2002).
404. Schilderij
Calvarie omringd door norbertijnen en norbertinessen
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 39 cm, breedte 31 cm
Op een verhoging staat de Calvarie; rechts boven de naakte Jezus aan het kruis, de armen v-vormig gespreid, met lendendoek, met bloedende wonden aan hoofd, handen en voeten. Maria en Johannes staan voor het kruis. Aan de voet van de verhevenheid knielen rechts twee norbertijnen, links negen norbertinessen; tussen deze twee groepen: een lelie op de bodem. In de achtergrond een wijdse donkere hemel; boven links de maan en de zon.
Foto: ensemble M277927 (1991), Z004617 (2002).
405. Schilderij
Caritas Romana
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 87 cm, breedte 70 cm
In dit allegorisch tafereel wordt de christelijke deugd van de liefde verzinnebeeld. De Romeinse maagd Pera zou haar grijze vader Cimon in de gevangenis hebben bezocht en gezoogd zodat hij niet omkwam van honger. Het thema kwam meermaals voor in renaissance en barok (Rubens, Carravaggio);
De twee figuren worden ten halve lijve voorgesteld. De oude vader zit neergegnield voor zijn dochter; zij drukt het hoofd van haar vader tegen de rechter borst en houdt het gelaat afgewend.
Foto: ensemble Z004536 (2002).
406. Schilderij
Christus aan het kruis
Vlaamse School
17de eeuw of 19de eeuw
olieverf op doek, hoogte 79 cm, breedte 55,5 cm
De naakte Christus hangt aan het T-vormige kruis, de armen gespreid, het hoofd omhoog gericht, de voeten op elkaar, een lendendoek om het middel. De achtergrond is duister; links schijnt de maan door de wolken.
Foto: ensemble Z004537 (2002).
407. Schilderij
Kruisvizioen van Prémontré met zeven norbertijnse martelaren
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 148 cm, breedte 117 cm
De naakte Christus hangt aan een T-kruis met zeven stralen, de armen bijna horizontaal, met lendendoek en doornenkroon, een stralenkrans rond het hoofd. Zeven martelaren omringen het kruis: Joannes Eckius, kanunnik van Dommartin (vuur), Ludolphus, bisschop van Ratzeburg (kelk), Adrianus en Jacobus, kanunniken van Middelburg (strop), Petrus Janssens Calmphoutanus, kanunnik van Tongerlo (bijl), Eelko Liaukama, abt van Lidlum (bloemen en stok) en Hroznata, stichter van Tepla (boeien?) (identificatie abt Jeroen De Cuyper). Twee engelen zweven bovenaan met lauwerkransen voor de heilige norbertijnen bij het kruis.
Opschrift op boek: IGNE ME EXAMINASTI.
Joannes Eckius (de Hecque) trad binnen in de abdij van Dommartin (F); werd parochiepriester, later provisor van de abdij. Werd gevangengenomen door de calvinisten, gemarteld voor zijn geloof, totslot geslagen met het zwaard en in brand gestoken met buskruit; dit gebeurde in 1568 (D. De Clerck 2001, 173-175).
Biografie Hroznata zie deel 1, p. 104, nr. 46.
Foto: ensemble M277911 (1991), Z004639 (2002); detail: opschrift op boek Z004638 (2002).
408. Schilderij
Christus met kruis verschijnt aan de H. Ignatius te Rome
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 113,5 cm, breedte 164 cm
In een wolkenkrans met engeltjes verschijnt Christus met het kruis op de schouders, in een grijspaars kleed, een doornenkroon op het hoofd. God de Vader vergezelt hem, zetelend, in een wit kleed en met goud bestikte mantel, met een kruisdragende wereldbol in de hand, een engelenkop onder de rechtervoet. Ignatius, in donker habijt, met hoog voorhoofd, knielt op de bodem, de handen gevouwen; op de bodem: boek en staf. Ignatius van Loyola (°1491-+1556) kreeg een verschijning toen hij in 1540 naar Rome ging om een goedkeuring van de orde der jezuïeten te bekomen.
Foto: ensemble Z004451 (2002).
409. Schilderij
H. Augustinus van Hippo
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 125 cm, breedte 102 cm
Voorgesteld ten halve lijve, in bisschopsornaat, zittend in een zetel, mijter op het hoofd, handen voor de borst, schrijfpluim tussen de vingers: op de sierband van de koorkap voorstellingen van de H. Paulus en Johannes de evangelist(?). Voor Augustinus een tafel met een open boek. In de achtergrond een doorkijk naar een stad bij de zee; op het strand: Augustinus mediteert over het kindje met de schelp; in de lucht de H. Drievuldigheid.
Foto: ensemble M277851 (1991).
410. Schilderij
H. Cecilia musiceert met engelen
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 138 cm, breedte 210 cm
Cecilia zit neer bij een orgeltje (?); zij is omringd door engelen die musiceren of zingen: twee engeltjes staan bij haar met een zangboek, links en rechts staan er engelen met snaar en blaasinstrumenten.
Foto: ensemble B97025 (1945).
411. Schilderij
H. Elisabeth van Arennest
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 100 cm, breedte 72 cm
Elisabeth van Arennest (+1505) werd norbertines in het klooster Besloten Hof te Herentals. Ze werd de zesde priorin; onder haar bestuur werd de kloosterkerk aangevat. Zij werd bekend om haar diepe nederigheid (D. DE CLERCK,2001, p. 272). Zij wordt voorgesteld ten halve lijve, in kloosterhabijt, een brandende lamp in de uitgestoken rechterhand; enkele nederige bloempjes in haar linkerhand. Links boven zweeft de H.Geestduif.
Foto: ensemble B97062 (1945), Z004640 (2002).
412. Schilderij
H. Familie met Elisabeth en Sint-Janneke
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 102 cm, breedte 90 cm
In een interieur met drapering zit Maria neer voor een zuil; zij draagt een rood kleed en een blauwe schoudermantel die op haar schoot rust; het naakte Jezuskind zit op een wit doek op haar schoot. Het Jezuskind neigt voorover naar het lammeke van Sint-Jan die voor hem rechtstaat, bij zijn moeder Elisabeth die neerknielt. Maria kijkt achterwaarts naar een engel die een mandje bloemen draagt. Achter deze groep staat Jozef, hij leunt op een stok. Beneden links een mandje met doek en kat.
Foto: ensemble M277738 (1991), Z004543 (2002).
413. Schilderij
H. Franciscus van Assisi
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 109 cm, breedte 78 cm
Voorgesteld in een duistere grot in een bruine pij, kap op het hoofd, geknield op de bodem, de handen in gebedshouding, met baard en snor, de ogen gesloten. Op de bodem een schedel; op een tweede plan een volgeling.
Foto: ensemble Z004462 (2002).
414. Schilderij
H. Norbert van Prémontré
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 119 cm, breedte 77 cm
Norbert werd voorgesteld in norbertijnenhabijt; hij staat op een boek en een voetstuk, hij draagt een monstrans in de geheven rechterhand, staf en olijftak in de linkerhand; met mozetta, pallium, ring en borstkruis. Aan zijn voeten ligt links Tanchelm, met kelk en de duivel als gezel; rechts een engeltje met de mijter en een genezen vrouw met kind.
Foto: ensemble M277901 (1991), X001298 (2005).
415. Schilderij
H. Norbert van Prémontré
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 99 cm, breedte 64 cm
Ten halve lijve voorgesteld in norbertijnenhabijt, met mozetta en pallium, de linkerhand voor de borst. Links van Norbert een monstrans, een mijter en een lauriertak; achter Norbert een engel met een kruisstaf.
Foto: ensemble M127202 (1978).
416. Schilderij
H. Norbert van Prémontré geneest een bezetene
Vlaamse School
17de eeuw
papier en aquarelverf, hoogte 24,5 cm, breedte 17,5 cm
Norbert werd voorgesteld in norbertijnenhabijt, met mantel, monstrans in zijn rechterhand. Achter hem zijn er twee engelen met mijter en staf. Voor hem ligt een bezetene (Tanchelm?) op de bodem; hij wordt bedwongen door Norbert en een engel die assisteert. De engel houdt een speer (?) en een slangenbundel in de rechterhand.
Foto: ensemble M277944 (1991).
417. Schilderij
Hoeve in een landschap
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 40 cm, breedte 51 cm
De hoeve bestaat uit een woonhuis en twee aangebouwde stallingen. Een figuur met stok wandelt over het erf. De hoeve ligt in een bosrijke omgeving. Een glooiend berglandschap teken zich af in de achtergrond, tegen een grijze hemel.
Foto: ensemble Z004225 (2001).
418. Schilderij
H. Paulus van Tarsos
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 109 cm, breedte 56,5 cm
Ten voeten uit voorgesteld, in contraposthouding, met de linkerarm leunend op een voetstuk met boek; met witte baard, rood kleed en grijze schoudermantel; de rechterhand steunt op een zwaard; blote voeten, de linkervoet gekruist voor de rechter. Geplaatst voor een ruime hemel; links onder een landschap in de achtergrond.
Foto: ensemble M277813 (1991), Z004457 (2002).
419. Schilderij
H. Petrus
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 110 cm, breedte 59,5 cm
Ten voeten uit voorgesteld, in contraposthouding, in een groen kleed en een beige schoudermantel, in de rechterhand een sleutel, de linkerhand voor de borst, met grijze baard, blote voeten, het linkerbeen voorwaarts gericht. Geplaatst voor een diep landschap met een ruime hemelpartij.
Foto: ensemble M277812 (1991), Z004456 (2002).
420. Schilderij
Kroning van Maria door de H. Drievuldigheid
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 114 cm, breedte 85 cm
Gedragen door engelen in een wolkenkrans stijgt Maria tenhemel; zij is geknield en heeft de armen voor de borst; zij draagt een witgrijs kleed, een blauwe mantel en grijze sluier. De H. Drievuldigheid verschijnt boven haar en houdt een laurierkrans boven haar hoofd; Christus is gekleed in een rood doek; God de Vader zit neer, hij draagt een grijs kleed en een gouden mantel, met septer, wereldbol onder de voet; boven tussen hen zweeft de H. Geestduif.
Foto: ensemble Z004455 (2002).
421. Schilderij
O.L.Vrouw overhandigt Norbert van Prémontré het wit habijt
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 110 cm, breedte 86 cm
De H. Norbert werd ten halve lijve voorgesteld, in norbertijnenhabijt, rechtstaand, met monstrans, kruisstaf, olijftak, borstkruis, mijter, mozetta en pallium. Tegenover Norbert een wolkenkrans met een zittende Lievevrouw met Jezuskind; zij biedt Norbert het witte habijt aan.
Foto: ensemble B97043 (1945).
422. Schilderij
Portret van Petrus Emmericus, pastoor te Diest
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 101 cm, breedte 79 cm
Pieter Van Emmeryck (°’sHertogenbosch 1574-+Tilburch 1625) werd geprofest te Tongerlo in 1594, was pastoor van Tongerlo (1599-1601), van de O.-L.-Vrouwekerk te Diest (1601-1616), en te Tilburg. Hij was geestelijk leider van Johannes Berchmans (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis 1500).
Pastoor Emmericus wordt voorgesteld als norbertijn, met rozenkrans in de gevouwen handen, ten halve lijve, geknield naar links voor een tafel met kruisbeeld. Boven links wapenschild en devies: SURGITE POSTQUAM SEDERITIS.
Twee andere portretten bleven zeker van deze kanunnik te Diest bewaard waarin hij in dezelfde positie werd voorgesteld. (zie databank KIK).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 21.
Foto: ensemble B98372 (1945) Z004605 (2002).
423. Schilderij
Portret van norbertijn Jan Matthaeus (+1487)
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 66 cm, breedte 55 cm
Opschrift: R.D. JOAS MATTHAEI S.T.D. 3 PRAEP. Joannes Matthaeus (+1487) was herkomstig uit Duffel, doctor in de theologie, prior van de abdij van Tongerlo, proost van de Sint-Sulpitiuskerk te Diest waar hij werd benoemd in 1473 (AAT.Bio.Sodales canoniae Tongerloensis 1300-1400).
Jan Matthaeus wordt voorgesteld in buste, driekwart profiel rechts, met superplie, met rode muts. Wapenschild boven links.
Mogelijk kopie naar ouder voorbeeld.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 31; L.C. VAN DYCK, 1994, p. 15.
Foto: ensemble B98377 (1945), M277826 (1991), Z004596 (2002).
424. Schilderij
Portret van Embert Nievelaer, abt van Heylissem (1553-1557)
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 66 cm, breedte 51 cm
Embert Nievelaer (+1557) werd geprofest te Tongerlo (1530), licentiaat in de geneeskunde, prior te Tongerlo (1540), pastoor te Westerlo (1540), proost van de Sint-Sulpitiuskerk te Diest in 1541, tot abt gekozen van de abdij van Heylissem in 1553. Opschrift onderaan: D. EMBERTUS NIEVELAER PRAE. AB. HE (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis 1500).
Abt Nievelaer wordt voorgesteld in buste, driekwart profiel rechts, met mijter, koorkap, abtsstaf in de linkerhand. Boven links wapenschild. Kopie naar oud voorbeeld.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 35; M. KOYEN, 1969, p. 747-771, in het bijzonder p. 763.
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 343.
Foto: ensemble B98386 (1945), M110971 (1991), Z004603 (2002).
425. Schilderij
Portret van norbertijn Joannes Van den Dijck
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 64 cm, breedte 52 cm
Met opschrift: IOANNES AB AGGERE V PRAEPOSITUS
Proost Joannes Van den Dijck (Ab Aggere) was afkomstig uit Hoogeloon; hij deed studies in Leuven en haalde het diploma van baccalaureaat theologie. In 1497 werd hij pastoor te Hapert en Loon. Van 1504 tot 1530 was hij proost in de Sint-Sulpitiuskerk te Diest. Hij stierf te Diest in 1530 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis 1300-1400).
Hij wordt voorgesteld als norbertijn, in buste, met gevouwen handen, voor een kruisbeeld, driekwart profiel rechts. Met wapenschild boven links.
Bibliografie: Pl. LEFEVRE 1917, p. 50.
Foto: ensemble B98385 (1945), Z004594 (2002).
426. Schilderij
Portret van Godecharles van den Nieuwenhuysen (+1607)
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 65 cm, breedte 51 cm
Godecharles van den Nieuwenhuysen (+1607) was herkomstig uit Weelde; hij werd pastoor van Waalwijk (1593), in 1599 proost van de Sint-Sulpitiuskerk te Diest; hij stierf daar aan de pest in 1607 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis 1500).
Voorgesteld in buste, driekwart profiel rechts, in supperplie met stola, de handen gevouwen; met een kruisbeeld. Boven links wapenschild. Moeilijk leesbaar onderschrift: R D GODSC…..
Foto: ensemble B98371 (1945), M277827 (1991), Z004604 (2002).
427. Schilderij
Portret van Gregorius Van der Hagen, abt van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen (1539-1562)
Vlaamse School
17de
olieverf op doek, hoogte 128 cm, breedte 110 cm
Gregorius Van der Hagen (+1562), tot abt verkozen in 1539. In 1548 schonk hij een glasraam aan de Sint-Catharinakerk van Hoogstraten. Mogelijk was hij de bouwer van het Prinsenhof te Antwerpen, de verblijfplaats van ondermeer Karel V en Filips II. Van der Hagen was raadgever van Karel V. Vanwege de stad Antwerpen werd hij in 1553 beschuldigd van onregelmatigheden, bevoordeligingen van zijn familieleden. Eerst in 1561 kon er tot een akkoord worden gekomen betreffende wederzijdse rechten en plichten (J. VAN DEN NIEUWENHUYZEN, 1992, p. 195-261 in ‘t bijzonder p. 234-235).
Voorgesteld ten halve lijve, driekwart profiel rechts, zittend in een zetel, bonnet op het hoofd, met mozetta, borstkruis, voor een tafel met tafeltapijt, kruisbeeld en vaas met meiklokjes; rechts mijter en staf. Boven links wapenschild en devies UBI HUMILITAS IBI PATIENTIA.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 34; J. VAN DEN NIEUWENHUIZEN, 1969, p. 413-416.
Foto: ensemble B97073 (1945), Z004430 (2002).
428. Schilderij
Portret van onbekend norbertijn
Vlaamse School
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 67 cm, breedte 59 cm
De norbertijn wordt voorgesteld in buste, rechtstaande, driekwart profiel rechts, bonnet in de handen.
Bibliografie: Pl. LEFEVRE 1917, p. 46.
Foto: ensemble B97064 (1945), Z007257 (2003).
429. Schilderij
Portret van Gregorius Guillielmus Piëra, abt van Tongerlo (1695-1723)
Vlaamse School
einde 17de-begin 18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 144 cm, breedte 116 cm
Voorgesteld op jongere leeftijd, driekwart profiel rechts, zetelend, met mijter; in norbertijnenhabijt, met superplie en mozetta (biografische gegevens zie deel I, p. 39-41).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 37; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 346-350, in ’t bijzonder p. 350.
Foto: ensemble Z004431 (2002).
430. Schilderij
Portret van Gregorius Guillielmus Piëra, abt van Tongerlo (1695-1723)
Vlaamse School
omstreeks 1720
olieverf op doek, hoogte 141 cm, breedte 115 cm
Abt Piëra is voorgesteld op oudere leeftijd, ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel rechts, met mozetta, borstkruis en abtsring; met mijter en staf. Boven links wapenschild en devies: DISCRETE (biografische gegevens zie deel I, p. 39-41).
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 37; KOYEN M.H. (+) en L.C. VAN DYCK, 1992, p. 346-350, in ’t bijzonder p. 350.
Foto: ensemble B98384 (1945), Z004591 (2002).
431. Schilderij
Portret van Gregorius Tilmannus Van Rijckevorsel (°1686-+1764)
Vlaamse School
1719-1728
olieverf op doek, hoogte 118 cm, breedte 95,5 cm
Gregorius Tilmannus Van Rijckevorsel (°’sHertogenbosch 1686-+Poppel 1764) was de zoon van een geneesheer; trad binnen in 1705, werd priester gewijd in 1711, na zijn studies te Rome; 1713 vicarius te Tilburg; 1719 provisor te Tongerlo; 1728-1764 pastoor te Poppel. (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis, nr. 17.025).
Voorgesteld ten halve lijve, driekwart profiel links, pruik op het hoofd, zittend op een stoel met armleuningen, bij een boekenkast; in norbertijnenhabijt, bonnet in zijn linkerhand, in de rechter een briefje met opschrift: A MONSIEUR / MONSIEUR T. I. VAN RIJCKEVORSSEL PROVISEUR A TONGERLOO.
Foto: ensemble Z004424 (2002).
432. Schilderij
Portret van Jaak Jozef Van der Boven, abt van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen (1738-1748)
Vlaamse School
ca. 1738-1748
olieverf op doek, hoogte 133 cm, breedte 96 cm
Jaak Jozef Van der Boven (°Antwerpen 1688-+Antwerpen 1748), priester gewijd in 1713, onderpastoor te Borsbeek (1715), viceprior, novicenmeester (1719; 1722), prior in 1721. Pastoor te Borsbeek in 1724, regent van de abdij na de dood van prelaat Lams. Tot abt benoemd in 1738. In 1738 aangeduid tot heer van Zandvliet, Berendrecht en Nederokkerzeel; hij ontving verscheidene politieke persoonlijkheden ondermeer Koning Lodewijk XV in 1746. In 1746 gaf hij aan vader en zoon Horemans de opdracht tot het schilderen van de ontvangst van de koning door de Gilde van de Schermers (J. VAN DEN NIEUWENHUYZEN, 1992, p. 195-261 in ‘t bijzonder p. 254-255).
Abt Van der Boven wordt voorgesteld ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel rechts, met mozetta, bonnet op het hoofd; mijter en staf rechts, wapenschild boven links.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 51; J. VAN DEN NIEUWENHUIZEN, 1969, p. 417.
Foto: ensemble B98368 (1945), M277745 (1991), Z004435 (2002).
433. Schilderij
Portret van Joannes Chrysostomus Sammels, abt van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen (1748-1753)
Vlaamse School
midden 18de
olieverf op doek, hoogte 130 cm, breedte 113 cm
Joannes Chrysostomus Sammels (°Antwerpen 1701-+1753) werd priester gewijd in 1725, baccalaureaat in theologie, lesgever in theologie en de heilige schrift, tresaurier, viceprovisor en provisor, regent. Tot abt gekozen in 1748. Hij liet in 1752 de refuge te Brussel heropbouwen (J. VAN DEN NIEUWENHUYZEN, 1992, p. 195-261 in ‘t bijzonder p. 255).
Abt Sammels wordt voorgesteld, ten halve lijve, zittend in een zetel, met mozetta, borstkruis, bonnet op het hoofd; een boek in de rechterhand, een document met zegel in de linker. Rechts mijter en staf; links boven wapenschild en devies DULCITER ET VELOCITER.
In de abdij van Averbode bewaart men een identiek portret met dezelfde afmetingen; het lijkt in betere staat.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 40; J. VAN DEN NIEUWENHUIZEN, 1969, p. 413-419.
Foto: ensemble B97071 (1945), M277747 (1991), Z004438 (2002).
434. Schilderij
Portret van Bonifacius Van Weerdt, provisor van de abdij van Tongerlo
Vlaamse School
ca. 1738-1762
olieverf op doek, hoogte 122 cm, breedte 102 cm
Bonifacius Van Weerdt (°Wouw 1697-+1762) deed tussen 1715-1717 studies te Leuven, werd geprofest te Tongerlo in 1721, studeerde van 1721 tot 1724 aan het Romeins college te Rome, waar hij in 1723 tot priester werd gewijd; 1725 onderpastoor te Alphen, 1738 provisor te Tongerlo, 1756 provisor te Antwerpen (AAT.Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 17.088).
Voorgesteld ten halve lijve, zittend in een zetel, in een interieur met boeken, in driekwart profiel rechts, brief in de rechterhand.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 57.
Foto: ensemble B98383 (1945), M277792 (1991), Z004421 (2002); detail: IR-opname van brief Z004422 (2002).
435. Schilderij
Portret van Wilhelmus Fr. Rosa, abt van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen (1781-1786)
Vlaamse School
ca. 1781-1786
olieverf op doek, hoogte 123 cm, breedte 99 cm
Wilhelmus Rosa (°Leuven 1731-+Nederokkerzeel 1786), priester gewijd in 1754, baccalaureaat theologie, archivaris, cellier, lesgever over de heilige schrift, viceprovisor (1769), apostolisch protonatarius (1771), regent (1771 en 1781) en provisor (1781). In 1781 tot abt verkozen. Hij stierf op 26 september 1786 te Nederokkerzeel waar hij verbleef wegens gezondheidsredenen (J. VAN DEN NIEUWENHUYZEN, 1992, p. 195-261 in ‘t bijzonder p. 259).
Abt Rosa wordt voorgesteld ten halve lijve, rechtstaande, driekwart profiel links, met mozetta, bonnet, boek in de rechterhand. Boven rechts wapenschild en devies: PER CRUCEM AD ASTRA. Nog twee portretten bleven van hem bewaard in de premonstratenzenabdij van Averbode. Staatsieportret met hermelijnen schoudermantel.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 39: J. VAN DEN NIEUWENHUIZEN, 1969, p. 417.
Foto: ensemble B97067 (1945), Z004436 (2002).
436 Schilderij
Portret van Godfried Hermans, abt van Tongerlo (1780-1799)
Vlaamse School
1780-1799
olieverf op doek, hoogte 89 cm, breedte 71 cm
Abt Hermans (°1725-+1799) wordt voorgesteld in buste, driekwart profiel rechts, met mozetta, hij verbergt zijn borstkruis deels met een pand van zijn kleed, vermoedelijk wijst dit op de moeilijkheden met de bezetters (biografische gegevens zie deel I, p. 43). In een portret op oudere leeftijd is het kruis verborgen onder zijn singel.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 25.
Foto: ensemble B97082 (1945), M277742 (1991), Z004538 (2002).
437. Schilderij
Portret van Godfried Hermans, abt van Tongerlo (1780-1799)
Vlaamse School
1796-1799 (?)
olieverf op doek, hoogte 62 cm, breedte 49 cm
De prelaat wordt voorgesteld in buste, in vooraanzicht, mogelijk voor een portret in een ovaal medaillon. Het abtskruis zit verborgen onder de singel. Mogelijk voorgesteld in de hoedanigheid van pastoor te Haren waar hij verbleef van 1796 tot aan zijn dood in 1799.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 25.
Tentoonstelling: 1973 Heverlee, nr. 199.
Foto: ensemble B97079 (1945), M110952 (1973), Z004544 (2002).
438. Schilderij
Portret van Bonaventura Jacobs, proost te Diest
Vlaamse School
4de kwart 18de
olieverf op doek, hoogte 133 cm, breedte 100 cm
Bonaventura Jacobs (°Linkhout 1736-+Diest 1800) werd tot priester gewijd in 1761; kreeg verdere opleiding te Rome 1761-1764. In 1764 werd hij te Tongerlo circator en ziekenmeester; in 1766 archivist, in 1772 econoom, in 1775 provisor te Antwerpen; in 1782 proost in de Sint-Sulpitiuskerk te Diest (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr. 17.254).
Voorgesteld als norbertijn, zittend en schrijvend aan een tafel; in driekwart profiel links; een boekenkast rechts, bonnet op de tafel. Met wapenschild onder links.
Herkomst: het portret werd aan de abdij geschonken in 1898 door Juffrouw Theresa Van der Velpen, uit Mechelen.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 26.
Tentoonstelling: 1998 Brussel, nr. 74; 1998 Turnhout, nr. 74.
Foto: ensemble B98387 (1945), Z004590 (2002).
439. Schilderij
Portret van onbekend norbertijn provisor Tilburch Godefridus Verberck
Vlaamse School
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 115 cm, breedte 86 cm
Voorgesteld ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel rechts, met boek in de rechterhand. Zie ook nr. 21.
Bibliografie: Pl. LEFEVRE 1917, p. 46.
Foto: ensemble B97068 (1945), Z004427 (2002).
440. Schilderij
Portret van onbekend norbertijn
Vlaamse School
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 138,70 cm, breedte 101,50 cm
Voorgesteld ten halve lijve, in vooraanzicht, staande voor een boekenkast met drapering, in norbertijnenhabijt, een boek in zijn rechterhand; zijn linkerarm leunt op een tafeltje waarop zijn bonnet ligt.
Foto: ensemble Z004585 (2002).
441. Schilderij
Portret van onbekend norbertijn
Vlaamse School
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 102 cm, breedte 84 cm
Voorgesteld ten halve lijve, driekwart profiel rechts, zittend in een zetel, in norbertijnenhabijt, met pruik, een lorgnet hangt rond de hals.
Foto: ensemble Z004600 (2002).
442. Schilderij
Trinitas terrestris
Vlaamse School
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 100 cm, breedte 60 cm
Voorstelling van de H. Familie met H. Geestduif en God de Vader erboven. Jezus wordt uitgebeeld als jongeling, een stralenkrans om het hoofd; hij houdt Maria en Jozef bij de hand. Maria kijkt naar haar zoon; Jozef draagt een lelie en richt de ogen in de hoogte. De H. Geest zweeft boven het hoofd van Jezus. Bovenaan in een wolkenkrans is God de Vader voorgesteld, met gespreide armen, vergezeld van engelen.
Foto: ensemble M277811 (1991).
ANONIEM
443. Schilderij
Nar
gedateerd 1671
anoniem
1671
olieverf op doek, hoogte 120 cm, breedte 97 cm
De nar wordt voorgesteld ten halve lijve, een beker met vogel (?) in de hand; links van hem zwaard en helm. Bovenaan een tekst uit het Boek der Spreuken: WIE ZIJN HUIS BEROERT ZAL WIND ERVEN; EN DE DWAAS ZAL EEN KNECHT ZIJN VAN DESGENEN DIE WIJS VAN HART IS.
Foto: ensemble B97049 ( 1945), Z004613 (2002).
444. Schilderij
Bloemenstuk
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 73,50 cm, breedte 58 cm
Bloemenstuk in een vaas op een tafel met tulp, pioenroos, anemoon, sering …
Foto: ensemble B169475 (1957), Z004608 (2002).
445. Schilderij
Bloemenstuk
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 73,50 cm, breedte 58 cm
Bloemenstuk in een vaas op een tafel met tulp, pioenroos, anemonen, sering …
Foto: ensemble B97057 (1945), B169476 (1957), Z004609 (2002).
446. Schilderij
Boodschap van de aartsengel Gabriël aan Maria
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 48 cm, breedte 58 cm
Maria zit geknield aan een bidstoel, de handen op de borst; zij draagt een blauwgrijs kleed, een rode schouderdoek en een witte hoofddoek. Gabriël knielt voor haar neer, een lelie in de linkerhand; de rechter maakt een aandachtig gebaar; hij draagt een wit kleed en een rood overkleed. Tussen hen zweeft de H. Geestduif in een ruime wolkenhemel.
Foto: ensemble Z004622 (2002).
447. Schilderij
Calvarie met Maria Magdalena aan de voet van het kruis
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 56 cm, breedte 39,5 cm
In een heuvelachtig landschap tegen een wijdse donkere hemel staat het kruis met de naakte Jezus met lendendoek, de armen bijna verticaal, de rechtervoet op de linker. Maria Magdalena omhelst de voet van het kruis; Maria en Johannes staan rechts opgesteld. De kleuren zijn erg gehavend en blind geslagen.
Foto: ensemble Z004476 (2002).
448. Schilderij
H. Antonius van Padua
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 93 cm, breedte 64,5 cm
Voorgesteld ten halve lijve in franciscanenhabijt; hij kijkt naar het naakte Jezuskind dat op een gesloten boek op zijn linkerhand staat; de rechterhand is geheven. Het Jezuskind draagt een sluier, het steekt de armpjes uit naar de heilige.
Foto: ensemble B97048 (1945), Z004487 (2002).
449. Schilderij
H. Evermodus van Ratzeburg
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 50 cm, breedte 40,5 cm
Evermodus is op een verhoog voorgesteld als bisschop met superplie, stola, koorkap en mijter; in de rechterhand houdt hij een kwispel, de linker rust op zijn borst. Voor hem knielen twee noodlijdenden neer, de armen smekend ten hemel; op de bodem liggen boeien. Achter de heilige en in de lucht zijn er engelen; rechts twee engelen die een banderol vasthouden: DOMINUS SALVATOR OMNIPOTENS (biografie zie deel I, p. 69, nr.9). In de achtergrond links het silhouet van een gebouwencomplex.
Foto: ensemble Z004472 (2002).
450. Schilderij
H. Gerlach van Houthem
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 51,5 cm, breedte 41,5 cm
Gerlach wordt voorgesteld in een bosrijke omgeving, in norbertijnenhabijt, geknield voor een holle boom, een ridderhelm ligt op de bodem achter hem. Twee engelen vergezellen hem. Twee andere engelen zweven in de lucht en torsen een kruisbeeld van waaruit de genadestralen naar Gerlach zijn gericht. Links achter een waterput. Gerlach was een kluizenaar die nooit nobertijn is geweest. Sinds 1962 wordt zijn gedachtenis niet meer gevierd binnen de Orde (biografie zie deel I, p. 74, nr. 13).
Foto: ensemble Z004646 (2002).
451. Schilderij
H. Familie met Elisabeth, Zacharias en Sint-Janneke
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 25 cm, breedte 20 cm
In een ovaal worden de figuren ten halve lijve weergegeven. Maria staat centraal met het naakte Jezuskind op haar linkerarm; zij draagt een rozig kleed en een blauwe mantel met kap. Elisabeth leunt tegen Maria en biedt een roos aan het Jezuskind; zij draagt een wit kleed, blauw bovenkleed en geeloranje mantel, een geel hoofddoek. Sint-Janneke staat rechts; met kleedje, schouderdoek, in de rechterhand een kruis met vaantje: ECCE AGNVS DEI. De oudere mannen staan achter deze groep.
Foto: ensemble B97035 (1945), M277930 (1991), Z004623 (2002).
452. Schilderij
H. Godfried van Cappenberg
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 50,5 cm, breedte 40,5 cm
Godfried is geknield voorgesteld, voor een drapering in een interieur; hij draagt een norbertijnenhabijt en houdt de handen in gebedshouding; voor hem ligt er een wereldbol en een kroon op een kussen; achter hem staat een engeltje met een kroon. In een wolkendek verschijnen er engelenkoppen en een engel met kruisdragende wereldbol en een kroon (biografie zie deel I, p. 69, nr. 9).
Foto: ensemble Z004470 (2002).
453. Schilderij
H. Siard van Mariëngaard deelt aalmoezen uit
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 50 cm, breedte 40 cm
Siard staat op een verhoog, voor een drapering en een vaas, in norbertijnenhabijt; hij deelt broden uit aan de armen; de broden worden door een engel vanuit een mand aangereikt; met abtsstaf achter Siard (biografische gegevens zie deel I, p. 61, nr. 5).
Foto: ensemble Z004469 (2002).
454. Schilderij
Jezus aan het kruis
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 105 cm, breedte 72,5 cm
Tegen een donkere hemel hangt het bleke lichaam van de verlosser aan het T-vormige kruis, de armen in V-vorm, met lendendoek, zijn rechtervoet op de linker, het hoofd omhooggericht richting kruistitel. In de linker bovenhoek de maan en het ochtendgloren.
Foto: ensemble Z004488 (2002).
455. Schilderij
onbekend norbertijnenheilige
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 50 cm, breedte 40,5 cm
De heilige is voorgesteld als norbertijnenabt met superplie, koorkap en stola; twee engelen vergezellen hem en houden zijn koorkap vast; één engel draagt de abtsstaf. Voor deze groep liggen allerlei werktuigen op de bodem: bijl, zwaard, tang, rijf, gesel. In de lucht talrijke engeltjes en een grote engel met een kroon. In de achtergrond links: een kerkje. Gaat het hier om Petrus Janssens?
Foto: ensemble Z004471 (2002).
456. Schilderij
Terugvinding van het lichaam van de H. Cecilia
anoniem
17de eeuw ?
olieverf op doek, hoogte 53,5 cm, breedte 68 cm
Op een getegelde vloer ligt het lichaam van Cecilia uitgestrekt. Zij is gekleed in een lang, met strepen en bloemetjes versierd blank kleed; zij draagt een hoofddoek en sluier; achter in de nek de wonde van haar onthoofding; de armen zijn stijf gestrekt, de voeten bloot. Bovenaan een in goud geschilderde tekst die verduidelijkt dat het lichaam van de martelares in die houding werd teruggevonden in 1599 te Rome; zij werd onthoofd in 232 tijdens de regering van keizer Alexander: HOC HABITV INVENTV EST S CECILIAE CORPVS CVALYSAEIQUE SS CORPORIBUS ARCAE LIGNEAE INCLVSVM SVB ARA MAXIMA AEDIS LLI SACRAE IN VRBE ROMA XX OCTOB M D XC IX SVB ALEX IMP MARTIRY CORONA DECORATUR X KAL DECEMBER CCXXXII. Het lichaam was bewaard in een houten kist onder een altaar in de catacomben; gesierd met de kroon van het martelaarschap.
Foto: ensemble Z004477 (2002).
457. Schilderij
Vanitastafereel
anoniem
17de eeuw
olieverf op doek, hoogte 57,50 cm, breedte 81,50 cm
Op een tafel liggen een aantal kostbare of belangrijke voorwerpen vermengd met voorwerpen die aan de eindigheid van het leven herinneren: boeken, brieven, gezegelde documenten, schrijfgerief, koffertje, muziekpartituur, schedel, zandloper, gedoofde kaars op kandelaar. Hierachter een rode drapering. In Nederland was dit onderwerp geliefd.
Herkomst: nalatenschap pastoor A. Romme te Roosendaal.
Foto: ensemble M277793 (1991), Z004482 (2002).
458. Schilderij
Landschap met Tobias met de engel
anoniem
17de-18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 42,50 cm, breedte 38,5 cm
Ruig berglandschap met bomen op de voorgrond. In het dal de jonge Tobias met de engel. Het doek is vervuild.
Foto: ensemble B97046 (1945), Z004551 (2002).
459. Schilderij
Landschap met Sara
anoniem
17de-18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 42 cm, breedte 38,50 cm
Ruig berglandschap met bomen op de voorgrond. In het dal vermoedelijk Sara, de vrouw van de jonge Tobias; zij draagt een kruik. Dit schilderij hoort naar afmetingen en stijl bij het vorige schilderij, vandaar de iconogafische interpretatie. Vervuilde toestand.
Foto: ernsemble B97047 (1945), Z004552 (2002).
460. Schilderij
Opwekking van een lamme vrouw door de apostelen Petrus en Johannes
anoniem
einde 17de-begin 18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 103 cm, breedte 82,5 cm
In een doorgang nabij een huis staan de apostelen op een drempel; Petrus staat vooraan en heft de hand bezwerend in de hoogte, hij is blootsvoets en draagt een blauw kleed en een beigekleurige mantel. Johannes staat achter hem, de handen gevouwen. Voor hen ligt op de bodem een vrouw in een verkrampte houding; zij draagt een rozig kleed, een blauwe mantel, een wit doek om de blote schouders. Drie toeschouwers staan achter haar, zij kijken vol verbazing naar het gebeuren. Op het tweede plan enkele huizen, zichtbaar doorheen een portiek. Classicistisch van sfeer.
Foto: ensemble Z004461 (2002).
461. Schilderij
Portret van Herman-Jozef Boeracker (°1680-+1747)
anoniem
1ste helft 18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 72 cm, breedte 59,5 cm; met lijst hoogte 97 cm, breedte 85 cm
Voorgesteld in buste, vooraanzicht, in norbertijnenhabijt; met cappa.
Herman-Jozef Boeracker (°Reek 1680-+Olen 1747), doopnaam Nicolaas, trad binnen te Tongelo in 1702; hij studeerde te Rome van 1706 tot 1710; priester gewijd te Rome in 1707. Werd achtereenvolgens vicarius te Roosendaal (1711), supprior en novicenmeester te Tongerlo (1715), prior in 1717, pastoor te Olen (1720), pastoor te Klein-Zundert (1740). Zijn vader overleed in de abdij, zie nr. 219 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr 17.014).
.
Herkomst: overgedragen door de familie Smits, te Reek; tijdelijk bewaard in de pastorie te Roosendaal.
Foto: ensemble Z004428 (2002).
462. Schilderij
Bloemenstuk
anoniem
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 135 cm, breedte 109 cm
In een hoge vaas op de hoek van een afsluiteng werden talrijke bloemen geschikt: rozen, zonnebloemen, papavers, pioenen, hydrangea … Onfrisse oppervlaktetoestand.
Foto: ensemble B97059 (1945), Z004412 (2002).
463. Schilderij
Bloemenstuk
anoniem
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 135 cm, breedte 109 cm
In een hoge vaas op een console werden talrijke bloemen geschikt: rozen, pioenrozen, anemonen, chrysanten, hydrangea... Onfrisse oppervlaktetoestand.
Foto: ensemble Z004413 (2002).
464. Schilderij
Bloemenstuk, met landschap
anoniem
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 35 cm, breedte 46 cm
Rondom een stenen nis werd een bloemenstuk gerangschikt met rozen, tulpen, pioenen … Rechts landschap met kerktoren. Onfrisse oppervlaktetoestand.
Foto: ensemble Z004483 (2002).
465. Schilderij
Bloemenstuk
anoniem
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 196 cm, breedte 131 cm
Rondom een hoge, stenen vaas op een console werden talrijke bloemen geschikt: roos, lelie, tulp, winde, hibiscus … Onfrisse oppervlaktetoestand.
Foto: ensemble B98366 (1945), Z004574 (2002).
466. Schilderij
Bloemenstuk
anoniem
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 196 cm, breedte 131 cm
Rondom een hoge, stenen vaas op een console werden talrijke bloemen geschikt: roos, lelie, tulp, asters … Erg onfrisse oppervlaktetoestand.
Foto: ensemble B98367 (1945), Z004575 (2002).
467. Schilderij
H. Carolus Borromeus
anoniem
18de eeuw
olieverf op doek, gekleeft op hout, hoogte 66 cm, breedte 56,5 cm
In buste voorgesteld met typische fysionomie, als kardinaal, met aureool, de ogen opgericht, de handen over elkaar, een kruisbeeld in zijn linkerhand.
Foto: ensemble M277818 (1991), Z004475 (2002).
468. Schilderij
Jezus aan het kruis
anoniem
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 100,5 cm, breedte 74,2 cm
Tegen een donkere achtergrond hangt de naakte Jezus aan het kruis genageld, met lendendoek, de armen V-vormig gespreid, de rechtervoet op de linker. Bovenaan de kruistitel. Aan de voet van het kruis een schedel. Boven links de maan en de zon.
Foto: ensemble Z007256 (2003).
469. Schilderij
Landschap met vissers
anoniem
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 64 cm, breedte 85 cm
Heuvelachtig landschap met links een rivier waar twee vissers een visnet op het droge trekken. Rechts een boerderij en drie paarden bij een bomenrij. Op het tweede plan enkele boerderijen tussen het groen, en twee wandelaars.
Foto: ensemble Z004481 (2002).
470. Schilderij
Rivierlandschap met overstroming
anoniem
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 36 cm, breedte 45 cm
In een vlak rivierlandschap, nabij een kapel, is de stroom buiten zijn oevers getreden. Mensen en vee trachten te ontsnappen aan de calamiteiten. De lucht is donkergrijs en dreigend.
Foto: ensemble M277739 (1991), Z004485 (2002).
471. Schilderij
Stilleven in trompe-l’oeil
anoniem
18de eeuw
olieverf op doek, hoogte 79 cm, breedte 60 cm
In het midden van een kastdeurtje met doorzichtig glas-in-lood werd een lint gespannen; hierachter werden brieven, ander papierwerk en schrijfgerief gestoken; links werd er aan het lint een bundel papierwerk opgehangen met een rood touwtje; het deurtje heeft twee hengsels en een slot met twee sleutels. Binnenin het kastje nog papierwerk.
Foto: ensemble B97051 (1945), Z004429 (2002).
472. Schilderij
Chistus aan de geselkolom
anoniem
einde 18de-begin 19de eeuw
olieverf op doek, hoogte 156 cm, breedte 78 cm
De naakte Jezus wordt voorgesteld met lendendoek, doornenkroon op het hoofd, rietstok in de rechterhand, de handen gespreid, een touw om de rechterarm; het lendendoek is bebloed van de geseling. Links van Jezus staat een zuiltje, herinnerend aan de kolom waaraan hij werd gegeseld; vooraan een gesel. Bovenaan rond afgewerkt.
Foto: ensemble B97041 (1945), M277817 (1991), Z004419 (2002).
473. Schilderij
Portret van provisor Judocus Thijs
anoniem
einde 18de–begin 19de eeuw
olieverf op doek, gekleefd op papier, hoogte 45 cm, breedte 35 cm
Judocus Thijs (°Beerse 1754-+1824) trad binnen in 1777, priester gewijd in 1781, studeerde te Rome in 1783-1786, daarna keerde hij te paard terug naar Tongerlo. Werd circator in 1788, vicarius in de Sint-Sulpitiuskerk te Diest in 1789; volgde Adrianus Heylen op als provisor in 1790; deze provisortaak bleef hij uitoefenen tijdens het Frans bewind toen hij ondergedoken leefde bij de notaris in Westerlo (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis, nr. 17.331; zie ook N.J. WEYNS 1977).
Voorgesteld in buste, in profiel; hij draagt het norbertijnenhabijt.
Bibliografie: Pl. LEFEVRE 1917, p. 45.
Tentoonstelling: 1998 Turnhout, nr. 73.
Foto: ensemble Z004486 (2002).
474. Schilderij
Portret van Philippus De Lespes (°1767-+1848), pastoor te Vissenaken
anoniem
1ste helft 19de eeuw
olieverf op doek, hoogte 112 cm, breedte 98 cm
Philippus De Lespes (°Diest 1767-+Vissenaken 1852) trad binnen te Tongerlo na filosofiestudies te Leuven (1791); werd priester gewijd in 1795; in 1797 werd hij assistent te Tilburg, in 1798 te Waalwijk, in 1802
onderpastoor te Retie, in 1819 pastoor te Vissenaken. Hij was de langstlevende kanunnik van de oude abdij, voor de opheffing door de Fransen (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr 17.377).
Voorgesteld ten halve lijve, zittend in een zetel, driekwart profiel rechts, met superplie en stola, linkerhand voor de borst; bonnet op de tafel.
Bibliografie: P. LEFEVRE, 1917, p. 15.
Tentoonstelling: 1998 Turnhout, nr. 75.
Foto: ensemble B98379 (1945) Z004598 (2002).
475. Schilderij
H. Drievuldigheid
anoniem
19de eeuw
olieverf op doek, ovaal, hoogte 64,5 cm, breedte 53 cm
H. Drievuldigheid voorgesteld door twee personen en de duif. Christus is halfnaakt, draagt een wit lendendoek en een rood doek op de schoot, kruis in de rechterhand. God de Vader met baard en snor, draagt een beige kleed en een blauwe mantel, een gouden driehoek achter het hoofd, een scepter in de linkerhand; hij kijkt naar Christus. Tussen deze twee zweeft de H. Geestduif in een stralenkrans. Vooraan ligt een wereldbol waarnaar Christus wijst met de linkerarm.
Foto: ensemble Z004490 (2002).
476. Schilderij
H. Familie
anoniem
19de eeuw
olieverf op doek, hoogte 62 cm, breedte 44 cm
In een interieur zit Jozef in een zetel met het Jezuskind op de schoot; hij is een oude man met welige, grijze baard en snor; hij draagt een grijs kleed en een gele mantel; het naakte kind zit op een wit doek dat voor zijn middel geslagen is. Maria zit neer bij haar kind en geeft het eten met een lepel vanuit een bord; zij draagt een wit onderkleed, een roze bovenkleed, een groenblauwe rok en een wit schouderdoek; het haar is samengebonden met een lint.
Foto: ensemble M277928 (1991), Z004616 (2002).
477. Schilderij
Karel V in gedachten verzonken
anoniem
19de eeuw
olieverf op doek, hoogte 26 cm, breedte 20 cm
In een interieur zit Karel V in een houten zetel voor een tafel waarop een kroon en een mantel rusten. Hijzelf is rijkelijk uitgedost, met schoudermantel en hoofddeksel; hij heeft een baard en een snor; zijn hoofd is bezorgd voorover gebogen. Tegen de muur een schilderijtje met een gekruisigde Christus. Vooraan rechts boeken, papieren en een wanduurwerk.
De Habsburgse keizer Karel V (°Gent 1500-+1558) regeerde over het grootste gedeelte van Europa: het Heilig Roomse Rijk, de Habsburgse erflanden, de Spaanse erflanden, de Bourgondische erflanden. De in 1517 door Luther ingezette reformatie zou verscheurdheid brengen in de eenheid.
Foto: ernsemble Z004500 (2002).
478. Schilderij
Portret van paus Clemens XI
anoniem
19de eeuw
olieverf op doek, hoogte 65 cm, breedte 58 cm
Het portret werd geïdentificeerd door prelaat Bauwens (AAT, D27, nr. 183). Giovanni Francesco Albani (°1649-+1721) werd kardinaal in 1690, later paus Clemens XI (1700-1721); hij bestreed het Jansenisme; gaf in 1713 de bulle “Unigenitus” uit.
Voorgesteld in buste, in profiel; in purperrood gewaad, met witte bonnet op het hoofd, met stola waarop tweemaal het wapenschild van de paus.
Foto: ensemble Z004473 (2002).
479. Schilderij
Portret van paus Innocentius XII
anoniem
19de eeuw
olieverf op doek, hoogte 70 cm, breedte 56 cm
Het portret werd geïdentificeerd door prelaat Bauwens (AAT, D27, nr. 183). Antonio Pignatelli (°1615-+1700) werd paus Innocentius XII in 1691; hij gaf in 1694 Ignatius Baekx, van Tongerlo, de titel protonotarius apostolicus en in 1697 werd deze titelvoerend abt van Beauchamps.
Voorgesteld in buste, in profiel; in purperrood gewaad, met bonnet op het hoofd, met stola waarop tweemaal het wapenschild van de paus.
Foto: ensemble Z004474 (2002).
480. Schilderij
H. Antonius van Padua met Jezuskind ontvangt de rozenkrans
anoniem
20ste eeuw
olieverf op doek, hoogte 35 cm, breedte 25,5 cm
De heilige knielt neer in een grot voor het Jezuskind dat naakt op een wit doek zit. Antonius draagt het franciscanenhabijt; in zijn rechterhand houdt hij een lelie. Boven links zweven twee engeltjes die een witte rozenkrans op het hoofd van Antonius plaatsen. Zwakke materiële toestand.
Foto: ensemble Z004491 (2002).
SCRIPTA
481. Archivalia, Stichtingsoorkonde
van Burchard, bisschop van Kamerijk
1133
perkament en inkt, hoogte 51 cm, breedte 42,5 cm
Met deze oorkonde van het midden van de twaalfde eeuw (AAT orig. Nr. 1) bekrachtigde de bisschop van Kamerijk Burchard de stichting van het dubbelklooster van de abdij van Tongerlo onder de regel van Sint-Augustinus. De stichting gebeurde onder toezicht van de eerste abt Waltman van de Sint-Michielsabdij te Antwerpen. De O.-L.-Vrouwekerk van de abdij is vrij van verplichtigen tegenover de bisschop; de keuze van de abt is een vrije aangelegenheid van de kloostergemeenschap, zonder bisschoppelijke tussenkomst; de abdij krijgt bijzondere rechten op de nabijgelegen parochiekerk. Begiftiger van de abdij was de vrome Giselbertus van Castelré. Hij schonk twee-derden van de tienden, 40 bunders grond, een molen, enkele huizen met hun bewoners, de Wimpelhoeve te Wiekevorst, de Lanchemhoeve te Noorderwijk, enkele stukken grond te Tongerlo en Oevel. Nadien zou Giselbertus lekebroeder geworden zijn in de abdij (zie ook deel 1, p. 61, nr. 4).
Bibliografie: E. VAN MINGROOT, 1972, p. 615-654; C. DE PILLECEYN, 1980, p. 13–16, L.C. VAN DYCK, 1993, p. 41; L.C. VAN DYCK, De Norbertijnenabdij van Tongerlo, 1994, p. 9.
Foto: ensemble Z005893 (2002).
482. Archivalia, Oorkonde
van de benoeming van abt J.P. Vander Achter (1724-1745)
1724
papier en inkt, hoogte 43 cm, breedte 49 cm
In 1724 werd door keizer Karel VI een document getekend waarin de benoeming van abt Vander Achter (1724-1745) werd bekrachtigd (biografie zie deelI, p. 41). Onderaan de oorkonde het zegel van de keizer zie ook nr. 316 in deel I.
Foto: ensemble Z005895 (2003).
SLUITSTUK
483. Koorkapgesp
Boodschap van de aartsengel Gabriël aan Maria
15de-16de eeuw
zilver, diameter 8 cm
Twee ronde gebogen medaillons met sluiting; randversiering met schubben. Links Maria gezeten op een bank, de armen gevouwen; links van haar een tafeltje met een bloemenvaas; boven de H. Geest in een wolkenkrans. Rechts een staande aartsengel Gabriël, een bloementak in de rechterhand, de linkerarm geheven. De kleding is telkens versierd met regelmatig en gegroepeerd ingedrukte punten.
Foto: ensemble M277887 (1991), Z004119 (2002).
TEXTIEL
484. Bekleding
van uitstaltafel voor het reliekschrijn van de H. Siard
met etiket AE GROSSE BRUGGE
door firma Grossé, Antoinette Emilienne Grossé
Brugge
midden 19de eeuw
rode, fluwelen onderstof met goud- en gekleurd zijdeborduursel
Rechthoekige lappen stof met sierboorden en decoratie met bladornamenten. Centrale medaillons met wapenschilden van Tongerlo en Prémontré. Binnenin etiket van de firma Grossé.
De familie Grossé (Grosset) was herkomstig uit de Franse Alpen (Maurienne). In de zeventiende eeuw vestigde Pierre Grossé zich te Gent als passementwerker (1680). In de achttiende eeuw huwde één van de nakomelingen Jean Josse Grossé met de Gentse Joanna Van Hoecke; zij hadden veertien kinderen. Verscheidene kinderen werden ingeschakeld in het bedrijfje voor passementwerk in de Veldstraat te Gent. Zoon Pierre Charles zette de zaak verder in de Veldstraat. De broer van Jean Josse huwde in 1791 de dochter van een Brugse garenspinner Quique; met name Jean Baptiste Grossé zal de handelszaak van zijn schoonvader verder zetten. De neef Jean François (°1774-+1848) verliet Gent en trok naar Brugge nadat hij zich in Parijs had bekwaamd in het galon weven. Hij kende veel sukses; bij zijn afsterven telde men zestig weklieden. In de tweede helft van de 19de eeuw groeide het aantal activiteiten onder invloed van de toenemende vraag en de nieuwe kunststromingzn (neogothiek). Vanaf 1850 nam Jean François Grossé de touwtjes stevig in handen. Louis Grossé (1811-1899) senior kreeg een kunstopleiding aan de academie van Brugge; hij was borduurder en textielfabrikant, producent van neogotische kerkgewaden; hij was actief in de Brugse politiek. Louis zou zijn naam in Brugse annalen schrijven als fabrikant van zijdestoffen; vanaf 1846 begon hij met de fabricatie van zijden stoffen. Kort daarop ging hij over op de zijdeteelt, kweekte zijderupsen en verwerkte het spinsel. Zijn zoon Louis Grossé junior (°1840-+1929) zou de textielproductie verder zetten; zijn broers en zussen bleven ook actief in deze sector, in Brugge of elders (Gent, Brussel, Mechelen): galons weven, borduren, kerkgewaden, zijden stoffen, tapijten. Geleidelijk zullen er andere, moderne stijlontwerpen tot stand komen. De signatuur AE GROSSE werd gebruikt door Antoinette Emilienne Grossé (°1862-+1954), twaalfde kind van Louis Grossé junior en Coleta Coucke (C. GYSELEN; A. VAN DEN ABEELE)).
Foto: ensemble met wapenschild van Tongerlo X001387 (2005), met wapenschild van Prémontré X001386 (2005).
485. Gekleed beeld
O.-L.-Vrouw met Kind met wereldbol en scepter
2de helft 19de eeuw
hout, zijde, fluweel, gouddraad, kant, hoogte 68 cm
De Lievevrouw draagt een schoudermantel, een sluier op het hoofd. Op het kleed vooraan is er een Mariamonogram. Opgesmukt met kronen, rozenkransen, sierspelden, halssnoer, sierkettingen.
Behandeling: restauratie 1986 te Westerlo.
Foto: ensemble M277924 (1991).
486. Gekleed beeld
Kindje Jezus van Praag
2de helft 19de eeuw
gepolychromeerd hout, textiel en metaal, hoogte 48 cm
Het zegenend Jezuskind wordt voorgesteld ten voeten uit, met wereldbol op de linkerhand, toegevoegde kroon op het hoofd; met kleedje en mantel, kant rond hals en polsen; met toegevoegde sieraden.
De verering voor het oorspronkelijke beeld werd vanuit Praag verspreid nadat de karmelieten het in ontvangst hadden genomen in 1628 vanwege de adellijke familie Manriquez de Pinatelli. Toen in 1894 te Tongeren een nieuwe kloosterstichting gebeurde van de zusters van de Heilige Harten, brachten zij ook een kopie mee van het Kindje Jezus van Praag. Een bloeiende genootschap werd opgericht en een tijdschrift uitgegegeven. In 2003 werden deze taken overgenomen door de abdij van Tongerlo; de O.-L.-Vrouwekerk werd de nieuwe bedevaartplaats.
Bibliografie: J. DE CUYPER, 2003.
Foto: ensemble X001487 (2005); detail X001488 (2005).
487. Kazuifel
17de eeuw, onderstof vernieuwd 19de eeuw
zijde, goud- en gekleurd zijdeborduursel
Op de rug Mariamonogram. Kruis en balk versierd met fruitmotieven, bladmotieven en rankwerk. Onderstof met vierpassen, banden en bladmotieven.
Foto: ensemble rugzijde B98352 (1945), X001381 (2005), voorzijde B98351 (1945).
488. Kazuifel
17de eeuw
rood fluweel en gestulpt goudborduursel
Rugzijde met Jezusmonogram en wapenschild. Kruis en balk versierd met rankwerk.
Foto: ensemble rugzijde B98353 (1945), X001390 (2005), voorzijde B98350 (1945).
489. Kazuifel
Jezusmonogram
18de eeuw
gouden onderstof, zilverborduursel en gekleurd zijdeborduursel
Versierd met veelkleurige, gestyleerde bloemen en bladmotieven. Rugzijde met Jezusmonogram en Hart met drie nagels.
Foto: ensemble M277906 (1991), X001380 (2005).
490. Kazuifel
Calvarie
met etiket J DENIS BRUSSEL
door Josephine of Jeanne Denis
Brussel
midden 19de eeuw
roodfluweel en gekleurd zijdeborduursel
Rugzijde met Jezus aan het kruis, nis met O.-L.-Vrouw van Smarten en drie engelen; voorzijde met nis met H. Johannes de Doper. Kruis en balk versierd met bloemenranken. De gezusters Josephine en Jeanne Denis leverden in 1846 een compleet stel aan de begijnhofkerk te Herentals; in 1849 leverde Josephine Denis een koorkap aan dezelfde instelling, in 1859 een groene koorkap (J. COOLS (red.), 2010, p. 293, 307,308)
Herkomst: kasteel de Gellinck, te Noorderwijk.
Foto: ensemble rugzijde X001388 (2005), voorzijde X001389 (2005).
491. Kazuifel
Driehoek met Oog Gods
2de helft 19de eeuw
groene onderstof, handgeschilderde versiering
Kruis en balk versierd met veelkleurig geschilderde bloemen: rozen, tulpen, papavers, seringen, lelies, meiklokjes, lisbloemen, camelia’s, Oostindische kers …; op rugzijde voorstelling van Driehoek met Oog Gods.
Foto: ensemble rugzijde X001383 (2005), voorzijde X001384 (2005); detail van de versiering van de voorzijde X001385 (2005).
492. Kazuifel
Lam van de Apocalyps
2de helft 19de eeuw
witte moiréstof en goudborduursel
Kruis en balk versierd met bloemenranken; rugzijde met Lam van de Apocalyps.
Foto: ensemble rugzijde X001382 (2005).
493. Koorkap (4)
pontificaal gewaad
einde 19de eeuw-begin 20ste eeuw
rood fluweel, gekleurde zijdedraad en gouddraad
Met voorstellingen in de rugschilden: Bekering van de H. Norbert van Prémontré, H. Norbert van Pémontré ontvangt de kloosterregel, O.L.Vrouw overhandigt H. Norbert van Prémontré het wit habijt en H. Norbert van Prémontré op zijn sterfbed. Decoratie van bladranken op rugschild en sierbanden.
Behandeling: door de firma Grossé te Brugge.
Foto: ensemble rugzijde met H. Norbert ontvangt de regel Z009656 (2004), voorzijde Z009659 (2004); detail van koorkap, rugschild met Bekering van de H. Norbert Z009662 (2004), rugschild met H. Norbert ontvangt de schapulier Z009661 (2004), rugschild met H. Norbert op zijn sterfbed Z009660 (2004).
494. Koorkap
1ste helft 20ste eeuw
zwart fluweel en gouddraad
Eenvoudig gewaad; sierbanden met gestyleerde palmetten en bladmotieven.
Foto: ensemble rugzijde Z009663 (2004), voorzijde Z009665 (2004).
495. Liturgisch gewaad
met wapenschild van abt Arnold Streyters (1530-1560)
toegeschreven aan Gommaer Vervaeren, van Lier (° -+ )
gedateerd op beurs 1540
rood fluweel, kleurzijde en goudborduursel, met sierstenen en parels
Stel bestaande uit beurs, dalmatiek, kazuifel en koorkap.
Beurs met Christus op de koude steen (23,5 cm x 23,5 cm). De naakte Christus zit op een steen waarover een doek ligt; hij draagt een lendendoek, een rietstaf in de rechterhand, een doornenkroon op het hoofd; achter hem ligt het kruis. De figuur is omringd door bloemen. De beurs is afgeboord met ruitmotieven. Abtswapen van Arnold Streyters (1530-1560) midden onder (biografie zie deel I, p. 33).
Dalmatiek: onderstof versierd met granaatappels in goudborduursel; vertikale en horizontale sierbanden met lopend rankwerk in gekleurd zijdeborduursel.
Kazuifel: onderstof versierd met granaatappelranken in goudborduursel; kruis en balk met lopend rankwerk in gekleurd zijdeborduursel, medaillons met rozetten en op de rug voorstelling van Onze-Lieve-Vrouw met Kind met bloem, in een nis.
Koorkap: onderstof versierd met granaatappelranken in goudborduursel; sierpanden en rugschild met gekleurd zijdeborduurwerk; medaillons met rozetten, cartouches met blanke tekstbanden, zuiltjes en bladmotieven, slingers en nissen; rugschild met Zetelend Jezuskind op een kussen met wereldbol en zegenend gebaar; op de rugzijde met ingeweven initialen AR van abt Arnold Streyters (1530-1560).
Gommaer Vervaeren maakte in 1540 een liturgisch gewaad voor Kerk van O.L.Vrouw Geboorte te Broechem.
Behandeling: 1942 door werkplaatsen A.E. Grossé te Brugge (AAT, sectie D).
Bibliografie: M.H. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo, 1973, p. 37; IDEM, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 55.
Tentoonstelling: 1948 Antwerpen, nr. 764; 1961 Hilvarenbeek, nr. 83 en 89; 1963 Deurne nr. 293; 1966 Tongerlo, nr. 362; 1973 Heverlee, nr. 207; 1995 Valkenswaard, nr. 53.
Foto: ensemble beurs B98348 (1945), X001364 (2005); dalmatiek, rugzijde B98354 (1945), X001355 (2005), voorzijde X001356 (2005); kazuifel, rugzijde X001357 (2005), voorzijde B98349 (1945), X001358 (2005); detail rugzijde: voorstelling O.-L.-Vrouw met Kind X001359 (2005), sierband X001360 (2005); koorkap, , Antoinette Emilienne Grossé voorzijde B98345 (1945), Z009668 (2004), X001350 (2005); detail: sierband X001351 (2005), rugzijde B98346 (1945), Z009666 (2004), X001349 (2005); detail: rugschild B98347 (1945), X001352 (2005); detail voorstelling op rugschild Zittend Jezuskind met wereldbol X001353 (2005), detail van de onderstof met ingeweven opschrift AR X001354 (2005).
496. Liturgisch gewaad
pontificaal gewaad
1ste helft 20ste eeuw
groene zijde, gekleurde zijdedraad
Stel bestaande uit acht koorkappen, een kazuifel, een dalmatiek en een tuniek. Zijdestof met ingeweven bladornamenten. Op rugzijde van de kazuifel voorstelling van Lam Gods met kruis, bron van het leven. Koorkappen met rugschilden met O.-L.-Vrouw met busselkind, H. Geest en Hand van God de Vader, H. Drievuldigheid, symbolen van de H. Drievuldigheid.
Foto: kazuifel, ensemble rugzijde X001361 (2005); ensemble koorkap rugzijde met H. Drievuldigheid Z009671 (2004); detail koorkap: rugschild met O.-L.-Vrouw met busselkind Z009672 (2004), rugschild met drie olielampen Z009673 (2004), rugschild met drie ringen met een klaverblad Z009674 (2004), rugschild met drie verbonden ringen en centrale ring Z009675 (2004).
497. Liturgisch gewaad
Siardgewaad, prioraal gewaad
met etiket AE GROSSE BRUGGE
door firma Grossé, Antoinette Emilienne Grossé
Brugge
2de kwart 20ste eeuw
witte damastzijde en gekleurde zijdedraad
Stel bestaande uit vijf koorkappen, een kazuifel, een dalmatiek en een tuniek, een kelkvelum, een schoudervelum, een boekomslag. Eenvoudig gewaad; onderstof met ingeweven bladornamenten; met Palmboommotief in de sierbanden en op het rugschild. De gewaden dragen het etiket van de firma Grossé: AE GROSSE BRUGGE.
Bibliografie: TARCIES, 6, 1993, p. 17-19.
Foto: kazuifel, ensemble rugzijde X001362 (2005); koorkap, ensemble rugzijde Z009670 (2004).
498. Liturgisch gewaad
groot pontificaal gewaad
van abt Stalmans (1937-1953)
met etiket AE GROSSE BRUGGE
door de firma Grossé, , Antoinette Emilienne Grossé
Brugge
1937-1953
witte damastzijde met roodfluwelen sierbanden
Stel bestaande uit twaalf koorkappen, een kazuifel, drie dalmatieken en een tuniek, een mijter, een kelkvelum, een kniedoek, twee doeken ter versiering van de ambo’s.
Versierd met symbolen van de eucharistie. De onderdelen van het gewaad dragen het etiket van de firma Grossé: AE GROSSE BRUGGE.
De verwerkte onderstof met de ingeweven bladmotieven werd door Mgr. Noots meegebracht uit Italië.
Foto: dalmatiek, ensemble rugzijde X001363 (2005); kazuifel, ensemble rugzijde X001374 (2005); koorkap, ensemble rugzijde X001375 (2005), ensemble voorzijde met wapens Noots en Stalmans X001376 (2005); mijter, ensemble achterzijde met wapenschilden Stalmans en Tongerlo X001370 (2005).
499. Liturgisch gewaad
pontificaal gewaad
van abt Boel
met etiket AE GROSSE BRUGGE
door de firma Grossé, Antoinette Emilienne Grossé
Brugge
1953
rode stof met goudborduursel
Stel bestaande uit tien koorkappen, een kazuifel, vijf dalmatieken en een tuniek, een mijter, een kelkvelum, een kniedoek. Eenvoudige geometrische versiering. Met etiketten van de firma Grossé: AE GROSSE BRUGGE.
Foto: kazuifel, ensemble rugzijde X001379 (2005).
500. Liturgisch gewaad
klein pontificaal
met etiket AE GROSSE BRUGGE
door de firma Grossé, Antoinette Emilienne Grossé
Brugge
1958
beige onderstof met rode sierboorden
Stel bestaande uit twee koorkappen, een kazuifel, drie dalmatieken en een tuniek, een kelkvelum, een kniedoek, een schoudervelum. Deels ontworpen voor de Wereldtentoonstelling van 1958 te Brussel. Prelaat Boel liet een aantal gewaden bijmaken als aanvulling. Kazuifel met Chiroteken en wapenschild van Prémontré. Met etiketten van de firma AE GROSSE BRUGGE.
Bibliografie: TARCIES, 3, 1993, p. 32-34.
Foto: kazuifel, ensemble rugzijde X001378 (2005); koorkap, ensemble rugzijde X001377 (2005).
501. Mijter
van abt
2de kwart 17de eeuw
goudborduursel, glasstenen en bergkristal, hoogte 43 cm
Versiering met rankwerk en banden waartussen op harmonische wijze de sierstenen werden aangebracht.
Bibliografie: M.H. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo, 1973, p. 37.
Tentoonstelling: 1963 Deurne, nr. 301; 1973 Heverlee, nr. 208; 1992 Valkenswaard nr. 26.
Foto: ensemble voorzijde B169469 (1957), X001366 (2005), rugzijde X001365 (2005).
502. Mijter
van abt
19de eeuw
zijde en goudborduursel, sierstenen, hoogte 42 cm
Versiering met gestyleerd rankwerk en bloemen. Met niet geïdentificeerd wapenschild.
Foto: ensemble achterzijde M277905 (1991), X001367 (2005).
503. Mijter
van abt Stalmans (1937-1953)
1937-1953
witte onderstof met goudborduursel en gekleurd zijdeborduurwerk, hoogte 72 cm
Mijter versierd met rankwerk en lopende geometrische motieven.
Foto: ensemble achterzijde X001371 (2005).
504. Mijter
van abt Stalmans (1937-1953)
1937-1953
gele onderstof met goudborduursel en gekleurd zijdeborduurwerk, hoogte 72 cm
Mijter versierd met vierpuntige ster in cirkel en vierkant, lopende krullen en in elkaar grijpende ruiten.
Foto: ensemble achterzijde X001373 (2005).
505. Mijter
van abt
1ste helft 20ste eeuw
witte onderstof met goudborduursel, hoogte 65 cm
Mijter versierd met achtpuntige ster, lopende krullen en gepunte vlakken. Met opschrift op de lederen verstevigingsband van de rand binnenin: IDEAL.
Foto: ensemble achterzijde X001372 (2005).
506. Mijter
van abt
1ste helft 20ste eeuw
witte onderstof met zilver- en goudborduursel, met sierstenen, hoogte 64 cl, breedte 34 cm
Mijter versierd met kruisjes, rozetten en sierranden.
Foto: ensemble achterzijde X001368 (2005).
507. Mijter
van Mgr. Raeymaekers, apostolisch vicaris van Buta (1953-1960)
1953-1960
gele onderstof met gekleurd zijdeborduurwerk, hoogte 65 cm
Onderstof met ingeweven vlammende motieven, versierd met ster en lopende amandel- en ruitmotieven. Met wapenschilden van Tongerlo en Monseigneur Raeymaekers (gouden rad op lazuur, met in het hoofd drie bijlen van zilver op keel); devies: OMNIBUS PRODESSE (mij nuttig maken voor allen).
Mgr. Raeymaekers (°Geel 1899-+Tongerlo 1960) Trad binnen te Tongerlo in 1918, priester gewijd in 1925, hetzelfde jaar naar de missie van Buta in Congo, 1947 regulier overste van de missionarissen, 1953 apostolisch vicaris van Buta en bisschop van Lariamme. Keert terug naar Tongerlo in herstelverlof in 1960; overlijdt hetzelfde jaar (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr 19.095).
Foto: ensemble achterzijde X001369 (2005).
VERLICHTING
508. Kaarsenpan
merken op voetrand: Antwerpen, 67 en niet geïdentificeerd meesterteken (bij?)
Antwerpen
1767
zilver, hoogte 10 cm, diameter 14 cm
Ronde pan met hoge, gebogen boord; gekrulde duimgreep; cilindervormige kaarsenhouder versierd met horizontale banden, met opstaande, ronde vetvanger; ronde, opengewerkte stam met voorziening voor ophanging.
Foto: ensemble Z004121 (2002).
509. Kandelaar
1ste helft 17de eeuw
messing, hoogte 20 cm
Ronde, geprofileerde voet; balustervormige stam met brede, ronde vetschijf; cilindervormige kaarsenhouder met twee ronde gaten, versierd met ringen.
Herkomst: nalatenschap G. Meeusen-Bierkens.
Foto: ensemble Z004196 (2001).
510. Kandelaar (1 van 2)
merken: Bergen (gekroonde leeuw, masker), decanale letter Q en meesterteken WR
meester met initialen WR
1ste helft 17de eeuw
zilver, hoogte 17 cm
Vierkante, geprofileerde voet met afgesneden hoeken, met vetvanger; balustervormige stam; cilindervormige kaarsenhouder, versierd met lobben en ringen.
Foto: ensemble Z004175 (2001).
511. Kandelaar (2)
1ste helft 17de eeuw
messing, hoogte 31 en 28 cm
Driehoekige, geprofileerde voet op drie bolpoten; balustervormige stam met drie knopen en een schijf; brede, ronde, licht geprofileerde vetvanger; met pin.
Foto: ensemble A93669 (1945), Z004194 (2001).
512. Kandelaar (2)
1ste helft 17de eeuw
messing, hoogte 24 cm
Ronde geprofileerde voet met drie tegengehechte pootjes op bollen; balustervormige, versmallende stam; ronde, geprofileerde vetvanger; met doorboorde pin.
Foto: ensemble M277780 (1991), Z004197 (2001).
513. Kandelaar
1ste helft 17de eeuw
messing, hoogte 29 cm
Driehoekige, versmallende voet met dekplaat, op drie platte bollen; balustervormige stam; ronde geprofileerde vetvanger zonder pin.
Foto: ensemble M277925 (1991).
514. Kandelaar
4de kwart 18de eeuw
eik, hoogte 210 cm
Driezijdig voetstuk, afgeschuinde hoeken met voluten, op drie bollen; hoge, balustervormige stam; ronde geprofileerde vetvanger. Versierd met bladornamenten, bladslingers, cartouches en voluten.
Foto: ensemble M277765 (1991).
515. Kandelaar (4)
19de eeuw
zilverplaat op houten kern, hoogte 70 cm
Driehoekige, verjongende voet, medaillons met bustes van Christus en Onze-Lieve-Vrouw, niet geïdentificeerd opschrift; balustervormige stam met bol onderaan, volutekapiteel bovenaan; sterk geprofileerde ronde vetvanger in de vorm van een vaas. Versiering met bladornamenten, bloemenslingers, ranken, lobben, parellijsten.
Foto: ensemble M277830 (1991).
516. Kandelaar (1 van 2)
merken in de voet: rechthoek met AC, sprinkhaan, DOUBLE
meester met initialen AC
19de eeuw
verzilverd koper, hoogte 27 cm
Ronde, geprofileerde voet versierd met bladmotieven; balustervormige, verbredende stam versierd met palmetten en sterren; ronde, uitgroeiende, vaasvormige, onversierde kaarsenhouder.
Foto: ensemble Z004178 (2001).
517. Kandelaars (1 van 6)
met signatuur CC
door Kamiel Colruyt (°1908-+1973)
1952
koper, hoogte 33 cm
Solide kandelaars, met zes rechthoekige pootjes, twaalfzijdige vernauwende voet, stam en verbredende vetvanger met uitstulpende boord. Inscripties: CC en cijfer 6. Zie ook kruisbeeld nr. 101.
Herkomst: geschonken door de familie Morel (AAT D 15, 88/10).
Foto: ensemble X001426 (2005).
518. Olielamp
19de eeuw
messing, hoogte 34
Ronde, conische voet; cilindervormige, licht verjongende stam; cilindervormig reservoir met één geul; plat, rond deksel met greepje; ophangingsplaatje met rond gat.
Herkomst: gift van de familie Meeusen-Bierkens.
Foto: ensemble Z008098 (2003).
WANDTAPIJT
519. Wandtapijt (5)
ensemble van vijf verduretapijten
twee met taferelen uit het leven van de H. Norbert van Prémontré: De H. Norbert geneest een zieke en De H. Norbert drijft de duivel uit bij bezetenen
gesigneerd en gedateerd H. REYDAMS FECIT 1676
Hendrik II Reydams, van Brussel (°1650-+1719)
1676
geweven schapenwol, hoogte 247 cm
Twee grote tapijten tonen een weids boslandschap met een genezingsscène en een uitdrijvingsscène. Zij dragen bovenaan in het midden een wapenschild met drie mollen van schenker-proost J. Mollemans (1668-1683). De drie andere tapijten tonen landschappen en zijn zoals de grote tapijten aan de zijden afgeboord met weelderige bloemen- en fruitstroken, met ondermeer lelietjesvandalen, verwijzend naar de plaats van herkomst.
Jacobus Mollemans (°Mechelen 1617-+1683) werd priester gewijd te Tongerlo in 1645; was vicarius te Duffel in 1645, pastoor te Alphen in 1655, proost van het Mechelse norbertinessenklooster van Leliëndael in 1668 (AAT Bio.Sodales canoniae Tongerloensis nr.16.130).
Hendrik II Reydams (°1650-+1719) was de zoon van tapijtwever Hendrik I (+1669); werd deken van het ambacht in 1687; vanaf 1712 werkte hij samen met Urbaan en Daniel Leyniers, samen beheersten zij de tapijtmarkt te Brussel. Tapijten van Hendrik II zijn bewaard in het Brusselse stadhuis en in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel (THIEME-BECKER).
Herkomst: voormalig norbertinessenklooster Leliëndael te Mechelen.
Bibliografie: M.H. KOYEN, De Norbertijnenabdij van Tongerlo, 1973, p. 37, IDEM, Tongerlo door de eeuwen heen, 1973, p. 57.
Foto: ensemble tapijt met de genezingsscène B32910 (1942), B97086 (1945), KN359 (1991); detail: wapenschild M277790 (1991); ensemble tapijt met de uitdrijvinsscène B32909 (1942), B97085 (1945), KN360 (1991); detail: wapenschild M277791 (1991); ensemble kleiner tapijt B32911 (1942), B97087 (1945); ensemble kleiner tapijt B97088 (1945); ensemble kleiner tapijt B97089 (1945).
WETENSCHAPSINSTRUMENT
520. Barometer en thermometer
tekenwerk door Rott
gesigneerd J. BORZO S’BOSCH
gesigneerd en gedateerd ROTT 1776 ???
‘s Hertogenbosch
J. Borzo
1776???
hout, glas, hoogte 115 cm, breedte 21 cm
Langgerekte houder met bredere basis en fronton als bekroning.
Herkomst: pastorie van Rozendaal.
Foto: ensemble M277761 (1991).
521. Bril
niet geïdentificeerde merken
19de eeuw
zilver, hoogte 2,6 cm, breedte 11,5 cm
Ovale glazen; verschuifbare, rechte oren eindigend op een kleine ring.
Foto: ensemble Z005940 (2002).
522. Knijpbril
met merk: blaadje
19de eeuw
goud, hoogte 3,8 cm, breedte 10 cm
Ovale glazenhouders, verbonden met blokeerbare knijpveer. Rechts een opening voor een ketting; links een greepje voor de vingers.
Foto: ensemble Z005939 (2002).
523. Kompas met zonnewijzer
gedateerde eigendomsinscriptie: ALBERTUS MEULEMANS TONGERLOO 1772
1772
messing, hoogte 5,1 cm, breedte 7,5 cm
Cirkelvormige doos met hechtingsplaten; met kompasnaald; bovenop opklapbare wijzer en uuraanduiding.
Albert Meulemans (°Westerlo 1751-+Doornik 1799) was landmeter in Westerlo; in 1773 legde hij de eed af. Van 1772 tot 1794 voerde hij verscheidene opdrachten uit voor de abdij. Voor prelaat Hermans deed hij opmetingen in functie van het kanaal dat de prelaat wilde plannen in de Kempen (J.-M. GORIS 2001, p. 45-46).
Foto: ensemble Z005937 (2002).
524. Lorgnet
merken: XL en gehaltemerk
19de
goud, hoogte 2 cm, breedte 7 cm
Samenplooibaar; rechthoekige glazen met afgeschuinde hoeken. Houder versierd met bloemen en rocaillemotieven.
Foto: ensemble Z005936 (2002).
525. Lorgnet
19de eeuw
hoorn, hoogte 12,5 cm, breedte 4 cm
Uitklapbare, ronde glazen, uitschuifbaar en individueel regelbaar, met bijhorend foedraal.
Foto: ensemble Z005942 (2002).
526. Muntgewichtendoos
toegeschreven aan Joannes Franciscus Wolschot
1ste helft 18de eeuw
hout en messing, hoogte 2,2 cm, breedte 10,9 cm, diepte 9 cm
Houten doos met ruimtes voor de muntgewichten: dob merliton, verdugaden, dob ducael, kruis van Malta, pistolet, kort cruys enz. Weegtoestel ontbreekt.
Joannes Franciscus Wolschot was een Antwerps balansmaker; in de abdij van Grimbergen is een muntgewichtendoos van Wolschot bewaard, daterend van 1730.
Foto: ensemble Z005982 (2002).
527. Muntgewichtendoos
gesigneerd en gedateerd J.F. WOLSCHOT 1750
Joannes Franciscus Wolschot
1750
hout en metaal, hoogte 2,2 cm, breedte 15,9 cm, diepte 8,3 cm, hoogste weegschaal 28,4 cm
Houten doosje met deksel, met geprofileerde buitenzijden. Aan de onderkant van het deksel geplakte identificaties van gewichten en opschriften: I.F. WOLSCHOT GESWORE IJCKER VAN HAERE MAAIESTIJT … BALANCEN / DESE GOUT GEWICHTEN MOETEN GEWOGEN WORDEN …/ EEN VALSCHE SCHAELIS EENEN GRAUWEL BIJ GODT MAER EEN OPRECHT GAEWICHT IS SIJNEN WILLE. De balans is opgeborgen in de houten doos; bij geopend deksel kan zij worden gemonteerd.
Foto: ensemble met uitgestalde weegschaal Z005986 (2002).
528. Noctulabium
opschrift: CIRCULUS EPACTARUM INCIPIENS ANNO 1589
vermoedelijk ontworpen door Gerardus van Drunen
gemaakt bij Jacobus De Succa te Antwerpen
gedateerd 1589
messing, hoogte 12,2 cm, breedte 8,6 cm
Maanwijzer; orientatie-instrument om de liturgische jaarkalender te bepalen in functie van de nieuwe maan. De Tongerlose norbertijn Gerardus Adriaens van Drunen was een beroemd wiskundige en astronoom die verscheidene meetinstrumenten heeft ontworpen. Hij was van Drunen herkomstig en werd pastoor te Retie. Hij stierf in 1603 (A. ERENS, 1926; L. VAN DYCK, 1981).
Bibliografie: L. VAN DYCK, Een Tongerlose astronoom …, 1981, p. 40-48.
Foto: ensemble voorzijde Z005901 (2002), achterzijde Z005902 (2002), toestel in foedraal Z005904 (2002).
529. Verrekijker
18de eeuw (?)
glas, leder en hoorn, lengte 31 cm (gesloten), diameter 3,6 cm
Vier uitschuifbare elementen in hoorn. Buitenzijde bekleed met leder. Onversierd.
Foto: ensemble Z005974 (2002).
530. Verrekijker
19de eeuw (?)
glas, hout en messing, lengte 35 cm (gesloten), diameter 3,6 cm
Een uitschuifbaar element in koper. Met regelbare lenzen.
Foto: ensemble Z005975 (2002).
531. Verrekijker
19de eeuw
messing en leder, lengte 17,5 (gesloten), diameter 4,2 cm
Drie uitschuifbare elementen. Buitenzijde bekleed met leder.
Foto: ensemble Z005976 (2002).
532. Wereldbol
uitgegeven door geograaf Felix Delamarche, opvolger van Robert Vaugondy
gegraveerd door de gebroeders Barrière
geschreven door Pélicier
1830
hout en papier
Draaiend in een vaste houder op een rond, geprofileerd voetstuk met balusterstam. Horizontaal en vertikaal omspannen door een gradenboog met lengte- en breedtegraden. Met opschrift FX DE LA MARCHES SUCC DE R VAUGONDY GRYME PAR BARRIERE FRERES ECRIT PAR PELICIER 1830.
Fransman Felix Delamarche was ingenieur, geograaf en cartograaf, zoon van cartograaf Charles François Delamarche (°1740-+1817), opvolger van onder meer Robert de Vaugondy (°1686-+1766) aan het Franse hof. In 1811 nam zoon Felix het werk van zijn vader over. Zijn belangrijkste werk Atlas de géographie werd meermaals herdrukt in de negentiende eeuw. De familie Delamarche waren uitgevers van kaarten, atlassen, hemelsferen en werelbollen. Hun werken waren gekenmerkt door accuraatheid; zij maakten ondermeer gebruik van de recentste metingen van de Franse marine. De familie Delamarche was de eerste firma die er in slaagde een markt voor wereldbollen te creëren. Zij waren beterkoop en hadden toch een hoge kwaliteit inzake gravure en preciesheid; nieuwe materialen en eenvoudige construkties zorgden voor een lagere prijs. Zij waren gevestigd in Parijs. In 1848 werd de familiezaak overgenomen door E. Grosselin (informatie Staf Peeters).
De gebroeders Pierre (°1789) en Daniel (°1793) Barrière waren graveurs die omstreeks 1830 actief waren te Parijs.
Foto: ensemble Z005999 (2002).
533. Zonnewijzer
18de eeuw ?
messing en hout, hoogte 22 cm, breedte 24,7 cm, diepte 17 cm
Regelbare zonnewijzer van drie uur ‘s morgens tot acht uur ’s avonds; met aanduiding van graden. Plaat in messing op houten sokkel.
Foto: ensemble Z006001 (2002).
Deel III Personenindex
Ab Aggere, Joannes: nr. 425
Adalbertus van Bohemen: nr. 218
Adorno, Joannes Augustinus: nr. 209
Adriaan van Hilvarenbeek: nrs. 67, 109, 179, 211, 218, 408
Aegidius Junius: nr. 46
Aertnys, Ivo: nr. 75
Aerts, Servaas: nr. 77
Albani, Giovanni Francesco: nr. 478
Albrecht aartshertog: nrs. 202, 305
Alexander de Grote: nrs. 288, 456
Angelico, B.: nr. 93
Anthony, J.M.: nr. 66
Aristoteles: nr. 288
Arrianus: nr. 288
Aulit, Charles: nr. 63
Averroës: nr. 151
Backx, Evermodus: nrs. 37, 45, 113, 300
Baeckx, Ignatius: nr. 479
Barrière, Daniel : nr. 532
Barrière, Pierre: nr. 532
Barsine: nr. 288
Bas, Martinus: nrs. 150, 151
Bauwens, Jozef: nrs. 76, 224, 234, 478
Bazan, Aluar: nr. 171
Beatrix van Cappenberg: nr. 211
Beekmans: nr. 222
Beet, O.: nr. 192
Beke, Godefridus: nr. 219
Benedictus XIII paus: nr. 113
Berchem, Nicolaas: nrs. 220, 221
Berchem, Pieter: nr. 220
Berchmans, Joannes: nr. 422
Berckmans, Mattheus de Oude: nr. 222
Berckmans, Mattheus de Jonge: nr. 222
Bernaerts: nrs. 320, 346
Bertram, Milo: nr. 38
Beschey, Balthasar: nrs. 165, 223, 289
Betels, Petrus: nr. 40
Beyaert: nr. 193
Biddeloo, Emilie: nr. 104
Biddeloo, Michiel: nr. 104
Bigioli, Luisa: nrs. 224, 225, 226
Birkhart, A.: nr.184
Blosius, Ludovicus: nr. 208
Blyenbergh, A.: nr. 344
Boel, Joost: nrs. 6, 292, 347, 499, 500
Boeracker, Hendrik: nr. 219
Boeracker, Herman-Jozef : nr. 461
Boeracker, Lambertus : nr. 219
Bohlmeyer, J.P.: nr. 351
Bollandus, Joannes: nr. 213
Bolswert, Boëtius Adamsz: nrs. 152
Bolswert, Schelte Adamsz: nrs. 152, 153
Borzo, J.: nr. 520
Bosch, Hiëronymus: nr. 227
Bosschaert, Thomas Willeboirts: nr. 228
Boucquet, Victor: nr. 182
Bourdon: nr. 70
Boussen, François René: nr. 168
Bouttats, Philibert de Oude: nr. 154
Bouttats, Philibert de Jonge: nr. 154
Bracci, Pietro: nr. 289
Breughel, Jan de Oude: nrs. 317, 321, 343, 346
Breughel, Pieter de Oude: nr. 232
Brief van Grave, Jan: nr. 388
Bronislawa: nr. 109
Brouwers, Adriaan: nr. 321
Burchard: nr. 481
Campin, Robert: nr. 333
Canneel, Théodore-Joseph: nrs. 155, 156, 229
Caraccio, Fabricius: nr. 209
Caraccio, Franciscus: nr. 209
Caravaggio: nr. 405
Cassé, Jan Baptist: nr. 32
Cattini, Giacomo: nr. 224
Catufi: nr. 179
Causé, Hendrik: nrs. 157, 158, 159
Causé, I.: nr. 201
Cauwenberghs, H.: nrs. 230, 231
Cavaliere, Marino: nr. 166
Chereau, Jacques Simon: nr. 160, 205
Chevillet, Justus: nr. 161
Christina: nr. 211
Claes: nr. 78
Claes, Frans: nr. 191
Claessens, Arthur: nr. 316
Claessens, Hans: nr. 316
Claessens, Jan: nr. 191
Claessens, Michiel: nr. 316
Clemens VI paus: nr. 151
Clemens VIII paus: nr. 151
Clemens XI paus: nr. 478
Clouet, Pieter: nrs. 162, 163
Clough, Christopher: nr. 153
Cobbe, Herman: nr. 7
Cobbe, Margriete: nr. 7
Cockelet, Jacobus: nr. 60
Coecke van Aelst, Pieter: nr. 283, 231
Colbert: nr. 288
Collaert, Adrianus: nr. 164
Colruyt, Kamiel: nrs. 101, 517
Coosemans, J.: nr. 322
Cope, Guilielmus: nr. 9
Corr, E.: nr. 189
Corselis, François Thomas: nrs. 155, 156, 229
Coucke, Coleta : nr. 484
Couwenbergh, Willem: nr. 113
Crils, Jacobus Hroznata: nrs. 6, 190, 301, 302, 399, 403
Crombe, A.P.: nr. 72
Cuypers H.: nr. 165
d’Amboise, Georges Charles: nr. 320
Danco, J.: nr. 134
Darius III koning: nr. 288
Da Vinci, Leonardo: nrs. 295, 320
De Bauduin: nr. 194
De Braekeleer, Henri: nr. 233
de Broglie, Maurice Jean Madeleine: nr. 183
de Burggraaf: nr. 165
De Campo, Hemericus: nr. 118
De Ceuster, Hermenegild : nrs. 98, 322
de Châstillon, Louis: nr. 166
Deckers, Adriaan Cornelis: nrs. 6, 75, 104, 331
De Clerck, Hendrik: nr. 234
De Clerck, Hypoliet Jozef: nr. 70
De Clercq, Pieter: nr. 235
De Clercq, René: nr. 191
Defeurt: nr. 193
Defoin, Félicien: nr. 167
de Fourmestraux, Marc: nr. 32
de Galway, Kelly: nr. 236
de Gellinck: nr. 490
De gobert, P.: nr. 168
De Greef: nr. 21
de Groot, Gerard: nr. 162
Dehing, Lucas: nrs. 79, 291
de Hollander, Gaspar: nr. 185
De Jode, Arnold: nr. 169
De Jode, Pieter I: nr. 169
De Jode, Pieter II: nrs. 169, 170, 171, 172, 173, 202
De Keyser, Nicaise: nr. 331
Delahaye, P.: nr. 237
Delamarche, Charles François: nr. 532
Delamarche, Felix: nr. 532
de Lamboy, Guillaume: nr. 186
de Langlumer: nr. 174
De Leeuw, Lambertus: nr. 35
De Lespes, Philippus: nr. 474
de Loë: nr. 320
de Loos, Peter: nr. 162
del Sarto, Andrea: nr. 326
de Mallery, Charles: nr. 211
Demanet, François J.: nrs. 276, 277
De Mello, Franciscus: nr. 173
de Merode, Jeanne: nr. 39
de Merode, Felix: nr. 320
De Momper, Joos: nr. 346
De Momper, Josse Jr.:nr. 234
De Moura, Christophorus: nr. 202
Denis, Josephine: nr. 490
De Poilly, Nicolas: nr. 166
De Quertenmont, Andreas: nrs. 161, 238
Derikx, Leo: nr. 285
De Succa, Jacobus: nr. 528
De Swert, Jan Chrysostomus: nrs. 4, 5, 6, 323
De Vaugondy, Robert: nr. 532
de Velasco, Carolus Fernandes: nr. 182
de Vivero, Alfonsus Peres: nr. 187
De Voght, Mariette: nr. 291
De Vos, Maarten: nr. 234
De Vriendt, A.: nr. 298
de Waegenaere, Petrus: nr. 182
De Wit, Frederik: nr. 175
De Wit, Jacobus: nr. 352
Dierckx, Boudewijn Lukas: nr. 90
Dierickx, Harry Gerard: nr. 240
Diogenes: nr. 288
Dockx, Basilius: nr. 63
Dockx, Edmundus: nr. 63
Docx, Engelbert: nrs. 258
Dominicus van Castilië: nr. 218
Douven, J.F.:nr. 319
Dryeptis: nr. 288
Dürer, Albrecht: nrs. 195, 204, 354
Eeckhout, Jacques Joseph: nr. 165
Eelko Liaukaman: nr. 211
Efestion: nr. 288
Eleonora van Bourbon: nr. 172
Elisabeth van Arennest: nr. 411
Emmericus, Petrus: nr. 422
Esser, Camille: nrs. 73, 75, 104
Esser, Henri: nrs. 75, 104
Esser, Hubert: nr. 75
Evermodus van Ratzeburg: nrs. 37, 67, 109, 113, 197, 211, 449
Faes, Peter: nrs. 241, 242, 243, 244
Faict, Joannes Josephus: nr. 193
Falseau, Arsenius Theodorus: nr. 184
Faydherbe, Lucas: nr. 394
Femmick, H.: nr. 351
Ferdinand van Oostenrijk keizer: nr. 169
Filips II koning: nrs. 202, 427
Filips III koning: nr. 202
Filips IV koning: nr. 169
Filips de Goede: nr. 333
Filips Willem: nr. 172
Fimmers, Henri: nr. 245
Fimmers, Kallist: nrs. 246, 247, 248, 249, 251, 252, 253, 254, 255, 256, 257, 258, 259, 260, 261, 262, 291
Floris, Frans: nr. 195
Fornari, Rafael: nrs. 224, 225
Fracassini, C.: nr. 179
Franchois, Lucas de Oude: nr. 263
Franchois, Peter: nrs. 263, 271
Francken, Frans II: nrs. 264, 265, 266, 267, 268
Francken, Frans III: nr. 268, 269
Frans I keizer: nr. 184
Frederik I koning: nr. 314
Frederik Barbarossa keizer: nr. 218
Frederik Hendrik van Nassau: nrs. 188, 228
Frederik van Hallum: nrs. 113, 211
Fruytiers, Philippe: nr. 190
Gabron, Guilliam: nrs. 296, 357
Galle, Cornelius II: nrs. 151, 176, 202
Galle, Filips: nrs. 164, 177, 197
Galle, Jan: nrs. 151, 176
Galle, Theodoor: nrs. 151, 176, 177, 198
Gallenoy, Alexander: nr. 7
Geerts, Jan: nr. 6
Georges I van Amboise: nr. 320
Gerlach van Houthem: nrs. 109, 450
Gertrudis van Altenberg: nrs. 109, 211
Gijbens, Adrianus: nr. 159
Gilbert van Neuffontaines: nr. 211
Giselbertus van Castelré: nr. 481
Godecharles, G.L.: nr. 165
Godfried van Cappenberg: nr. 211, 334, 379, 452
Gonella, E.: nr. 37, 224
Gordias: nr. 288
Goubau, François: nr. 302, 332
Goulier, Louis Bernard: nr. 270
Gregorius de Grote: nr. 154
Grossé, Antoinette Emilienne: nr. 484
Grossé: nrs. 484, 493, 495, 497, 498, 499, 500
Grossé, Jean Baptist: nr. 484
Grossé, Jean François: nr. 484
Grossé, Jean Josse: nr. 484
Grossé, Pierre: nr. 484
Grossé, Pierre Charles: nr. 484
Grossé, Louis: nr. 484
Grossé, Louis Junior: nr. 484
Grosselin, E. : nr. 532
Grossens, Jan Baptist: nr. 178
Grosset: nr. 484
Guglielmi, G.: nr. 179
Haan, Aloïs Hubertus: nrs. 83, 84
Haye, Michiel: nrs. 192, 198
Hedwige: nr. 211
Heiss, Elias Christoffel: nr. 180
Heiss, Johan: nr. 180
Hellemans, Andreas Ludo: nr. 81
Hellemans, Franciscus: nr. 81
Hemony: nr. 332
Hendricx, Gillis: nrs. 152, 185
Hendrik IV koning : nr. 172
Hennekin, Josephus I: nr. 50
Hennekin, Joannes Josephus II: nr. 50
Henricus van Arenberg: nr. 218
Henricus van Bohemen: nr. 218
Hephaistion: nr. 288
Herman-Jozef van Steinfeld: nrs. 38, 67, 109, 182, 192, 211, 339, 340
Hermans, Godfried: nrs. 3, 6, 21, 213, 216, 271, 276, 436, 437, 523
Herreyns, Jacob III: nrs. 271
Herreyns, Willem: nrs. 165, 271
Herreyns, Willem Jacob: nrs. 271, 272, 273
Heylen, Adrianus: nrs. 238, 473
Heylen, Thomas: nrs. 6, 125, 258, 284, 298, 322
Hildegundis: nr. 211
Hoff, I.M.: nr. 274
Holbein, Hans: nr. 320
Holemans, Henri: nr. 101
Hollar, Wenzel: nrs. 181, 201, 202
Honorius II paus: nrs. 176, 203, 279
Horemans, Jan Jozef I: nrs. 275, 432
Hroznata van Teplà: nr. 211
Huberti, Franciscus: nrs. 162, 182
Hugo van Fosses: nrs. 176, 211
Hunin, Joseph: nr. 183
Hunin, Pierre Paul Aloys: nr. 183
Huybrechts, Franciscus: nrs. 162, 182
Huybrechts, Gaspar: nr. 162
Innocentius II paus: nr. 38
Innocentius VI paus: nr. 151
Innocentius XII paus: nr. 479
Isabella aartshertogin: nr. 305
Isfried van Ratzeburg: nrs. 37, 197, 211
Jacob Lacops: nrs. 109, 167, 179, 211, 218, 280, 407
Jacob, N.H.: nr. 174
Jacobs, Bonaventura: nr. 438
Jacques: nr. 87
Jacquin, François Xavier Joseph: nrs. 276, 277
Jansen, Cornelis: nr. 175
Jansenius, Cornelius: nr. 175
Janssen, Adrianus: nr. 280
Janssens, Abraham: nr. 228
Janssens, Georgette: nrs. 278, 284
Janssens, Petrus: nr. 236
Janssens, Victor Honoré: nrs. 279, 280
Joannes Eckius: nr. 407
Johannes XXII paus: nr. 151
Jordaens, Jacob: nrs. 169, 182, 201
Jordens, Rumoldus Joannes: nrs. 146, 148
Jozef II keizer: nrs. 216, 217, 272
Juliana van Mont Cornillon: nrs. 182, 211, 218
Junes, Jos: nr. 77
Karel I koning: nr. 336
Karel V keizer: nrs. 427, 477
Karel VI keizer: nr. 482
Karel de Stoute: nr. 333
Karel van Lotharingen: nrs. 281, 289
Keldermans, Rombout: nr. 39
Kerkstoel, Leonard: nr. 6
Kerkstoel, Petrus: nr. 6
Kerricx, Willem Ignatius: nrs. 2, 281, 282, 320
Key, Willem Adriaenszoon: nr. 283
Kinschots, Jan: nr. 6
Klais, Johan Senior: nr. 38
Klauber, Johan Baptist: nr. 184
Klauber, Joseph: nr. 184
Knyff, Gerard: nrs. 163, 402
Küsel, Mattheus: nr. 203
Laenen, Jan: nrs. 278, 284, 285, 286, 287
Lambert van Sint-Omaars: nr. 118
Lamy, Hugo: nrs. 6, 77, 327
Langerock, Pieter: nr. 39
Lavalette: nr. 174
Le Brun, Charles: nrs. 166, 288
Le Brun, Nicolaas I: nr. 288
Lecocqmartin, Joseph: nr. 63
Legrand, Jean: nr. 320
Lens, Andries Cornelis: nrs. 165, 289, 290
Lens, Cornelis: nr. 289
Lens, Jean-Joseph: nr. 289
Leo XIII paus: nr. 313
Leopold van Oostenrijk: nr. 170, 314
Leopold I koning: nr. 320
Leopold-Willem koning: nrs. 188, 321
Leroux-Van Spilbeeck, E.: nrs. 30, 232
Lesteens, Norbert: nr. 332
Lewi, Leo: nrs. 291, 292, 293
Leyniers, Daniel: nr. 519
Leyniers, Urbaan: nr. 519
Leys, Henri: nr. 232
Libervani: nr. 133
Lievens Jan I: nr. 188
Lipsius, Justus: nr. 210
Lodewijk XIV koning: nrs. 166, 201, 288
Lodewijk XV koning: nr. 432
Lombard, Lambert: nr. 283
Lommaert, L.: nr. 294
Lommelin, Adriaan: nr. 185
Lommelin, Samuel: nr. 185
Lotharius: nr. 211
Ludolf van Ratzeburg: nrs. 197, 211
Luini, Bernardino: nr. 295
Luther: nr. 477
Lyons, Oswald: nr. 86
Macarius van Ratzeburg: nrs. 211, 218
Macken, Sulpitius: nr. 39
Mandekens, Marten: nr. 296
Mannacker, Hieronymus I: nr. 7
Mannacker, Hieronymus II: nr. 7
Mannacker, Jan Baptist: nr. 7
Mannacker, Peter: nr. 7
Manriquez de Pinatelli: nr. 486
Margaretha Maria Alacocque: nr. 40
Maria-Theresia keizerin: nrs. 184, 217, 289
Marinus, I.G.: 190
Matthaeus, Jan: nr. 423
Matthys, Frans Josephus: nr. 60
Meerhout, P.: nr. 297
Meester met gekroond klaverblad: nr. 106
Meester met initialen AC: nr. 516
Meester met initialen DJP: nr. 141
Meester met initialen DK: nr. 239
Meester met initialen DN: nr. 90
Meester met initialen HD: nr. 139
Meester met initialen HN: nr. 81
Meester met initialen IG: nr. 151
Meester met initialen IS: nr. 127
Meester met initialen LG: nr. 67
Meester met initialen MVB: nr. 94
Meester met initialen PT: nr. 49
Meester met initialen R&WL: nr. 86
Meester met initialen VW: nr. 129
Meester met initialen WR: nr. 510
Meester met letter B en hamer(?): nr. 64
Meester met letter D: nr. 132
Meester met letter M en punt: nr. 114
Meester met letter W: nr. 65
Meester met letter W met punt erboven: 115, 117
Meester met letters D FRS en lopend dier: nr. 39
Meester met peer met twee blaadjes: nr. 47
Meester met zespuntige ster: nr. 353
Meeusen-Bierkens, G.: nrs. 509, 518
Mertens, Pius: nr. 68
Metsius, Laurentius: nr. 6
Metsys, Quinten: nr. 320
Meulemans, Albertus: nr. 523
Meunier, C.: nr. 327
Meyers, Nicolaas: nr. 289
Meyfroot, Reinout: nr. 6
Meyssens, Cornelius: nr. 186
Meyssens, Joannes: nr. 186, 187, 188
Michelangelo: nr. 288
Michiels, Jan Baptist Pierre: nr. 189
Milo van Terwaan: nrs. 38, 197, 211, 381
Minardi: nr. 179
Mische, Mathias: nr. 92
Moeremans, E.: nr. 135
Moerentorf, Catharina: nr. 177
Moeyaert, C.: nr. 220
Mollemans, J.: nr. 519
Monteyremar, Regine: nr. 63
Moortgat: nr. 104
Morel: nr. 517
Moreno, Girolamo: nr. 320
Moretus, Balthasar I: nr. 177
Mortelmans, Frans: nrs. 284, 298
Mutsaert, Gisbert: nr. 394
Mutsaerts, Nicolaas: nrs. 6, 107, 368
Mys, Jakob: nr. 6
Napoleon keizer: nr. 183
Navez, P.J.: nr. 300
Neeffs, Jacobus: nr. 190
Nievelaar, Embert: nr. 424
Noots, A.: nr. 104
Noots, Hubertus: nrs. 93, 239, 247, 498
Norbert van Prémontré: nrs. 37, 38, 45, 47, 75, 103, 104, 109, 110, 113, 150, 153, 154, 157, 158, 159, 162, 163, 176, 180, 182, 184, 190, 197, 198, 203, 211, 237, 289, 299, 332, 335, 370, 379, 414, 415
Norbert van Prémontré (leven van-): nrs. 45, 73, 159, 176, 177, 185, 204, 279, 416, 421, 496, 519
Noyens, Hermenegild: nr. 6
Ochos: nr. 288
Oda: nr. 211
Onbekende norbertijn: nrs. 230, 231, 401, 404, 407, 428, 439, 440, 441, 455, 477
Opsomer, Isidoor: nr. 291
Oxyartes: nr. 288
Parysatis: nr. 288
Paulus V paus: nr. 151
Paulus VI paus: nr. 93
Pecci, Vincenzo Gioacchino: nr. 313
Peeters, Josephus: nr. 63
Peeters, J.: nr. 201
Peeters, Maarten II: nrs. 195, 196
Pelicier: nr. 532
Pellens, Eduard: nr. 191
Pepyn, Catharina: nrs. 299, 332
Pepyn, Maarten: nr. 299
Perrier, Fr.: nr. 288
Petrus Janssens: nrs. 236, 455
Pezzana, Nicolaas: nr. 9
Pfeffel, J.A.: nr. 184
Philippe, Marinus: nr. 246
Philippot, A.: nr. 320
Pieck, N.: nr. 179
Piëra, Gregorius: nr. 6, 314, 315, 429, 430
Piermans: nr. 204
Pignatelli, Antonio: nr. 479
Pius V paus: nr. 151
Pius VI paus: nrs. 214, 215
Pius IX paus: nr. 179
Plantijn, Christoffel: nrs. 152, 177, 334
Pluckerius, Bartholomeus: nr. 372
Pluckers, Bartholomeus: nr. 372
Pollet, Léonard: nr. 72
Pontius, Paulus: nrs. 192, 202
Poros: nr. 288
Portaels, Jean: nr. 300
Poussin, Nicolas: nr. 166
Primaticcio: nr. 195
Pulinck, Robijn: nr. 317
Quellinus, Erasmus II: nr. 301
Quellinus, Jan Erasmus: nrs. 301, 302, 303, 314, 402
Questenberg, Kaspar: nrs. 158, 159
Quique: nr. 484
Raeymaekers: nr. 507
Rafaël: nr. 195
Rein, Melchior: nr. 184
Reydams, Hendrik II: nr. 518
Richardus: nr. 218
Rinquet: nr. 304
Romme, A.: nrs. 284, 351, 352, 353, 362, 365
Rosa, Wilhelmus Fr.: r. 435
Rosweyde, Heribertus: nr. 213
Rott: nr. 520
Rousseau, Victor: nr. 101
Roxane: nr. 288
Rubens, Pieter Paul: nrs. 152, 154, 160, 162, 165, 169, 183, 185, 192, 201, 202, 205, 305, 306, 307, 308, 309, 310, 311, 312, 316, 334, 336, 344, 346, 405
Sammels, Joannes Chrysostomus: nr. 433
Sanderus: nr. 319
Schaefels, L.: nr. 298
Schaepmans, Jozef: nrs. 103, 108, 113
Schäfer, Laurenz: nr. 313
Schoonjans, Antoon: nrs. 314, 315
Schubert: nr. 193
Schut, C.: nrs. 201, 205, 296, 316
Seghers, Daniël: nrs. 188, 316, 317, 318
Seghers, Gerard: nr. 228
Semiramis: nr. 288
Serrure, Pierre Joseph: nr. 127
Siard van Mariëngaard: nrs. 113, 211, 383, 453, 484
Simeomo, Macarius: nr. 192
Simonau, Gustave Adolphe: nr. 155
Simonau, Pierre: nr. 155
Simonau, S.: nr. 194
Smeyers, Gillis Jozef: nr. 319
Smeyers, Jacob: nr. 319
Solario, Alberto: nr. 320
Solario, Andreo: nrs. 281, 282, 320, 341
Solario, Bartolo: nr. 320
Solario, Christoforo: nr. 320
Spoorenberg, J.C.: nr. 79
Spreux, Henriette: nr. 72
Spreux, P.: nr. 72
Stalmans, Emiel: nrs. 6, 287, 498, 503, 504
Stalpaerts, Adriaan: nr. 6, 106, 113, 369, 370
Stanislas Kostka: nr. 66
Steens, Gaspar: nr. 335
Steens, Lambrecht I: nr. 354
Sterckx: nr. 113
Streyters, Arnold: nr. 6, 7, 320, 389, 495
Strick, Pieter: nr. 223
Struyf, Rudolf: nr. 91
Tanchelm: nrs. 150, 157, 184, 185, 190, 370, 414, 416
Teniers, D.: nr. 201
Teniers, David I: nr. 321
Teniers, David II: nr. 321
Teniers, Joannes Chrysostomus: nr. 303
Tharsicius: nr. 125
Theunissen, Karel: nr. 322
Thomas, Alexandre Joseph: nr. 323
Thijs, Judocus: nrs. 238, 473
Titiaan: nr. 301, 338
Tonay: nr. 174
Tousiour Leusne: nr. 46
Touvay: nr. 155
Tsgrooten, Antoon: nrs. 6, 390
Urbanus V paus: nr. 151
Urbanus VI paus: nr. 109
Ursino, Albert: nrs. 6, 397, 398
Urz, Burckhard: nr. 41
Valdor, Jean: nr. 150
Van Alsloot, Denis: nr. 234
Van Balen, Hendrik: nrs. 234, 296, 312, 324, 336
Van Beers, Jan: nr. 325
Van Beers, Jan Junior: nr. 325
Van Beke, Elisabeth: nr. 394
Van Boechout, Anna: nr. 263
Van Bree: nr. 323
Van Cantelbeeck, G.: nr. 344
Van Cauwenbergh, Jan: nr. 40
Van Cleve, Cornelis: nr. 326
Van Corsworm, Wouter: nr. 6
Van Couwerven, Norbert: nrs. 159, 299, 332
Van Craeywinckel, Ludolphus: nr. 211
Van Cusa, Nicolaas: nr. 118
Van Cuyck, Gommarus: nr. 60
Van den Broeck, Gummarus: nr. 84
Van den Dijck, Joannes: nr. 425
Van den Enden, Martinus I: nr. 153
Vanden Nieuweneijnde, Siard: nrs. 6, 319
Van den Nieuwenhuysen, Godecharles: nr. 426
Van den Panhuysen, Ernest: nr. 327
Vanden Velde, Franciscus: nr. 6
Van den Wildenberg, L.: nr. 194
Vander Achter, Jozef: nrs. 2, 6, 8, 281, 328, 329, 482
Van der Beke, Cornelis: nr. 326
Van der Beke, Joos: nr. 326
Van der Biest, Mattheus: nr. 47
Van der Blockeryen, Adriaen: nr. 44
Van der Boven, Jaak Jozef: nr. 432
Van der Hagen, Gregorius: nr. 427
Van der Horst, Nicolaas: nrs. 186, 202
Vandermeiren, C.: nrs. 328, 329, 330
Van der Ouderaa, Pieter Jan: nrs. 331, 332
Vander Sterre, Chrisostomus: nrs. 177, 299, 332
Van der Velpen, Theresa: nr. 438
Van der Weyden, Rogier: nr. 333
Van de Velde, Heijmeric: nr. 118
Van Diepenbeek, Abraham: nrs. 153, 157, 163, 185, 334, 335
Van Dongen, A.: nr. 194
Van Dreght, Nicolaus: nr. 80
Van Drunen, Gerardus: nr. 527
Van Dyck, Antoon: nrs. 152, 169, 185, 192, 201, 228, 263, 334, 336, 337, 338, 339, 340
Van Eeckhout, Augustinus Willem: nr. 279
Van Emmeryck, Pieter: nr. 422
Van Franckenberg, Joannes Henricus: nr. 217
Van Gogh, Vincent: nr. 322
Van Grave, Jan Brief: nr. 6
Van Habbeke, Maximiliaan: nr. 208
Van Haren, Diederik: nr. 6
Van Hecke, J.: nr. 188
Van Heemskerk, Maarten: nr. 195
Van Heijst, C.: nrs. 56, 57
Van Heyst, Frederik: nr. 330
Van Hoecke, Joanna: nr. 484
Van Leemputten: nr. 322
Van Lerius: nr. 331
Van Leyden, Lucas: nrs. 195, 196
Van Lint, Pieter: nr. 182
Van Mallery, Karel: nrs. 197, 198
Van Mens, Isidoor: nrs. 199, 200
Van Mildert, Cornelis: nr. 332
Van Noort, Adam: nr. 305
Van Opstal, A.: nr. 186
Van Orley, Hieronymus III: nr. 279
Van Orley, Pieter: nr. 279
Van Orley, Richard II: nrs. 279, 280
Van Peteghem, Dominicus: nr. 272
Van Poeck, Arthuur: nrs. 320, 341
Van Reeth, A.F.: nr. 82
Van Reeth, Emiel: nr. 82
Van Rijckevorsel, Gregorius Tilmannus: nr. 431
Van Rijswijck, Lambert I: nr. 63
Van Roey, Ernest: nr. 40
Van Roosbroeck: nr. 132
Van Sluys, Is.: nr. 342
Van Spaendonck, G.: nr. 174
Van Spilbeeck, Ignatius: nr. 127
Van Spilbeeck, Michiel: nr. 65
Van Stalbemt, Adriaan: nr. 343
Van Strijp, Franciscus: nr. 113
Van Thulden, Theodoor: nr. 344, 345
Van Tol, Mauritius: nr. 83
Van Uden, Artus: nr. 346
Van Uden, Lucas: nr. 346
Vanuytven, Amandus: nr. 286
Van Voren, Hendrik: nr. 6
Van Weerdt, Bonifacius: nr. 434
Van Werden, Jacques: nr. 201
Van Westerhoven, Jan Jansz S’Mans: nr. 6
Van Westerhoven, Peter Mans: nr. 6
Varendock, Antonius: nr. 223
Vaugondy, Robert: nr. 532
Verberck, Godefridus: nrs. 21, 439
Verberckt, Hypolite Michel: nr. 61
Verberckt, Jan Baptist I: nrs. 53, 61
Verberckt, Jan Baptist II: nrs. 53, 61, 110
Verberckt, Jan Baptist III: nr. 61
Verberckt, Michiel: nr. 53
Verbraecken, Diederik: nr. 6
Verbraeken, Theodoor: nr. 1, 45, 371
Verbraken, Willibrord: nr. 222
Verhaecht, Tobias: nr. 305
Verhaert, Constant: nr. 320
Verhas, E.: nr. 235
Verhenneman, Jo: nr. 347
Verheurst, Joannes: nr. 400
Verhoeven, Tha.: nr. 66
Verlat, Karel: nrs. 298, 322
Verlinde, P.A.: nr. 332
Veronese: nr. 301
Verschuylen, Jan Pieter Antoon: nr. 63
Vervaeren, Gommaer: nr. 495
Vinckebooms, David: nrs. 348, 349, 350
Volders, Lanceloot: nr. 279
Vorsterman, Lucas I: nrs. 192, 201, 202, 205
Vorsterman, Lucas II: nr. 201
Vouet, Simon: nr. 288
Vrient, Nicolaas: nr. 359
Vrindt, Michiel: nr. 317
Waltman: nrs. 198, 211, 481
Wappers, G.: nr. 271
Waumans, Koenraad: nr. 202
Weigel, Christoph: nr. 203
Weinert, Egino: nrs. 41, 92, 102, 105
Wendelen, Lambertus: nr. 256
Wichmans, Augustinus: nrs. 6, 150, 181, 201, 395, 396
Wiericx, Antonie: nr. 204
Wiericx, Hiëronymus: nrs. 150, 204, 234
Wiericx, Jan: nr. 204
Wiertz, A.: nr. 271
Willem I koning: nrs. 183
Winkelaar, Henriette: nr. 351
Witdoeck, Hans: nrs. 205, 307
Wolfgang, Georg: nr. 203
Wolschot, Joannes Franciscus: nrs. 526, 527
Wouters, Simon: nr. 161
Xavery, Frans: nr. 352
Xavery, Gerard Jozef: nr. 352
Xavery, Jan Baptist: nr. 352
Ykens, C. II: nr. 289
Zelo del Dott, Franco: nr. 131